Symptomen bij patiënten met kanker

advertisement
P R O E F S C H R I F T B E S P R E K I N G
Symptomen bij patiënten met kanker
Auteur
M.H.J. van den Beuken-van Everdingen
Trefwoorden
angst voor terugkeer, interventieverpleegkundige, kanker, pijn, prevalentie, symptomen
Samenvatting
Op 15 januari 2009 promoveerde mw. drs. M.H.J.
van den Beuken-van Everdingen aan de Rijksuniversiteit Maastricht op het promotieonderzoek
‘Symptoms in patients with cancer’. Zij deed dit
onderzoek onder begeleiding van de promotoren
dhr. prof. dr. M. van Kleef en dhr. prof. dr. H.C.
Schouten, en copromotoren dhr. dr. J. Patijn en
mw. dr. J.M. de Rijke.
Het doel van de studie was het bepalen van de
prevalentie van pijn en andere symptomen bij
patiënten met kanker in alle stadia. Daarnaast
werd het effect van een verpleegkundige interventie op het vóórkomen van pijn onderzocht en
een nieuwe vragenlijst naar de angst voor
terugkeer van borstkanker gevalideerd.
Inleiding
noch de periode van publicatie, continent, leeftijd,
type gemeten prevalentie noch het gebruik van al
dan niet gevalideerde vragenlijsten een significante
invloed had op de prevalentie van pijn.
Patiënten met kanker hebben vaak meerdere symptomen die een negatieve invloed hebben op hun
gevoel van welzijn en hun fysiek en sociaal functioneren. Dit proefschrift tracht inzicht te geven in de
prevalentie van symptomen bij patiënten met kanker
en de invloed hiervan op hun kwaliteit van leven.
Zowel fysieke als psychologische symptomen worden
beschreven bij patiënten met kanker in alle ziektestadia: van genezen tot terminaal ziek.
Prevalentie van pijn
Ondanks de overvloedige hoeveelheid literatuur over
dit onderwerp is de prevalentie van pijn bij patiënten
met kanker niet goed bekend. Voor een systematische
review werden 160 studies naar de prevalentie van
pijn bij patiënten met kanker geïdentificeerd. De
vooraf gestelde kwaliteitsnorm, gebaseerd op LeboeufYde, werd gehaald door 54 artikelen (34%).1
De prevalentie van pijn was 33% bij patiënten na
curatieve antitumortherapie, 59% bij patiënten
tijdens antitumortherapie en 64% bij patiënten voor
wie antitumortherapie geen optie meer was. In
slechts 17 studies werd ook de ernst van de pijn
gerapporteerd. In de groep tijdens antitumortherapie
bleek 36% van de patiënten matige tot ernstige
(‘visual analogue scale’ (VAS)-score >4) pijn te
ervaren, in de uitbehandelde groep was dit 45%. In
de bivariate analyse bleek dat noch het type kanker
N E D E R L A N D S
T I J D S C H R I F T
V O O R
(Ned Tijdschr Oncol 2009;6:188-91)
Voor een eigen onderzoek naar de prevalentie van
pijn en de kwaliteit van pijnbehandeling bij patiënten
met kanker in de regio van het Integraal Kankercentrum Limburg (IKL) vulde een representatieve
groep van 1.429 kankerpatiënten een vragenlijst in
die bestond uit de ‘brief pain inventory’ (BPI), de
‘pain management index’ (PMI) en de EORTC-C30
(pijn en kwaliteit van leven).
De onderzoekspopulatie werd gesplitst in 4 groepen:
groep 1a: patiënten voor wie curatieve behandeling
>6 maanden geleden was afgerond, groep 1b:
patiënten onder curatieve antitumorbehandeling of
behandeling ≤6 maanden geleden afgerond, groep 2:
patiënten onder palliatieve antitumorbehandeling
en groep 3: patiënten voor wie antitumorbehandeling geen optie meer was. De pijnpercentages in deze
patiëntengroepen waren respectievelijk: 49%, 57%,
56% en 75%. Patiënten met een lager opleidingsniveau hadden significant meer kans op pijn. Dat
patiënten met een lager opleidingsniveau meer pijn
hebben dan patiënten met een hoger opleidingsniveau is een bekend gegeven binnen de niet-oncologische pijn. Mogelijke verklaringen hiervoor zijn
dat patiënten met een lager opleidingsniveau minder
effectief kunnen communiceren met hun behande-
O N C O L O G I E VOL. 6 NR. 4 - 2009
188
P R O E F S C H R I F T B E S P R E K I N G
laren en/of dat de mythes omtrent opioïden in deze
groep nog meer leven dan in andere groepen.
