NIEUWE INZICHTEN IN GEZONDE VOEDING: HET VERSCHIL TUSSEN WETEN EN ETEN. Greet Vansant EET-EN LEEFGEWOONTEN IN BELGIE: TOEKOMSTPERSPECTIEVEN • Enquète ULB (centre de psychosociologie de l’opinion): met voeding verbonden gedragingen en levensstijlen • • • • • 610 personen 47% mannen, 53% vrouwen Vragenlijsten April-mei 2005 Gerapporteerd gedrag!! EET-EN LEEFGEWOONTEN IN BELGIE: TOEKOMSTPERSPECTIEVEN • Een studie van de standpunten van het publiek over overgewicht, obesitas en voeding • Een onderzoek van de levensstijl in samenhang met de voeding, per categorie van overgewicht EET-EN LEEFGEWOONTEN IN BELGIE: TOEKOMSTPERSPECTIEVEN BMI KLASSE percentage >18,5 7 18,5-24,9 55,7 25-30 28 >30 9,2 Overgewicht + obesitas 37,2 EET-EN LEEFGEWOONTEN IN BELGIE: TOEKOMSTPERSPECTIEVEN • De voornaamste redenen die spontaan worden opgegeven als oorzaken van overgewicht zijn: – Slechte voedingsgewoontes, ongezonde voeding (gebrek aan variatie) en onevenwichtige voeding, voeding die te rijk is aan vetten en suikers, te veel (hoeveelheid). – Het gebrek aan beweging, sedentariteit, gebrek aan sport, te veel televisie kijken. – Verkeerde opvoeding mbt voeding, gebrek aan informatie en gebrek aan kennis over de gevaren van obesitas, gebrek aan respect voor eigen lichaam. – Levensstijl, problemen met stress (met inbegrip van de gezondheidstoestand, erfelijkheid en ziekte). EET-EN LEEFGEWOONTEN IN BELGIE: TOEKOMSTPERSPECTIEVEN Algemene standpunten betreffende voeding De consumenten zijn verantwoordelijk voor hun voeding en voor hun levensstijl. 91,8 De reclame zet kinderen aan tot eten van dingen die niet altijd gezond zijn. 89,0 Overgewicht en obesitas zijn een probleem voor de toekomst van onze maatschappij. 88,9 De toename van het aanbod van voedingsproducten in de winkels stelt ons in staat om een gevarieerde en evenwichtige voeding samen te stellen. 88,3 De keuze van onze voeding moet vrij blijven, en de overheid moet niet proberen die te beïnvloeden. 81,6 Vetten en vette producten zijn slecht voor de gezondheid. 76,1 EET-EN LEEFGEWOONTEN IN BELGIE: TOEKOMSTPERSPECTIEVEN Algemene standpunten betreffende voeding De fastfoodrestaurants zijn de oorzaak van de toename van obesitas. 75,1 De toename van het voedingsaanbod heeft ons ertoe aangezet om meer te eten dan in het verleden. 72,6 De reclame voor voeding zet ons aan meer te eten dan nodig. 64,1 Het is de voedingsindustrie die verantwoordelijk is voor de toename van obesitas in onze maatschappij 64,0 Drankenverdeelautomaten en automaten met tussendoortjes zetten ons aan om overal en altijd te eten en te drinken. 63,9 Suiker is slecht voor de gezondheid. 56,1 EET-EN LEEFGEWOONTEN IN BELGIE: TOEKOMSTPERSPECTIEVEN Algemene standpunten betreffende voeding Voedingsmiddelen die niet verdikken, zijn duurder. 51,4 Lightproducten zijn goed voor de gezondheid. 38,2 Als de belastingen op energierijke producten zouden stijgen, zouden de mensen minder verdikken 16,3 EET-EN LEEFGEWOONTEN IN BELGIE: TOEKOMSTPERSPECTIEVEN Algemene standpunten betreffende voeding • Hoe hoger de BMI, hoe minder tijd besteed wordt aan het bereiden van maaltijden. • Hoe hoger de BMI, hoe meer men snoept reeds voor de maaltijd (ongeduld om te eten). • Obesen hebben de indruk dat ze soms te veel en soms te weinig eten. • Geen verschillen voor fast-food restaurants en aankoop van kant-en klaar gerechten voor thuis. • Obesen gebruiken gemiddeld meer glazen alcohol/week. EET-EN LEEFGEWOONTEN IN BELGIE: TOEKOMSTPERSPECTIEVEN Algemene standpunten • Obesen geven aan dat typische gebeurtenissen in het dagelijks leven een invloed hebben op hun gewicht. • Ze hebben al meermaals een dieet gevolgd. • Ze doen minder aan sport, wandelen, trappen lopen etc. In