Hoek 1: Insecten - Erfgoed van Heist-op-den

advertisement
Naam: ………………………………………………….
Hoek 1: Insecten
1 Hieronder zie je foto’s van een vlinder die vaak te zien is in Heist-op-den-Berg. Zoek met
behulp van de determinatietabel de juiste benaming van deze vlinder. Je vindt de foto’s
ook terug in je hoek. Kijk goed en volg de determinatietabel. Begin bij START.
De benaming van deze vlinder is: Bruin
zandoogje
2 Lees hieronder de tekst over de cyclus van de vlinder.
Een vlinder gaat op zoek naar nectar in bloemen, sap van zacht rottend fruit, urine en mest
van dieren. De vrouwtjes vliegen ook rond om hun eitjes op een plant te plaatsen. Ze zoekt
hierbij naar een plaats laag in het gras. De mannetjes bakenen dan weer hun territorium af
en gaan op zoek naar vrouwtjes.
De eitjes ontwikkelen verder tot rupsen. Na ongeveer 14 tot 30 dagen kruipen de rupsen uit
de eitjes. Wanneer het warm is, eet de rups zich dik. Zo wordt hij groter en groter en moet
hij een paar keer vervellen. Als hij uitgegroeid is, vervelt de rups nog één keer, maar deze
keer wordt zijn nieuwe huid heel hard. Nu heet hij geen rups meer, maar pop.
Hangend aan een tak maakt de pop grote veranderingen door. Langzaamaan verandert hij in
een vlinder. De pop blijft ongeveer 14 tot 30 dagen hangen. Eenmaal uit de cocon slaat de
vlinder zijn vleugels uit om die in de zon te laten drogen. Na een uur zijn die droog en kan hij
wegvliegen.
3 Vul nu het schema van de ontwikkeling van de vlinder aan op de volgende pagina.
Kijk goed naar de prenten en schrijf de juiste benamingen op.
1
Naam: ………………………………………………….
Ontwikkeling van een vlinder
Eitjes
Vlinder
Rups
Pop
4 Plaats de juiste benaming bij de delen van de vlinder. Maak gebruik van de volgende
kernwoorden: antenne, borststuk, achterlijf, voorvleugel, kop, achtervleugel.
Kop
Antenne
Borststuk
Voorvleugel
Achterlijf
Achtervleugel
2
Naam: ………………………………………………….
5 Lees de volgende tekstjes en vul de vragen met je groepje aan.
Een vlinder heeft twee paar vleugels die bedekt zijn met hele kleine, gekleurde schubben. Hij
heeft ook drie paar pootjes, twee ogen en twee voelsprieten. Zijn mond heeft een zuigsnuit
die als een spiraal opgerold zit. De vlinder rolt zijn snuit uit om de nectar van de bloemen op
te snuiven. Dit is dan ook zijn lievelingseten. De lengte van de zuigsnuit verschilt van soort
tot soort.
In de Bruggeneindse Goren komen ook Libellen
voor. Een libel is een insect dat heel snel met
zijn vleugels kan klapperen. Hij heeft sterke
spieren en kan tot wel 70 km/uur vliegen. Hij
kan omhoog, omlaag, ter plaatse blijven
hangen, onverwachte hoeken en bochten
maken op zijn zoektocht naar voedsel. Muggen
zijn dan ook het lievelingseten van de libel.
De libel heeft enorme ogen. Hiermee kan hij naar alle kanten kijken. Hij kan ook zijn kop nog
draaien en kan zo de vogels die op hem jagen zien komen. Bij ons zijn de libellen ongeveer 4
cm groot, maar in Zuid-Amerika kunnen ze tot 12 cm groot worden.
Hoeveel vleugels heeft een vlinder?
Wat eet een vlinder het liefst?
4
Nectar
Hoe snel kunnen libellen vliegen? Tot 70
km/uur
Hoe groot zijn de libellen die wij in de Bruggeneindse Goren kunnen zien?
Tot 4 cm groot
3
Naam: ………………………………………………….
Hoek 2: Vogels
1 Bij een uitstap naar de Bruggeneindse Goren kan je deze vogels misschien zien. Noteer
de juiste naam bij de foto’s door de tekstjes goed te lezen.
