5. Bestaande ruimtelijke nederzettingsstructuur 5.1 Omschrijving De nederzettingsstructuur van een ruimte is het patroon dat gevormd wordt door het samenhangend geheel van grotere concentraties aan bebouwing, dorpen, lintbebouwing en verspreide bebouwing in een bepaald gebied. Het begrip ‘bebouwing’ kan zowel opgevat worden als woningen, bedrijfsgebouwen of industriële gebouwen, toeristisch-recreatieve bebouwing als bebouwing voor gemeenschaps- en nutsvoorzieningen. 5.2 Kenmerken Om de bestaande nederzettingstructuur van de stad Vilvoorde in beeld te brengen wordt gebruik gemaakt van demografische gegevens, de urbanisatiegraad, het bebouwingspatroon in Vilvoorde, het woning- en percelenpatrimonium. 5.2.1. Demografische gegevens 5.2.1.1 Bevolkingsomvang en –evolutie 27 Vilvoorde telde op 1 januari 2000 volgens het Rijksregister 34.982 inwoners, waarvan 16.875 mannen (48,2%) en 18.107 vrouwen (51,8%). Met 3,4% van de totale provinciale bevolking is Vilvoorde, na Leuven en Dilbeek, de derde grootste gemeente in de provincie qua bevolkingsomvang. In de periode van maart 1991 tot en met januari 2000 is de Vilvoordse bevolking aangegroeid met 2.088 personen, wat overeenkomt met een gemiddelde jaarlijkse groei van 7,0‰. Dit is net iets hoger dan de gemiddelde jaarlijkse bevolkingsgroei in de provincie Vlaams-Brabant (5,0‰) en het arrondissement Halle – Vilvoorde (4,2‰). Naast de verstedelijkte kern ‘Centrum’ (incl. Far West) kunnen nog de (stedelijke) wijken (Kassei, Faubourg en Koningslo) en de (landelijke) kernen (Peutie en Houtem) onderscheiden worden op het grondgebied van Vilvoorde. Tabel 4 geeft een overzicht van het aantal inwoners en het aantal nietBelgen per kern of wijk. Tabel 4: Overzicht aantal inwoners per kern of wijk Belgen Niet-Belgen Totaal Aantal Aandeel Aantal Aandeel Aantal Aandeel (in%) (in %) (in %) Centrum 10.801 79,50 2.779 20,50 13.580 40,60 Faubourg 2.358 90,10 259 9,90 2.617 7,80 Houtem 2.727 91,90 241 8,10 2.968 8,90 Kassei 4.517 92,00 391 8,00 4.908 14,70 Koningslo 6.888 94,70 383 5,30 7.271 21,70 Peutie 2.046 95,80 89 4,20 2.135 6,30 Totaal 29.337 87,60 4.142 12,40 33.479 100,00 Bron: Stad Vilvoorde, 31/12/1995 + eigen verwerking Kern of wijk De kern ‘Centrum’ (inclusief ‘Far West’ en ‘Broek’) heeft traditioneel het grootste aantal inwoners. De wijk Koningslo behoort morfologisch eerder bij Strombeek-Bever en noteert het hoogste bevolkingsaantal als wijk. De sterke aanleuning bij het Brusselse zorgt voor deze sterke vertegenwoordiging van de bevolking en brengt eveneens een sterke verfransing met zich mee. Ook de oudste uitbreiding van de stad over het kanaal - Kassei - heeft een hoog bevolkingsaantal. Dit is het gevolg van de vele verkavelingen die zich gedurende de laatste jaren te Kassei hebben voorgedaan, en nog steeds voordoen. De wijk Faubourg en de kernen Peutie en Houtem hebben ongeveer een zelfde bevolkingsaantal. 12,4% (4.142) van de Vilvoordse bevolking is van vreemde nationaliteit. Het merendeel (60 %) van de niet-Belgen woont in de verstedelijkte kern ‘Centrum’, meerbepaald stationsomgeving en omgeving 27 Nationaal Instituut voor Statistiek, Volks- en Woningtelling 1 maart 1991 – Rijksregister 1 januari 2000, Evolutie van de totale bevolking D+A Consult 36 Ontwerp structuurplan Stad Vilvoorde Versie GR1 – oktober 2002 Slachthuisstraat – Tyndalepark. In de andere kernen en wijken is het aandeel van niet-Belgen nog niet 28 de helft (minder dan 10%) van het aandeel in de kern ‘Centrum’. Uit de NIS-gegevens blijkt dat bijna 60% van de ‘migranten’ afkomstig is van binnen de Europese Unie en 34% afkomstig is van het Afrikaanse continent. 