Samenvatting van de avond `In vrijheid verbonden`

advertisement
Samenvatting van de avond ‘In vrijheid verbonden’, gehouden op vrijdag 17 april, spreker Aline de Boer van Stichting Koinonia. We leven in een tijd waarin het huwelijk onder druk staat. Een aantal factoren zijn daarop van invloed: Individualisme: het kenmerk van deze tijd, nadruk op het individu, vrijheid om te zijn wie je wilt zijn. Perfectionisme: nadruk op presteren, we moeten goed, beter, best Maakbaarheid: Als we goed ons best doen, dan kun je alles bereiken wat je wilt. Geluk is in je bereik Verschillen: mogen er eigenlijk niet meer zijn. Lijkt wat in tegenstelling met het individualistische en ieder zijn eigen waarheid. Maar de verschillen tussen man en vrouw zijn enorm afgenomen sinds de emancipatiegolf. Samenleving vervrouwelijkt, mannen moeten steeds meer als vrouwen zijn. Geluk: is ons doel en onze opdracht. We hebben alles, dus ‘moeten’ gelukkig worden. Geluk als film op tv, voorgeschoteld als een permanente toestand die we kunnen bereiken. Veel geld, carrière, huisje boompje beestje, reizen…etc…allemaal dingen die ons gelukkig moeten maken. Gevoel: na de eeuwen waarin de ratio voorop stond, staat tegenwoordig gevoel weer centraal. Als het goed voelt, dan is het oké. Liefde is het goede gevoel hebben, gevoelens van verliefdheid. Maar liefde is veel meer dan dat, liefde als werkwoord Korte termijn: gericht op het hier en nu, weinig besef en verantwoordelijkheidsgevoel meer voor de volgende generatie. Wie dan leeft, wie dan zorgt, pluk de dag, genieten. Echtscheidingen: al deze dingen leiden er mede toe dat er veel huwelijken die onder druk staan stranden. Ze worden een sta-­‐in-­‐de weg voor het geluk, de doelen, de maakbaarheid van het leven. En het feit dat er veel echtscheidingen zijn, inmiddels niet alleen meer in de wereld, maar ook in de kerk, maakt dat het een optie wordt. Vroeger was het gewoon geen optie, tegenwoordig wél. Ik ga jullie vanavond meenemen in het contextueel denken. Kenmerk is dat de mens gezien wordt als een relationeel mens, een mens wordt mens onder invloed van de relaties waarin hij of zij leeft. Dat is ook hoe God ons gemaakt heeft (Zo meer). Het is kijken naar de mens en wat er van invloed is op zijn of haar ontwikkeling. Die invloeden, ik heb er net wat verteld, worden in het contextuele denken onderverdeeld in vier dimensies. Jullie worden allemaal, zoals je hier zit, beïnvloed door deze vier dimensies, en jullie huwelijk, jullie relaties, worden beïnvloed door deze vier dimensies: Feiten: maatschappelijke invloeden, verschillen man/vrouw, ook dat die verschillen vervagen. Dingen die je meemaakt of gemaakt hebt. Psychologie: hoe ga je om met de feiten. Communicatie: hoe spreken we met elkaar. Gaan we ’t nog veel over hebben vanavond. En Relationele Ethiek: dan gaat het over loyaliteit, rechtvaardigheid, balans van geven en ontvangen in relaties. Vanuit deze vierde dimensie kijken ik als hulpverlener vanuit de contextuele benadering naar mensen en hun problemen. In dit geweld van al deze invloeden helpt het mij, als mens maar ook als hulpverleenster, om me iedere keer te richten op hoe God het heeft bedoeld. We hebben een heel handboek gekregen in hoe we met hem en met elkaar in relaties om mogen gaan. Mooi om de bijbel te lezen niet als een boek met ‘gedragsregels’ , maar als een boek over relaties, van God met ons en van ons met elkaar. In dat boek leren we zó veel over hoe God het bedoeld