het algemeen geven ze ook aan minder hobby’s te hebben in vergelijking met personen met normaal gewicht. EET-EN LEEFGEWOONTEN IN BELGIE: TOEKOMSTPERSPECTIEVEN Conclusies • De oorzaken van obesitas zijn individueel; behalve genetische en gezondheidsproblemen zijn individuen zelf verantwoordelijk voor hun overgewicht. • Er worden verschillende gedragingen waargenomen tussen personen met obesitas en personen met normaal gewicht. • Als er maatregelen moeten worden genomen, gaan die in de zin van voorlichting, opvoeding en responsabilisering van de mensen. DE NATIONALE VOEDSELCONSUMPTIEPEILING • 2004-2005: eerste voedselconsumptiepeiling • Onderzoek naar verschillen in: – Maaltijdpatronen – Energie-inname – Inname van voedingsmiddelen en nutriënten • Verschillende subgroepen van de bevolking – Socio-demografische variabelen – Leeftijdsvariabelen DE NATIONALE VOEDSELCONSUMPTIEPEILING • Steekproef van alle inwoners van België • 3200 personen • Leeftijd vanaf 15 jaar • Mondelinge vragenlijst + computer-gestuurd interview + voedselfrequentievragenlijst • Referentie om trends in de gezondheidstoestand van de Belgische bevolking te kunnen opvolgen en te vergelijken met andere Europese lidstaten Inname van voedingsstoffen: ENERGIE (kcal/d)/VCP 2004-2005 3000 2500 2000 15-18j 19-59j 60-74j >75j 1500 1000 500 0 man vrouw Inname van eiwitten (energie%)/VCP 2004-2005 18 16 14 12 15-18j 19-59j 60-74j >75j 10 8 6 4 2 0 man vrouw Inname van koolhydraten (energie%)/VCP 2004-2005 50 48 46 15-18j 19-59j 60-74j >75j 44 42 40 38 man vrouw Inname van vetten (energie%)/VCP 2004-2005 42 41 40 39 15-18j 19-59j 60-74j >75j 38 37 36 35 34 man vrouw Inname van vet in drie subcategorieën van vetzuren (energie%)/VCP 2004-2005 Mannen Vrouwen 18 20 18 16 14 12 15-18j 19-59j 60-74j >75j 10 8 6 4 16 14 12 10 8 6 4 15-18j 19-59j 60-74j >75j 2 0 2 0 verz mono poly verz mono poly Inname van calcium (mg/dag)/VCP 2004-2005 900 800 700 600 15-18j 19-59j 60-74j >75j 500 400 300 200 100 0 man vrouw Inname van ijzer (mg/dag)/VCP 2004-2005 14 12 10 15-18j 19-59j 60-74j >75j 8 6 4 2 0 man vrouw DE NATIONALE VOEDSELCONSUMPTIEPEILING • 12-18% van de bevraagde populatie gebruikt minder dan eens per week melk of melkproducten • Amper 30 tot 50% gebruikt dagelijks fruit. 10-15% van de ondervraagde bevolking eet zelfs minder dan 1x/week een stuk fruit • Er is een dagelijkse gebruiksfrequentie van zoute of zoete snacks bij 50-66% van de volwassen bevolking en tot 75% van de jongere groep (15-18 jaar) • Ongeveer 10% van de bevolking gebruikt voedingssupplementen • Vegetarische producten worden slechts sporadisch gebruikt VOEDINGSDRIEHOEK VOEDINGSDRIEHOEK ANNOO 2006 DUIDELIJK VERSCHIL TUSSEN WETEN EN ETEN!! EFFECT VAN EEN GEZONDE LEVENSSTIJL Willett. Science 2002;296:696. VOEDING IN DE 20STE EEUW • Nieuwe wetenschap • Focus op preventie van ziekten VOEDING IN DE 21STE EEUW UITDAGINGEN • • • • • • kosten gezondheidszorg stijging levensverwachting bewustwording consument technologische vooruitgang voedings-gerelateerde ziekten toepassing recente wetenschappelijke bevindingen in het voedingsonderzoek VOEDING IN DE 21STE EEUW VAN VERBETERING VAN DE LEVENSVERWACHTING NAAR VERBETERING IN LEVENSKWALITEIT OPTIMALE VOEDING ter verzekering van: maximaal ‘well-being’ minimaal risico voor ziekten gedurende het ganse leven WERKHYPOTHESE “An optimal nutrition will control and modulate body functions to optimise them so as to maintain a state of well being and health.” EEN FUNCTIONEEL VOEDINGSMIDDEL • een natuurlijk product (bv. een vrucht) • een voedingsmiddel waaraan een component is toegevoegd (pre- en probiotica) • een voedingsmiddel waaruit een component is verwijderd (bv. hypo-allergene rijst) • een