Klankpot - Omgeving in de Praktijk

advertisement
Klan kpot
Acoustic
UDC 691.43
pottery
RVblad 01-1
Klankpotten in de muren van
middeleeuwse kerken
Acoustic pottery in the walls of
medieval churches
Dr. ing. H. Janse
Inleiding
In de middeleeuwen werden in
kerken, met name in de wanden
van het koorgedeelte en in de
triomfboog tussen koor en schip,
aardewerken vazen of potten met
de opening naar de ruimte
gekeerd ingemetseld, met het doel
de verstaanbaarheid van het
gesproken of gezongen woord te
verbeteren. Men zal de bedoeling
gehad hebben op deze wijze de
nagalm in gunstige zin te
beïnvloeden.
Dit artikel geeft een overzicht van
het onderwerp. Voor uitgebreidere
gegevens wordt verwezen naar
CiITblad Klankpot 01.
Klassieke oudheid
In de Griekse openluchttheaters
stonden los geplaatste vazen
opgesteld, zowel van koper als van
aardewerk, waarvan de opening
naar het toneel gericht was. Zij
waren bedoeld om de akoestiek in
deze theaters te verbeteren.
De Romeinse architect en ingenieur Vitruvius (lste eeuw v. Chr.)
heeft uitvoerig de theorie van de
akoestische vazen beschreven. Er
zijn evenwel geen toepassingen
door de Romeinen bekend.
1. Groningen, Martinikerk, noorderdwarsschip, 13de eeuw. Vier potten, ingemetseld in gewelf. Naar P.L. de Vrieze.
RDMZ RV lVVO/lV-18
3. Oudelande (Z.), Hervormde kerk.
Grape, als klankpot gebruikt boven de
triomboog aan de koorzijde, 14de eeuw
Foto RDMZ 1964, H. Janse.
2. Heukelum (Z.H.), Hervormde kerk.
Klankpot uit het koor, eind 14de eeuw.
Grijs gesmoord aardewerk, hoogte 18 cm.
Foto RDMZ.
Middeleeuwen
In vrijwel heel Europa, dat in de
late middeleeuwen tot de Christelijke wereld gerekend kon worden,
zijn klankpotten aangetroffen in
muren en gewelven van kerken.
In Zuid-Europa zijn gewelven
gemetseld met urnen en kruiken,
die in elkaar werden gestoken. In
een aantal gevallen heeft men die
potten ten onrechte aangezien
voor klankpotten. In Nederland is
dit echter geen gebruikelijke
bouwwijze voor gewelven.
Wel zijn in de gewelven van het
13de-eeuwse noorderdwarsschip
van de Martinikerk te Groningen
acht groepen van vier potten
gevonden afb. 1. De potten zijn
kogelvormig en aan binnen- en
buitenzijde voorzien van een
dunne matte lichtbruine laag. De
diameter van de opening is ca. 20
cm. De vier openingen zijn
omgeven door ruitvormige figuren
van rode en zwarte lijnen,
eindigend in heraldische lelies.
Deze rangschikking doet denken
aan die in de St.-Severinkerk te
Keulen, waar de openingen waren
omgeven door geschilderde
bazuinen van engelen, waarmee
de klankversterkende werking
wordt aangegeven.
Er zijn weinig geschreven
bronnen, die wijzen op een
akoestische functie van de potten.
De kroniek van het Coelestijnerklooster in Metz (F.)vermeldt, dat
de prior in 1432 potten liet
aanbrengen om de akoestiek bij
het zingen te verbeteren. Hij had
dit in een andere kerk gezien l.
Voor klankpotten werden zowel
speciaal voor het doel gebakken
potten en kruiken afb. 2 gebruikt
als afgekeurd gebruiksaardewerk
afb. 3.