Patiënten met gastro-intestinale tumoren, mammacarcinomen en hematologische maligniteiten
(zonder maligne lymfomen) hadden significant meer
kans op matige tot ernstige pijn dan patiënten met
een prostaatcarcinoom.
Behalve geïrriteerdheid namen ook de psychologische symptomen (moeite met herinneren,
depressie, gespannenheid, concentratieproblemen,
angst en zorgen) significant toe met de ernst van de
ziekte. Geïrriteerdheid was in alle groepen het minst
voorkomende symptoom. Zorgen waren het frequentst
voorkomende symptoom (20-55%).
Pijnbehandeling was inadequaat bij 42% van de
respondenten. Opnieuw gaf een laag opleidingsniveau een grotere kans op onderbehandeling. Ook
patiënten in groep 1b (tijdens curatieve antitumortherapie) hadden een significant hogere kans op
onderbehandeling van de pijn.
Patiënten met gastro-intestinale tumoren, maligne
lymfomen en andere hematologische tumoren
hadden een significant slechtere kwaliteit van leven
dan patiënten met een prostaatcarcinoom. De
symptomen vermoeidheid, pijn, gebrek aan eetlust,
obstipatie, angst en depressie hadden een significant
negatieve invloed op de kwaliteit van leven. Patiënten
ontvingen voor 45-90% van de matige tot ernstige
symptomen geen behandeling; met name de symptomen met de meest negatieve invloed op de kwaliteit van leven werden het minst frequent behandeld.
Andere fysieke en psychologische
symptomen
Over fysieke symptomen anders dan pijn is in de
literatuur veel minder te vinden. De studies die naar
andere symptomen keken, betreffen meestal patiënten
met vergevorderde of terminale kanker.2-7 In een
recente review bleken 5 symptomen: vermoeidheid,
pijn, gebrek aan energie, zwakte en verlies van
eetlust, bij meer dan 50% van de patiënten met
vergevorderde ziekte voor te komen.8 Studies naar
niet-pijngerelateerde fysieke symptomen bij nietterminale patiënten zijn schaars en focussen meestal
op 1 symptoom bij 1 soort kanker, waaronder benauwdheid bij patiënten met longkanker of vermoeidheid bij borstkanker.9,10
Kankergerelateerde psychologische stress wordt gezien bij eenderde van de patiënten.11 De prevalentie
van depressie wordt geschat op 10-25%, die van
angststoornissen op 15-28%.11 Deze schattingen
berusten echter op onderzoeken die zijn uitgevoerd
op een tijdstip rond de diagnose. Veel minder is
bekend over psychologische problemen jaren na de
diagnose.
Uit eigen onderzoek bleek dat, behalve bij diarree, de
prevalentie van matige tot ernstige fysieke symptomen (braken, obstipatie, misselijkheid, sufheid,
slaapproblemen, benauwdheid, gebrek aan eetlust,
droge mond, zwakte, vermoeidheid en behoefte om
te rusten) significant toenam met de ernst van de
ziekte. Braken was het minst frequente symptoom in
alle groepen (1-10%). Matige tot ernstige klachten
van zwakte, vermoeidheid en de behoefte om te
rusten waren het frequentst aanwezig; respectievelijk
16-24% in groep 1a en 65-74% in groep 3.
