DOC - Europa.eu

advertisement
NL
Persbericht
ECA/14/19
Luxemburg, 13 mei 2014
In het gemeenschappelijk landbouwbeleid zou meer rekening moeten
worden gehouden met de waterproblematiek, aldus EU-controleurs
Uit een vandaag door de Europese Rekenkamer (ERK) gepubliceerd verslag blijkt dat de EU er slechts ten dele in is geslaagd de
doelstellingen van het EU-waterbeleid te integreren in het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). De controle bracht
tekortkomingen aan het licht in de twee instrumenten die momenteel worden gebruikt om de waterproblematiek in het GLB te
verwerken (namelijk de randvoorwaarden en plattelandsontwikkeling), en wees op vertragingen en gebreken in de
tenuitvoerlegging van de kaderrichtlijn water.
"De landbouw is in Europa vanzelfsprekend een grote gebruiker van water – ongeveer een derde van het totale waterverbruik komt voor
zijn rekening – en vormt een bron van belasting van de waterreserves, bijvoorbeeld door nutriëntenverontreiniging in water", aldus de heer
Kevin Cardiff, het ERK-lid dat verantwoordelijk is voor het verslag. "Er is weliswaar vooruitgang geboekt, maar de Commissie en de
lidstaten moeten waterbeleidsvraagstukken beter in het gemeenschappelijk landbouwbeleid integreren om op lange termijn duurzaam
waterverbruik te garanderen.
Het GLB vertegenwoordigt iets minder dan 40 % van de EU-begroting (ruim 50 miljard euro voor 2014). Door middel van het GLB tracht de
EU landbouwpraktijken te beïnvloeden die impact hebben op water.
De EU-controleurs onderzochten of de EU-waterbeleidsdoelstellingen naar behoren en doeltreffend tot uitdrukking komen in het GLB, op
zowel strategisch als uitvoerend niveau. Dit werd gedaan door middel van een analyse van de twee instrumenten die worden gebruikt om
de EU-waterbeleidsdoelstellingen te integreren in het GLB: de randvoorwaarden, een mechanisme waarbij bepaalde GLB-betalingen
worden gekoppeld aan specifieke milieuvereisten, en het fonds voor plattelandsontwikkeling, dat voorziet in financiële prikkels voor acties
die verder gaan dan de verplichte wetgeving ter verbetering van de waterkwaliteit.
De EU-controleurs constateerden dat de randvoorwaarden en de financiering van plattelandsontwikkeling tot dusverre een positieve impact
hebben gehad wat betreft het ondersteunen van de beleidsdoelstellingen inzake verbetering van de waterkwantiteit en -kwaliteit, maar dat
deze instrumenten hun beperkingen hebben waar het gaat om de voor het GLB bepaalde beleidsdoelstellingen en de nog ambitieuzere
doelen die in de GLB-verordeningen voor de periode 2014-2020 zijn gesteld.
De controleurs concludeerden tevens dat er onvoldoende kennis is op het niveau van de EU-instellingen en in de lidstaten van de vormen
van belasting die landbouwactiviteiten opleveren voor water, en van de wijze waarop deze vormen van belasting zich ontwikkelen.
"De lidstaten moeten meer doen om hun programma's voor plattelandsontwikkeling en hun acties ter bescherming van hun wateren op
elkaar af te stemmen, en de vertragingen bij de tenuitvoerlegging van de kaderrichtlijn water moeten worden aangepakt," aldus de heer
Cardiff, "en hoewel de feedback die we al van de Commissie hebben gekregen, positief is, moet er nog genoeg gebeuren."
Dit persbericht wil slechts de kernboodschap weergeven van het door de Europese Rekenkamer vastgestelde speciaal verslag.
Het volledige verslag is te vinden op www.eca.europa.eu.
