Circulaire economie vraagt om passende

advertisement
NBA-platform voor nieuws, achtergrond en debat
Home
Nieuws
Magazine Accountant TV App Nieuwsbrief
Home Carrière
> Artikelen
> 2017 > 1 > Artikelen
Circulaire economie vraagt om passende verslaggevingsregels
Opinie
Feiten en cijfers
INTEGRATED REPORTING 31 januari 2017
Circulaire economie vraagt om passende
verslaggevingsregels
Tuchtrecht
LAATSTE ARTIKELEN
COLUMN PENSIOENEN Vandaag
 Leestijd van ongeveer 8 minuten  2 reacties
De ontwikkeling van een circulaire economie gaat gestaag door. Veel
ondernemingen in Nederland, maar ook daarbuiten, passen hun
bedrijfsmodel er op aan of experimenteren daarmee. Marktpartijen
hechten steeds meer belang aan duurzame investeringen. Een pleidooi om
ook verslaggevingsregels beter te laten aansluiten op de kenmerken van
een circulaire economie.
Verzekeraar lost eigen fout op
met chantage
BLOCKCHAIN 14 juli 2017
Marcel Bisschops, ceo 216:
'Wij hebben gedaan wat
iedereen al jaren voorspelt'
GEMEENTECONTROLE Een van de hoofdprincipes in de Nederlandse en IFRS-verslaggevingsregels is
dat de economische realiteit moet worden weergegeven. Maar de economische
realiteit van een lineaire economie verschilt naar mijn mening behoorlijk van de
economische realiteit van een circulaire economie. Het kenmerk van de circulaire
economie is immers dat fysieke producten niet meer op een afvalberg
terechtkomen, maar opnieuw in enige vorm (recycling, remaking, refurbishing
etc.) worden hergebruikt.
Een eenvoudig voorbeeld laat zien dat de huidige verslaggevingsregels
onvoldoende robuust zijn om transacties uit de nieuwe circulaire bedrijfsmodellen
getrouw weer te geven.
12 juli 2017
Kloof tussen accountants en
gemeenten moet worden
gedicht
HANS HOOGERVORST 10 juli 2017
IASB ten strijde tegen het
alternatieve winstbegrip
OPLEIDING 06 juli 2017
Hogeschool nieuwe stijl: met
beroepsproducten 'van buiten
naar binnen'
MEER ARTIKELEN
Accountant magazine
Trends in accountancy
2016-2017
Adviestoekomst is
ver, ver weg
Tech in
accountantsland: hip
not happening?
Cijfers & data
accountantsberoep
Nieuwe bedrijfsmodellen: een voorbeeld
Als simpel voorbeeld neem ik een producent van kantoormeubilair, die met zijn
afnemers is overeengekomen dat ze het recht hebben geleverd meubilair terug te
verkopen aan de producent, tegen een vooraf overeengekomen prijs. Deze prijs
noemen we de restwaarde. De producent houdt bij het ontwerpen van het
meubilair al rekening met repareerbaarheid en/of gebruik in andere producten
(modulariteit, meerdere cirkels etc.).
Vacatures
Zoek vacatures
Powered by


