De laatste profetie van Zacharia - deel 2. Zach.12:1 Profetie. De woorden van de HEER over Israël. A: Overzicht van Zach.12-14. A1: De plotselinge militaire en geestelijke overwinning van Israël (12:1-13:6). 1) Alle naties zullen zich verzamelen tegen Jeruzalem d.m.v. een militaire aanval (12:1-3). 2) De militaire overwinning van Israël en gezalfde eenheid als die van David (12:4-9). 3) Het nationale berouw van Israël en nationale uitstorting van de Heilige Geest (12:10-14). 4) De nationale reiniging van zonde, afgoden, valse profeten en de onreine geest (13:1-6). A2: Het lijden van Israël waarin een overblijfsel door vuur gelouterd zal worden (13:7-14:2). 1) Israël zal door grote verdrukking gaan om het geestelijke overblijfsel te zuiveren (13:7-9). 2) Jeruzalem wordt tijdelijk veroverd en gevangenen worden gedeporteerd (14:1-2). A3: De overwinning van Israël door de terugkeer van Jezus als Koning der aarde (14:3-21). 1) Jezus keert terug als Koning van Israël om haar te bevrijden van haar vijanden (14:3-5). 2) Jezus’ koningschap wordt aangekondigd door stralend licht en levend water (14:6-8). 3) Jezus wordt verhoogd als Koning over alle volken op de hele aarde (14:9). 4) Jeruzalem wordt als hoofdstad hoogverheven en een veilige woonplaats (14:10-11). 5) Jezus zal straf uitoefenen over alle naties die zich tegen Hem verzetten (14:12-15, 18-19). 6) De heidenen zullen tot bekering komen en samen met Israël Jezus aanbidden (14:16-19). B: Het lijden van het overblijfsel dat door vuur gelouterd zal worden (13:7-14:2). Zach.13:7-14:2 Zwaard, ontwaak! Verhef je tegen Mijn herder, tegen de man met wie Ik Mij verbonden heb, spreekt de HEER van de hemelse machten. Dood de herder, zodat de schapen verdwalen. Weerloos als ze zijn zal Ik ze treffen. In heel het land, spreekt de HEER van de hemelse machten, zal twee derde worden uitgeroeid en omkomen; slechts een derde deel zal worden gespaard. Dat deel zal Ik louteren in het vuur, Ik zal hen smelten als zilver en zuiveren als goud. Zij zullen Mijn naam aanroepen en Ik zal antwoorden. Ik zal zeggen: Dit is mijn volk, en zij zullen zeggen: De HEER is onze God. Er komt een dag dat de HEER zal ingrijpen, Jeruzalem, dat de buit binnen je muren wordt verdeeld. Ik zal alle volken samenbrengen, zegt de HEER, om tegen Jeruzalem ten strijde te trekken. De stad zal worden ingenomen, de huizen zullen worden geplunderd en de vrouwen verkracht. De helft van de inwoners wordt in ballingschap weggevoerd, maar het deel dat overblijft zal niet worden uitgeroeid. Het eerste deel van het overzicht (12:1-13:6) hebben we besproken in het vorige document over Zach.12-14; in dit tweede deel (13:7-14:2) zien we het lijden van Israël in de eindtijd, maar daarbij moeten we leren begrijpen dat God altijd de minst zware middelen gebruikt om een zo groot mogelijk aantal mensen tot Jezus te brengen op het diepste niveau van liefde in hun hart zonder dat God daarbij de vrije wil van de mens geweld aandoet. In dit gedeelte openbaart God ten dele de manier waarop Hij grote geestelijke opwekking in Israël gaat brengen; ook de profeet Daniël sprak over vervolging en lijden als onderdeel van Gods plan voor de eindtijd om Zijn volk voor te bereiden op heerschappij over de hele aarde samen met Jezus (Dan.7:18-27). God waarschuwt Israël bij voorbaat dat de grote overwinning tot stand zal komen d.m.v. enorme pijn en lijden. De Vader heeft Zijn zwaard opgeheven tegen Zijn Zoon op het kruis van Golgotha (13:7) en Jezus haalde deze profetie aan in Matt.26:31 en Marc.14:27, zodat wij weten dat deze tekst betrekking heeft op de dood van Jezus aan het kruis. Als gevolg daarvan zal Jezus zorgen voor de reiniging van Israël in de eindtijd, en Hij is daartoe gekwalificeerd omdat Hij door persoonlijke ervaring op het kruis diep betrokken is geraakt bij het lijden van