189
V O L . 6 N R . 4 - 2 0 0 9 Verpleegkundige interventie
De oorzaken voor de nog steeds zeer hoge prevalenties van fysieke symptomen bij patiënten met
kanker zijn het best bestudeerd bij pijn. De kloof
tussen wat mogelijk is in pijnbestrijding en wat
wordt bereikt, wordt veroorzaakt door vele zowel
patiënt-, hulpverlener- als logistiekgerelateerde
factoren. ‘Een goede patiënt’ willen zijn en angst
voor medicatie in het algemeen en opioïden in het
bijzonder en gebrek aan kennis en ‘vragen naar’ bij
de hulpverleners zijn bekende barrières voor adequate
pijnbehandeling.12-21 Eeen gerandomiseerde gecontroleerde studie naar de effecten van een verpleegkundige interventie werd uitgevoerd onder patiënten
met pijn of andere symptomen als gevolg van kanker
of kankertherapie in de thuissituatie. Honderdtwintig patiënten werden gerandomiseerd tussen de
interventiegroep of de controlegroep. De interventie
(‘pain education program’; PEP) bestond uit 3 huisbezoeken van 1 tot 1,5 uur waarin 1. de patiënt
onderwijs kreeg over pijn en pijnbehandeling met
behulp van een pijnbrochure, 2. de patiënt werd
geïnstrueerd hoe een pijndagboek bij te houden en
3. de patiënt werd gestimuleerd contact te zoeken
met zijn of haar behandelaar bij matige tot ernstige
symptomen. De pijnkennis nam significant toe in de
interventiegroep. Bij alle patiënten in de interventiegroep was er een significante afname van de VASscore op korte termijn (4 weken). Alleen bij de
patiënten met een hoge VAS-score (7-10) bij aanvang
van de studie bleef deze significante daling bestaan
N E D E R L A N D S
T I J D S C H R I F T
V O O R
O N C O L O G I E
op de lange termijn (8 weken). Geslacht, leeftijd,
opleidingsniveau, angst en depressie bij aanvang
hadden geen significante invloed op de afname van
de pijnscore op korte en lange termijn. Er werd geen
correlatie gevonden tussen toename van kennis en
afname van pijn.
Angst voor terugkeer van borstkanker
Voor het meten van de angst voor terugkeer van
borstkanker werd gekozen voor de oorspronkelijk
Amerikaanse vragenlijst ‘concerns about recurrence
scale’ (CARS), omdat dit het enige beschreven multidimensionale instrument is. Van de participerende
vrouwen (n=136) gaf 56% aan matige tot ernstige
algehele angst voor terugkeer van de borstkanker te
hebben. Pijn was een onafhankelijke voorspeller
voor de angst voor terugkeer; oudere vrouwen
hadden significant minder vrees voor gezondheid,
rolfunctioneren en dood. Er was geen significante
relatie tussen de tijd die is verlopen sinds de laatste
behandeling en de mate van vrees voor terugkeer.
Alle domeinen van CARS waren negatief gecorreleerd met de kwaliteit van leven, waarbij rolfunctioneren de meeste invloed had op de kwaliteit
van leven.
Conclusie
De afgelopen decennia is er veel progressie geboekt
bij de genezing van patiënten met kanker. Op het
gebied van ‘care’ valt echter nog veel te winnen.
Meer en betere educatie over symptomen en symptoombestrijding van allen die professioneel met
kankerpatiënten te maken krijgen, is een randvoorwaarde voor de verbetering van de kwaliteit van
leven van deze patiënten. Patiënten moeten worden
aangemoedigd hun klachten te uiten bij de behandeld
arts en moeten beter geïnstrueerd worden over het
hoe en waarom van medicatie om de therapietrouw
te verbeteren.
Dit artikel is een bewerking van een eerder verschenen
artikel in het Nederlands Tijdschrift voor Pijn en Pijnbehandeling 2009;37:19-23.
Referenties
1. Leboeuf-Yde C, Lauritsen JM. The prevalence of low back
pain in the literature. A structured review of 26 Nordic studies
N E D E R L A N D S
T I J D S C H R I F T
V O O R
from 1954 to 1993. Spine 1995;20:2112-8.
2. Bradley N, Davis L, Chow E. Symptom distress in patients
attending an outpatient palliative radiotherapy clinic. J Pain
Symptom Manage 2005;30:123-31.
3. Hoekstra J, De Vos R, Van Duijn NP, Schadé E, Bindels PJ.
Using the symptom monitor in a randomized controlled trial:
the effect on symptom prevalence and severity. J Pain
Symptom Manage 2006;31:22-30.
4. Lai YH, Keefe FJ, Sun WZ, Tsai LY, Cheng PL, Chiou JF, et al.
Relationship between pain-specific beliefs and adherence to
analgesic regimens in Taiwanese cancer patients: a preliminary study. J Pain Symptom Manage 2002;24:415-23.
