Zondag 31 januari 2016 zondag Sexagesima vierde zondag van de Epifanie Open Kring Stadshagen Zwolle 1 Gemeente van Christus Jezus, Zoals met een trailer, een aankondiging in het kort, een film wordt aangeprezen, zo krijgen wij vanmorgen van Lukas de trailer van zijn evangelie te horen. Heel het verhaal van het leven en sterven van Jezus in een kort verhaal. Vol belofte optreden, leven, prediken als Verlosser van het Godsvolk maar om dat langverwachte maar zo anders ingevulde leven en om die dwarse prediking gemarteld en de dood ingejaagd, al is dat niet ‘einde verhaal’ in het Lukasevangelie. Uiteindelijke is het evangelie, en dus ook dit korte verhaal een Paasverhaal. Dat horen we met die laatste zin: Hij liep midden tussen hen door en vertrok. Dat het verhaal van vanmorgen geconstrueerd is, blijkt uit die laatste zin: tot aan de afgrond geduwd, liep Hij midden tussen hen door en vertrok. Lukas liegt hier de waarheid. In de buurt van Nazareth vind je namelijk geen berg. Heuvels genoeg, maar geen berg. Ik heb daar in die heuvels rondgelopen. Er is daar echt geen afgrond waarin je dood zou kunnen vallen. Maar met dit simpele verhaal geeft Lukas de sterk verkorte versie van het evangelie van Jezus Messias, verteld als een leven onder het voorteken van vervreemding en lijden en uitlopend op Pasen met die laatste zin. “Hij liep midden tussen hen door en vertrok.” Het is onzin, zegt de rede. Het is wat het is, zegt de liefde. Het Het Het Het is is is is ongeluk, zegt de berekening. niets dan pijn, zegt de angst. uitzichtloos, zegt het inzicht. wat het is, zegt de liefde. Het Het Het Het is is is is belachelijk, zegt de trots. lichtzinnig, zegt de voorzichtigheid. onmogelijk, zegt de ervaring. wat het is, zegt de liefde. Erich Ried Ik heb mij af zitten vragen, wat die mensen in Nazareth bezielde. Als door een wesp gestoken springen ze op, grijpen Jezus bij zijn lurven, jagen hem de synagoge en vervolgens de stad uit en stompen hem richting dodelijke afgrond. Waarom in Godsnaam? Waarom? Het deed mij denken aan wat we tegenwoordig veelvuldig onder ogen krijgen. Het journaal of de krant hebben het steeds over die zogenaamde vluchtelingencrisis. De reacties her en der in den lande op plannen van plaatselijke autoriteiten om asielzoekers een onderdak aan te bieden, Lezing: Lukas 4: 14 - 30 Zondag 31 januari 2016 zondag Sexagesima vierde zondag van de Epifanie Open Kring Stadshagen Zwolle 2 gemeenteraden die daarover vergaderen, die de mening van de bewoners vragen over de eventuele komst van een AZC binnen de gemeentegrenzen. Gemeentehuizen die worden bestormd, sporthallen belaagd, stenen door ruiten geworpen, vuurwerkbommen gegooid, auto’s in de brand gestoken, dode varkens opgehangen, autoriteiten via de zgn. sociale media bedreigd. Een advocaat uit Deventer, Jan Vlug schreef een reactie op de actie van Geert Wilders. Die wilde “onze vrouwen bewapenen tegen de Syrische testosteronbommen”. Mr. Vlug schreef dat hij zich, zolang hij advocaat is, bijna 25 jaar, geen zedenzaak kon herinneren van een verdachte met een moslimachtergrond. Onschuldige, relativerende constatering van een feit. Maar dat heeft hij geweten. Wat hij niet over zich heen kreeg. Wat zijn gezin niet werd toegewenst: je jongste dochter is de volgende, vervelende wegkijkende smeerlap die je bent. Jan Vlug vroeg zich af waar die boosheid toch vandaan komt? Hij heeft er wel begrip voor. Die mensen hebben het gevoel, schrijft hij, dat ze in onze maatschappij niet gehoord worden. Ze voelen zich door de bestuurders, door politici, door bankiers, door incompetente graaiende bestuurders beduveld. Als je wat er de laatste tijd is gebeurd, bij elkaar optelt, wie heeft er dan nog vertrouwen in politiek, bestuur, rechtspraak, bankwereld, woningbouwverenigingen of andere publieke instellingen? Denk je dan niet aan een complot, aan een gigantische doofpot. Mensen zijn boos. En ze hebben gelijk, aldus advocaat Vlug. Maar verklaart dat die storm, alles wat een totaal onbekende wordt toegewenst, dat zijn familieleden of hijzelf