heeft, maar ook over hoe we het als mensen vaak doen. En wat een troost dat God toch altijd weer voorziet in oplossingen als wij er een potje van maken. Zelf blijf ik het mooiste voorbeeld van hoe God het bedoeld heeft in het huwelijk het verhaal van Adam en Eva vinden. Het allereerste begin, voordat we er een potje van maken. Daarin lezen we al zóveel over Gods plan met ons mensen, met relaties. De principes die ik uit dit verhaal haal zijn de volgende: God laat de mens zelf ontdekken dat hij wat mist. Het is niet goed dat de mens alleen is. God maakt vervolgens een vrouw, anders dan de man, maar wel als zijn gelijke (vanuit een rib uit zijn zij, zodat ze naast de man kan staan en zijn helper mag zijn). God is een God van verbinding, hij is relationeel en heeft de mens relationeel geschapen. En ook als de mens de fout ingaat zoekt God de dialoog met de mens (Adam, waar ben je?). God is ook een God van herstel. Het verhaal eindigt niet dat God tegen de mens zegt: dat was zo dom, ik stuur je weg en je zoekt het verder zelf maar uit. Nee, hij ging mee met de mens, vanaf scheppingsdag 6, dat de mens gemaakt werd. Deze principes leiden tot wat we in de hulpverlening de relationele grondwet noemen. Het principe van de relationele grondwet is voor ons werk bij Koinonia een hele belangrijke basis als we werken met echtparen. We noemen het een grondwet, omdat het zo iets basaals is in relaties, dat het iets te maken heeft met grondrechten. Zoals onze rechten van de mens zijn vastgelegd in een universele grondwet, zo zijn de rechten van iedere relatie vast te leggen in een relationele grondwet. We vragen ook vaak aan mensen om deze grondwet te beamen, ermee in te stemmen als we in therapie gaan werken. En zo op het eerste oog zien de ingrediënten van deze grondwet er vrij eenvoudig uit: In een relatie heb je respect voor elkaar, respect voor de verschillen, voor de gevoelens en gedachten van de ander. Want (2e punt) je bent beiden unieke, autonome personen, dat wil zeggen, met je eigen gevoel, je eigen gedachten. Als het daarbij zou blijven, zouden we nog eilandjes zijn, maar de derde peiler is daarnaast ook erg belangrijk, namelijk dat je beiden je verantwoordelijkheid neemt. Verantwoordelijkheid voor jezelf, maar ook verantwoordelijkheid voor de relatie. Relationele verantwoordelijkheid. Deze drie basiswaarden zijn van het grootste belang om in relaties in balans met elkaar te kunnen leven. Heb je geen respect voor elkaar, of wil je dat de ander eigenlijk net zo denkt of voelt als jij, of als je niet de verantwoordelijkheid neemt voor je leven, en voor je relatie, dan groeien er dingen scheef. En als de basis van een relatie scheef is, dan kan dat tot grote problemen leiden. Om eens even terug te grijpen op waar ik zonet mee begon: zou het kunnen dat er zoveel relaties stranden, doordat we niet meer geleerd hebben om de relationele grondwet te houden? Dat we niet meer geleerd hebben hoe we het op moeten lossen als er scheefgroei komt? Dat we niet meer weten wat we moeten doen als ons gevoel wegblijft, of als blijkt dat we niet alleen maar gelukkig zijn? Misschien heeft het iets met duurzaamheid te maken? Er komt in onze tijd weer steeds meer aandacht voor duurzaamheid, duurzaam eten, duurzame energie, duurzaamheid in bedrijven…hoe zit het met duurzame relaties? Is dat niet iets waar we ten diepste naar verlangen? Volgens psychiater Dirk de Wachter, die een boek heeft geschreven over duurzame liefde