Onze volgende stad die zeker eens mag bezocht worden is cordoba deze ligt op 191 km van het complex Córdoba is een stad in Andalusië in het zuiden van Spanje. Het is de hoofdstad van de provincie Córdoba. De stad ligt op 120 meter boven zeeniveau, aan de rivier Guadalquivir en aan de voet van het gebergte Sierra Morena. In 2005 had de stad 321.165 inwoners, waarmee het de derde stad van Andalusië is. Het is de warmste stad van Europa, de temperatuur stijgt elk jaar weer maandenlang onafgebroken boven de 35 graden. Vandaag de dag is Córdoba niet één van de grootste steden van Spanje, maar Córdoba was ooit één van de belangrijkste steden ter wereld. In de 10e eeuw was het de op één na grootste stad ter wereld, met een voor toen ongekend hoog inwonertal van 500.000. Córdoba was de hoofdstad van het middeleeuwse Kalifaat van Córdoba. Uit die glorietijd zijn talrijke monumenten overgebleven, waarvan de Mezquita het beroemdste voorbeeld is. Sinds 1984 staat het historisch centrum van de stad als een geheel dan ook op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. De stad is de geboorteplaats van historische filosofen als Seneca, Averroes en Maimonides, en ook van de wereldberoemde sombrero. In culinaire kringen staat Córdoba bekend om het gerecht ‘Rabo de Toro’, oftewel de bekende stoofpot van stierenstaart en verschillende andere ingrediënten. Door de omvangrijke Spaanse kolonisatie zijn er op het Amerikaanse continent meer dan 1000 plaats De eerste permanente bewoners van het gebied rondom Córdoba waren de Tartessos. Dit volk gebruikte de plek om koper en zilver uit de omliggende mijnen te delven. In de loop van de jaren begonnen zij ook met het bebouwen van het land, wat later de basis van de economie zou vormen. Tijdens de opkomst van de Carthagen verscheen de eerste bekende naam van de stad: “Karduba”. De naam was een samentrekking van Kart-Juba (Stad van Juba), vernoemd naar een Numidische generaal genaamd Juba die zijn leven verloor in de omgeving van de stad, rond 250 v.Chr. In het jaar 206 v.Chr. werd Karduba veroverd door de Romeinen na de Slag van Ilipa. Zij gaven de stad een nieuwe naam, namelijk “Corduba”. Rondom 113 v.Chr. had Corduba al een eigen Romeins forum en in het jaar 80 v.Chr. werden de eerste munten geslagen. In 49 v.Chr. gebruikte Julius Caesar Corduba als regeringscentrum voor de steden van het toenmalige rijk “Hispania Ulterior”. Na de strijd tussen Caesar en de Romeinse aristocraat Pompeius werden in het jaar 27 v.Chr. de Spaanse provincies compleet gereorganiseerd. Vanaf dat moment werd Corduba de hoofdstad van de provincie Hispania Baetica, wat neerkomt op de huidige Spaanse regio’s Andalusië en Extremadura. In de daaropvolgende eeuwen groeide de stad erg snel en kreeg zijn eigen koninklijk paleis, amfitheater, tempel, circus, drie aquaducten met bronzen versieringen, verschillende fonteinen en een groot theater. Door deze Romeinse productiviteit had Corduba rond het jaar 300 na Chr. meer belangrijke gebouwen dan Rome. De belangrijkste Romeinse keizers die in deze tijd o.a. Corduba regeerden waren: Claudius Caesar Augustus Germanicus Nero Claudius Caesar Augustus Germanicus Titus Flavius Domitianus Marcus Aurelius Valerius Maximianus Herculius In de 3e eeuw kreeg Corduba te maken met het christendom. De stad kreeg in die periode namelijk zijn eerste eigen bisschop, de leider van het Concilie van Nicaea. Hij werd de rechterhand van Keizer Constantijn de Grote en had daardoor veel invloed op het beleid van het gehele rijk. Deze christelijke aanwezigheid verklaart ook de weerstand van Corduba tegen de opkomst van de ariaanse Visigoten in de daaropvolgende eeuwen. In het jaar 411, na de val van het West-Romeinse Rijk en tijdens de Grote volksverhuizing werd Corduba tijdelijk bezet door Vandalen. Deze indringers