Notitie van mw. Aloysia Jetten (LB/BOF) over de problematiek rondom loverboys 1- Loverboys en hun slachtoffers Aanleiding De laatste maanden bereiken ons vanuit allerlei kringen berichten over de zogenaamde loverboys. De media hebben de laatste tijd ook volop aandacht besteedt aan dit onderwerp. Uit het onderzoek van NISSO blijkt dat jaarlijks 1000 à 1500 minderjarigen door toedoen van loverboys in de prostitutie terecht komen. In de provincies Utrecht en Noord- en ZuidHolland is dit probleem al op de politieke agenda gezet. De traditionele loverboy De traditionele loverboy is een ‘mooie’ jongen, die meisjes verleidt tot een 'relatie' door middel van het geven van veel aandacht en dure cadeaus. Na een tijdje zet de loverboy zijn slachtoffer in de prostitutie. Dit gaat in vele gevallen gepaard met geweld. De traditionele loverboys hebben een grote sociale intelligentie en weinig tot geen empathie en weten goed welke meiden voor hen te winnen zijn. De traditionele loverboy is een knappe goed uitziende jongen waar een meisje snel voor valt. Bij het ronselen van slachtoffers maakt een loverboy vaak gebruik van handlangers. De meisjes die slachtoffer worden komen uit diverse milieus. Deze jongens zijn in diverse delen in Noord Brabant o.a. in Den Bosch en Eindhoven al gesignaleerd bij scholen (met name VMBO-scholen), waar ze met dure auto’s staan te wachten. Ook zijn er reeds veroordelingen geweest. Van loverboy tot kakkerlak Bij veldonderzoek in Noord Holland is een nieuw type loverboy naar voren gekomen. Deze nieuwe lichting trekt niet zoveel tijd uit om hun slachtoffer te verleiden. Er wordt een mooi meisje gescand in een openbare gelegenheid, dronken gevoerd en/of onder invloed van verdovende middelen gebracht, daarna verkracht waarbij foto’s en videofilms worden gemaakt. De volgende fase is dat betrokkene onder druk wordt gezet door middel van het dreigement dat de foto’s en/of videofilms onder haar familie, vrienden, bekenden, school enz. zullen worden verspreid. Tevens wordt vaak gedreigd het gezin van betrokkene te zullen gaan terroriseren. Daarna wordt het betrokken meisje (in een beperkt aantal gevallen een jongen) zo snel mogelijk aan de harddrugs gebracht, waardoor totale afhankelijkheid ontstaat. Deze methode is, door zijn hogere efficiency (meer potentiële slachtoffers en minder tijdsbeslag), betere mogelijkheden om meerdere slachtoffers te binden en door het lopen van minder risico door de bindende werking van harddrugs, sterk in opmars. Navraag onzerzijds bij Palet heeft ons geleerd dat deze kakkerlakken ook al in Noord Brabant zijn gesignaleerd. 1 Onderzoek Er is weinig onderzoek gedaan naar de slachtoffers van loverboys. We kennen alleen het onderzoek van ECPAT uit maart 2002 naar minderjarigen in de prostitutie en het landelijke onderzoek van NISSO. Recente cijfers zijn er niet. Om hoeveel slachtoffers en daders het in Noord-Brabant gaat is niet precies bekend. Al wordt er maar een klein aantal meisjes slachtoffer, dan nog is het een groot probleem. Wel weten we dat een loverboy vaak meerdere vriendinnen heeft. Wat gebeurt er nu in Brabant? In Brabant is het probleem van loverboys al jaren, net als in andere provincies, bekend. In geen enkele stad in de provincie zijn specifieke voorzieningen voor slachtoffers van loverboys. Wel zijn er initiatieven in de hulpverlening in Brabant bij ons bekend. Palet heeft met Loket W in Eindhoven een voorlichtingsavond geregeld, maar van structurele hulp is tot nu toe geen sprake. Wel is er bij ons een project bekend van de stad Den Bosch die samen met politie, Palet en Divers 8 loverboys hebben opgepakt. Deze zijn ook