Israël. Niemand van het Joodse volk zal dan kunnen zeggen dat God hun lijden niet heeft begrepen, want het zwaard van Gods oordeel heeft eerst Jezus op het kruis getroffen voordat het Israël in de 1 eindtijd zal treffen. Maar Jezus was onschuldig terwijl het volk Israël in de eindtijd zeer schuldig zal zijn; maar toch zal Jezus groot begrip in Zijn hart hebben, omdat Hij weet wat het is om door het zwaard van de Vader getroffen te worden, en zo zal Hij in staat zijn om het volk Israël tot redding te brengen. God zal Zijn hand van oordeel keren tegen tweederde van Israël dat daardoor gedood zal worden; deze profetie is niet vervuld in 70 na Chr. toen de stad Jeruzalem volledig door de Romeinen verwoest werd. Mal.3:1-5 spreekt ook over deze reiniging van Israël d.m.v. het louterende vuur, en Israël zal gezuiverd worden zoals goud en zilver d.m.v. vuur van onzuivere deeltjes gereinigd worden. Als gevolg daarvan zal Jeruzalem tijdelijk veroverd worden en zal de helft van de inwoners gedeporteerd worden, maar de andere helft zal in leven blijven (14:1-2). In dit tweede deel van de profetie over Israël ligt het accent op het lijden van Israël in de eindtijd; dit lijden is noodzakelijk in de wijsheid van God om volledig de onafhankelijke en trotse geest van Israël volledig te verbrijzelen. De extreme manier waarop het Joodse volk zichzelf door de eeuwen heen tegen God heeft verzet vraagt om extreem Goddelijke maatregelen om hen bekend te maken met de genade van God. De verzameling van de naties tegen Israël zal dit volk op elk niveau verbrijzelen om geen andere mogelijkheid open te laten dan alleen op God te vertrouwen; de diepte van Israël's zonde vereist ook deze diepte van reiniging en zuivering. Het overblijfsel van Israël zal gelouterd worden door het vuur van de onderdrukking, maar het einddoel zal redding zijn (13:7-9). In het eerste deel gaf God de context waarin Israël gebracht zou worden naar een punt van bekering en redding; alle naties van de aarde zullen zich tegen Israël verzamelen en zowel de interne als de externe macht van dit volk zal volledig verbrijzeld worden (Dan.12:7). In dit tweede deel laat de Heer een deel van Zijn methode zien waarop Hij grote geestelijke vernieuwing aan Israël zal geven. De profeet Daniël sprak over vervolging en lijden als een onderdeel van Gods plan voor de eindtijd om Zijn volk voor te bereiden op heerschappij met Jezus op een manier die waardig is aan Zijn wezen en karakter ofwel een weerspiegeling is van Zijn stijl van leiding geven in nederigheid en zachtmoedigheid en dienstbaarheid (Dan.7:18-27). God waarschuwt Israël ver van tevoren dat haar grote overwinning een eigen kruis zal omvatten; dit volk zal veracht, verworpen en tot het uiterste vernederd worden door de naties, vlak voordat Israël verhoogd wordt in de overwinning van onze Heer. God de Vader wekte Zijn eigen zwaard op tegen Zijn Zoon, de Herder en de Man met wie de Vader Zich verbonden heeft (13:7); deze Herder is de gave van God aan Israël die op een totaal andere manier leiding zal geven dan de valse herders uit Zach.11. Jezus zal volledig soevereine controle hebben over de reiniging van Israël in de eindtijd, en Hij is volledig gekwalificeerd omdat Hij diep verbonden is met het lijden van Israël; daarom zal Hij ook volledig bekwaam zijn om hen tot volledige redding te brengen. De verbrijzeling van de grote Herder zal leiden tot de verbrijzeling van Israël, want in het afwijzen van hun Messias verwierpen de Joden de Enige die in staat was hen onder Zijn vleugels te verzamelen zoals een hen haar kuikens verzamelt (Matt.23:37). Maar op dat moment wilden ze niet, en het resultaat was dat zij in het jaar 70 na Chr. verbrijzeld werden door de Romeinse legers. Omdat de Herder gedood werd, zouden de schapen verdwalen, en weerloos als ze waren werden ze toen getroffen, maar