gaven ook hun naam aan het huidige Andalusië, afgeleid van “Vandalucía”. Aan het begin van deze periode was Corduba een onafhankelijke stad, maar toch behielden de Romeinse instituties enigszins hun macht. In het jaar 550 werd Corduba echter veroverd door de Byzantijnse Justinianus I, en in 572 door de Visigotische koning Leovigild. Deze laatste werd de eerste Visigotische koning die zich dusdanig machtig voelde dat hij munten liet slaan met zijn naam erop. In de 6e eeuw werd er een groot aantal Visigotische monumenten in de stad gebouwd, zoals de Byzantijnse Santa Clara kerk, de kerk van de Drie Heiligen en de basiliek van San Vicente Mártir. Er was veel opstand tegen dit nieuwe bewind en de Katholieke bevolking van Corduba had moeite met het accepteren van een niet-Katholieke koning. Door deze onrust en instabiliteit verloor de stad een deel van haar oorspronkelijke macht en werd het oude Hispalis (het huidige Sevilla) aanzienlijk belangrijker. Vanaf 711 werd een groot deel van het huidige Zuid-Spanje veroverd door de Moren, onder leiding van Tariq ibn Zayid. Ook Córdoba wordt ingenomen. Het is politiek gezien zeer instabiel: in de 30 jaar tussen 716 en 747 regeerden in totaal 19 stadhouders in Córdoba. In het jaar 756 veranderde het oude Corduba in de hoofdstad van de “Emiraat van Córdoba”, een onafhankelijke staat die over het hele Moorse rijk Al-Andalus regeerde. Het werd opgericht door de Umayyadische prins Abd Al-Rahman, die de kleinzoon was Umayyadische kalief Hisham. In 912 veranderde de staat in het nog machtigere Kalifaat van Córdoba, opgericht door Abd Al-Rahman III (880 - 961). In het jaar 1000 was Córdoba uitgegroeid tot de grootste stad ter wereld met officieel 450.000 inwoners (volgens sommige bronnen meer dan 1 miljoen). Het was het belangrijkste financiële, commerciële en culturele centrum van de wereld. In die periode werd ook de indrukwekkende Mezquita gebouwd en de chique wijk “Medina Azahara”, nu één van de cultuurschatten van Spanje. Ook beschikte de bevolking van Córdoba over de grootste bibliotheek ter wereld met 400.000 boeken. Aan de bloeiperiode van het rijk van Córdoba kwam een eind toen Abd al-Malik in oktober 1008 overleed. Het kalifaat van Córdoba eindige op 30 november 1031, toen de laatste kalief Hisham III (1027-1031) afstand deed van de kaliefentitel, na verdreven te zijn uit Córdoba. Op 29 juni 1236, in de tijd van de Reconquista, werd Córdoba veroverd door de katholieke koning Ferdinand III. Vanaf deze dag werden alle Moren de stad uitgezet met zoveel spullen als zij mee konden nemen. Een groot deel van de Romeinse gebouwen werd verdeeld onder de adel die had bijgedragen aan de herovering waarvan velen afkomstig waren uit Noord-Spaanse regio’s zoals Burgos en Navarra. In de regeringsperiode van Koning Ferdinand III werden er maar liefst 14 nieuwe kerken gebouwd en in het jaar 1241 werd Córdoba onderverdeeld in 14 verschillende wijken. Elke wijk had haar bijbehorende kerk. Onder het bewind van koning Alfons XI werden nog meer christelijke bouwwerken geconstrueerd, waaronder de “Sinagoga de Córdoba” en het “Alcázar de los Reyes Cristianos”, het laatste zou later worden veranderd in een koninklijk paleis. Ook werd Córdoba in de 15e eeuw de katholieke uitvalsbasis voor de verovering van Granada in 1478. In het jaar 1523 werd begonnen aan de bouw van de Kathedraal van Córdoba, onder leiding van Hernán Ruiz I en zijn zoon Hernán Ruiz II. In 1571, onder het bewind van koning Filips II, werden de “Arco del Triunfo” en de “Puerta del Puente” gebouwd. In die periode, tot ver in de 17e eeuw, bleef Córdoba een belangrijke en machtige stad, waar moderne ideeën ontstonden. In de 18e eeuw kwam er echter een einde aan die macht en vechtersmentaliteit, onder meer door epidemieën, extreme droogte en slechte