Boerenzwaluw
Buizerd
Ijsvogel
Grote Bonte Specht
Sperwer
De buizerd is meestal bruin met kleine witte vlekken. Wanneer hij vliegt, kan je hem
herkennen aan zijn hoekige vleugels, korte hals en korte staart. De buizerd is een roofvogel.
Hij cirkelt, vooral op warme dagen, hoog in de lucht. Zo zoekt hij naar muizen, konijnen en
andere kleine dieren om op te eten.
In de lente komen de boerenzwaluwen terug uit Afrika. Daar brengen ze de winter door
omdat het er warmer is dan in Europa en ze er dus heerlijke insecten vinden. Wanneer het
hier opnieuw warmer wordt, kan je ze terugvinden in de omgeving van boerderijen en
stallen. Het vee, zoals paarden en koeien, is voor hen van belang. Door dit vee is er
voldoende voedsel aanwezig voor de boerenzwaluw. Ze vangen de vliegen en peuzelen ze
gretig op. In de Bruggeneindse Goren staat een schapenstal waar ze broeden. De
boerenzwaluw kan je herkennen aan zijn gevorkte staart met zeer lange buitenste
staartpennen.
4
Naam: ………………………………………………….
De sperwer is een kleine, snelle roofvogel. Zijn ogen hebben een gele rand. Dit valt sterk op
waardoor je hem snel herkent. Hij heeft grote bruine vleugels. Zijn borst is gevlekt en
voornamelijk wit en bruin.
De grote bonte specht kan je horen kloppen op een boomstam. Hij kan tot 10 keer per
seconde met zijn snavel tegen een boom tikken. Zo zoekt hij voedsel of maakt hij een
nestholte. Zijn hoofd is aangepast waardoor hij geen koppijn krijgt van het vele tikken. De
specht eet de insecten op die tussen en achter de schors van bomen leven. Hij kan ook
roepen. Dit lijkt op een heksachtige lach, vandaar zegt men dat een specht lacht. Je herkent
hem makkelijk aan zijn zwarte, rode en witte kleur.
De ijsvogel is klein maar valt toch op in de natuur. Hij heeft een blauwe bovenzijde en oranje
onderzijde. Zijn staart en pootjes zijn zeer kort. Hij heeft een grote kop met grote ogen en
een snavel in de vorm van een dolk. Deze snavel gebruikt hij om vissen te vangen.
2 Beluister op de volgende links de geluiden van deze 5 vogels. Druk op
om het
geluid te beluisteren. Herken je de geluiden? Let goed op en luister meer dan één keer. Zo
herken je de geluiden van deze vogels tijdens het bezoek aan de Pandoerenhoeve en
Kaasstrooimolen. Bekijk ook goed de foto’s.





Buizerd: http://www.vogelvisie.nl/soort/buizerd.php
Boerenzwaluw: http://www.vogelvisie.nl/soort/boerenzwaluw.php
Sperwer: http://www.vogelvisie.nl/soort/sperwer.php
Grote bonte specht: http://www.vogelvisie.nl/soort/grote_bonte_specht.php
Ijsvogel: http://www.vogelvisie.nl/soort/ijsvogel.php
3 Herken je de vogels? Verbind de vogel met de naam.
Buizerd
Boerenzwaluw
Sperwer
Grote bonte specht
Ijsvogel
5
Naam: ………………………………………………….
Hoek 3: Varens
Varens zijn planten met mooie, diepe ingesneden bladeren die nooit bloeien. Ze hebben
geen bloemen, vruchten of zaden. Om zich voort te planten gebruiken ze een fijn soort stof
(sporen).
Varens houden van vocht en schaduw. Je vindt ze hierdoor vaak in het bos, tegen oude
muren of in holtes. Ze hebben niet veel aarde nodig om wortel te schieten. Varens worden
ook in potten gekweekt. Zo zetten sommige mensen deze in hun huis, maar dan hebben de
varens last van de warmte. Water geven is dus de boodschap.
Je kan varens herkennen aan de blaadjes zoals op de afbeelding, maar ook kan je opgerolde
uiteinden van een varenblad zien. Varenbladeren zitten in de winter opgerold in de grond.