Het aanbrengen van potten werd
als volgt beschreven in de rekeningen van de Nicolaikerk te Utrecht
uit 1444: ‘Item gegeven, doemen dat
koer bestade te wulven ... cruuctgens
omt koer in die steyghergaet
ghemetselt ...’ 2. Deze vermelding
komt overeen met de wijze,
waarop in de sluiting van het van
omstreeks 1400 daterende koor
van de kerk te Dreischor (Z.) 14
klankpotten werden aangebracht
in steigergaten onder de
muurplaat, ter weerszijden van de
vensterbogen. Opvallend is daarbij,
dat zij hier werden afgedekt met
een vierkant plankje met een zijde
van ca. 22 cm. Daarin waren ajour
laatgotische ornamenten gesneden
afb. 4, zodat geluid uit de kerk in
de potten kon doordringen. De
plankjes waren donkerrood
geschilderd. Bij de restauratie
omstreeks 1964 werd de oorspronkelijke situatie weer hersteld afb. 5.
Het merendeel van de klankpotten, die in Nederland zijn
aangetroffen, bevond zich in
ruimten met een houten
Klan kpot
RVblad 01-2
5. Dreischor (Z.), Hervormde kerk. Koor met klonkpotten onder de muurplaat, afgedekt
met bewerkte houten plankjes, eind 14de eeuw. Foto RDMZ, G.J.Dukker.
4
Y
4. Drelschor (Z.), Hervormde kerk.
Twee plankjes, die de openingen van de
klankpotten afdekten, eind 14de eeuw.
Foto’s RDMZ 1964, H. Janse en A. Bicker
Caarten.
tongewelf. De plaats en rangschikking verschilt van geval tot geval.
Er zijn kerken, waar de potten op
ongeveer 2,5 m boven de vloer
zijn aangebracht, elders zijn zij vrij
dicht onder de kapvoet geplaatst.
Soms zijn zij in rijen gemetseld,
soms in groepen. Als voorbeeld
noemen wij hier de Agnietenkapel
in Gouda, daterend van 1480. Daar
zijn de klankpotten ter weerszijden van de vensterbogen in 18
groepen van vijf geplaatst afb. 6.
Een volledige opsomming van in
I Nederland aangetroffen klankpotten geeft het artikel van J.F.Heijbroek, aangegeven in CATblad
..
Klankpot 01.
6. Gouda (Z.H.), Agnietenkapel, ca. 1480.
Klankpotten, gegroepeerd ter weerszijden
van de vensterbogen. Foto RDMZ 1978,
G.J. Dukker.
Na de middeleeuwen zijn in buiten
de Nederlanden in de wanden van
kerkgebouwen geen klankpotten
meer aangebracht. Eerst in de
20ste eeuw is men in een enkel
gebouw in het buitenland weer tot
de toepassing ervan overgegaan.
<rj’i
$-r
%
s
Restauraties
Bij restauraties van kerken en
voormalige kapellen moet men er
op letten, dat onder de pleister- en
witsellagen klankpotten verborgen
kunnen zitten, met name in
koorsluitingen. Soms is de rand
Klankpot
RVblad 01-3
van de potten bij een vroegere
actie afgehakt en beschadigd.
In een aantal gevallen is men er
toe overgegaan nieuwe potten bij
te laten bakken en te plaatsen op
die plekken, waar zeer beschadigde of geheel verdwenen
exemplaren hadden gezeten. Op
die wijze wordt een historisch
fenomeen voor het nageslacht
bewaard.
In ieder geval is nauwkeurige
documentatie door middel van
opmetingen en foto's noodzakelijk.
Het verdient aanbeveling de
verkregen gegevens toe te zenden
aan de documentatiesectie van de
Rijksdienst voor de Monumentenzorg, opdat deze centraal kunnen
worden bewaard.
RDMZRV 1990/19-19
Noten
Summary
1
In the walls of medieval churches
acoustic pottery has been found.
The most likely reason is that the
pottery was intended to improve
the acoustic qualities of the building. Some jars were especially
produced for an acoustic purpose,
but ordinary earthenware pots
were also used, sometimes with a
perforated lid. They were mostly
applied in choir walls or in arches.
Many examples have been found
in all parts of the Netherlands.
M.E. de Bouteiller, Notice sur Ie
couvent des Célestins de Metz in: M.
Didron sr., Acoustique monumentale,
Annales Archéologiques 22 (1862), 296.
2
E.J. Haslinghuis, Bouwgeschiedenis
der St. Nicolaaskerk te Utrecht,
Oudheidkundig Jaarboek = Bulletin NOB
1923, 12.
Download