Absolute differentiatie leukocyten De uitslagen van de leukocyten differentiatie worden per 28 maart 2007 doorgegeven als absolute getallen, in 109/L. Op dit moment wordt de uitslag doorgegeven als een percentage. Dit stamt uit het verleden. Toen werden alle differentiaties middels een uitstrijkje bepaald, waarbij 100 cellen geclassificeerd werden met de microscoop. Inmiddels zijn er apparaten op de markt, celtellers, die 20.000 cellen per monster classificeren. De meeste van de differentiaties kunnen met deze celtellers bepaald worden. Door de classificatie van zoveel cellen, is de uitslag veel betrouwbaarder geworden, waardoor het mogelijk is om een absoluut getal weer te geven in plaats van een percentage. Dit heeft als voordeel dat u de verandering in een specifiek celtype goed kunt zien, zonder dat dit invloed heeft op de percentages van de overige celtypes. Indien de celteller bepaalde cellen niet herkent, wordt met de microscoop getracht de cellen te classificeren en te tellen. Ook in dat geval zullen er absolute getallen gerapporteerd worden. De erytroblasten (NRBC’s) blijven gerapporteerd als aantal erytroblasten per 100 leukocyten. Het blijft mogelijk om alleen neutrofielen aan te vragen, deze worden dan wel als absoluut getal gerapporteerd. Voorbeeld: Leuko Eo Baso Staaf Segm Lymfo Mono Dag x 3,1 x 109/L 0% 0% 6% 74 % 20 % 0% Dag x+6 2,5 x 109/L 1% 0% 3% 89 % 7% 0% Abs dag x Abs dag x+6 Referentiewaarden absoluut 0 x 109/L 0 x 109/L 0.19 x 109/L 2.29 x 109/L 0.62 x 109/L 0 x 109/L 0.03 x 109/ L 0 x 109/L 0.09 x 109/L 2.23 x 109/L 0.18 x 109/L 0 x 109/L < 0.5 x 109/ L < 0.2 x 109/ L < 0.6 x 109/ L 1.5 – 6.8 x 109/ L 1.0 – 3.5 x 109/ L 0.1 – 1.0 x 109/ L In dit voorbeeld lijkt het, als de differentiatie in % wordt weergegeven, alsof de segmenten stijgen, terwijl de stijging met name veroorzaakt wordt door een afname van het absolute aantal lymfocyten. Bij vragen kunt u contact opnemen met Karen Vroonhof, Klinisch Chemicus, tel 43680 of Gert Ossenkoppele, Hematoloog, tel 42604