Actiekaarten Voor 3-6 spelers Vanaf 10 jaar Doel van het Spel Er is een zwerm insecten in de buurt en je wilt de eerste zijn die zijn erf ervan verlost heeft (alle kaarten in de hand uitgespeeld). Zodra een speler al zijn kaarten kwijt is, tellen de kaarten die de andere spelers over hebben tegen hen. Na zes rondes wint de speler met het laagste aantal punten. De Kaarten Insectkaarten 45 exemplaren - Genummerd 1 tot en met 9. Deze komen voor in steeds kleinere aantallen. Er zijn 9 kaarten met nummer 1 en 1 kaart met nummer 9. Plaag – 2 exemplaren. Kopieert een willekeurig insect waarmee het gespeeld wordt en kan niet alleen gespeeld worden. Net – 3 exemplaren. De speler wordt als onzichtbaar beschouwd en de zwerm gaat door naar het volgende erf. van grootte ‘4’ aankondigen, of je kunt alle drie de ‘2’en spelen en een zwerm van grootte ‘6’ aankondigen. Als je daarnaast nog een ‘Plaag’ hebt, kun je die met een of meer van je oorwurmen uitspelen en de grootte van de zwerm met nog eens ‘2’ vergroten. Afweermiddel – 3 exemplaren. De richting van de zwerm wordt omgekeerd en teruggestuurd naar het erf van de vorige speler. Deze kaarten worden in het midden van het speelveld gelegd en vormen de huidige zwerm. Verdelger – 1 exemplaar. Verdelgt de zwerm en reduceert de grootte van de zwerm tot nul. A. Vergroot de zwerm door het spelen van een of meer dezelfde insecten gelijk aan die van de voorgaande speler. Als de voorgaande speler bijvoorbeeld 3 ‘3’-en (roofvliegen) heeft gespeeld en zwermgrootte ‘9’ aankondigde, kun je een ‘3’ spelen een grootte ‘12’ aankondigen. Je kunt meer dan 1 ‘3’ neerleggen en de nieuwe zwermgrootte aankondigen. Hoe te spelen De speler die het laatst op een insect gestaan heeft deelt de eerste hand. Alle kaarten worden uitgedeeld – sommige spelers kunnen meer kaarten krijgen dan anderen. De gever begint en het spel gaat linksom verder. Het is niet toegestaan het aantal kaarten in de hand te verbergen. Alle kaarten moeten altijd voor alle spelers duidelijk zichtbaar zijn. De startspeler mag een of meer dezelfde insecten spelen. Als je bijvoorbeeld drie ‘2’-en (oorwurmen) hebt, kun je een ‘2’ spelen en een zwerm van grootte ‘2’ aankondigen, je kunt twee ‘2’-en spelen en een zwerm De volgende speler heeft nu vier mogelijkheden: B. Versla de zwerm met een zwerm van een ander type insect. Die zwerm moet groter zijn dan de zwerm die al op tafel ligt. Als de voorgaande speler bijvoorbeeld een zwerm van vier ‘2’-en (oorwurmen) heeft gespeeld en grootte ‘8’ heeft aangekondigd, kun je bijvoorbeeld twee ‘5’-en (mieren) spelen en grootte ‘10’ aankondigen, of drie ‘4’-en (zandloopkevers) en ‘12’ aankondigen, etc. C. Speel een actiekaart om te voorkomen dat je de zwerm moet verslaan. Een ‘Net’ geeft de beurt door aan de volgende speler in spelersvolgorde. ‘Afweermiddel’ geeft de beurt terug aan de vorige speler en draait de speelrichting om totdat een volgende kaart ‘Afweermiddel’ gespeeld wordt. De ‘Verdelger’ verdelgt de hele zwerm en reduceert de zwermgrootte tot ‘0’. Alle op tafel gespeelde insecten blijven op tafel liggen totdat iemand de zwerm op de hand neemt, of de kaarten geschud worden voor een nieuwe ronde. Opmerking: Alle Actiekaarten en ‘Plaag’-kaarten worden op de aflegstapel gelegd en niet in de zwerm. D. Als je geen van bovenstaande acties kunt of wilt uitvoeren moet je alle kaarten van de huidige zwerm op de hand pakken. Daarna begin je met de volgende beurt. Opmerking: Kaarten op de aflegstapel worden niet mee op de hand genomen; ze zijn uit het spel totdat een nieuwe ronde gespeeld wordt. Beperkingen aan een nieuwe beurt: Wanneer de zwerm die zojuist op de hand genomen is slechts uit één type insect bestaat, kun je de volgende beurt niet met een zwerm van dat type insect beginnen, TENZIJ die zwerm groter is dan dat hij was toen hij op de hand genomen werd. Het spel gaat op deze manier door, totdat een speler geen kaarten meer op de hand heeft. De ‘Verdelger’, het ‘Net’, het ‘Afweermiddel’ en ‘Plaag’ op zichzelf, mogen niet als laatste kaart gespeeld worden. Wanneer een speler uit is, is de ronde voorbij en wordt de ronde gescoord (zie Scoren/Winnen verderop). Hierna begint de volgende ronde. De speler die deze ronde het hoogste aantal punten heeft gehaald deelt en begint de nieuwe ronde. In het geval van gelijkspel, deelt en begint de speler die de meeste laaggenummerde kaarten op de hand had (bijvoorbeeld meer ‘1’ kaarten dan enig andere speler, of meer ‘2’ kaarten dan een andere speler wanneer er een gelijke stand voor ‘1’ kaarten