Programma Pinksterfeest Welkomstwoord Zingen: Psalm 146:1 Prijs den Heer met blijde galmen; Gij, mijn ziel, hebt rijke stof; ‘k Zal, zo lang ik leef, mijn psalmen, Vrolijk wijden aan Zijn lof; ‘k zal, zo lang ik ’t licht geniet, Hem verhogen in mijn leid. Gebed Vertelling Zingen: Psalm 119: 3 en 86 (collecte tijdens laatste vers) Och, schonkt Gij mij de hulp van Uwen Geest! Mocht Die mij op mijn paân ten leidsman strekken! ‘k Hield dan Uw wet, dan leefd’ ik onbevreesd; Dan zou geen schaamt’ mijn aangezicht bedekken, Wanneer ik steeds opmerkend waar’ geweest, Hoe Uw geboôn mij tot Uw liefde wekken! Dan vloeit mijn mond steeds over van Uw eer, Gelijk een bron zich uitstort op de velden; Wanneer ik door Uw Geest Uw wetten leer, dan zal mijn tong Uw redenen vermelden; Want Uw geboôn zijn waarlijk recht , o Heer; Gij zult de vlijt van die U zoekt, vergelden. Appèlwoord: “Bijbels naar voormalige Sovjet Unie” en aansluitend collecte. Zingen: “Jezus ga ons voor op het levensspoor........” Jezus ga ons voor op het levensspoor; doe ons als getrouwe leden, volgen U op al Uw schreden; Voer ons aan Uw hand, tot in ’t Vaderland. Zou ’t ons bang vergaan, leer ons vast te staan; doe ons in de bangste dagen, nimmer over moeite klagen; Want door smarten heen, vinden w’ U alleen. Richt ons leven lang, Jezus onze gang; voert Gij ons op ruwe wegen, geef ook daar Uw hulp en zegen; en aan ’t eind der baan, laat ons binnen gaan. Profetie uit het Oude Testament over de uitstorting van de Heilige Geest. Joël 2:28+29 “En daarna zal het geschieden, dat Ik Mijn Geest zal uitgieten over alle vlees, en uw zonen en uw dochteren zullen profeteren; uw ouden zullen dromen dromen, uw jongelingen zullen gezichten zien; Ja, ook over de dienstknechten , en over de dienstmaagden, zal Ik in die dagen Mijn Geest uitgieten”. Zingen: “De Heer’ is mijn Herder.....” De Heer’ is mijn Herder! ‘k Heb al wat mij lust; Hij zal mij geleiden, naar grazige weiden. Hij voert mij al zachtkens aan waat’ren der rust. De Heer’ is mijn Herder! Hij waakt voor mijn ziel, Hij brengt mij op wegen, van goedheid en zegen, Hij schraagt m’ als ik wankel, Hij draagt m’ als ik viel. De Heer’ is mijn Herder! In ’t hart der woestijn verkwikken en laven Zijn Hemelse gaven; Hij wil Mij versterken, met brood en met wijn. De Heer’ is mijn Herder! Hem blijf ik gewijd! ‘k zal immer verkeren in ’t Huis mijnes Heeren; zo kroont met haar zegen, Zijn liefde m’ altijd. Zingen: ”Samen in de naam van Jezus..........” Samen in de naam van Jezus, heffen wij een loflied aan, want de Geest spreekt alle talen en doet ons elkaar verstaan. Samen bidden, samen zoeken, naar het plan van onze Heer’. samen zingen en getuigen, samenleven tot zijn eer. Heel de wereld moet het weten, dat God niet veranderd is. Dat Zijn liefde als een lichtstraal, doordringt in de duisternis. ’t Werk van God is niet te keren omdat Hij erover waakt. En de Geest doorbreekt de grenzen, die door mensen zijn gemaakt. Loof de Heer’, de weg is open, naar de Vader, naar elkaar. Jezus Christus, Triomfator, mijn verlosser, Middelaar. Vader, met geheven handen, breng ik U mijn dank en eer. ’t Is de Geest die mij doet zeggen: Jezus Christus is de Heer’! 6 En weet gij nog, de Man van God, die werd aan ’t kruis gehecht....... hoe Hij door allen werd bespot? Ook dat was reeds voorzegd. 7 Hij is herrezen uit het graf, God heeft Hem opgewekt! Wat David reeds te kennen gaf, door Geest’lijk licht ontdekt. 8 Hij dan, verhoogd door ‘s Vaders Hand, zal heersen op Zijn troon........ Maak het bekend in ’t ganse land en breng Hem eerbetoon! 9 Wie zal ons redden, wat te doen? Bekeert u, wordt gedoopt! Drieduizend mensen deden toen, wat biddend werd gehoopt. Gedicht door 10 kinderen: 1. De lucht is vol van groot gedruis, gedreven door de wind. ’t Geluid vervult het hele huis..... het Pinksterfeest begint! 10 De vreze Gods legde beslag, zij leefden van genade....... God zegende hen elke dag, en sloeg hen gunstig gade! Zingen: Avondzang : 7 2. Verdeelde togen als van vuur - vuur van de Heil’ge Geest is neergedaald dit heilig uurzijn op hun hoofd geweest. 3. O Vader dat Uw liefd’ ons blijk’; O Zoon maak ons Uw beeld gelijk; O Geest, zend Uwen troost ons neer; Drie-enig God, U zij al d’ eer! Dankgebed Zij spreken elk een vreemde taal gedreven door de Geest. En toch verstaan wij ’t allemaal, wat is dit toch voor feest? 4. Misschien zijn zij vol zoete wijn, maar wacht, daar spreekt er één: “U denkt wel dat wij dronken zijn, maar dronken is er géén!” 5 Dit is wat Joël profeteert, vervulling van het woord Hij zag reeds, door de Geest geleerd, wat u nu ziet en hoort! Afsluiting