ECA Press
12, rue Alcide De Gasperi - L - 1615 Luxembourg
T: (+352) 4398 45410
M: (+352) 621 55 22 24
E: [email protected] @EUAuditorsECA Youtube: EUAuditorsECA
www.eca.europa.eu
NL
Noot voor de redactie
De speciale verslagen van de Europese Rekenkamer (ERK) worden gepubliceerd gedurende het hele jaar en geven de
resultaten weer van geselecteerde controles van specifieke EU-begrotingsterreinen of beheersthema’s.
In dit speciaal verslag (nr. 4/2014) getiteld "Integratie van doelstellingen van het EU-waterbeleid in het GLB: een
gedeeltelijk succes" werd beoordeeld of de doelstellingen van het EU-waterbeleid met succes zijn geïntegreerd in het
GLB, maar werd geconstateerd dat dat tot dusverre slechts ten dele het geval is geweest. Dit hield verband met de
slechte aansluiting tussen de ambitie van de beleidsdoelstellingen en de instrumenten die worden gehanteerd om
verandering te bewerkstelligen. De controle bracht tekortkomingen aan het licht in de twee instrumenten die momenteel
door de Commissie worden gebruikt om de waterproblematiek in het GLB te verwerken (namelijk de randvoorwaarden
en plattelandsontwikkeling), en wees op vertragingen en gebreken in de tenuitvoerlegging van de kaderrichtlijn water.
De EU-controleurs concludeerden weliswaar dat de randvoorwaarden en de financiering van plattelandsontwikkeling
positieve gevolgen hebben gehad en de waterkwantiteit en –kwaliteit hebben verbeterd, maar zij merkten tevens op dat
deze instrumenten hun beperkingen hebben. Zij gaan niet gelijk op met de voor het GLB bepaalde beleidsdoelstellingen
en de nog ambitieuzere doelen die in de GLB-verordeningen voor de periode 2014-2020 zijn gesteld. Tevens stelde de
ERK vast dat de toezicht- en evaluatiesystemen - zowel die welke rechtstreeks op het GLB betrekking hebben als die
welke meer algemene gegevens verschaffen - niet de nodige informatie opleverden voor een volledig geïnformeerde
beleidsvorming wat betreft de belasting van landbouwactiviteiten voor water, hoewel zij enkele nuttige initiatieven
opmerkte.
Op basis van haar bevindingen deed de ERK de aanbevelingen dat:
 de EU-Commissie de noodzakelijke wijzigingen van de huidige instrumenten (randvoorwaarden en
plattelandsontwikkeling) voorstelt of, in voorkomend geval, nieuwe instrumenten die kunnen voldoen aan
ambitieuzere doelstellingen wat betreft de integratie van waterbeleidsdoelstellingen in het GLB;
 de lidstaten de aan het licht gebrachte tekortkomingen wat betreft de randvoorwaarden verhelpen en hun
benutting van de financiering voor plattelandsontwikkeling verbeteren om beter te voldoen aan de
waterbeleidsdoelstellingen;
 de Commissie en de lidstaten iets doen aan de vertragingen bij de tenuitvoerlegging van de kaderrichtlijn water
en dat zij de kwaliteit van hun stroomgebiedbeheersplannen verbeteren door afzonderlijke maatregelen te
beschrijven en deze voldoende duidelijk en concreet te maken op operationeel niveau; en
 de Commissie ervoor zorgt dat zij over informatie beschikt aan de hand waarvan ten minste de ontwikkeling van
de vormen van belasting die landbouwpraktijken opleveren voor water kan worden gemeten; de lidstaten zelf
wordt verzocht om tijdiger, betrouwbaarder en consistenter gegevens over water te verschaffen.
Een kort video-interview met het voor het verslag verantwoordelijke lid van de ERK is beschikbaar op:
https://www.youtube.com/user/EUAuditorsECA
Contact:
Aidas Palubinskas
Persvoorlichter Europese Rekenkamer
T: (+352) 4398 45410
M: (+352) 621 55 22 24
E: [email protected] @EUAuditorsECA Youtube: EUAuditorsECA
www.eca.europa.eu
Download