zullen ze ook opnieuw in de eindtijd getroffen worden (13:7b). Tweederde deel van de Joden in het land Israël zal in de eindtijd door de legers van de antichrist gedood worden (13:8), want deze tekst is niet vervuld in het jaar 70 na Chr. en ook daarna niet in de geschiedenis. Op een soortgelijke manier spreekt Ezech.5:11-13 over de dood van tweederde deel van de Joden in de stad Jeruzalem, terwijl eenderde deel op de vlucht wordt gejaagd en door het zwaard achtervolgd wordt. De Heer zal Zijn woede op hen koelen en Zijn toorn de vrije loop laten, maar na afloop zullen de Joden beseffen dat het de hartstochtelijke liefde van de Heer is die Hem heeft gemotiveerd tot dit proces van loutering d.m.v. vuur. In Ezech.20:33-35 spreekt de Heer erover dat Hij Zijn volk de woestijn der volken in zal jagen en hen dwingen om onder Zijn herdersstaf door te gaan en zich te houden aan de verplichtingen van het verbond dat de Messias van Israël gesloten heeft met Zijn volk. Maar juist in de woestijn zal Israël aan de vernietiging ontkomen en daar vrede vinden met Jezus, de Joodse Messias; en daar zullen ze beseffen dat Hij hen altijd heeft liefgehad (Jer.31:2-3). Ditzelfde principe van 2 loutering d.m.v. vuur wordt ook door de profeet Maleachi beschreven in Mal.3:1-5. De climax van dit proces zal zijn dat degenen van de Joden, die nog steeds weigeren om terug te keren tot God, van Zijn volk zullen worden afgesneden en verwijderd, maar zij die ja zeggen tegen God zullen worden gelouterd, beproefd en uit het vuur tevoorschijn komen in eeuwige redding (Ezech.20:38-44). Jeruzalem zal tijdelijk veroverd worden en de helft van de inwoners zal gedeporteerd worden, maar het deel dat overblijft zal niet worden uitgeroeid (14:1-2). Dit is de dag waarop de Heer de vernedering en verbrijzeling van Jeruzalem tot een climax zal laten komen, want op dit moment is alles op zijn plaats voor de laatste fase van Gods oordeel omdat Israël op het diepste punt van vernedering is gebracht door een volledig faillissement, zowel emotioneel als lichamelijk als geestelijk. Maar op die dag zal de Heer het getij volledig ten goede keren voor Jeruzalem (14:4-7), want op die dag zal Hij Zijn oordeel over de naties vellen in vernedering en zal Hij Jeruzalem op zijn hoogverheven plaats behouden (14:10). In dit gedeelte vult de Heer de openliggende gaten van 12:2-3 waar geen details over de belegering van Jeruzalem worden gegeven; de wanhoop van Israël zal op dat moment het allerdiepste punt uit de geschiedenis bereiken, en het zal er op lijken dat de Messias te laat komt. De wanhoop van dat moment zal onvoorstelbaar zijn. De Joden zullen moeten toezien hoe velen vermoord worden en al hun bezittingen worden geroofd; er is op dat moment geen enkele hoop op redding meer omdat er geen enkele politieke of militaire vriend voor Israël is. De hele wereld - behalve de gemeente van Jezus heeft zich tegen Israël gekeerd onder het leiderschap van de antichrist; het Joodse volk is volledig geslagen en verslagen door een vijand die dronken van woede is (12:2) en niet van plan is om enige vorm van genade te tonen. De stad Jeruzalem wordt ingenomen, al de huizen geplunderd en de vrouwen verkracht en de helft van de inwoners gedeporteerd (14:2), maar wonderlijk genoeg blijft een deel van de Joden in leven. Dit laatste aspect verschilt van de verovering van Jeruzalem in 586 v.Chr. door de Babyloniërs en in 70 na Chr. door de Romeinen; hoewel de stad volledig veroverd wordt, lijkt de vijand geen totale overwinning over de Joden in de stad te krijgen. De hand van de Heer rust nog steeds op Zijn volk. C: De overwinning van Israël door de tweede komst van Jezus (14:3-5). Zach.14:3-5 Daarna zal de HEER uittrekken en de strijd tegen die volken aanbinden, net als weleer. Die dag zal Hij Zijn voeten op de Olijfberg planten, ten