ANW H5&6 Aantekening & Samenvatting Aantekeningen: Exponentiele groei: Nt = No * A^t Ontwikkeling atoommodel: - oudheid: (Demokritos): kleinste deeltjes van een stof (tegenwoordig molecuul) - 2e helft 18e eeuw: onderdeel van molecuul, ondeelbaar, massief bolletje - eind 19e eeuw: Thomson ontdekt dat atomen (neon) uiteen kunnen vallen uit in elektronen + positief geladen rest van atoom (tegenwoordig “ion”) Dit wordt Het Krentenbol model genoemd. - +/- 1910: Rutherford merkt dat α-straling (deeltjes) dwars door goudfolie heen gaan, dus dat het atoom “heel leeg” moet zijn: kern met er om heen draaiende elektronen = Zonnestelsel model Zuiver wetenschap onderzoek Alleen om te weten, uit nieuwsgierigheid <-> Toegepast onderzoek Onpraktisch probleem oplossen, nieuw product ontwikkelingen Model is een vereenvoudigde voorstelling van de werkelijkheid, bedoeld om die werkelijkheid te begrijpen en om er mee te voorspellen. Typen modellen: - wiskundige/natuurkundige formules - ruimtelijk model (vergroting/verkleining)/maquette - molecuul formule/structuur formule - reactie vergelijking - tekening/foto/landkaart Von Liebig: +/- 1830 -> kunstmest -> Groene Revolutie Plant heeft nodig (naast C uit CO² in de lucht, O uit H²O, H uit H²O) - N (o.a. voor aminozuren, DNA) uit NO³(-) (nitraat) of NH4(+) (ammoniak) - P (o.a. voor DNA, RNA) uit PO4 (3-) - Mg(2+), Ca(2+), K(+), Fe(2+), Mn Deze mineralen noemt men plantenvoedingsstoffen of meststoffen. Gebrek cultuur: laat plantje groeien in water met alle (voedings)mineralen behalve één en kijk of het plantje wil groeien. Doen ze dat niet dan hebben ze dat mineraal nodig en doe je de proef opnieuw waarbij je een ander mineraal weg laat máár deze wel er in zit, groeien ze wel dan doe je de proef opnieuw zonder die mineraal én een andere. Planten uit de familie van Vlinderbloemigen (bijv. klaver, lapine, erwten, bonen) kunnen samen werken met bacteriën: plant levert bacterie glucose en sluit hem of van zuurstof. Hierdoor moet de bacterie N² gebruiken voor de glucose afbraak, waarbij NH4(+) ontstaat. Zo kan de plant leven op een bodem zonder NO³(-) of NH4(+) “gewoon”: C6 H12 O6 +6O² -> 6H²O + 6CO² bacterie: C6 H12 O6 +N² -> NH³ + CO² NH³ + H²O -> NH4(+) OH(-) Samenvatting: 5.1 Ontdekkingsreiziger en kaartenmaker 2500 jaar geleden: Grieken keken op en nieuwe manier naar natuurverschijnselen. Hier stamt het idee dat alle materie is opgebouwd uit atomen van. Filosofen waren ervan overtuigd dat door alleen na te denken ze achter de krachten en principes konden komen. In de 16e en 17e eeuw onderzocht men met experimenten en waarnemingen of die oude theorieën van de Grieken wel klopten (Wetenschappelijke Revolutie). Inductie: aan de hand van voldoende waarnemingen een algemeen geldende kunt maken. Maar het is onvoldoende als basis voor wetenschappelijke uitspraken. Want je kunt bijv. niet zeggen dat alle raven zwart zijn, want er is misschien een plek op aarde waar er een raaf is die niet zwart is. Deductie: uit bestaande kennis proberen ze door logisch redeneren nieuwe kennis af te leiden, die ze dan aan waarnemingen en experimenten kunnen toetsen. Dit wordt door veel wetenschappers gebruikt (meestal via de wiskundige weg). Voor de Grieken kwam deductie niet aan bod, maar tegenwoordig zijn inductie en deductie onafscheidelijk. Zonder deductie geen hypothese, zonder inductie geen waarnemingen en experimenten. Door deductie en inductie te combineren kunnen theorieën en modellen verfijnen en aanscherpen. 5.3 De wetenschappelijke methode Bij wetenschappelijke methodes zijn altijd hypotheses nodig. Bij een wetenschappelijke methode begin je met een hypothese en eindigt met een oordeel. Is het oordeel negatief dan is de hypothese verworpen en moet men opnieuw beginnen met een nieuwe hypothese. Een hypothese moet altijd toetsbaar zijn, anders is het een niet geldig onderzoek. Je moet dus goed apparatuur tot je beschikking hebben anders kan je je hypothese niet testen. Een hypothese kan nooit waar zijn, een hypothese kan alleen aannemelijk zijn. Want misschien is er ergens bijv. wel een kabouter en dan is de hypothese dat er geen kabouters zijn dus verworpen. Verificatie: het aantonen dat een hypothese waar is Falsificatie: het aantonen van eventuele onwaarheid van een hypothese Het is beter om hypotheses te falsificeren dan om te verifiëren, want dat is wetenschappelijker. ©Maarten 4a