verkracht worden? Wat is dat toch, wat drijft die mensen? Als u het mij vraagt, denk ik dat het allemaal angst is. Daar, toen in Nazareth, hier, nu in Nederland, het is de angst. Het is wat het is, zegt de liefde. Het is niets dan pijn, zegt de angst. Angst. Het is iets dat we allemaal wel kennen. Toch? Dit zegt Wikipedia er van: Angst is een emotie veroorzaakt door een waargenomen Lezing: Lukas 4: 14 - 30 Zondag 31 januari 2016 zondag Sexagesima vierde zondag van de Epifanie Open Kring Stadshagen Zwolle 3 of beleefde bedreiging die meestal leidt tot een vermijding of ontwijking daarvan. Angst wordt beschouwd als een basaal overlevingsmechanisme, als reactie op een specifieke prikkel, zoals pijn of dreiging van gevaar. Dit laatste kan een confrontatie met die prikkel of juist een ontwijking daarvan (een vecht-of-vluchtreactie) tot gevolg hebben. Bij extreme vormen van angst kan verstarring optreden: men is dan als het ware ‘verlamd door angst’. Angst is dus een oerdrift, een overlevingsdrift. Angst zet je op scherp. Angst jaagt de productie van adrenaline aan, zodat je óf je kunt verweren – de vechtreactie – óf er zo snel mogelijk bij weg kunt lopen – de vluchtreactie. Waar zijn we toch bang voor? Wat is het gevaar dat mensen bedreigt? Op internet las ik een gedicht: Vreemdeling Jij bent bang. Ik ben bang. Jij bent bang om dood te gaan in de oorlog in jouw land Ik ban bang dat je die oorlog meeneemt naar het mijne. Jij bent bang dat de grenzen voor je neus zullen worden gesloten. Ik ben bang dat er veel mensen met verkeerde bedoelingen hier naar toe komen. Jij bent bang dat je niet welkom bent in Europa. Ik ben bang dat jij onze cultuur niet zult begrijpen. Jij bent bang dat je nooit meer terug naar je huis kunt. Ik ben bang dat jij nooit meer terug naar huis wilt. Jij bent bang dat wij je niet willen helpen. Ik ben bang dat jij de hulp niet zult waarderen. Jij wilt vast niet dat ik bang ben. Ik wil vast niet dat jij bang bent. Laten we er dan samen voor zorgen dat onze angsten ongegrond zijn. Sandra Gorwill Waar zijn we toch bang voor? Wat is het gevaar dat mensen bedreigt? “Geneesheer, genees uzelf” dat hoort Jezus in dat verzoek dat in de synagoge rond zingt, het verzoek om net als in Kafarnaüm ook in de vaderstad te laten zien wat Hij kan. Lezing: Lukas 4: 14 - 30 Zondag 31 januari 2016 zondag Sexagesima vierde zondag van de Epifanie Open Kring Stadshagen Zwolle 4 Geneesheer, genees je eigen. Maar daar is Jezus dus niet voor gekomen. Geen show voor eigen publiek, geen kunstje van ‘ons jong’. Jezus zegt het zoals het is. Daarmee vervreemdt Hij zich van zijn thuisfront, zijn vaderstad, zijn familie. Hij laat ze daar weten dat de vervulling van het Koninkrijk van recht en vrede zo niet werkt. ‘Doe alles waarvan wij gehoord hebben dat er gebeurd is in Kafarnaüm ook hier in je vaderstad’ Het heil dat doe je maar niet zo even, alsof het een show is die als het over is, de deelnemers leeg achterlaat. Dat Koninkrijk komt er niet door met een toverstokje te zwaaien of door in een hecht doortimmerd ritueel plechtig de heilige Schrift te citeren. Het gaat niet met een vloek en een zucht van de ene in de andere toestand over. Verhuizen kost beddestro. Veranderen gaat van au. Dat wil Jezus zijn mensen laten voelen. Het gaat niet zomaar. Dáár zit de pijn. Vandaar die confronterende voorbeelden: tijdens die hongersnood die weduwe, nee niet uit Israel, maar uit Sarepta uit die heidense streek van Sidon; en die genezing van een mens met huidziekte, nee, niet iemand uit Israel, maar zo’n hoge pief uit Syrië. Confronterend is het te moeten horen dat het in de omgang van de Eeuwige met zijn volk niet gaat om eigen volk eerst, maar dat de voorkeur gaat naar de vreemde, de outsider. De reactie op die confrontatie is woede. De stadgenoten zijn furieus. Ze gebruiken geweld om zich te uiten. En dat is een reactie die ons bekend voorkomt. Zo gaat dat als mensen met dat vreemde, dat andere, dat tegengestelde geconfronteerd worden. Dat genereert een onredelijke, onberedeneerbare angst. En