De Nationale ombudsman in relatie tot klachten over discriminatie

advertisement
De Nationale ombudsman in relatie tot klachten over discriminatie
Op verzoek van de Artikel 1; door Munish Ramlal, bureau Nationale ombudsman (versie 21-1-2014)
1. Inleiding
De Nationale ombudsman beschermt de burger tegen onbehoorlijk overheidsoptreden. Hij toetst
overheidshandelen aan zogenoemde behoorlijkheidsnormen (zie onze behoorlijkheidswijzer hier:
http://www.nationaleombudsman.nl/behoorlijkheidswijzer). Onderdeel van de behoorlijkheid is dat
de overheid en haar medewerkers niet mogen discrimineren. De behoorlijkheid brengt met zich mee
dat de overheid burgers gelijkwaardig behandelt.
Helaas komt het in de praktijk voor dat ook de overheid discrimineert. Hierbij kan gedacht worden
aan beleid of regels die voorbijgaan aan de positie van gehandicapten. Ook kan gedacht worden aan
optreden van de politie waarin etnische minderheden steeds in het vizier terecht komen en daarvan
last ondervinden (ethnic profiling). Soms is de overheid met alle goede intenties zich er niet van
bewust. In dat geval kan geleerd worden van klachten.
Om de overheid zich ervan bewust te maken dat bepaald overheidshandelen discriminatie tot gevolg
kan hebben, brengt de Nationale ombudsman rapporten, wijzers en andere adviezen uit. Ook spreekt
hij regelmatig met bestuurders en politici om bepaalde zorgen te delen. Veel gebeurt achter de
schermen, maar een andere keer spreekt de ombudsman zich openlijk uit tegen discriminatie,
racisme en andere vormen van ongerechtvaardigde ongelijke behandeling van burgers. Op deze
wijze probeert de Nationale ombudsman bij te dragen aan een prettige samenleving waarin
iedereen, ongeacht huiskleur, seksuele voorkeur, enzovoorts, kan leven en als volwaardig lid van de
samenleving wordt beschouwd. Dit alles vanuit de behoorlijkheid.
2. Klachten 2011-2013
2.1. Discriminatie binnen de klachtenstroom
Burgers kunnen een klacht indienen bij de Nationale ombudsman als zij vinden dat de overheid hen
onbehoorlijk heeft behandeld. Jaarlijks bellen circa 30.000 burgers naar ombudsman. In veel gevallen
kan de ombudsman volstaan met het op weg helpen van mensen. Het blijkt vaak dat
overheidsinformatie tot veel onduidelijkheid leidt bij mensen. De ombudsman wijst hen de weg en
voorkomt daarmee dat burgers verkeerde informatie aanleveren of formulieren verkeerd invullen.
Hij biedt een luisterend oor en vangt signalen af die burgers geven over zaken die in de
dienstverlening van de overheid niet of minder soepel verlopen. Vaak geven klachten of signalen
aanleiding om eens te bellen naar de overheidsinstantie waarover geklaagd wordt om zo te zoeken
naar een snelle, maatwerk oplossing. Dit noemen wij ‘interventie’. In andere gevallen waar een
interventie alleen niet volstaat, opent Nationale ombudsman onderzoek. Ook doet de ombudsman
onderzoek op eigen initiatief. Dit speelt bijvoorbeeld in de situatie dat er iets structureel aan de hand
is.
Burgers noemen in de gesprekken die ze hebben met de Nationale ombudsman ook discriminatie.
Vaak is het verpakt in andere zaken waarover geklaagd wordt. In veel gevallen gaat het over
Pagina 1 van 4
bejegingsklachten of het vermoeden waarom zij iets niet hebben gekregen waar zij om gevraagd
hadden. De Nationale ombudsman probeert steeds met doorvragen te achterhalen of er echt sprake
is van discriminatie.