was, etc.). Ongenummerde kaarten worden voor een gelijkspel buiten beschouwing gelaten. Opmerking: Schudt ook een eventueel op tafel liggende zwerm en aflegstapel mee bij het begin van een nieuwe ronde. Speciale Regel – Vernietiging CREDITS Wanneer je de speler bent die een NIEUWE beurt begint, en je hebt alle insecten van een type in je hand, dan mag je de kolonie vernietigen door de kaarten aan je tegenspelers te laten zien en op de aflegstapel te leggen. Je mag daarna opnieuw een beurt beginnen. Spelontwerp Keith Meyers Entomologie Kelly Zylstra Je mag kolonies van insecten zo vaak vernietigen als je volledige kolonies in je hand hebt. Je begint een beurt bijvoorbeeld door het vernietigen van een kolonie van 7 roofvliegen. Daarna begin je een nieuwe beurt door het vernietigen van 1 bidsprinkhaan. Dan begin je weer een nieuwe beurt… Een ‘Plaag’ kaart kan bij het vernietigen van een kolonie aan de kolonie toegevoegd worden, waarna de speler weer een nieuwe beurt mag beginnen. De ‘Plaag’ kaart moet als TOEVOEGING aan een kolonie gespeeld worden, en mag niet gespeeld worden om de kolonie volledig te maken.” at the end of that paragraph. Scoren/Winnen Wanneer een ronde eindigt, krijgen de spelers 1 punt voor elke kaart die zij nog op de hand hebben. Na 6 rondes wint de speler met het laagste aantal punten. Tijdens het testen van het spel was 18 de slechtste score in een ronde bij een spel met 4 spelers. Niet bepaald een record om te verbeteren! Entomologie Illustraties Patrick LaMontagne Vertaling Duits Thomas Ewert, Ferdinand Köther Nederlands Italiaans Spaans Frans Chinees Peter Kruijt Fabrizio Autino Pol Cors, Dario Aguilar Alexis Righetti, François Furthner 刘迪生, 何渠钧 Redacteur Brian Mola Speltesters Aaron Bishop Richard Morgan Don Colwell Warren Vezina Mark Kuipers Rik Falch De Amerikaanse kakkerlak is de grootste soort gewone kakkerlak en wordt vaak als een plaag gezien omdat het huizen binnentrekt voor voedsel en voortplanting. Ze worden beschouwd als een van de snelst rennende insecten. De oorwurm is een op de hele wereld veel voorkomend insect en wordt gekarakteriseerd door kleine membraanachtige vleugels die onder de voorvleugels opvouwen. Aan de achterzijde zitten een soort tangachtige uitsteeksels, de cerci. Cerci zijn sensorische uitsteeksels. De naam oorwurm komt van het sprookje dat oorwurmen het oor binnengaan en in de hersenen nestelen en eieren leggen. Oorwurmen voeden zich met andere insecten (zoals kakkerlakken), waardoor ze vaak rondom huizen gevonden worden. Roofvliegen hebben een karakteristieke snor op het gezicht die bestaat uit dicht op elkaar staande haren en hebben een lange ovipositor (legboor) aan het einde van het lijf. Hun proboscis (zuigende insectenmond) wordt gebruikt om speeksel te injecteren dat neurotoxines (zenuwgif) bevat om hun prooi te verlammen en te verteren. Vervolgens zuigen ze het insect leeg. Zandloopkevers zijn zowel als larven als als volwassenen jagers. Ze worden als een van de snelste insecten beschouwd, en hebben grote ogen en kaken en lange poten. Zandloopkevers kunnen hun prooi uit de lucht vangen. Sparrenreuzenmieren zijn grote mieren die hun burcht bouwen in vergaan, vochtig hout. In het Engels worden zij timmermanmieren genoemd omdat ze gangen graven in het hout van huizen en bomen voor hun nesten. Ze voeden zich met andere insecten en met honingdauw die door luizen word afgescheiden. De mierenleeuw is de larve van de mierenleeuwjuffer. Ze maken valkuilen in de grond waarin de larven zich onderin begraven zodat alleen de kaken boven de grond uitsteken. Zodra een prooi naar de bodem glijdt wordt die snel door de mierenleeuw gegrepen. Ze voeden zich met kleine insecten, waaronder mieren. De gewone wesp bouwt een grijs papieren nest, gewoonlijk onder de grond, in een verlaten boom of in een opening in een muur. Ze komen op het hele noordelijke halfrond voor. Ze voeden zich met een variëteit aan insecten en nectar. Springende spinnen zijn de grootste familie van spinnen. Hun grote ogen maken uitstekende jagers van hen. Ze zijn geen echt insect, maar vallen onder de geleedpotigen. Bidsprinkhanen danken hun naam aan de typerende houding die ze aannemen wanneer ze hun prooi opwachten of besluipen. Hun dieet bestaat uit een veelheid aan, meest grotere, insecten. Ze gebruiken camouflage en bewegen zich langzaam om niet op te vallen en hun verrassingsaanvallen te ondersteunen. Voor mij staan ze aan de top van de voedselpiramide omdat er niet veel insecten zijn die ze als prooi zien en omdat het dodelijk nauwkeurige jagers zijn.