ten diepste is dat de angst er niet te mogen zijn. Je bent bang dat jouw leven er niet toe doet, dat je in de ogen van de ander geen knip voor de neus waard bent. Je bent bang dat je te horen krijgt: voor jou een ander, wat zeg ik, honderd anderen. Je bent bang er niet bij te horen, niet mee te mogen doen, niet gezien, niet gehoord, niet gerespecteerd te worden. En dat doet zeer. Het is niets dan pijn, zegt de angst. Lezing: Lukas 4: 14 - 30 Zondag 31 januari 2016 zondag Sexagesima vierde zondag van de Epifanie Open Kring Stadshagen Zwolle 5 Dat alles roert zich bij die stadgenoten van Jezus als Hij ze voorhoudt dat een profeet niet in eigen stad geëerd wordt. Nou is die uitspraak op zich, hoewel confronterend voor de Nazareners, in feite een constatering van een feit. Een profeet is in eigen stad onmachtig. Zo gaat dat: Dat is toch de zoon van Jozef? Dat is toch ons talent uit de eigen jeugd? Dat is toch onze Jezus? Ja, dat is er een van ons. Om trots op te zijn. Dichtbij, vertrouwd. Maar dat is iets geheimzinnigs: als er iets ingrijpends gaat gebeuren of als er iets pijnlijks gedaan moet worden, dan is dichtbij onmogelijk, vertrouwd gaat niet. Een rechter mag niet rechtspreken over familieleden. Een dominee moet zijn eigen vrouw niet willen begraven. Een chirurg kan zijn of haar eigen partner of een eigen kind niet opereren. Dat moet een ander doen. Het moet van de andere kant komen. Als het om kernzaken van het leven gaat, de wezenlijke zaken, het absolute, dat wat dicht bij het hart ligt, dan moet dat van een andere kant komen, dat moet je gegeven, dat moet je aangereikt worden. In onze kringen heet dat genade. De diepste kern van het leven, het leven zelf, dat kun je niet zelf doen, zelf maken, zelf opwerken. Dat is een harde les die ook wij moeten leren. Wij leven in een maakbare samenleving. Wij horen van prachtige wetenschappelijke ontdekkingen, van doorbraken in de ontwikkeling van medicijnen en revolutionaire geneesmethoden. Ik vind dat altijd spannend om te lezen hoe het leven er door dat soort ontdekkingen belooft beter op te zullen worden, makkelijker, gezonder, duurzamer. De betere toekomst, dat is prachtig om van te dromen. Dat doen we al sedert de mythe van Atlantis in de oudheid, dat doen we met de Bijbelse profeten en wat recenter in de 16e eeuw met Utopia van Thomas More. Dromen van een betere toekomst. Geneesheer, genees jezelf? Dat gaat niet, is de boodschap van Jezus, daar in Nazareth. Een profeet is niet geëerd in zijn vaderstad. Lezing: Lukas 4: 14 - 30 Zondag 31 januari 2016 zondag Sexagesima vierde zondag van de Epifanie Open Kring Stadshagen Zwolle 6 Zo werkt dat niet. Als het om de wezenlijke dingen in het leven gaat, dan kunnen we die niet zelf opwerken, dan moeten die ons aangereikt worden, dan moet het ons gegeven worden. De wereld omgekeerd. Een nieuwe hemel, een nieuwe aarde, een wereld waar gerechtigheid heerst, waar recht en vrede gerealiseerd worden, die wereld komt ons vanuit de toekomst tegemoet, die komt ons tegemoet in de persoon van Jezus Christus. Van de andere kant komt Hij, van bij God vandaan. Hij midden onder ons, midden in onze geblutste en gedeukte werkelijkheid, met al zijn scheuren en schrammen, met al zijn wonden en breuken, midden in deze wereld gaat deze Mens naar Gods hart zijn koninklijke gang. Gaat hij midden tussen ons door, voor ons uit, op weg naar die toekomst. Hier en daar laat Hij zien hoe die toekomst er dan uit ziet, zonder honger, zonder ziekte, zonder verdriet en pijn, zonder geweld, zonder dood en verderf. Hier en daar laat deze Mensenzoon iets doorschemeren van het leven zoals God het bedoelt, zoals God het ons aanreikt. Laten we er dan samen voor zorgen dat onze angsten ongegrond zijn. Als The Passion wordt opgevoerd in Amersfoort, dan moet Martijn Fischer als Jezus dat lied van Guus Meeuwis maar zingen: Geef mij nu je angst, ik geef je er hoop voor terug. Geef mij nu de nacht, ik geef je een morgen terug. Zolang ik je niet verlies, vind ik heus wel m'n weg met jou. Amen. Lezing: Lukas 4: 14 - 30