oosten van Jeruzalem. De Olijfberg zal in tweeën splijten: de ene helft glijdt weg naar het noorden en de andere naar het zuiden, zodat er een breed dal ontstaat van oost naar west. Jullie zullen wegvluchten, het dal in tussen die twee bergketens die zullen reiken tot aan Asel, zoals jullie ook gevlucht zijn bij de aardbeving in de tijd dat koning Uzzia regeerde over Juda. En de HEER, mijn God, zal verschijnen met al de zijnen. Op die dag zal er geen licht zijn; de hemellichamen verliezen hun glans. Op die ene dag, die alleen de HEER kent, zal er geen onderscheid zijn tussen dag en nacht. Pas tegen het vallen van de avond zal er weer licht gloren. Als die tijd aanbreekt, zal er in Jeruzalem zuiver water ontspringen: de ene helft zal in het oosten in zee uitmonden en de andere helft in het westen, zowel in de zomer als in de winter. In het derde gedeelte (14:3-21) zien we de overwinning van Israël vanwege de komst van de Koning; Hij toont ons de grote overwinning die in Israël begint en die zich over de hele wereld zal verspreiden (9:9-10). Jezus keert terug als Koning der Joden om Israël definitief van zijn vijanden te verlossen (14:3-5), en Zijn koninklijke heerschappij wordt aangekondigd door wonderbaarlijk licht en levend water (14:6-8). Vanaf dat moment zal Jezus de Koning zijn over alle volken op de aarde (14:9), en dan zal Jeruzalem zijn hoogverheven plaats krijgen (14:10) op de plaats waar de stad altijd gelegen heeft (12:6b). Daarna zal Jezus Zijn straf en oordeel uitoefenen over de naties die rebelleren tegen Zijn leiderschap (14:12-15, 14:18-19), maar de heidenen zullen tot bekering komen en met Israël verenigd worden in de aanbidding voor Jezus (14:16). En het volk Israël zal de eerste natie zijn die volledig in heiligheid zal leven in elk gebied van het dagelijkse leven (14:20-21). In dit derde gedeelte (14:3-21) zien wij dus de overwinning van Israël omdat haar Koning tot haar komt (14:3); de Heer toont ons Zijn grote overwinning die in Israël begint en die zich 3 over de hele wereld zal verspreiden (9:9-10). Zacharia beschrijft de omstandigheden van de Dag van de Heer met betrekking tot de bevrijding van Israël vanaf de details van haar bescherming tot aan de bovennatuurlijke demonstratie van Gods macht met betrekking tot de redding, het herstel en de vestiging van Jeruzalem als de belangrijkste stad op de aarde. Jezus keert terug als de Koning van Israël om haar te bevrijden van haar vijanden (14:3-5) op het moment van haar diepste wanhoop, omdat Israël geen natuurlijke hulpbronnen meer heeft om zichzelf te bevrijden. Jezus zal Zichzelf openbaren op een manier zoals wij Hem niet kennen, namelijk als degene die niet op een afstand vanuit de hemel strijdt maar als degene die letterlijk betrokken is bij de strijd tegen de volkeren van de aarde. Jes.63:1-6 beschrijft Jezus als een strijder die machtig is om te verlossen terwijl Zijn kleren met bloed bedekt zijn; ditzelfde beeld beschrijft ook Johannes in Openb.19:11-16. Jezus zal ten strijde trekken om diegenen te redden die bij Hem horen; degene die voor hen aan het kruis werd geslagen zal nu voor hen ten strijde trekken. Voor het Joodse overblijfsel dat in de stad Jeruzalem in de val zit zal Jezus op een bijzonder bovennatuurlijke manier een uitweg creëren om te kunnen ontsnappen aan de soldaten die de stad binnentrekken om hen te vermoorden (14:4-5). Dit zal de meest spectaculaire ontsnapping uit de hele menselijke geschiedenis zijn, want Jezus zal op de Olijfberg staan en deze zal in tweeën splijten. Daardoor zal er een breed dal ontstaan waardoor het restant van de Joden in Jeruzalem kan vluchten, zoals de Joden ook op de vlucht sloegen bij een aardbeving tijdens de regering van koning Uzzia (Amos 1:1). Dit zal de dag zijn waarop de Heer zal verschijnen met al Zijn heiligen, zowel de heilige