LESVOORBEREIDINGSFORMULIER (LVF) 2016-2017 Stationsstraat 36 3590 Diepenbeek tel 011 350429 fax 011 350428 e-mail [email protected] www.cvolimlo.be Naam en voornaam student Lesgroep Lector Lesonderwerp (agenda) Doelstellingen DCO-16103 ASO, moderne talen - wetenschappen, Derde graad, Onderwijsvorm, Eerste leerjaar, Biologie studierichting, graad, leerjaar, vak CVO LIMLO Stageplaats 6 oktober 2016 Datum en uur Thema biochemische stoffen in organismen - weet wat je eet en waarom Lise Bogaers 1 Leerplandoelstelling(en): (noteren doelstelling + referentie leerplan met hyperlink) Soort leerplan: Katholiek onderwijs URL: http://ond.vvkso-ict.com/leerplannen/doc/Biologie-2014-011.pdf Leerplandoelstelling B9: Het belang van sachariden, lipiden, proteïnen, nucleïnezuren, anorganische ionen, water en gassen voor het metabolisme toelichten. 2 Hoofddoel: De leerlingen kunnen in eigen woorden omschrijven uit welke voedingsstoffen onze voeding is opgebouwd en wat de functie is van deze voedingsstoffen. 3 Lesdoelstellingen: chronologische opsomming van lesdoelstellingen + nummering + aanduiding kennis, vaardigheden of attitudes 1. De leerlingen in eigen woorden uitleggen wat het verschil is tussen een voedingsmiddel en een voedingsstof/nutriënt (KENNIS) 2. De leerlingen kunnen aan de hand van voedingsetiketten afleiden welke voedingsstoffen er in onze voeding zitten (KENNIS + VAARDIGHEDEN) 3. De leerlingen kunnen de 6 categorieën van voedingsstoffen (vetten, eiwitten, koolhydraten, water, mineralen, vitaminen) waaruit voedingsmiddelen zijn opgebouwd opsommen (KENNIS) 4. De leerlingen kunnen in eigen woorden uitleggen wat het verschil is tussen een bouwstof, brandstof en beschermstof (KENNIS) 5. De leerlingen kunnen de verschillende voedingsstoffen onderbrengen in de juiste categorie van voedingsstoffen (bouwstof, brandstof en/of beschermstof) (KENNIS + VAARDIGDHEDEN) 6. De leerlingen kunnen in eigen woorden uitleggen welke functie de verschillende voedingsstoffen vervullen in ons lichaam (KENNIS) 7. De leerlingen kunnen een aantal voorbeelden opsommen van voedingsmiddelen waarin een bepaalde voedingsstoffen voorkomt. 8. De leerlingen werken actief mee tijdens het onderwijsleergesprek (ATTITUDE) 9. De leerlingen kunnen zelfstandig nieuwe informatie verwerken (VAARDIGHEDEN + ATTITUDE) 10. De leerlingen kunnen rustig en gemotiveerd in groep samenwerken (ATTITUDE) 11. De leerlingen tonen respect voor hun medeleerlingen en de leerkracht (ATTITUDE) Beginsituatie Leerling: Kennis De leerlingen hebben in de eerste graad reeds een globaal overzicht gekregen van de spijsvertering in het vak natuurwetenschappen. Zij zagen hier dat voeding een energiebron is voor de mens. Daarnaast werd ook de verwerking van de voeding door het spijsverteringsstelsel toegelicht. Daarnaast werd in de tweede graad binnen het vak biologie het principe van de voedselketen uitgelegd. De leerlingen komen dagdageljks in contact met voeding. Voeding is namelijk levensnoodzakelijk. Op die manier leunt het onderwerp van de les zeer dicht aan bij hun leefwereld. Vaardigheden De leerlingen hebben in de in de voorbije lessen met de nodige sturing van de leerkracht al een aantal keer moeten samenwerken tijdens groepswerken. De leerlingen zijn ook vertrouwd met het onderwijsleergesprek (OLG) aangezien dit tijdens de voorgaande biologielessen vaak werd toegepast. Attitudes De leerlingen in deze klas zijn meestal erg aandachtig in de les en werken graag actief mee. Ze tonen respect voor elkaar tijdens de OLG. Ze zijn meestal bereid om de gevraagde opdrachten uit te voeren. De leerlingen zijn ook erg gemotiveerd als zelf experimenten mogen uitvoeren. Metacognitie We hebben hier te maken met leerlingen uit de richting wetenschappen in het 1 e jaar van de 3e graad ASO. De leerlingen