ontstaat die vorm van liefde pas na 10, 20 of 30 jaar. In onze tijd is het een hele prestatie als huwelijken het zo lang volhouden. Als we eens een definitie van duurzaamheid erbij pakken, opgesteld door de verenigde naties, zien we wat het principe van duurzaamheid inhoudt: Duurzaamheid gaat over de lange termijn. Gaat erover dat we niet alleen bezig zijn met onze eigen belangen, maar ook met die van de volgende generatie. Als we vanavond over het huwelijk nadenken, is het dan niet onwijs mooi om daarbij ook te zien waar we het voor doen? Niet alleen voor onszelf, maar zeker ook voor onze kinderen, zodat wij ze leren hoe duurzame relaties eruit zien. Hoe trouw eruit ziet. Laat dat vanavond onze gedachte zijn. Ik heb al wat verteld over het contextuele denken. Contextueel denken houdt dus in dat we naar de mens kijken als relationeel, als beïnvloed door relaties, en ook als van invloed zijnd op relaties. Dat zijn niet alleen de huidige relaties, maar ook dus de toekomstige relaties. Maar ook waar we vandaan komen, ons gezin van herkomst grote invloed op wie we zijn. En wat door generaties wordt doorgegeven. Transgenerationeel. De eerste lessen in duurzaamheid leren we in onze gezinnen van herkomst. Als je het hebt over relaties die duurzaam zijn, zijn dat de relaties met onze families. Daar leren we alles over verbinden, geven en ontvangen, hoe we van betekenis kunnen zijn. En de kracht die daarin van belang is is LOYALITEIT. De meest duurzame bron die er is! Ik vind het belangrijk om iets over loyaliteit te vertellen, omdat dat zo’n belangrijke brandstof, een belangrijke motivator is van heel veel van ons bewuste en onbewuste gedrag en gedachten. Het is misschien wel de belangrijkste motivator in onze huwelijken. Als we maar goed weten waar we mee te maken hebben. Elke relatie gebaseerd op loyaliteit. Als er niet gegeven of ontvangen wordt, en dan op een niveau wat van betekenis is, kun je ook niet spreken van een relatie. Met de mevrouw aan de kassa heb ik geen relatie. Ik geef wel gelden ze geeft wisselgeld terug, maar dat maakt niet dat we een relatie hebben. Op het moment dat we met elkaar in gesprek komen en zij iets van haarzelf vertelt of ik van mezelf, dan ga je ontdekken: hé, die mevrouw vind ik wel aardig, ik ga vaker naar haar kassa. En zo kan er iets groeien van een band, wellicht zelfs een relatie waarin andere dingen gegeven/ontvangen worden dan geld aan de kassa. Loyaliteit is voedingsbron van elke relatie, dus elke relatie kent de kracht, de motivatie van loyaliteit. Maar door het leven heen hebben we te maken met verschillende vormen van loyaliteit. De eerste loyaliteit in ons leven noemen we de VERTICALE LOYALITEIT, oftewel, de band tussen ouders en kinderen. Ouders zijn in deze vorm van loyaliteit de grote gevers, kinderen kunnen teruggeven, maar nooit in die mate dat ouders kunnen geven (ze hebben je immers het leven gegeven…). Dat is een rechtvaardig principe: ouders geven meer dan kinderen. Ouders storten de (emotionele) bankrekening van hun kinderen vol met ingrediënten die nodig zijn om verder in je leven andere relaties aan te gaan. Met een volle bankrekening ga je het leven in…als het goed is. In de periode van de pubertijd gaat er wat anders gebeuren, komt er een andere vorm van loyaliteit opzetten, namelijk LOYALITEIT AAN JEZELF (eigen loyaliteit). Pubertijd is een zeer belangrijke fase in ieders leven, om (beginnend) los te maken van je ouders en je eigen weg te