Contact
Thema's 

De terugverkoopwaarde is vooraf contractueel
vastgelegd voor een periode van tien jaar en loopt
gradueel terug van 40 procent naar 15 procent
van de nieuwwaarde. De producent garandeert
onder voorwaarden een minimale restwaarde van
12 procent als terugkoopverplichting.
'De huidige
verslaggevingsregels
zijn onvoldoende
robuust om transacties
uit de nieuwe circulaire
bedrijfsmodellen
getrouw weer te zijn
geven.'
Stel dat een product na acht jaar 30 procent
restwaarde heeft, maar de marktwaarde is 40
procent van de nieuwwaarde. Dan gaat van die extra 10 procent vervolgens 60
procent naar de klant en 40 procent naar de producent: zo profiteren beide
partijen en is er een gedeeld belang voor goede kwaliteit en zorgvuldig gebruik.
De doelstelling van de producent is echter dat de klant gebruikmaakt van zijn
recht om het gehele meubilair terug te verkopen aan de producent. Daarom zal de
marktwaarde op een tweedehandsmarkt veelal lager liggen dan de restwaarde.
Verslaggeving in de lineaire economie
Deze regels geven aan dat alleen sprake kan zijn van een verkoop, als alle
belangrijke rechten op economische voordelen en alle belangrijke risico's zijn
overgedragen aan de koper. Er is volgens de RJ sprake van een 'insignificante
restwaarde', als de contante waarde van de restwaarde (terugkoopbedrag)
minder bedraagt dan tien procent van de reële waarde van het goed op het
moment van verkoop, of als meer dan 75 procent van de economische
levensduur van het goed op het moment van terugname is verstreken.
Net als IFRS 15 (B70, put options) stelt de RJ dat als de reële waarde van het
goed op terugkoopdatum lager is dan de overeengekomen terugkoopprijs, er
geen sprake is van een verkoop, maar van een operationeel leasecontract (RJ
270 bijlage 2). Als de overeengekomen terugkoopprijs lager is dan die reële
waarde is wel sprake van een verkoop.
Kijkend naar het voorbeeld is het juist de bedoeling van de producent dat de
klant gebruik maakt van zijn terugverkooprecht. Daarom zal de overeengekomen
terugkoopprijs hoger liggen dan de marktprijs op een tweedehandsmarkt, met als
gevolg dat hier onder de huidige regelgeving geen sprake is van een verkoop. Het
verkochte meubilair moet dan op de balans van de producent blijven staan. Een
dergelijke balansverlenging past niet bij het circulaire bedrijfsmodel en heeft als
negatief effect dat solvabiliteitsratio's onder druk komen te staan.
IFRS zit op dezelfde lijn als de RJ-regelgeving. Application guidance B70 e.v.
van IFRS 15 behandelt de verwerking van put options: verplichtingen van
verkopers om eerder verkochte goederen na verloop van tijd en na gebruik op
verzoek van de koper terug te kopen. Als de koper hiermee een significant
voordeel (verschil met de verwachte marktwaarde) kan behalen, wordt de
verkoop accounting-technisch behandeld als een lease, conform IFRS 16 en niet
als een normale verkooptransactie.
Rethinking vanuit circulaire economie
De hiervoor beschreven regelgeving is gebaseerd op kenmerken van een lineaire
economie. De gedachte hierbij is dat goederen na verloop van tijd terugkomen bij
de leverancier of een financier, meestal een leasemaatschappij, en vervolgens zo
snel mogelijk te gelde worden gemaakt door deze af te stoten naar een opkoper
of een andere vorm van een tweedehandsmarkt.
Er is in deze gedachte geen sprake van enige vorm van revitalisering of
refurbishment. Als de terugverkoopwaarde hoger is dan de marktwaarde op het
moment van terugverkoop blijft de leverancier met een verlies achter. Een door
de leverancier eerder geboekte verkoop is dan in wezen niet gerealiseerd.
Het bedrijfsmodel binnen een circulaire economie is echter compleet anders. De
marktwaarde (de directe opbrengstwaarde op een tweedehandsmarkt) is niet
meer relevant, omdat de terugontvangen goederen niet worden doorverkocht in
de staat waarin ze zich bevinden. Deze goederen worden na ingrijpende
bewerkingen tot bijvoorbeeld nieuwe producten of gerevitaliseerde producten
opnieuw verkocht. Binnen een circulaire economie zal de omvang van
Holdijk zoekt een
Financial
Controller in
Gronau (Westfalen),
Duitsland

Klompenfabriek
Nijhuis zoekt een
Financieel
Specialist in
Beltrum

Wetland Wonen
zoekt een Manager
Finance in
Vollenhove

Fatels Food Group
zoekt een Financial
(business)
Controller in
Amsterdam/Dronte
n