stadsbestuurders. Ook het inwonertal van de stad daalde aanzienlijk en begon pas aan het begin van de 20e eeuw weer langzaam te stijgen. Dit gold echter niet voor de economie, die pas na de val van de dictatuur van Francisco Franco in de jaren '70 weer bijtrok. Tegenwoordig is Córdoba een belangrijke cultuurstad van Spanje en één van de best bewaard gebleven steden van Europa. Het gehele historische centrum van de stad staat sinds 1984 dan ook op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Córdoba is tevens kandidaatstad voor de titel Europese Cultuurstad voor het jaar 2016. Córdoba ligt in de “Valle del Guadalquivir” oftewel in de vallei aan de rivier Guadalquivir. De stad grenst in het noorden aan de voeten van de bergketen Sierra Morena Córdoba heeft officieel een mediterraan klimaat, maar ondervindt veel invloed van een landklimaat en een oceaanklimaat. Het is de heetste stad van Spanje, op Úbeda na. De winters zijn mild, het vriest er zelden, en de zomers zijn extreem heet, elk jaar weer stijgt de temperatuur regelmatig boven de 40 graden Celsius. De gemiddelde jaartemperatuur is de hoogste van continentaal Europa. De verschillen tussen de maximumtemperatuur en minimumtemperatuur zijn erg hoog, dat is het tegenovergestelde van een Mediterraans klimaat. Ook al is het in de zomer ’s middags 38 graden, het kan soms ‘s nachts afkoelen tot slechts 18 graden Celsius. Gemiddeld valt er zo’n 500 mm. neerslag, maar dat verschilt zeer sterk per jaar, met name de laatste 4 jaar zijn erg droog geweest. Op 23 juli 1995 werd een recordtemperatuur gemeten van maar liefst 46,6 graden Celsius. De Mezquita: Emir Abd Ar-Rahman I begon in 785 met de bouw van een indrukwekkende moskee (Spaans: mezquita), met zijn 23.000 m² de op twee na grootste ter wereld. Het islamitische gebedshuis kwam te staan op het terrein van de christelijke kerk San Vincente, waarvan de fundamenten bij opgravingen binnen in de moskee in de jaren '30 van de 20ste eeuw konden worden blootgelegd. Het bouwwerk vertoont sporen van Moorse, Romeinse, Byzantijnse, Syrische, Perzische en Gotische elementen; het was het voorbeeld voor de Spaanse moslimarchitectuur van de volgende eeuwen. Ongeveer 860 evenwijdig geplaatste marmeren zuilen ondersteunen de dubbele bogen, wat een uniek spel met licht en schaduw oplevert. Met de herovering van Córdoba door de christenen, in 1236, wordt de moskee tot katholieke kathedraal gewijd. In het midden wordt vanaf 1523 gedurende 234 jaar gebouwd aan een geweldig gotisch kerkschip, waarin ook renaissance- en barokinvloeden zijn terug te vinden. De vroegere minaret doet nu dienst als klokkentoren. De Judería (de vroegere Joodse wijk) en de oude synagoge, een van de drie overgebleven Spaanse synagogen De Romeinse brug over de Guadalquivir Het 'Alcazar de los Reyes Católicos' (de Burcht van de Katholieke Koningen), een 15e-eeuws slot met prachtige tuinen De ruïnes van Medina Azahara: Gebouwd als een paleisstad voor Abd Al-Rahman III in 936. Een derde van de staatsinkomsten werd in dit paleis gestoken. Het ligt op de van nature terrasvormige helling van een uitloper van de Sierra Morena. De bouw heeft volgens sommige bronnen meer dan 40 jaar geduurd. De ondergang van de paleisstad vond plaats in 1010, toen opstandige Berbertroepen dit voormalige symbool van het kalifaat van Córdoba met de grond gelijk maakten. De Romeinse brug Torre de Calahorra Torre de Malmuerta Botanische Tuin van Córdoba Synagoge van Córdoba Cristo de los Faroles Calleja de las Flores Palacio de Viana Palacio de Orive Palacio de la Merced Plaza de la Corredera Plaza de las Tendillas Plaza de Toros “Los Califas” Posada del Potro Puerta de Almodovar Triunfos de San Rafael Romeinse Mausoleum Romeinse Muur Mezquita en vernoemd naar Córdoba, waarvan de belangrijkste Córdoba in Argentinië is.