gaan. In de pubertijd ontdek je wat jij belangrijk vindt in het leven en als het goed is leer je om dat steeds meer vorm te gaan geven, om dat ook aan je ouders te laten weten, dat je het anders wilt gaan doen dan zij. Dit gaat soms met (heftige) conflicten gepaard, maar dat hoort erbij. Dat leidt tot de ontwikkeling van zelfafbakening en zelfvalidatie. En dat heb je nodig om te leren leven als een uniek en autonoom persoon. Een ‘goede’ pubertijd zorgt er voor dat je gaat ontdekken hoe jij de relationele grondwet kunt handhaven, dat je én autonoom bent, dat je respectvol behandeld wordt maar ook anderen respectvol zult behandelen als ze anders zijn dan jij, anders denken of voelen dan jij. En ook dat je relationeel verantwoordelijk in het leven kunt staan. Dat wil zeggen: dat je passend kunt zorgen en van betekenis kunt zijn voor anderen, maar daarbij ook op je eigen grond blijft en trouw kunt blijven aan jezelf. Lukt dit je niet, leer je dit niet in je pubertijd, doordat je bijvoorbeeld blijft doen wat je ouders fijn vinden, dan leer je niet te leven in wederzijdse afhankelijkheid, maar in emotionele afhankelijkheid. Wie je bent is dan afhankelijk van wat de ander van je vindt, de ander kan bepalen hoe je leeft en hoe je je voelt. Het verschil om te leven ‘IN VRIJHEID VERBONDEN’ (wederzijds afhankelijk), of ‘IN ONVRIJHEID GEBONDEN’ (emotioneel afhankelijk). Na deze ontwikkelingsfase en taak ga je als het goed is met een ‘gevulde bankrekening’, waarbij je hebt geleerd wie je bent, hebt geleerd trouw te zijn aan jezelf, als relationeel volwassen mens, horizontale relaties aan. HORIZONTALE LOYALITIET, die werkt weer anders dan verticale loyaliteit, er is een andere balans: het geven en ontvangen hoort in balans te zijn, er wordt evenveel gegeven als ontvangen. Gaandeweg het leven krijg je steeds meer verschillende loyaliteiten. Naar je eigen familie, naar je nieuwe partner, naar eigen kinderen, ook nog loyaal en trouw blijven aan jezelf, vriendschappen, collega’s, werk: dan wordt er veel van je gevraagd. Dat levert conflicten en keuze’s op. Loyaliteitskeuzes horen erbij. En vragen erom dat we goed in kunnen schatten welke voorrangsregels er gelden. Je begrijpt hoe belangrijk het is om in dit alles ook loyaal aan jezelf te zijn, ook op eigen grond te kunnen staan, of te kunnen blijven staan. Om in balans te blijven in het leven. Veel theorie, we gaan nu toe naar: hoe gaan we dat dan doen met die balans. Hoe gaan we het nu anders doen, en rekening houden met de dingen die we tot nu toe gehoord hebben? Hoe gaan we de relationele grondwet in de praktijk brengen? Een belangrijke basis daarvoor is dat er betrouwbaarheid is in relaties. Wij zeggen: betrouwbaarheid bouw je op door gevend te zijn. Maar ook door kwetsbaar te durven zijn. En betrouwbaarheid is niet iets wat voor iedereen hetzelfde is. Een subjectief gegeven, omdat het alles zegt over verwachtingen. Handelt de ander in de lijn van jouw verwachtingen, dan is de ander voor jou betrouwbaar. Verwachtingen gebaseerd op wat we in onze gezinnen van herkomst hebben geleerd. Ook hoe we hebben geleerd om van betekenis te zijn, om gevend te zijn, om te zorgen. Zo doen we het, want dat is betrouwbaar. Ontvangen is voor de meeste mensen kwetsbaar, terwijl betrouwbaarheid alleen ontstaat daar waar gegeven én ontvangen wordt. Durf je de ander te vertellen wat jouw verwachtingen zijn? Te vragen wat jij nodig hebt, of wat je verwacht? Weet je zelf wat je