gelovigen in Jezus als de heilige engelen (14:5). De komst van Jezus wordt aangekondigd door wonderen in de vorm van bovennatuurlijk licht en levend water (14:6-8); het lijkt erop dat de duisternis van de vijfde schaal uit Openb.16:10 over de troon van de antichrist is leeggegoten, en dat de duisternis van de Dag van de Heer uit Amos 5:18+20 realiteit is geworden. Jes.13:9-10 spreekt ook over de Dag van de Heer waarop de sterren aan de hemel geen licht meer geven en de zon verduisterd wordt en het licht van de maan verdwenen is. Maar het bovennatuurlijke licht van de komst van Jezus is de stralende schittering van Zijn glorie (2Tess.2:8) en het schitterende licht van het leger dat Hem volgt (Openb.19:14) en het licht van de engelen die Hem volgen (Matt.24:27-31); temidden van de duisternis breekt voor Israël een zeer groot licht van een bovennatuurlijke oorsprong door. De legers van de volken zullen totaal vernederd worden door de manier waarop God Zijn onvergelijkelijke macht demonstreert ten behoeve van Israël. Deze demonstratie van macht zal de autoriteit en de kracht van Zijn heerschappij over de naties op de aarde bevestigen, en Hij zal de naties verbrijzelen als een aarden pot (Ps.2:9, Openb.19:15). Het berouw en de bekering van de overlevenden van de volken is zeer nauw verbonden met de angstwekkende demonstratie van Jezus’ macht en de verschrikking van het oordeel van de wijnpers (Openb.14:17-20, Joël 4:13). Bij de komst van Jezus zal er ook een bovennatuurlijke voorziening van levend water komen uit een bron die in Jeruzalem zal ontspringen; dit is een opmerkelijk wonder omdat een van de grootste problemen van Israël te maken heeft met de watervoorziening waardoor het land voortdurend bedreigd wordt door droogte. Het volk Israël is elk jaar weer opnieuw afhankelijk van de jaarlijkse regens als de bron van watervoorziening, maar één van de kenmerken van hun redding en bevrijding zal bestaan uit een constante watervoorziening vanuit de stad Jeruzalem. De Dode Zee zal tot leven komen (Ezech.47:8-10) en de woestijn zal enorm in bloei komen te staan (Jes.35:1-2, 6-7); deze waterstroom zal nooit meer eindigen maar steeds rijkelijk water geven ongeacht het seizoen. Jezus Zelf is de bron van levend water (Jer.2:13, 17:13, Joh.4:10+14), en net als op het natuurlijke niveau zal Jezus ook voorzien in een stroom van levend water op het geestelijke niveau (Joh.7:38). De volheid van Zijn koninklijke heerschappij voorziet in zowel geestelijk als natuurlijk water dat nieuw leven en verfrissing brengt aan het volk Israël en het land. Dit water komt voort uit de bovennatuurlijke realiteit van de troon van God in het hemelse Jeruzalem (Ps.46:5, Openb.22:1-2) en stroomt naar de natuurlijke realiteit van de tempel in het aardse Jeruzalem (Ezech.47:1-12) van waaruit het nieuw leven over de hele aarde brengt. 4 D: Het koningschap van Jezus over de hele aarde (14:9-11). Zach.14:9-11 En de HEER zal koning worden over de hele aarde. Dan zal de HEER de enige God zijn en Zijn naam de enige naam. Het hele land wordt zo vlak als de Jordaanvallei, van Geba in het noorden tot Rimmon in het zuiden. Maar Jeruzalem zal zijn hoogverheven plaats behouden. Van de Benjaminpoort tot aan de oude poort, de Hoekpoort, en van de Chananeltoren tot aan de koninklijke perskuipen zal de stad bewoond zijn. Jeruzalem zal weer een veilige woonplaats zijn, want er zal nooit meer vernietiging over worden afgeroepen. Jeruzalem was in de periode van het Oude Testament het nationale centrum van aanbidding (Ex.23:14-17), maar in de periode van het Nieuwe Testament is Jeruzalem absoluut niet het internationale centrum van aanbidding (Luc.21:24, Joh.4:21). In deze tijd van de gemeente uit de heidenen aanbidden alle gelovigen God in geest en in waarheid (Joh.4:23-24), maar zo zal het niet altijd blijven. Want