2.2. Cijfers
Het aantal meldingen van de jaren 2011, 2012 en 2013 op discriminatie is beperkt. In 2011 56; 2012
50; en in 2013 weer 56. In het merendeel worden burgers geïnformeerd over wat ze zouden kunnen
doen. De Nationale ombudsman komt namelijk pas in beeld als burgers eerst in gesprek zijn getreden
met de overheidsorganisatie zelf. Het ook komt ook voor dat mensen bellen met de ombudsman,
maar dat de vermeende discriminatie plaatsvond buiten de overheidssfeer; in dat geval wordt er ook
verwezen. Hieronder staan enkele grafieken met cijfers over wat er gebeurde met de signalen die
een sleutelwoord discriminatie kenden in de registratie van telefoontje die binnenkwamen bij de
Nationale ombudsman:
rapport na
onderzoek
tussentijds
2%
oplossing door beeindigd
10%
interventie
4%
2012: 50 klachten
kennelijk
ongegrond
10%
verwijzen/
informeren
74%
tussentijds
beeindigd
2%
oplossing door
interventie
2%
rapport na
onderzoek
11%
kennelijk
ongegrond
19%
2011: 56 klachten
verwijzen/
informeren
66%
Pagina 2 van 4
rapport na
tussentijds onderzoek
beeindigd
7%
7%
2013: 56 klachten
oplossing door
interventie
11%
kennelijk
ongegrond
6%
verwijzen/
informeren
69%
2.3. Opvallende zaken
Opvallend in de cijfers van de Nationale ombudsman (zie bijlage, vertrouwelijk voor dit onderzoek
toegevoegd) is dat veel klachten zijn verbonden aan het ministerie van Veiligheid en Justitie en de
daaronder vallende organisaties zoals de Nationale Politie, KMAR (in het kader van Schiphol) en het
OM. Hierbuiten is het beeld divers.
De Nationale ombudsman maakt zich zorgen over ethnic profiling, waar de Raad van Europa zich
over heeft uitgelaten en Amnesty International in 2013. Bij de klachten die bij de ombudsman
worden ingediend, komen klachten die direct hiermee te maken hebben echter nauwelijks voor. In
een rondetafelgesprek met diverse mensen die te maken hebben gehad met ethnic profiling door de
politie of door medewerkers van de KMAR heeft hij zich afgevraagd waarom mensen die dit
meemaken geen klacht indienen (bij de Nationale ombudsman). Zie verder paragraaf 3 hieronder. Na
het optreden van oud-ombudsman Brenninkmeijer in het televisieprogramma Buitenhof over
racisme in Nederland, zijn er wel meer signalen binnengekomen. Maar nog steeds is het aantal
klachten beperkt.
3. Rapporten en structureel onderzoek
In een beperkt aantal gevallen is er daadwerkelijk een klacht gegrond verklaard op grond van
discriminatie (zie bijvoorbeeld rapport 2013/ 145 en 2012/109). In de meeste rapporten speelt
discriminatie een rol op de achtergrond. De rapporten kunnen gevonden worden via de volgende
weblink: http://www.nationaleombudsman.nl/rapporten.
In het structurele onderzoek van de Nationale ombudsman kan onderzoek naar homopesten worden
genoemd. Eind 2011 is een 'Stop homo pesten kaart' uitgebracht. Zie hier
http://www.nationaleombudsman.nl/stop-homopesten voor meer informatie.
4. Oorzaken relatief weinig klachten
De Nationale ombudsman concludeert op basis van gesprekken met mensen die discriminatie
hebben ervaren, zoals homopesten, seksuele discriminatie, ethnic profiling, dat burgers niet
gemakkelijk een klacht indienen over discriminatie. De mensen die hij sprak, hebben ofwel ermee
Pagina 3 van 4
leren leven, of willen het achter zich laten en er niet steeds mee geconfronteerd worden in een
langere procedure of geloven simpelweg dat het geen zin heeft om te klagen. Wat verder voor de
ombudsman ook speelt, is dat mensen bij discriminatie niet primair denken aan de Nationale
ombudsman. Ze gaan dan eerder naar een anti-discriminatievoorziening. Wat ten derde meespeelt,
is dat eerst geklaagd moet worden bij de overheidsinstanties zelf. De Nationale ombudsman verwijst
daarom ook veel terug naar de klachtbehandeling in de zogenoemde eerste lijn.
5. Verbinding met antidiscriminatiebureaus
Het zou nuttig zijn als de verbinding tussen anti-discriminatievoorzieningen en de Nationale
ombudsman versterkt zou kunnen worden. De ombudsman wil klachten desgewenst ook kunnen
verwijzen naar de antidiscriminatiebureaus. Vermoed wordt dat dit wel gebeurt, maar de lijnen
zouden nog iets korter mogen. Omgekeerd zouden de bureau ook meer kunnen denken aan de
Nationale ombudsman en burgers die te maken hebben met discriminatie door de overheid kunnen
verwijzen naar de ombudsman. Belangrijk is om hierbij wel te vermelden dat het moet gaan over
klachten waar de Nationale ombudsman over bevoegd is en dat de ombudsman een laatste instantie
is als klachtbehandelaar. Klachten over de politie over discriminatie moeten bijvoorbeeld eerst door
een klachtencommissie van de politie zelf worden behandeld en ongegrond worden verklaard.
Pagina 4 van 4
Download