Interview MDL-arts 1. Waarom heeft u dit specialisme gekozen? Het specialisme is maag-, darm- en leverziekte en ik heb dit specialisme gekozen omdat ik de helft van de tijd spreekuren doe en de andere helft endoscopieën, kijk onderzoeken. Ik vind die combinatie van praten met mensen en bezig zijn met mijn handen erg plezierig. 2. Hoe vaak komt u in deze regio dikke darm kanker tegen? Het precieze getal durf ik niet te zeggen, maar in ieder geval heel veel. Het aantal neemt ook toe. We zijn hier met zeven maag-, darm- en leverartsen in het ziekenhuis en allemaal zien we het meerdere malen per week. 3. Hoe voelt het om het slechte nieuws aan de patiënt en de familie te vertellen? Dat is natuurlijk niet leuk om te doen.. maar aan de andere kant is het nu eenmaal zo. Wij leren allemaal dat we niet verantwoordelijk zijn voor de inhoud van het bericht, wij hebben de patiënt niet ziek gemaakt. Dus dat is wel een uitdaging en ook iets waar ik mijn best voor doe om zo’n slecht nieuws goed te brengen. - Hoe doet u dat dan? Meelevend of juist zakelijk? Of probeert u juist bevriend te raken met uw patiënt of houdt u juist enige afstand? Dat heeft een middenweg, ik houd zeker enige afstand. Een patiënt heeft niks aan een dokter die mee huilt. Wat ik probeer is om in te voelen in plaats van mee te voelen, als je begrijpt wat ik bedoel. Ik ga niet meehuilen, maar ik probeer wel mijn gevoel te laten blijken en begrip te tonen voor het gevoel van mijn patiënt. 4. Waarin verschilt dikke darm kanker met andere kankersoorten? Elke kankersoort is écht heel anders. Wat bij dikke darm kanker belangrijk is, is dat er een voorstadium is, dan zijn er poliepen, dat zijn een soort goed aardige uitgroeisels aan de binnenkant van de dikke darm. Die poliepen kunnen we meestal vrij makkelijk weghalen, dat betekent dat je de ziekte in theorie kunt voorkomen. Dat is een heel belangrijk verschil met andere kankersoorten; dikke darm kanker heeft altijd een goedaardig voorstadium. Dat op te sporen is en te behandelen. Een ander verschil is dat, als je dikke darm kanker vroeg ontdekt het vrij goed te behandelen is. - Heeft zo’n poliep ook eigen symptomen? Meestal niet, dat is dan weer het probleem. Als poliepen heel groot zijn en ze zitten dicht bij de anus dan kan er wel eens wat bloedverlies ontstaan. Als ze hogerop zitten, dan hebben ze meestal geen symptomen. Dat is natuurlijk juist het probleem, omdat deze poliepen vrij goed zijn te behandelen en je het zo eigenlijk kunt voorkomen. 5. Bij de manier van behandelen, moet u dan wel eens rekening houden met de cultuur of religie van patiënten? Wij adviseren wat wij verstandig vinden, maar soms lopen dat soort gespreken anders als we met mensen uit andere culturen praten. Als we bijvoorbeeld praten over een stoma, is dat voor sommige culturen lastig. Maar we passen onze boodschap nooit aan, wel misschien de manier waarop we het brengen maar we gaan ons medisch advies niet aanpassen omdat iemand daar cultureel gezien moeite mee heeft. - Dus u heeft eigenlijk nooit uw behandelmethode moeten veranderen? Nee dat heb ik eigenlijk nooit gedaan. 6. Welke behandelmethode komt bij dikke darm kanker het meeste voor? Een operatie. Mensen met dikke darm kanker krijgen eigenlijk altijd een operatie, alleen als de kanker heel erg uitgebreid is uitgezaaid dan niet, omdat het dan toch niet meer zo veel zin heeft. - Moet ik bij een operatie meteen denken aan een stoma of hoeft dit niet perse? Soms, de chirurg die opereert heeft tussen het gezwel en de uitgang ongeveer 5 centimeter nodig om nog een aansluiting te kunnen maken. De chirurg snijdt het zieke deel uit de darm en als hij ruimte heeft maakt hij een aansluiting. Als die ruimte er niet is, dus als de kanker heel dicht bij de uitgang zit, de anus, dan gaat dat niet meer en dan komt er een stoma. Bij elke darmoperatie kan het zijn dat er een tijdelijke stoma nodig is. In principe, op een paar uitzonderingen na, gaat bij een operatie het zieke deel van de darm eruit en worden de twee delen aan elkaar vast gemaakt en dan heb je geen stoma nodig. - Als u vertelt aan uw patiënt dat hij/zij een stoma nodig heeft, merkt u dan dat hij/zij daar erg van schrikt? Ja zeker, iedereen schrikt daarvan. Niemand die het leuk vindt. Maar we vertellen het toch en we vertellen daar ook bij dat we uit ervaring weten dat het in de praktijk echt het minste van de problemen is. Over het algemeen is er met een stoma, met de moderne hulpmiddelen , erg goed om te gaan. Maar als mensen wat jonger zijn dan is dat natuurlijk wel erg vervelend, maar als dit de enige manier is om iets weg te halen dan is de keuze snel gemaakt. Neemt natuurlijk niet weg dat we er rekening mee houden dat het een beladen boodschap is voor onze patiënten. 