Jeruzalem is de stad van de grote Koning (Ps.48:3, Matt.5:35), en dat is de meest geliefde plaats van Jezus (Ezech.7:22); Jeruzalem is de enige stad waarvan wij weten dat Jezus over haar gehuild heeft (Luc.19:41). Jeruzalem ligt op de navel der aarde (Ezech.38:12), midden in het land (Ps.74:12) dat door God omschreven wordt als de parel onder de landen van de wereld (Ezech.20:6b+15b), en Jeruzalem is de poort van de volkeren der wereld (Ezech.26:2). Op de plaats van de stad Jeruzalem lag ook het paradijs en niet ergens in Zuid-Turkije of Noord-Irak zoals velen ten onrechte op grond van Gen.2:14 veronderstellen. Daar moest Abraham zijn zoon Isaäk offeren (Gen.22:2); dat was (waarschijnlijk) ook de plaats waar Jakob in een droom de hemel geopend zag, een ontzagwekkende plaats die hij omschreef als het huis van God en de poort van de hemel (Gen.28:17). Daar heeft de tempel van Salomo gestaan, en daar stond ook het kruis van onze Heer Jezus Christus. Het is ook daar dat Jezus zal terugkeren (Hand.1:11) en Zijn troon vestigen voor de periode van het duizendjarige vrederijk (Openb.20:1-7); dan zal Jeruzalem weer het aardse centrum van aanbidding worden (Zach.14:16). Het hemelse Jeruzalem zal vanuit de hemel neerdalen (Openb.21:2) op de plaats van het aardse Jeruzalem, en dan zullen het hemelse en het aardse Jeruzalem weer één stad worden. Het aardse Jeruzalem zal namelijk de poort tot het hemelse Jeruzalem worden (Gen.28:17), want Jezus is de Koning der Joden (Joh.19:19), en Hij is ook de Koning van alle mensen (Hand.10:36). Vanuit Jeruzalem zal Zijn heerschappij zich over de hele aarde uitstrekken (Zach.14:9). Omdat Jeruzalem de toekomstige hoofdstad van de wereld is, de stad van de grote Koning Jezus Christus, is deze stad op dit moment de grootste brandhaard in de wereld (Zach.12:2); want het rijk van de duisternis begrijpt beter dan het grootste deel van de mensheid inclusief de meeste gelovigen de centrale rol van de stad Jeruzalem. Daarom concentreert de rebellie van de verzamelde naties in Ps.2 zich niet alleen tegen de Heer en Zijn Messias, maar ook tegen de berg Sion in Jeruzalem, en dit is ook de werkelijke reden waarom het Joodse volk door alle eeuwen heen zo vervolgd is geweest. Maar Jezus heeft de garantie gegeven dat wanneer Hij terugkomt, er Joden in Jeruzalem zullen zijn die zullen zeggen: Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer (Matt.23:39). Wat op dit moment nog maar ten dele is vervuld zal in de eindtijd volledig vervuld worden als het resultaat van deze laatste strijd, namelijk het herstel van alle dingen (Hand.3:21); dat zal de tijd zijn waarin Jezus Zijn koninklijke troon in Jeruzalem zal plaatsen en verhoogd zal worden als Koning over alle naties. Hij zal Zijn koningschap in grote macht op Zich nemen (Openb.11:17) door Zijn vurige oordeel te vellen over alle vijanden die zich tegen Hem verzet hebben en de aarde vernietigd hebben (Openb.11:18). Vanaf dat moment zal Jezus Zich over de aarde bewegen met allen die op de aarde zijn overgebleven nadat de goddelozen zijn verwijderd, en er zal ook een overblijfsel van Israël zijn, een overblijfsel dat tevoorschijn zal komen uit de naties. Alle overgebleven volken op de aarde zullen Jezus als hun Koning aanvaarden. Net als koning David zal Jezus Zijn troon en heerschappij niet gewelddadig afdwingen, maar Hem zal autoriteit over de hele aarde vrijwillig gegeven worden zoals de mannen van Juda naar David toekwamen in Hebron en hem tot koning zalfden over de stam Juda (2Sam.2:4). En niet zo heel veel later kwam ook de rest van Israël naar Hebron om David tot koning over heel Israël te zalven (2Sam.5:3). Alle mensen uit alle volken op de 5 aarde, die de Grote Verdrukking zullen overleven, zullen naar Jeruzalem komen om daar hun trouw aan Jezus te geven, omdat zij Hem herkennen als hun enige God