voedingsmiddel waarin de bio-beschikbaarheid van een bepaalde component werd verbeterd (bv. inuline en calcium) Beweringen (claims) • Wetenschappelijke onderbouwing • Betrekking op: – Verteringsstelsel – Bescherming tegen oxidatie – Hart- en vaatziekten – Psychologische en gedragsfuncties FUNCTIONELE VOEDINGSMIDDELEN • VOEDINGSMIDDEL • POSITIEVE INVLOED OP FUNCTIES VAN HET ORGANISME • FUNCTIES IN VERBAND MET GEZONDHEID EN WELZIJN • OF MET VERMINDERING VAN HET RISICO OP ZIEKTEN • GEEN GENEESMIDDEL • GEEN PREPARATEN ONDER FARMACEUTISCHE VORM VOORBEELD: FUNCTIONEEL VOEDINGSMIDDEL MARGARINE MET FYTOSTEROLEN •FYTOSTEROLEN IN PLANTAARDIGE OLIÊN •voedingsmiddel •MAGARINE AANGERIJKT MET FYTOSTEROLEN •functioneel voedingsmiddel •ZUIVERE FYTOSTEROLEN (NIET GENEESMIDDEL) •nutraceutical •FYTOSTEROLEN ALS GENEESMIDDEL •geneesmiddel PREBIOTICA Een prebioticum is een niet-verteerbaar voedingsingrediënt dat de gezondheid van de gebruiker gunstig beïnvloedt doordat het een substraat vormt dat de groei en de metabole activiteit van één of enkele gunstige darmbacteriën stimuleert INULINE EN OLIGOFRUCTOSE • Inuline is een mengsel van oligomeren van fructose. • Bronnen: tarwe, banaan, prei, artisjokken, sojabonen, knoflook • Industrieel bereid door extractie in water van de chicoreiwortels (raftiline). PRODUCTIEPROCES VAN INULINE EFFECTEN VAN PREBIOTICA OP CALCIUMABSORPTIE PROBIOTICA Een probioticum is een voedseladditief, samengesteld uit levende bacteriën. De opname heeft een positieve invloed op de gezondheid van de verbruiker door de verbetering van de darmflora. PROBIOTICA: POSITIEVE EFFECTEN • • • • • Positief effect op de lactosevertering Anti-diarree effect Stimulatie van het immuunsysteem Cholesterolverlaging Anti-tumoreffect Onderzoek is nog empirisch. Meer fundamentele studies lopen nog. CHOLESTEROL-ARME EIEREN SOJA SOJA • EIWITTEN • VETZUURSAMENSTELLING • ISOFLAVONEN •VEGETARISCHE VOEDING ANTIOXYDANTEN PRINCIPE VRIJE RADICALEN DE VIJAND: ONGEPAARDE ELEKTRONEN OVERZICHT VAN VRIJE RADICALEN EN ANDERE REACTIEVE ZUURSTOFMOLECULES • VRIJE RADICALEN – – – – Hydroxylradicaal OH° Superoxyderadicaal O2° Stikstofoxyderadicaal NO° Lipidenperoxyderadicaal LOO° • ANDERE REACTIEVE MOLECULES – Waterstofperoxyde H2O2 – Hypochloorzuur HOCl – Ozon O3 ANTIOXYDANTEN ANTIOXYDANTEN HYPOTHESE • • • • STRESSOR CONSEQUENTIE GEVOLG: VERHOOGDE VORMING VAN VRIJE RADICALEN TARGET – – – • CONSEQUENTIE – – – • Proteines Lipiden DNA Membraanschade LDL-oxydatie mutaties RESULTAAT – – – Celbeschadiging Atherosclerose ….. ANTIOXIDANTEN BIOLOGISCHE ANTIOXYDANTEN IN HET LICHAAM (1) ENZYMATISCH • • • • Superoxyde dismutase (SOD) Katalase Glutathion peroxydase (GSHPx) Fosfolipide GSHPx BIOLOGISCHE ANTIOXYDANTEN IN HET LICHAAM (2) VETOPLOSBAAR • • • • Tocoferolen Carotenoïden Quinonen Bilirubine BIOLOGISCHE ANTIOXYDANTEN IN HET LICHAAM (3) Wateroplosbaar • Ascorbinezuur • Urinezuur • Transferrine • Lactoferrine • Albumine • …. ANTIOXYDANTEN • • • • • • • VITAMINE E VITAMINE C CAROTENOIDEN FLAVONOIDEN POLYFENOLEN LYCOPEEN …. ONDERZOEK ANNO 2006 • CONSEQUENTIES KOMEN PAS TOT UITING OP LANGE TERMIJN • STUDIE-OPZET VERSCHILT VAAK • GEBRUIKTE DOSIS EN TE METEN PARAMETERS • NOG VEEL ONDERZOEK NODIG WAT MOETEN WE DAN NU DOEN? • AANWIJZINGEN VOOR VERHOOGDE BEHOEFTE • RESULTEERDE AL IN AANBEVELINGEN – BV. VIT C BIJ ROKERS • ZORGEN VOOR EEN VOLDOENDE GEVARIEERDE VOEDING • EVENTUEEL SUPPLEMENTEN: OVERDAAD SCHAADT!!! OMEGA-3 VETZUREN VOORBEELD BIJ UITSTEK VAN HET DYNAMISME EN ANDERZIJDS DE COMPLEXITEIT VAN DE VOEDINGSWETENSCHAP FUNCTIONELE VOEDING FUNCTIONELE VOEDINGSMIDDELEN UITEN HUN EIGENSCHAPPEN PAS OPTIMAAL INDIEN ZE DEEL UITMAKEN VAN EEN EVENWICHTIG VOEDINGSPATROON. DE ACTIEVE VOEDINGSDRIEHOEK