6766/17 ver/JEL/ev 1 DG B 1 1. In het licht van de bespreking over

advertisement
Raad van de
Europese Unie
Brussel, 28 februari 2017
(OR. en)
6766/17
AGRI 95
AGRIORG 23
AGRILEG 52
AGRISTR 19
NOTA
van:
het voorzitterschap
aan:
Raad
Betreft:
Het GLB na 2020
- Gedachtewisseling
1.
In het licht van de bespreking over de toekomst van het GLB, die op de agenda van de
Raad Landbouw en Visserij van maart staat, heeft het voorzitterschap een aantal prioriteiten
bepaald die het debat over het toekomstig beleid moeten helpen sturen.
2.
Deze bespreking komt op een erg belangrijk moment, na de start van de openbare raadpleging
over de "modernisering en vereenvoudiging van het GLB" (zie doc. WK 1185/17). De
besprekingen over de toekomst van het GLB zijn echter reeds begonnen, en in de afgelopen
maanden hebben een aantal debatten plaatsgevonden, zoals de informele bijeenkomst van
de ministers van Landbouw in Amsterdam (NL), de bijeenkomst van de ministers van
Landbouw in Chambord (FR), de Raad Landbouw en Visserij van november 2016, de
Europese Conferentie over plattelandsontwikkeling (Cork 2.0) in november 2016,
verschillende debatten in het Europees Parlement die tot initiatiefverslagen hebben geleid,
en de taskforce voor de landbouwmarkt en diens verslag in 2016, om er slechts enkele te
noemen.
6766/17
ver/JEL/ev
DG B 1
1
NL
3.
Niettegenstaande de relevantie van de in het VWEU vastgelegde doelstellingen, en zonder
afbreuk te doen aan het volgende Meerjarig Financieel Kader, kan een aantal aanvullende
prioriteiten worden omschreven. Deze prioriteiten zijn gebaseerd op de noodzaak om in
de toekomst passende middelen voor het GLB te handhaven, en daarbij tegelijkertijd de
samenhang met andere beleidsterreinen van de EU te waarborgen, en vereenvoudiging tot
stand te brengen. Vereenvoudiging wordt als transversale prioriteit beschouwd en moet een
overkoepelend beginsel blijven voor het toekomstige GLB, niet enkel op het niveau van
de wetgeving maar ook wat betreft de uitvoering en de controles, zoals werd opgemerkt
in de conclusies van de Raad van mei 2015 (doc. 8485/15).
4.
Uit recente besprekingen komen met name de volgende prioriteiten naar voor (sommige
hieronder gegeven voorbeelden vallen mogelijk onder meer dan één rubriek), in willekeurige
volgorde van belang:
i.
Veerkracht opbouwen: hieronder vallen kwesties als risicobeheer, bijvoorbeeld
met betrekking tot het weer, gezondheids- of sanitaire risico's, toegang tot kapitaal
en financiële instrumenten, inkomenssteun, inkomens- en prijsschommelingen, de
versterking van het concurrentievermogen, investeringen in onderzoek en innovatie,
het aanbieden van steun op maat aan minder begunstigde gebieden, het aanpakken
van voedselzekerheid, de specifieke behoeften van familiale landbouwbedrijven en
kleine en middelgrote landbouwbedrijven, en, tot slot, bewustmaking van consumenten.
ii.
Milieu-uitdagingen beantwoorden: door de duurzaamheid van landbouw te
verhogen, klimaatverandering tegen te gaan, collectieve milieugoederen te verstrekken,
internationale verplichtingen na te komen, zowel wat betreft het klimaat - naar
aanleiding van UNFCCC CoP 21 - als wat betreft bredere doelstellingen in het
kader van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling;
iii.
Investeren in de leefbaarheid en de vitaliteit van het platteland: meer banen
scheppen in plattelandsgebieden en er de dienstverlening ondersteunen, het plattelandsbeheer versterken, de diversificatie van landbouw en van daarmee verband houdende
activiteiten in de ruimere context ondersteunen, alsmede de multifunctionaliteit van
landbouw integraal benutten;
6766/17
ver/JEL/ev
DG B 1
2
NL
iv.
Zorgen voor de generatiewissel: door het faciliteren van de toegang tot financiering en
grond, kennisoverdracht, beroepsopleiding, en door het verminderen van administratieve
belemmeringen;
v.
Een marktgerichte benadering handhaven: hieronder vallen kwesties als het
bevorderen van concurrentie, het bijdragen tot een leefbare landbouw, het vinden
van het juiste evenwicht tussen het aanboren van nieuwe markten, het beschermen
van kwetsbare actoren en de het instandhouden van de strenge EU-normen, terwijl
tegelijkertijd het concurrentievermogen voor de export wordt verbeterd;
vi.
Het versterken van de positie van landbouwers: door het aan de orde stellen van
transparantie, contractuele betrekkingen en oneerlijke handelspraktijken, door het
bevorderen van samenwerking tussen landbouwers, door voedselvoorziening vanuit een
breder en holistisch perspectief te benaderen, door aan bewustmaking van consumenten
te doen, en hiertoe voort te bouwen op het verslag van de taskforce voor de landbouwmarkt en op de conclusies van de Raad van december 2016 (doc. 15508/16);
5.
Het voorzitterschap wenst dat de ministers tijdens de Raad Landbouw en Visserij op
6 maart van gedachten wisselen over hoe deze prioriteiten kunnen worden aangepakt door
middel van concrete beleidskeuzes. De gedachtewisseling zal met het oog daarop worden
gestructureerd aan de hand van de volgende twee vragen:
-
Wat is naar uw mening de meest doeltreffende manier om deze prioriteiten aan te
pakken?
-
Bent u van mening dat het evenwicht tussen de eerste en de tweede pijler van het GLB
moet worden herzien, onverminderd de algemene financiering van het GLB, om van
deze prioriteiten werk te maken?
Bij het beantwoorden van deze vragen houden de delegaties bij voorkeur rekening met de
verschillende aanbevelingen die reeds zijn gedaan voor het aanpakken van deze prioriteiten,
zoals het verslag van de taskforce voor de landbouwmarkt, de conclusies van de Raad van
2015 en 2016, en de Verklaring van Cork 2.0.
6766/17
ver/JEL/ev
DG B 1
3
NL
Download