en de Heer over alle mensen (Hand.10:37). Jeruzalem zal het regeringscentrum van Jezus Christus worden en de hoofdstad van de hele wereld; deze stad zal op een hoogverheven plaats staan en een veilige woonplaats zijn voor ieder die er in woont (14:10-11). De profeet Zacharia sprak al eerder over een geestelijke reiniging van de stad door het openen van een fontein en het verwijderen van alle valse profeten en de onreine geest uit het land (13:1-2). Maar nu wordt er een beeld geschilderd van een natuurlijke reiniging van de stad zodat de stad hervormd wordt tot een waardige hoofdstad voor haar Koning. Jeruzalem zal de hoogst verheven stad op de hele aarde zijn en klaargemaakt worden voor de ontvangst van miljoenen mensen die jaar in jaar uit vanuit alle naties op de aarde zullen komen om onderwijs van Jezus te ontvangen (Jes.2:2-4). De stad Jeruzalem zal in alle opzichten een open stad zijn en niet om buurt vanwege het grote aantal mensen dat er zal wonen, terwijl de Heer Zelf een vurige muur om haar heen zal zijn en de stad zal vullen met Zijn glorie (2:8-9). Vanuit alle landen van de wereld zullen de mensen naar Jeruzalem komen om de Heer te aanbidden en Hem om genade te smeken voor hun eigen land; ze zullen de inwoners van Jeruzalem aanklampen omdat ze zich bij het Joodse volk willen aansluiten (8:20-23). E: Het oordeel van Jezus over de vijanden van Jeruzalem (14:12-15). Zach.14:12-15 De volken die tegen Jeruzalem ten strijde zijn getrokken, zullen door de HEER worden getroffen met een afgrijselijke plaag: terwijl ze nog levend rondlopen zal Hij hun vlees laten wegteren van hun botten, hun ogen laten wegrotten in hun kassen en hun tong laten wegrotten in hun mond. De HEER zal op die dag zo’n paniek onder hen zaaien dat ze elkaar beetgrijpen en slaags raken. Ook Juda zal zich mengen in de slag om Jeruzalem. De rijkdommen van de belagers zullen als buit bijeen worden gebracht: grote hoeveelheden goud, zilver en kostbare gewaden. En alle dieren in het vijandelijke kamp, paarden, muildieren, kamelen en ezels, zullen door dezelfde plaag worden getroffen als de mensen. In dit gedeelte beschrijft de profeet Zacharia opnieuw de volledige overwinning van de Heer over de opstandige naties in een demonstratie van Zijn angstaanjagende macht; de manier waarop deze laatste en definitieve overwinning tot stand komt wordt beschreven in zeer huiveringwekkende details, omdat er een grote paniek onder de legers van de antichrist zal losbreken. Dit gedeelte vertoont veel overeenkomst met de overwinning van koning Josafat over een talrijke menigte vijanden in 2Kron.20; in die strijd verdreef de Heer de vijanden van Juda d.m.v. de lofprijzing van de priesters en raakte de vijand volledig in paniek met hetzelfde gevolg dat de vijandige soldaten met elkaar slaags raakten. Na afloop van die strijd hadden de Joodse soldaten drie dagen nodig om alle buit te verzamelen (2Kron.20:25), maar na afloop van de slag om Jeruzalem zullen er zeven jaar nodig zijn om al het vijandelijke wapentuig te verbranden (Ezech.39:9), en er zullen zeven maanden nodig zijn om het land Israël te reinigen van alle lijken (Ezech.39:12). F: De totale geestelijke ommekeer in de naties. Zach.14:16-19 De overlevenden van de volken die Jeruzalem hebben belaagd, zullen dan jaarlijks naar de stad komen om de HEER van de hemelse machten als koning te vereren en het Loofhuttenfeest te vieren. En is er op aarde een volk dat niet naar Jeruzalem komt om de HEER van de hemelse machten als koning te vereren, dan zal er in dat land geen regen vallen. Ook Egypte zal, wanneer zijn volk niet naar Jeruzalem komt, stellig worden getroffen door deze plaag, waarmee de HEER de volken straft die het Loofhuttenfeest niet komen vieren. Dat zal de straf zijn voor Egypte en de andere volken die niet deelnemen aan het Loofhuttenfeest. De