TU Delft zoekt een
Business
Controller in Delft

tweedehandsmarkten sterk afnemen.
In de gedachte van een circulaire economie en de
daarbij behorende economische realiteit is feitelijk
sprake van een initiële verkoop van goederen,
met daaraan gekoppeld een langlopend
inkoopcontract met de verplichting voor de
leverancier om die goederen na verloop van tijd
weer in te kopen. Vergelijkbaar dus met een langlopend inkoopcontract voor
bijvoorbeeld grondstoffen. In dit model is dan ook initieel sprake van een
verkoop en verdwijnen de goederen van de balans van de leverancier. De
leverancier neemt alleen een voorziening op zijn balans op, als hij verwacht
onvoldoende dekking te vinden voor de te revitaliseren terugontvangen goederen.
Hier is dan sprake van een verlieslatend contract.
'Binnen een circulaire
economie zal de
omvang van
tweedehandsmarkten
sterk afnemen.'
Langlopende inkoopcontracten worden niet in de balans van de producent
verwerkt, zoals bijvoorbeeld gebruikelijk is bij nog niet afgewikkelde
overeenkomsten, die zijn begrepen in economische voorraden. Niet de
marktwaarde, gedefinieerd als directe opbrengstwaarde, maar de marktwaarde
als indirecte opbrengstwaarde speelt hierbij een rol. Met andere woorden: in
hoeverre is de producent/leverancier in staat de terugontvangen goederen te
herbewerken en opnieuw kostendekkend in de markt weg te zetten?
Investeerders zijn niet alleen in dit laatste geïnteresseerd, maar willen ook weten
in hoeverre de producent erin slaagt duurzame producten te ontwikkelen en zo
minder afhankelijk te worden van steeds schaarser wordende grondstoffen. Hier
zal ook het belang van niet-financiële informatie toenemen en zullen investeerders,
conform het model van integrated reporting, inzicht willen hebben in de capitals
waaruit de producent kan putten en de impact hiervan op mens en milieu.
Dunne scheidslijn
Een andere variant is dat de producent, bijvoorbeeld tegen een maandelijkse
vergoeding, de kantoorinrichting van de klant verzorgt en deze onderhoudt.
Dergelijke servicecontracten tenderen naar een leasingmodel; er is geen sprake
meer van verkoop van goederen en evenmin van terugverkooprecht. De
goederen blijven op de balans van de juridische eigenaar, in dit geval de
producent, die de kantoorinrichting feitelijk verhuurt aan de klant.
Als er geen sprake is van een servicecontract maar van verkoop bij aanvang, kan
het standpunt worden ingenomen dat de leverancier voor het terugverkooprecht
een verplichting op zijn balans moet opnemen. Maar dan moet aan de actiefzijde
van zijn balans ook het recht op de terug te ontvangen goederen worden
opgenomen.
Op deze wijze verwerkt de leverancier zowel de rechten als de verplichtingen uit
hoofde van nog niet afgewikkelde overeenkomsten in zijn balans. En dat is in
strijd met het algemene principe dat dergelijke overeenkomsten juist niet in de
balans worden verwerkt. Het is immers nog helemaal niet zeker dat de goederen
daadwerkelijk zullen worden terug geleverd.
Binnen een verder doorontwikkelde circulaire economie is het ook goed
voorstelbaar dat de goederen niet meer aan de oorspronkelijke leverancier
worden terug geleverd, maar aan een derde partij, die op basis van een eigen
bedrijfsmodel kansen ziet die goederen na bewerking opnieuw in de economische
kringloop in te brengen.
Een argument tegen mijn standpunt dat sprake kan zijn van initiële verkoop is dat
de economische scheidslijn tussen verhuur (leasing) en verkoop erg dun is, ook
omdat het bij aanvang van de transactie al zeer aannemelijk is dat de goederen
zullen worden terug geleverd aan de verkoper.
Mijn tegenargumenten zijn de volgende:
1. Het blote feit dat de goederen zullen worden terug geleverd staat een verkoop
niet in de weg, omdat de goederen opnieuw worden herbewerkt en als 'nieuw'
product in de markt worden weggezet. In feite is de economische levensduur
van de teruggenomen goederen in de staat waarin deze zich bevinden
verstreken.
2. Binnen de gedachte van een circulaire economie worden de teruggekochte
goederen beschouwd als grondstoffen, die de nodige bewerkingen moeten
ondergaan.
3. Het belang van tweedehandsmarkten zal naar verwachting bij een groei van
een circulaire economie sterk afnemen. Hierdoor zal de directe
opbrengstwaarde voor de leveranciers irrelevant worden voor de bepaling van
de fair value van teruggekochte goederen.
4. Leasing is een vorm van financiering, waarbij de lessee de uitsluitende
beschikkingsmacht over een goed verkrijgt, tegen betaling van termijnbedragen.
Kijkend naar het voorbeeld in dit artikel is er geen sprake van enige vorm van
financiering; de goederen worden immers na levering geheel betaald.
Meer laten aansluiten
De praktijk kent uiteenlopende vormen van circulaire bedrijfsmodellen, die
vragen om daarop aansluitende verslaggevingsregels.
Het zou goed zijn als standaardsetters hun verslaggevingsregels heroverwegen en
meer laten aansluiten op de kenmerken van een circulaire economie. Op die
manier wordt meer recht gedaan aan de economische realiteit van de nieuwe
businessmodellen die hiermee samenhangen en aan het concept van integrated
reporting.
Het op een circulair businessmodel toepassen van
verslaggevingsregels uit de lineaire economie kan
leiden tot een verkeerde weergave van de
economische realiteit en dus tot slechte
verslaggeving. Het gevaar dat dergelijke
verslaggevingsregels de ontwikkeling van
circulaire bedrijfsmodellen belemmeren ligt op de
loer.
Reacties 'Het op een circulair
businessmodel
toepassen van
verslaggevingsregels
uit de lineaire economie
kan leiden tot slechte
verslaggeving.'