7. Komt dikke darm kanker het meeste voor bij oudere mensen , bij jongeren mensen of is dit niet te bepalen? Het komt meer voor bij oudere mensen. De kans dat je dit krijgt vóór je 55e is erg klein, daarna neemt de kans alleen maar toe. - Heeft dat dan een bepaalde reden? De kans op elke ziekte neemt toe naar mate je ouder wordt. Dat komt doordat een poliep dat ontstaat tijd nodig heeft om te groeien en daar kan zeker zo’n 10 à 15 jaar overheen gaan. 8. Komt dikke darm kanker vaker voor bij mannen of bij vrouwen? Het komt wel iets vaker voor bij mannen, maar het verschil is niet groot. Bij allebei is het de belangrijkste doodoorzaak aan kanker. 9. Hebben bepaalde voedingsmiddelen invloed op de oorzaak van dikke darm kanker? Ja, we denken van wel. We weten het niet heel erg zeker. Waarschijnlijk is het zo dat veel rood vlees, dat dat de kans iets vergroot. Bijvoorbeeld in Japan, daar eten ze bijna geen of 10. 11. 12. 13. zelfs geen vlees, zeker geen rood vlees. Daar komt heel erg weinig dikke darm kanker voor. Terwijl japanners die verhuizen naar Amerika, dan zie je na 1 à 2 generaties dat dikke darm kanker dan alweer vaker voorkomt, omdat ze de gewoontes van dat land over nemen. Zo zie je dat het niet iets genetisch is, maar iets te maken heeft met de omstandigheden. - Dus het is niet erfelijk? Dat is weer iets anders. Er zijn erfelijke vormen. De meeste vormen van dikke darm kanker zijn niet erfelijk, maar als het in de familie voorkomt heb je een grotere kans om dikke darm kanker te krijgen. - Heeft u wel eens meegemaakt dat twee patiënten uit de zelfde familie kwamen? Heel vaak ja. - Is het dan minder erg? Nee, het blijft even erg. Er komen zelfs nog andere dingen bij, bijvoorbeeld dat de ouders zich schuldig voelen dat hun kind dezelfde ziekte krijgt. Dat is dan natuurlijk niet zo, maar dat speelt wel een rol. Er zijn vormen van dikke darm kanker die heel erg vaak voorkomen in families, die zijn heel erg erfelijk maar wel wat zeldzamer. Hoe ervaart u het psychisch gezien om een patiënt met deze ziekte te behandelen? Dat is denk ik voor elke dokter anders natuurlijk, ik zelf heb het altijd goed kunnen scheiden. Ik probeer me heel erg in te leven in de mensen, maar ik lig er thuis niet wakker van. Heel soms wel, soms is er een patiënt die je wat meer aangrijpt, maar in het algemeen kan ik mijn werk en privé zaken erg goed scheiden. Zonder dat ik denk dat ik daardoor een minder goede dokter ben, misschien wel wat beter. Want nogmaals, een patiënt heeft familie en vrienden die meehuilen. Een dokter moet objectief kunnen kijken want door tranen zie je alles in een mist. Merkt u wel eens dat patiënten psychische klachten krijgen? Zeker, maar wij hebben hier een zogenaamd zorgprogramma, dat wilt zeggen van het moment dat de diagnose wordt gesteld staat er vast wat er gaat gebeuren. Waardoor het sneller gaat, waardoor we minder fouten maken en waardoor men meer aandacht krijgen. We hebben gespecialiseerde verpleegkundigen die zich bezig houden met de begeleiding van deze mensen en die ook veel tijd en aandacht kunnen geven aan het psychische deel. In de spreekkamer is de tijd altijd wat kort, we praten erover en als het nodig is praten we wat langer erover. Maar de echte begeleiding krijgen ze dan van de verpleegkundige en dat werkt heel goed. Zijn er ziektes gerelateerd aan dikke darm kanker? Aan normale dikke darm kanker niet. Er zijn wel bepaalde erfelijke vormen, hele zeldzame, die je dan ook vaker tegen komt bij maagkanker of baarmoederhalskanker. Kunt u iets vertellen over het bevolkingsonderzoek? In dit voorjaar zijn we er landelijk mee begonnen, iedereen tussen de 55 en 75 jaar oud krijgt om het jaar een test thuis gestuurd. Je moet dan een staafje in je ontlasting duwen en in een potje doen, dat wordt onderzocht en als er microscopische bloedsporen gevonden zijn krijg je een uitnodiging voor een darmonderzoek. - Waarom is er een bevolkingsonderzoek voor dikke darm kanker? Komt het omdat het de laatste jaren is toegenomen? Ja, omdat het inderdaad vaker voorkomt. Voor een bevolkingsonderzoek moet je aan een bepaalde zaken voldoen; de ziekte moet vaak genoeg voorkomen, het moet zin hebben om de ziekte vroeg te ontdekken dus de vooruitzichten moeten beter zijn dan als je de ziekte laat ontdekt , je moet een test hebben om het te onderzoeken en het moet ook economische voordelen hebben. Nou wij hebben de bevolkingstest die redelijk vertrouwbaar is en we hebben de endoscopie die volkomen vertrouwbaar is. Wat heel belangrijk is dat we een goedaardig voorstadium hebben en dat we die poliepen ook kunnen opsporen met deze ontlastingstest. De achtergrond van deze test is dan ook dat we mensen in een beginstadium kunnen helpen, zodat het nog goed behandelbaar is. 14. Chemotherapie en bestraling, komt dit ook voor bij dikke darm kanker? Bestraling alleen als de kanker is de endeldarm zit, de rest van de darm wordt niet bestraald. Chemotherapie alleen als er uitzaaiingen zijn, omdat chemotherapie door het hele lichaam gaat. Een operatie en bestraling gaat alleen plaatselijk.