5. Moro C, Brunelli C, Miccinesi G, Fallai M, Morino P,
Piazza M, et al. Edmonton symptom assessment scale: Italian
validation in two palliative care settings. Support Care Cancer
2006;14:30-7.
6. Tsai JS, Wu CH, Chiu TY, Hu WY, Chen CY. Symptom patterns
of advanced cancer patients in a palliative care unit. Palliat
Med 2006;20:617-22.
7. Strömgren AS, Sjogren P, Goldschmidt D, Petersen MA,
Pedersen L, Groenvold M. Symptom priority and course of
symptomatology in specialized palliative care. J Pain Symptom
Manage 2006;31:199-206.
8. Teunissen SC, Wesker W, Kruitwagen C, De Haes HC,
Voest EE, De Graeff A. Symptom prevalence in patients with
incurable cancer: a systematic review. J Pain Symptom
Manage 2007;34:94-104.
9. O’Driscoll M, Corner J, Bailey C. The experience of breathlessness in lung cancer. Eur J Cancer Care (Engl) 1999;8:37-43.
10. Carpenter JS, Elam JL, Ridner SH, Carney PH, Cherry GJ,
Cucullu HL. Sleep, fatigue, and depressive symptoms in breast
cancer survivors and matched healthy women experiencing
hot flashes. Oncol Nurs Forum 2004;31:591-8.
11. Levin T, Kissane DW. Psychooncology - the state of its
development in 2006. Eur Psychiatry 2006;20:183-97.
12. Von Roenn JH, Cleeland CS, Gonin R, Hatfield AK,
Pandya KJ. Physician attitudes and practice in cancer pain
management. A survey from the Eastern Cooperative
Oncology Group. Ann Intern Med 1993;119:121-6.
13. Ward SE, Goldberg N, Miller-McCauley V, Mueller C,
Nolan A, Pawlik-Plank D, et al. Patient-related barriers to
management of cancer pain. Pain 1993;52:319-24.
14. Glajchen M, Fitzmartin RD, Blum D, Swanton R. Psychosocial barriers to cancer pain relief. Cancer Pract 1995;3:76-82.
15. Grossman SA. Undertreatment of cancer pain: barriers
and remedies. Support Care Cancer 1993;1:74-8.
16. Johnson DC, Kassner CT, Houser J, Kutner JS. Barriers to
effective symptom management in hospice. J Pain Symptom
Manage 2005;29:69-79.
17. Lin CC. Barriers to the analgesic management of cancer
pain: a comparison of attitudes of Taiwanese patients and
their family caregivers. Pain 2000;88:7-14.
O N C O L O G I E VOL. 6 NR. 4 - 2009
190
P R O E F S C H R I F T B E S P R E K I N G
18. Miaskowski C, Dodd MJ, West C, Paul SM, Tripathy D,
Koo P, et al. Lack of adherence with the analgesic regimen:
a significant barrier to effective cancer pain management.
J Clin Oncol 2001;19:4275-9.
19. Ferrell BR, McCaffery M, Rhiner M. Pain and addiction: an
urgent need for change in nursing education. J Pain Symptom
Manage 1992;7:117-24.
20. Paice JA, Toy C, Shott S. Barriers to cancer pain relief: fear
of tolerance and addiction. J Pain Symptom Manage 1998;
16:1-9.
21. Pargeon KL, Hailey BJ. Barriers to effective cancer pain
management: a review of the literature. J Pain Symptom
Manage 1999;18:358-68.
Correspondentieadres
Mw. dr. M.H.J. van den Beuken-van Everdingen,
internist/consulent palliatieve zorg
Maastricht Universitair Medisch Centrum
RVE Transmurale Zorg
Postbus 5800
6202 AZ Maastricht
Tel.: 043 387 53 84
E-mailadres: [email protected]
Belangenconflict: geen gemeld.
Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Ontvangen 2 maart 2009, geaccepteerd 6 mei 2009.
191
V O L . 6 N R . 4 - 2 0 0 9 N E D E R L A N D S
T I J D S C H R I F T
V O O R
O N C O L O G I E
Download