Ze wachten op het voorjaar. Dan schieten ze omhoog en beginnen ze zich langzaam te
ontrollen.
Varens kan je bovendien terugvinden in verschillende vormen en kleuren.
Weetje: Sommige varens planten zich in hun eentje voort. Ze hebben knoppen op hun
bladeren waar jonge plantjes uit groeien. Deze vallen na een tijdje van de plant en groeien
daarna verder op en in de grond.
1 Bekijk de onderstaande foto’s aandachtig.
2 Omschrijf de kenmerken van de varen hieronder. Vermeld de kleur, de vorm, de
structuur,…
De varen is groen, soms bruinachtig. De blaadjes zijn eerst opgerold en
daarna veerachtig. Ze lijken een groot blad dat bestaat uit meerdere kleine
blaadjes.
6
Naam: ………………………………………………….
3 Maak het blad van de varen compleet.
4 In dit blad kan je een wiskundig systeem terugvinden. Welk? Duid aan.
o Een wortel
o Symmetrie
o Een hoek van 90°
4 In de Bruggeneindse Goren kan je de Koningsvaren terugvinden. Deze behoort tot de
familie van de varens maar ziet er een beetje anders uit. Kijk maar.
De plant is licht- of geelgroen. Hij kan tot 3 m hoog en tot honderd jaar oud worden in goede
grond. Vaak vind je ze terug in de schaduw. De blaadjes zijn gladder dan de meeste varens.
Weetje: In warme vochtige landen kunnen varens goed groeien. Sommige lijken op bomen.
Ze kunnen tot 20 meter hoog worden en hebben een enorme houtige stengel zo dik als een
stam. Bovenaan groeien grote bladeren als een parasol.
7
Naam: ………………………………………………….
Hoek 4: Zomereik en
zonnedauw
In de Bruggeneindse Goren kan je vooral de zomereik terugvinden. Dit is geen typische
heideplant maar toch wil Natuurpunt deze prachtige bomen hier behouden. Zo is er een
grote weide omzoomd met zomereiken. Dit betekent dat je rondom de weide zomereiken
ziet staan.
Eiken kunnen duizend jaar oud worden. In hun buurt vind je eikels, hun vruchten. Een eikel is
een droge vrucht, net als een noot. Het heeft een bolle en ovale vorm en zit in een soort
breed, klein schaaltje dat aan de takken van de boom vastzit met een steeltje. Soms zitten er
meer eikels aan één stengel.
Er bestaan 600 soorten eikenbomen. Elke soort heeft zijn eigen soort eikels. Sommige
eikenbomen kunnen wel tot 50 meter hoog worden, dat is hoger dan een flatgebouw van 6
verdiepingen.
1 Neem een determinatietabel. Zoek de namen van de onderstaande bladeren. Begin bij
START. Noteer de namen onder de bladeren. Kleur nadien de kader van de zomereik geel.
Paardekastanje
Zomereik
Hazelaar
8
Naam: ………………………………………………….
Weetje
Een Vlaamse gaai verstopt eikels in de grond om deze in de winter
op te eten. Maar soms is hij verstrooid en vind de eikels niet terug.
Zo kunnen de eikels uitgroeien tot nieuwe eikenbomen.
Bestaan er vleesetende planten?
Je weet dat dieren vaak planten eten. Maar stel je eens
voor dat planten op hun beurt dieren kunnen opeten! Je
noemt ze vleesetende planten. Ze zijn slim en hebben
verschillende manieren bedacht om insecten te vangen.
De zonnedauw is een voorbeeld van een vleesetende
plant. Deze kan je terugvinden in de Bruggeneindse
Goren. De zonnedauw is bedekt met een kleefstof.
Wanneer een vliegje hierop gaat zitten, kleeft het vast.
De tentakels van de zonnedauw sluiten zich en de plant
eet het vliegje op.
Het menu van vleesetende planten
Er zijn twaalf insectennamen verstopt in het letterbord. Je kan ze horizontaal en verticaal
zoeken.
BIJ
KAKKERLAK
HOMMEL
LIEVEHEERSBEESTJE
MIER
KREKEL
WESP
MEIKEVER
MUG
BLADLUIS
VLO
DAASVLIEG
9
Download