veroordeeld. Sindsdien is er in Den Bosch, voor zover de instanties weten, geen loverboy meer gesignaleerd. Een dergelijke structurele aanpak zou volgens ons dan ook onderzocht moeten worden op effect in andere steden. Ook is er bij dit project in Den Bosch geen enkel zicht op wat er met de slachtoffers is gebeurd of welke opvang zij ontvangen hebben en hoe het ze verder is vergaan. Bij bureau Jeugdzorg, verantwoordelijk voor de hulpverlening van deze leeftijdsgroep is geen specifiek beleid bekend voor slachtoffers van loverboys. Terwijl de slachtoffers van loverboys specifieke hulp nodig hebben, gericht op hun problemen, worden zij behandeld als reguliere klanten. Wel is Palet samen met K2 bezig een voorlichtingsprogramma te ontwikkelen. In het kader van dit project worden meisjes vanaf 13 jaar uit de risicogroepen en hun ouders geïnformeerd over loverboys. 2- Ervaringen in andere provincies ROA Amsterdam en omstreken In Amsterdam en Omstreken wordt dit probleem ook ervaren. De Gemeente Amsterdam is bezig met het organiseren van een keten van aanpak en opvang voor de slachtoffers van loverboys. Daarnaast is het Scharlaken Koord, een christelijke organisatie, actief bezig met hulpverlening aan prostituees. Zij voert een landelijk preventieproject 'Beware of Loverboys' uit voor 13- tot 16-jarigen. Provincie Utrecht In Utrecht zijn verschillende projecten ontwikkeld: Beauty & the Beast: een preventieproject voor meiden van 13 tot 16 jaar. Protocol 13: een samenwerkingsverband tussen Bureau Jeugdzorg Utrecht, de Raad voor de Kinderbescherming en Regiopolitie Utrecht. Pretty Woman: een project voor vrijwillige individuele hulpverlening in Utrecht aan minderjarige meisjes, die een verhoogd risico lopen om in de prostitutie terecht te komen. 2 Zuid-Holland Rotterdam kent het Prostitutie Maatschappelijk Werk (PMW). Dat is een project van Stichting Humanitas en het biedt hulp aan meisjes en jongens in de prostitutie en biedt deskundigheidsbevordering van hulpverleners, politie en andere instellingen. Friesland In Leeuwarden is sinds maart 1999 een huis (Asja), waar meiden uit het hele land worden opgevangen die uit de prostitutie willen stappen. Asja biedt tussen de 3 en 6 maanden 24uurs opvang en begeleiding op een geheim adres. Omdat Asja landelijk bereik heeft wordt het gefinancierd door het ministerie van VWS. Het is belangrijk om meisjes uit de invloedssfeer van hun loverboy te halen en daarom niet in de directe omgeving op te vangen. Overijssel In Zwolle is nauwe samenwerking tussen gemeente, politie, justitie en verschillende hulpverleningsinstellingen, zodat voorkomen kan worden dat meisjes met loverboys in aanraking komen. Daarnaast wil men loverboys opsporen en vervolgen. De website www.lover-boy.nl is een resultaat van dit project. 3- Wetgeving en afspraken Het VN-Verdrag voor de rechten van het kind uit 1989 stelt dat de rechten van kinderen moeten worden gegarandeerd zonder onderscheid of discriminatie en dat nationale wetgeving daarop moet worden aangepast. Hierin is ook vastgelegd dat kinderen recht hebben op bescherming tegen seksuele exploitatie. In 2000 is in Nederland het bordeelverbod opgeheven, waardoor prostitutie boven de 18 jaar legaal is geworden. Prostitutie van minderjarigen is verboden. De zedelijkheidswetgeving vermeldt dat ieder seksueel contact met kinderen onder de 12 jaar strafbaar is. Tussen de 12 en 16 jaar is er een hoorrecht van de slachtoffers. In april 2000 is er een Nationaal Actieplan gepresenteerd:"Aanpak Seksueel Misbruik van Kinderen" (NAPS), met maatregelen op het gebied van preventie, hulpverlening en repressie. Een half jaar geleden werd duidelijk dat een meerderheid van de Tweede Kamer wilde dat op het Voortgezet Onderwijs voorlichting wordt gegeven over de gevaren van prostitutie en Loverboys. Minister Donner is op verzoek van de Tweede Kamer bezig met het opzetten van een landelijk expertisecentrum loverboys. 