hebben een grote interesse in wetenschappen en dus ook in het vak biologie. De meeste leerlingen kunnen de opdrachten in de les zelfstandig uitvoeren mits ze heldere instructies hiervoor krijgen. Het thema “voeding” is een onderwerp dat zeer dicht aanleunt bij de leefwereld van de leerlingen. Ze komen namelijk iedere dag ermee in contact. Groep: De klas bestaat uit 13 leerlingen waarvan 11 meisjes en 2 jongens. Bij een OLG kan je in een kleine groep meer leerlingen aan het woord laten dan bij een grote groep. Bij een grotere groep kan het gebeuren dat niet alle leerlingen aan het woord komen ook al let er je als leerkracht op dat je zoveel mogelijk verschillende leerlingen aanspreekt. Bij het OLG spreek je de leerlingen het best aan met hun naam. Omgeving: In het lokaal is er een beamer, laptop, bord en tablets aanwezig. De leerlingen zitten per 2 aan een bank. Geraadpleegde bronnen Bronnen op eigen niveau: Campbells NA. 'Biology’, San Francisco, Pearson, 2008, p. 875- 897 Bio voor jou 5 wetenschappelijke richtingen - handleiding Bronnen op niveau van leerling: Media - Bio voor jou 5-6 wetenschappelijke richtingen – leerboek http://www.studiobiologie.nl/vmbo_ob/Thema_Voeding/B%20Opdrachten/2%20Voedingsstoffen http://www.10voorbiologie.nl/index.php?cat=9&id=617&par=619 powerpoint presentatie bordschema voedingsetikketen opdrachtenbladen + leesteksten voor de leerlingen tablets met internetverbinding UITSCHRIJVEN LESAANPAK: PER LESFASE: vermelding lesdoelstelling o.a. lesfasen, werkvormen, media, evaluatie … 1. MOTIVATIEFASE Probleemstelling/context: De leerlingen hebben weten reeds dat voeding essentieel is om te overleven. In de les gaan we dieper in op de bestanddelen van voedingsmiddelen en wat hiervan de functie is. TIJD Lesdoelstelling 8+11 Aankondiging lesonderwerp en doel van les: Media: powerpoint en bord Leeractiviteit: ervaren en reflecteren Werkvorm: OLG Principes: belangstellingsprincipe, geleidelijkheidsprincipe DIA 1 Leerkracht: laat een aantal krantenartikelen en tv programma’s zien op de PowerPoint slide. De leerkracht vraagt aan de leerlingen: Wat zien jullie? Wat is de link hiertussen? Leerlingen: (Gezonde) voeding 2 min Dieet Eten We kunnen hieruit besluiten dat voeding centraal staat in onze maatschappij en de laatste tijd is er ook veel rond te doen in de media voorkomt. Voeding is namelijk essentieel om te kunnen leven. DIA 2 De leerkracht vertelt dat we het vandaag gaan hebben over wat we precies eten en wat de functie van onze voeding is. De leerkracht laat de leerlingen de agenda invullen : “Thema biochemische stoffen in organismen - weet wat je eet en waarom “ Lesdoelstelling 1, 2, 3,8, 9,11 2. LEERFASE Verwervingsfase Media: PowerPoint, bord, voedingsetiketten Leeractiviteit: ervaren en reflecteren, conceptualiseren Principes: belangstellingsprincipe, geleidelijkheidsprincipe, activiteitsprincipe, aanschouwelijkheidsprincipe DIA 3 Werkvorm: OLG, leerling opdracht De leerkracht deelt aan de leerlingen een aantal voedingsetiketten uit. Leerkracht: Wat zien jullie op deze etiketten? Leerlingen: Ingrediënten/ samenstelling van het voedingsmiddel Leerkracht: Zou iemand mij in eigen woorden kunnen uitleggen wat het verschil is tussen een voedingsmiddel en voedingsstof. Leerlingen: Voedingsmiddelen zijn alle producten die je eet Voedingsstoffen zijn de bruikbare bestanddelen van voedingsmiddelen. De leerkracht noteert de begrippen voedingsmiddel en voedingsstof op het bord en laat de definities zien op de PowerPoint slide. DIA 4 De leerkracht vraagt aan de leerlingen om de na te gaan uit welke voedingsstoffen deze voedingsmiddelen zijn opgebouwd en welke 6 categorieën er zijn. 1) Koolhydraten/suikers 2) Vetten 3) Eiwitten 4) Mineralen 5) Vitaminen 6) Water 5 min DIA 5-9 Werkvorm: OLG De leerkracht laat drie stelling zien en vraagt aan de leerlingen om aan de hand van deze stelling de functies van voedingsstoffen te achterhalen. Lesdoelstelling 4, 8, 9, 11 Lesdoelstelling 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11 - Functies voeding heeft in ons lichaam. 