verwacht? Weet je partner dat? Verwachtingen is al een eerste mooie gespreksonderwerp. Vanuit verwachtingen en patronen hoe we het geleerd hebben gaan we het doen in relaties. Gaan we vaak vanuit onszelf (in plaats vanuit de ander) op weg en zorgen. Daarbij gaan we nog wel eens over de grenzen van de ander heen. Hoe vaak is onze zorg niet goed bedoeld, maar kwetsend voor de ander? Daarover spreken, dát zichtbaar gaan maken aan elkaar, doe je in DE DIALOOG Zoals dat plaatje van de heks of de jonge vrouw: iedereen kijkt naar het zelfde plaatje, maar ziet er wat anders in. Kun je aannemen dat hoe jij er naar kijkt niet DE waarheid is? Dat de ander er anders tegenaan kan kijken? Omdat de ander een ANDER is? Ben je bereid om te gaan zien, te gaan zoeken naar hoe de ander het ziet? Of blijf je overtuigen dat de ander moet zien wat jij ziet? Kun je dienend zijn, de minste zijn? Kun je respect hebben voor de verschillen? Tot slot: In vrijheid verbonden: levert ruimte op. Is Gods manier en waar hij ons voor bedoeld heeft. Samen één zijn betekent niet hetzélfde zijn, maar elkaar aanvullen tot meer. 1+1 is niet 1 maar 2. En met God erbij zelfs 3. Met Gods ogen naar je partner kijken. PRAKTISCH: Hieronder wat suggesties om samen met je partner te doen/mee te oefenen 1) Schrijf een liefdesbrief aan je partner waarin je hem/haar vertelt wat je in de ander waardeert. Denk bij het schrijven van de brief eens terug aan de begintijd van jullie relatie: waar ben je op gevallen, wat vond je zo leuk aan je partner? En hoe is dat nu? Zie je dat nog steeds? Of is je partner verandert? Zijn er dingen bij gekomen, zijn er dingen die je mist? 2) Relaties zijn gezond als er een balans is in geven en ontvangen. Ga samen eens de balans opmaken: wat hebben jullie beide geïnvesteerd in jullie relatie? Wat ervaar jij als geven en wat ervaar jij als ontvangen? Hoe ervaart je partner dat? 3) Schrijf 20 verwen-­‐kaartjes: kaartjes waarop je iets schrijft, klein of groot, waarmee je partner jou kan verwennen. Bewaar die verwenkaartjes goed en pak elke week 1 kaartje van het stapeltje van je partner. Vertel elkaar niet welk kaartje je hebt, maar voer deze activiteit uit. 4) Wandelend ontmoeten: ga samen een eindje wandelen en vertel elkaar eens over hoe je hebt geleerd een gevend mens te zijn. Wat heb je van je ouders/in je gezin geleerd dat belangrijk was? Hoe zorgde jij voor het geluk van je ouders? En hoe zorgden zij voor jou? Wat vonden zij belangrijk om jou mee te geven in je leven? Welke boodschappen heb je meegekregen: Bijvoorbeeld: “Doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg”, “wees nederig”, “mannen heersen over vrouwen”, “als we pijn hebben, gaan we gewoon door”, “doe niet zo lastig”, “je moest je schamen”… Wat herken je hiervan terug, wat heb je hiervan meegenomen in je huwelijk? (Boeken)tips: Op www.koinonia.nl kun je informatie vinden over onze stichting. We begeleiden mensen individueel of als echtpaar, maar soms ook als familie, vanuit de contextuele benadering. Verder bieden we diverse cursussen en trainingen aan, ook op maat gemaakt, en vindt er een aantal keer per jaar een huwelijksweekend plaats. Wil je zelf leren mensen (pastoraal) te begeleiden, dan kun je deelnemen aan een 3-­‐jarige School voor Pastoraat. Boeken over het onderwerp: “Als jij en ik wij worden”, “Wat zeg je?” “Op schouders van ouders”, “Samengesteld” : H. Groeneboer “Grenzen” en “Grenzen in het huwelijk” Cloud en Townsend 
Download