4- Knelpunten Preventie In Brabant wordt te weinig voorlichting gegeven voor potentiële slachtoffers. Voornamelijk op scholen waar veel risicomeiden zitten, zoals VMBO-scholen, is het goed om structureel voorlichting te bieden over seksualiteit en relaties, loverboys en prostitutie. Op deze scholen sluit de voorlichting vaak niet aan bij de doelgroep. Daarnaast is er geen voorlichting of informatiemateriaal op bepaalde plaatsen waar veel jongeren komen, zoals buurthuizen, sportvereniging en zelforganisaties. Juist via voorlichting kunnen potentiële slachtoffers bewust en weerbaar worden gemaakt. 3 Signalering Vaak zijn verzorgers, hulpverleners en leerkrachten onvoldoende op de hoogte van het fenomeen loverboy. Dat is zorgelijk, omdat juist zij een grote rol kunnen spelen bij het signaleren van verandering bij een (potentieel) slachtoffer en vervolgens hulp bieden. Er moet voldoende aandacht zijn voor slachtoffers. Als een meisje om hulp vraagt, moet die direct beschikbaar zijn, anders keert ze terug naar de loverboy. Opvang Er is vrijwel geen goede opvang voor meiden die aangifte doen en geholpen willen worden. Op dit moment wordt deze groep onderdak geboden bij dak- en thuislozen of bij de vrouwenopvang, maar daar horen ze niet thuis. Het zijn immers vaak jonge meiden en zeer kwetsbaar. Na aangifte verdienen deze meiden opvang en begeleiding in een veilige omgeving. Asja in Leeuwarden is daar een goed voorbeeld van. Daders opsporen Er is zowel landelijk als provinciaal en lokaal geen strafrechtelijke aanpak voor de daders. Om loverboys te kunnen aanhouden heeft de politie een aangifte nodig. De meeste slachtoffers zijn niet bereid tot het doen van aangifte. Er zou andere vorm van strafrechterlijk vervolgen van de daders dienen te worden ontwikkeld. 5- Aanbevelingen: De fractie van Leefbaar Brabant/BOF vraagt de Staten te reageren op de volgende aanbevelingen: 1. Het in kaart brengen van de (potentiële) slachtoffers en daders in Brabant. 2. Preventieprojecten en voorlichting in samenwerking met scholen, buurthuizen en zelforganisaties voor meiden van 13 tot 18 jaar. 3. Specifieke opvang in Brabant voor slachtoffers. 4. Realiseren van individuele hulpverlening en begeleiding voor de slachtoffers van loverboys en kakkerlakken. 5. Scholing en training voor hulpverleners en leerkrachten om slachtoffers te herkennen en passende hulp te bieden. 6. Opvang en hulpverleningsbeleid binnen de jeugdzorginstellingen. 7. Ontwikkelen van een dadergerichte aanpak waarbij samenwerking tussen OM, Politie en bureau Jeugdzorg. 8. Het aandringen bij regering en parlement om te komen tot wetgeving en het verschaffen van de politie van extra middelen om loverboys en kakkerlakken efficiënt en keihard te bestrijden. 4 sprake is van een Toelichting: Wij zijn van mening dat de provincie Noord Brabant als eerst verantwoordelijke voor de jeugdzorg een uitgesproken verantwoordelijkheid heeft om een initiërende en coördinerende rol te vervullen bij het bestrijden van dit grote maatschappelijke kwaad. Door de nieuwe ‘efficiëntere’ aanpak van de kakkerlakken kan het aantal slachtoffers snel toenemen. Wij hopen en verwachten dat een grotere en hardere aanpak, waarbij wat ons betreft zeer specifieke opsporingsmethoden en hele hoge straffen horen, deze ontwikkeling ten goede kan keren. Aloysia Jetten Leefbaar Brabant/BOF 5