1. Bouwstoffen 2. Beschermende stoffen 3. Brandstoffen 3 min Verwervingsfase + Verwerkingsfase Media: PowerPoint, bord, teksten, opdrachtenblad Leeractiviteit: reflecteren en conceptualiseren Principes: geleidelijkheidsprincipe, activiteitsprincipe, belangstellingsprincipe Werkvorm: groepswerk volgens het expertmodel De leerkracht deelt de leerlingen in 6 groepjes en geeft elk groepje een tekst over een specifieke voedingsstof. Zo zal ieder groepje expert worden in een bepaalde voedingsstof. Voor de les van vandaag dienen ze zich te beperken tot de functie en de herkomst van de verschillende voedingsstoffen. De chemische structuur van de voedingsstoffen komt in de volgende lessen aan bod. De leerlingen moeten de tekst verkennend lezen en hierbij zelfstandig de nieuwe informatie verwerken. De leerlingen krijgen ook een tabel waarin ze een aantal eigenschappen van de 2 min specifieke voedingsstoffen in moeten noteren waaronder: 1. Tot welke functionele categorie van voedingsstoffen de besproken voedingsstof in de tekst behoort 2. Wat de specifieke functie van deze voedingsstof is ons lichaam 3. In welke voedingsmiddelen deze voedingsstoffen voorkomen De leerlingen krijgen hiervoor 15 minuten de tijd om dit uit te voeren. Lesdoelstelling 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11 Werkvorm: OLG DIA 10 Na deze opdracht legt iedere “expert” groepje zijn verworven informatie uit aan de rest van de klas. Zo wordt iedere voedingsstof door een ander groepje van leerlingen besproken om uiteindelijk tot een gezamenlijk resultaat te komen. De finale 15 min resultaten worden getoond aan de hand van de PowerPoint slides. De hand outs van deze presentatie krijgen de leerlingen aan het einde van de les. DIA 11 Koolhydraten/suikers Brandstof: o Energiebron: lichaam in beweging houden o Lichaamstemperatuur op peil houden o Groei, ontwikkeling en herstel Voedingsmiddelen: Brood, cake, koekjes, gebak, aardappelen, snoep, gesuikerde dranken, melk, vruchtensappen, alcohol, groenten, fruit DIA 12 Eiwitten Bouwstof: o De opbouw en herstel van de cellen o De opbouw en herstel van weefsels/organen o Werking van verschillende lichaamsstelsels (Vb. zenuw, bloedstolling, hormonen, spijsvertering, immuunsysteem) Brandstof: In noodgevallen als energieleverancier (te weinig koolhydraat reserve) Voedingsmiddelen: vlees, vis, eieren, melk, peulvruchten, noten, graanproducten, deegwaren/rijst 3 min 3 min Lesdoelstelling 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11 DIA 13 Vetten Brandstof: o Opslag van chemische energie o Isolatielaag/lichaam warm houden o Drager van vitamines (Vit. A, D, E, K) 3 min Bouwstof: opbouw celmembraan Voedingsmiddelen: zuivelproducten, kaas, vlees, olie, boter, vette vis (vb. zalm), noten, gefrituurde voeding, noten, chocolade, roomijs DIA 14 Water Bouwstof: o Opbouw van cellen (celvocht) o Transportmiddel o Oplosmiddel o Warmte regulator o Speelt rol in vertering Beschermende stof o Speeksel bij vertering eten o Wrijving (gewrichten) o Schokbestendig (organen) 3 min Lesdoelstelling 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11 DIA 15 Mineralen We beperken ons tot de 5 onderstaande mineralen voor deze les. Beschermende stoffen o Calicum (Ca): o Opbouw bot o Regelen fysiologische processen (bloedstolling, zenuwgeleiding, spieren, hormonen) o Voedingsmiddelen: melk(producten), groene groenten, noten, gedroogde vruchten o Natrium (Na) + Chloor (Cl): o Regelen bloeddruk o Geleiding zenuwimpulsen o Voedingsmiddelen: keukenzout o Ijzer (Fe): o Opbouw rode bloedlichaampjes: zuurstofvoorziening o Voedingsmiddelen: vlees, vis, schaal-en schelpdieren, granen, groenten o Jodium (I): o Schildklierhormoon regeling groei en ontwikkeling o Voedingsmiddelen: vis, zeevruchten, melk(producten), eieren 3 min DIA 16 Vitaminen Lesdoelstelling 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11 Beschermende stoffen + bouwstoffen Vit. B (1, 2, 12) o Verbranding van koolhydraten, eiwitten, vetten o Werking zenuwstelsel o Aanmaak rode bloedcellen o Voedingsmiddelen: brood, vlees, vis, groenten, fruit, granen, melk(producten) Vit. C o Wondheling o Stofwisseling o Immuunsysteem o Spier- en hersenmetabolisme o Vorming van botten + hormonen o Voedingsmiddelen: fruit (citrusvruchten, bessen), koolsoorten, aardappelen Vit. A o Ogen o Groei huid, haar o Immuunsysteem o Vruchtbaarheid o Voedingsmiddelen: lever, vlees, boter, vette vis, melk(producten), kaas, groenten (wortelen, koolsoorten) Vit. D o Opname calcium sterke botten o Voedingsmiddelen: (Vit D3: grote hoeveelheid uit zonlicht, mindere mate: boter, vette vis, vlees, volle melk, kaas, eieren; Vit D2: kolen, sinaasappel) Vit. K o Bloedstolling o Voedingsmiddelen: groenten, fruit, melk(producten), vlees, eieren, granen Vit. E o Beschermt cellen en celmembranen o Voedingsmiddelen: plantaardige oliën, zaden, groenten, noten, fruit, brood, granen 3 min Controleren of leerlingen de doelstellingen bereikt hebben + lesdoelstelling 8,11 3. SLOTFASE DIA 17-30 Werkvorm: quiz Media: Powerpoint/tablets Ik herhaal kort de les met behulp van een “Socrative” quiz met 10 waar-vals vragen. De leerlingen mogen hiervoor een tablet gebruiken. Ze moeten hiervoor surfen naar de website: www.socrative.com Ze loggen in onder “student login”. 5 min De room name is “XNGSQO5G” Indien de leerlingen niet op de website geraken, dan maken we de quiz klassikaal met behulp van powerpoint en waar-vals kaartjes. Deze kaartjes zullen aan de leerlingen worden uitgedeeld door de leerkracht. De leekracht beindigt de les met de vraag of de leerlingen nog vragen hebben over de les. De leerkracht zegt dat we in de volgende lessen nog dieper ingaan op de samenstelling en de chemische structuur van de verschillende voedingsstoffen en dat er ook practicum op de planning staat. BORDSCHEMA Koolhydraten - Vetten - Eiwitten - Water - Mineralen - Vitaminen - PERSOONLIJKE REFLECTIE Voorbereidingsfase 1. Noteer kort waar je tijdens de voorbereiding speciale aandacht aan schonk en wat de belangrijkste bekommernis(sen) was (waren). Zijn dit zelf-, taak- of leerlingbekommernissen? Ik vind het belangrijk dat de leerlingen geactiveerd worden binnen een les. Ik heb daarom gekozen door middel van verschillende activerende werkvormen (stellingenspel, groepswerk, quiz) voldoende afwisseling in de les te steken ( taak- en leerlingbekommernis). Voor me zelf is het belangrijk dat ik goed de tijd in gaten houd en leerlingen binnen een bepaalde tijd aan een opdracht laat werken (zelfbekommernis). 2. Noteer je aandachtspunten uit de vorige oefening en hoe je deze plant te remediëren. Lestijd timen Rondlopen in de klas als de leerlingen in groepjes werken en regelmatig vragen of het lukt Leerlingen die de klassfeer verstoren vragen om op te letten 3. Noteer voor iedere les tenminste één methodologische wenk uit het leerplan of vakdidactische advies waarmee je rekening houdt. - het belang van eiwitten, suikers, vetten, anorganische ionen en water als voedingscomponenten toelichten Terugblikfase (cyclus Korthagen) DCP/DCO: Maak een reflectieverslag over je les. Voor meer uitleg hierover, zie hoofdstuk beginsituatie, gedeelte reflecteren. DCS: Reflecteer op je gegeven les vanuit de aangeleerde reflectiesystematiek 1. Terugblik 2. Bewustwording van essentiële aspecten 3. Alternatieven