aan 's HEREN zegen is 't al gelegen 2 De zegen des HEREN, die maakt rijk, zwoegen voegt er niets aan toe. 22 Spreuken 10 3 En God zegende ze en zeide: Weest vruchtbaar, wordt talrijk en vervult de wateren in de zeeen, en het gevogelte worde talrijk op de aarde Genesis 122 de 1-ste keer 'zegen' in de Bijbel 4 En Isaak zaaide in dat land en oogstte in dat jaar honderdvoudig; want de HERE zegende hem. en die man werd rijk, ja gaandeweg rijker, totdat hij zeer rijk geworden was. Genesis 1213 5 Van het ogenblik af, dat hij (= Potifar) hem (=Jozef) over zijn huis en over al wat hij bezat had aangesteld, zegende de HERE het huis van de Egyptenaar om Jozefs wil: de zegen des Heren rustte op alles wat hij had, zowel in huis als op het veld. 5 Genesis 39 6 Grieks: zegen = eu-logia lett. goed-spreken vergl. Lat. benedictie (= lett. goed-spreken) (> frans, portugees, spaans) 7 Gezegend zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, die ons met allerlei ELKE geestelijke zegen in de hemelse gewesten gezegend heeft in Christus. 3 Efeze 1 8 En Hij heeft tot mij gezegd: Mijn genade is u genoeg, want de kracht openbaart zich eerst ten volle in zwakheid. Zeer gaarne zal ik dus in zwakheden nog meer roemen, opdat de kracht van Christus over mij kome. 9 2Korinthe 12 = goed spreken! 9 Daarom heb ik een welbehagen in zwakheden, smaadheden, noden, vervolgingen, benauwenissen ter wille van Christus, want als ik zwak ben, dan ben ik machtig. 10 2Korinthe 12 10 Want anders, indien gij een zegen uitspreekt met uw geest, hoe zal iemand, die als toehoorder aanwezig is, op uw dankzegging zijn amen spreken? 16 1Korinthe 14 zegen = dankzegging 11 Jezus dan nam de broden, dankte en verdeelde ze onder hen, die daar zaten, evenzo van de vissen, zoveel zij wensten… 11 Johannes 6 En Hij nam de vijf broden en de twee vissen, zag op naar de hemel, sprak de zegen uit en brak de broden … 41 Marcus 6 danken = zegen uitspreken 12 13 Op dezelfde wijze heeft ook Abraham God geloofd en het is hem tot gerechtigheid gerekend. 6 Galaten 3 nl. in een onvoorwaardelijke belofte 14 (...) En de Schrift, die tevoren zag, dat God de heidenen uit geloof rechtvaardigt, heeft tevoren aan Abraham het evangelie verkondigd: In u zullen alle volken gezegend worden. 8 Galaten 3 15 Zij, die uit het geloof zijn, worden dus gezegend tezamen met de gelovige Abraham. 9 Galaten 3 16 Want allen, die het van werken der wet verwachten, liggen onder de vloek; want er staat geschreven: Vervloekt is een ieder, die zich niet houdt aan alles, wat geschreven is in het boek der wet, om dat te doen. 10 Galaten 3 17 Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek der wet door voor ons een vloek te worden; want er staat geschreven: Vervloekt is een ieder, die aan het hout hangt. 13 Galaten 3 18 Zo is de zegen van Abraham tot de heidenen gekomen in Jezus Christus, opdat wij de belofte des Geestes ontvangen zouden door het geloof. 14 Galaten 3 19