Deel dit artikel
   
Henk Verhoek
Henk Verhoek was senior beleidsmedewerker
Beroepsontwikkeling en Beleid NBA.

Lees alles van Henk Verhoek
GERELATEERD
NIEUWS 26 juni 2017
Amsterdamse beurs in teken van niet-financiële verslaglegging
De opening van de Amsterdamse beurs Euronext staat 27 juni in het teken van niet-financiële
verslaglegging. 
 x 0
NIEUWS 23 mei 2017
Duurzaamheidsresolutie Shell afgewezen
Aandeelhouders van Shell willen niet dat het olieconcern concrete doelen stelt voor het terugdringen
van de uitstoot van broeikasgassen. 
 x 2
OPINIE 19 mei 2017
Maak van bestuursverslag geen 'ticking-the-box-exercitie'
De Europese richtlijn over publicatie van niet-financiële informatie mag niet verworden tot een
'ticking-the-box-exercitie'. Dat gevaar ligt op de loer, maar ondernemingen kunnen hun ogen niet
meer sluiten voor de vraag naar niet-financiële informatie. Een houding van "we zijn compliant en
gaan over tot de orde van de dag" doet geen recht aan de manier waarop de maatschappij naar
waardecreatie van ondernemingen kijkt. 
 x 0  26  7
Hans Schoolderman, Marcus Looijenga en Kavita Nandram
VAN DE HELPDESK 19 mei 2017
Verplichte niet-financiële informatie: wat zijn de gevolgen voor
de accountant?
Duurzaamheid, transparantie en maatschappelijk verantwoord ondernemen zijn steeds belangrijkere
thema's voor de samenleving, de politiek en het bedrijfsleven. De verplichte niet-financiële verklaring
voor oob's is daar een voortvloeisel van, en dit is van invloed op de werkzaamheden van de
controlerend accountant. 
 x 0
NIEUWS 02 mei 2017
Eumedion positief over eerste ervaringen met geïntegreerde verslaggeving
Eumedion is over het algemeen tevreden over de eerste ervaringen met het raamwerk van geïntegreerde verslaggeving,
zoals in 2013 opgesteld door de International Integrated Reporting Council (IIRC). 
 x 0
Aanmelden nieuwsbrief
Ontvang vier keer per week (maandag, woensdag, donderdag en
vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox..
Uw e-mail adres
Aanmelden
Accountant is een uitgave van de Koninklijke Nederlandse
Beroepsorganisatie van Accountants (NBA).
ACCOUNTANT.NL
THEMA'S
Home
Aansprakelijkheid
Accountantsdag 2016
Arbeidsmarkt
Nieuws
Arbeidsrecht
Assurance
Beroep met toekomst
Opinie
Corporate governance
Derivaten
Externe verslaggeving
Carrière
Financiële instellingen
Financiering
Fiscaal
Feiten en cijfers
Flex-bv
Fraude en witwassen
Fraude in praktijk
Artikelen
Governance NBA
ICT
Integrated reporting
Kantoormanagement
Kwaliteit en toezicht
Lerend vermogen
Mkb
Ondernemingsrecht
Onderzoek en wetenschap
Opleiding
Overheid
Pensioen
Professioneel-kritische
instelling
Publiek belang
Samenstellen
Semi-publieke sector
Statistical auditing
SBR
Van de Helpdesk
Accountant maakt gebruik van cookies om de website te analyseren en te verbeteren en om advertenties te tonen. Door op 'akkoord' te klikken
© 2017 NBA (0.0.0.0) Contact Disclaimer Privacyverklaring Cookieverklaring Spelregels debat Volg ons op Twitter NBA.nl
geeft u toestemming voor het gebruik van cookies. In de cookieverklaring vindt u meer informatie over het gebruik van cookies op deze site.
Akkoord
Download