overlevenden van de volken op de aarde zullen jaarlijks naar Jeruzalem komen om het Loofhuttenfeest te vieren; dit Loofhuttenfeest zal een blijvende herinnering worden aan de goedheid van de Heer in de manier waarop Hij de mensheid bevrijd heeft uit de wildernis van de zondige geschiedenis van de mensheid. Het volmaakte koningschap van Jezus zal elk 6 jaar opnieuw gevierd worden op een manier die de harten van de mensen steeds opnieuw zal verbinden met het hart van Jezus; de hele aarde zal elk jaar een geweldige feestweek vieren onder het leiderschap van Jezus! Wanneer een volk de viering van dit feest probeert te vermijden, is dat een aanwijzing van een inwendige hartsgesteldheid waar onmiddellijk mee wordt afgerekend vanwege de consequenties waar zulke rebellie toe zal leiden. Na afloop van het duizendjarige vrederijk zal satan nog één keer de kans krijgen om de volken te verleiden tot rebellie tegen het volmaakte leiderschap van Jezus (Openb.20:7-10), maar tijdens het millennium zal er geen gelegenheid geboden worden tot rebellie; elke opstand tegen het koningschap van Jezus wordt onmiddellijk de kop ingedrukt. Overigens laten vele profetieën in de Bijbel zien dat er niet veel volken zullen zijn die de behoefte voelen om zich te verzetten tegen het volmaakte leiderschap van Jezus (Ps.22:28-32). G: Volledige heiligheid in de Joodse samenleving in Israël. Zach.14:20-21 Als die tijd aanbreekt, zal zelfs op de bellen van de paarden gegraveerd staan: Aan de HEER gewijd. De kookpotten in de tempel zullen dienen als offerschalen voor het altaar. Alle kookpotten in Jeruzalem en Juda zullen aan de HEER van de hemelse machten gewijd zijn; ieder die wil offeren, kan ze gebruiken om er zijn offer in te bereiden. Als die tijd aanbreekt, zullen er nooit meer handelaars zitten in de tempel van de HEER van de hemelse machten. Het volk Israël zal het eerste volk in de geschiedenis van de mensheid zijn dat in volledige heiligheid zal leven in elk onderdeel van de samenleving; elk eigendom - zowel de heilige als de dagelijkse voorwerpen van de Israëlieten - zal in die tijd volledig toegewijd zijn aan de Heer. Niets zal worden achtergehouden voor de Heer en alles zal volledig worden toegewijd aan het dienen van Hem. De dagelijkse gebruiksvoorwerpen in de huishouding zullen net zo heilig zijn voor de mensen als de speciale gebruiksvoorwerpen in de tempel van Jeruzalem; de mensen zullen zichzelf volledig geven aan de Heer in elk gebied van het leven, want er zal een volledige openbaring over de heiligheid van God zijn zoals nooit tevoren in de geschiedenis van Israël. Er zal volledig afgerekend worden met de scheiding tussen het gewone dagelijkse leven en de aanbidding van de Heer, want de Heilige Geest zal volledige ruimte krijgen om elk gebied van het leven in beslag te nemen. Deze inwendige realiteit zal uitwendig tot expressie komen door alle voorwerpen te merken op een manier die aangeeft dat ze aan de Heer toebehoren. Ook zal er geen enkele poging meer gedaan worden om geld te verdienen aan de aanbidding van de Heer zoals dat gebeurde tijdens de eerste komst van Jezus, toen de geldwisselaars en de handelaars enorm profiteerden van de pelgrims uit de diaspora die offerdieren kochten voor het Pesach (Joh.2:13-16). Maar in het millennium zal de tempel, d.w.z. het huis van God, volledig in gebruik zijn als een huis van gebed voor alle volken (Jes.56:7, Matt.21:13). Jes.56:6-7 En de vreemdeling die zich met de HEER heeft verbonden om Hem te dienen en Zijn naam lief te hebben, om dienaar van de HEER te zijn, ieder die de sabbat in acht neemt en niet ontwijdt, ieder die vasthoudt aan Mijn verbond, hem breng Ik naar Mijn heilige berg, hem schenk Ik vreugde in Mijn huis van gebed; zijn offers zijn welkom op Mijn altaar. Mijn tempel zal heten Huis van gebed voor alle volken. V.v.d.B. 7