5.2.1.2 Bevolkingsdichtheid Tabel 5 geeft een overzicht van de bevolkingsdichtheid van de stad Vilvoorde, haar deelkernen en de diverse wijken. Dit overzicht wordt aangevuld met de bevolkingsdichtheid van de omliggende gemeenten, het arrondissement, de provincie en de betrokken gewesten. De bevolkingsdichtheid geeft een indicatie van de graad van verstedelijking of landelijkheid van Vilvoorde en de diverse kernen en wijken. Tabel 5: Overzicht van de bevolkingsdichtheid Entiteit Aantal Oppervlakte Bevolkingsdichtheid inwoners (in ha) (in inw./ha) Stad Brussel 133.859 3.044 43,97 Gemeente Grimbergen 32.930 3.859 8,53 Gemeente Zemst 20.553 4.285 4,80 Gemeente Steenokkerzeel 10.419 2.346 4,44 Gemeente Machelen 11.838 1.159 10,21 Stad Vilvoorde 34.982 2.148 16,29 ‘Centrum’ 9.019 429 21,02 Far West 3.861 71 54,38 Broek 827 51 16,22 Faubourg 2.407 190 12,67 Kassei 4.847 203 23,88 Koningslo 7.314 376 19,45 Peutie 2306 306 7,71 Houtem 2.921 530 5,51 Arr. Halle-Vilvoorde 558.220 94.293 5,92 Provincie Vlaams-Brabant 1.014.704 210.615 4,82 Brussels Hoofdst. Gewest 959.318 16.248 59,04 Vlaanderen 5.940.251 1.352.225 4,39 Bron: Nationaal Instituut voor Statistiek, Werkelijke bevolking per gemeente op 01/01/2000 Eigen bewerking gegevens Sopres, 01/01/1997 (gebaseerd op NIS-gegevens) Vilvoorde (16,92 inw./ha) kent in vergelijking met de meeste omringende gemeenten, het arrondissement Halle – Vilvoorde (5,92 inw./ha), de provincie Vlaams-Brabant (4,82 inw./ha) en het Vlaams Gewest (4,93 inw./ha) een relatief hoge bevolkingsdichtheid. Vergeleken met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (59,04 inw./ha) en de stad Brussel (43,97 inw./ha) kent Vilvoorde een lage bevolkingsdichtheid. Alle kernen en wijken in Vilvoorde hebben een bevolkingsdichtheid die groter is dan het gemiddelde in de provincie en Vlaanderen. De meest in het oogspringende is de wijk Far West met 54,38 inw./ha. Daarna volgt de wijk Kassei met 23,88 inw./ha, de kern ‘Centrum’ (excl. ‘Far West’ en ‘Broek’) met 21,02 inw./ha en wijk Koninslo met 19,45 inw./ha. De kernen Peutie en Houtem sluiten met respectievelijk 7,71 en 5,51 inw./ha het dichtst aan bij arrondissementeel, het provinciaal en het Vlaams gemiddelde. 5.2.1.3 Loop van de bevolking De loop van de bevolking is het resultaat van het verschil tussen het natuurlijk sado (= verschil tussen het aantal geboorten en sterfgevallen) en het migratiesaldo (= het verschil tussen het aantal in- en 29 uitwijkelingen). De loop van de Vilvoordse bevolking wordt bepaald op basis van de NIS-gegevens over de periode 1992-1997. Hieruit blijkt dat de bevolkingstoename, zoals hoger beschreven, bijna uitsluitend toe te schrijven is aan het migratiesaldo (jaarlijks gemiddelde: 174) en niet aan het natuurlijk saldo (14). Het gemiddeld aantal jaarlijkse inwijkelingen en uitwijkelingen in de beschouwde periode bedraagt respectievelijk 1.955 en 1.781. Deze cijfers wijzen op een groot bevolkingsverloop. Daarnaast is er per duizend inwoners jaarlijks een inwijkingsoverschot van 5,2. Dit cijfer ligt een stuk hoger dan het gemiddelde in 28 Nationaal Instituut voor Statistiek, Volks- en Woningtelling 1991, Tabel 30.05 AT: Vreemdelingen (niet-Belgen) naar geslacht en voornaamste nationaliteiten, recentste Volkstelling periode 1992-2001 29 Nationaal Instituut voor Statistiek; Verwerking APS, Rijksregister jaren 1992 – 1997, Geboorten, sterftes, natuurlijk accres, inwijking, uitwijking en migratiesaldo D+A Consult 37 Ontwerp structuurplan Stad Vilvoorde Versie GR1 – oktober 2002 Vlaanderen (1,81), de provincie (3,52) en het arrondissement (2,34). De cijfers met betrekking tot het jaarlijks aantal geboorten en sterfgevallen bedragen respectievelijk 383 en 369. Dit resulteert in een jaarlijks positief natuurlijk saldo van 0,42 personen per duizend inwoners. Dit is een eerder laag gemiddelde in vergelijking met Vlaanderen (1,29), de provincie (1,56) en het arrondissement (1,44). 5.2.1.4 Leeftijdsstructuur van de bevolking Tabel 6 geeft een overzicht van de evolutie van de leeftijdsstructuur van de stad Vilvoorde, het arrondissement Halle – Vilvoorde, de provincie Vlaams-Brabant en het Vlaams Gewest over de periode 1991 – 1999. Dit laat ons toe om een vergelijking te maken tussen de leeftijdsstructuur van de stad en de hogere schaalniveaus. Tabel 6: Vergelijking evolutie leeftijdsstructuur Vilvoorde en hogere schaalniveaus Volkstelling, 1 maart 1991 Entiteit 0-19 20-64 1.403.116 24,3% 3.530.155 61,2% Vlaams Gewest totaal 65+ 835.654 14,5% 5.768.925 Provincie Vl. - Br. 229.070 23,6% 600.383 61,9% 141.248 14,6% 970.701 Arr. Halle - Vilv. 129.221 24,0% 332.261 61,8% 76.377 14,2% 537.859 7.357 22,4% 19.972 60,7% 5.565 16,9% 32.894 Stad Vilvoorde Rijksregister, 1 januari 1999 Entiteit 0-19 20-64 1.377.870 23,2% 3.571.515 60,3% Vlaams Gewest totaal 65+ 977.453 16,5% 5.926.838 Provincie Vl. - Br. 232.908 23,0% 611.090 60,4% 167.590 Arr. Halle - Vilv. 132.106 23,7% 332.562 59,8% 91.653 16,5% 556.321 8.376 24,3% 19.879 57,6% 6.283 18,2% 34.538 Stad Vilvoorde 16,6% 1.011.588 Bron: Nationaal Instituut voor Statistiek, Verwerking APS, Volks- en woningtelling 01/03/1991 en Rijksregister 01/01/1999, Evolutie van de bevolking naar leeftijdsgroep 30 Vilvoorde wordt net als de hogere schaalniveaus geconfronteerd met een sterke vergrijzing van de bevolking. Hierbij dient vermeld dat de vergrijzingsgraad van de stad Vilvoorde (18,2%) in vergelijking met het arrondissement (16,5%), de provincie (16,6%) en het Vlaams Gewest (16,5%) evenwel nog een stuk hoger ligt. Ondanks dit gegeven kan niet gezegd worden dat Vilvoorde over een oude bevolking beschikt aangezien het aandeel van de jongste bevolkingsgroep (0-19 jarigen) met bijna 2% is toegenomen tot 24,3%. En dit in tegenstelling tot de hogere schaalniveaus waar een algemene 31 trend tot ontgroening plaats vindt. Om dit te kunnen verklaren is het interessant om de leeftijdsstructuur op wijkniveau (tabel 7) te bekijken. Tabel 7: Overzicht leeftijdsstructuur op niveau van de wijken LEEFTIJDSSTRUCTUUR WIJK Centrum 0-14 16,3% 1469 Broek 170 15-64 63,6% 5719 17,5% 665 68,6% 65-65+ 20,1% 1809 Totaal 8997 134 13,8% 969 3584 Far West 509 14,2% 2350 65,6% 725 20,2% Koningslo 1150 16,4% 4694 66,8% 1179 16,8% 7023 Faubourg 386 15,5% 1661 66,8% 441 17,7% 2488 Houtem 782 26,7% 1946 66,6% 196 6,7% 2924 Kassei 725 15,1% 3310 68,9% 768 16,0% 4803 Peutie 308 14,9% 1441 69,9% 312 15,1% 2061 Bron: Nationaal Instituut voor Statistiek, Volks- en Woningtelling 01/03/1991 De leeftijdsopbouw in de verschillende kernen, wijken of buurten loopt nogal uiteen. Opvallend is echter de jonge bevolkingsopbouw van de kern Houtem. De jongste bevolkingsgroep (0 – 14 jarigen) maakt maar liefst 26% uit van de bevolking, terwijl het aandeel van de oudste bevolkingsgroep slechts 6,7% bedraagt. Dit fenomeen is een gevolg van de grootschalige sociale verkaveling ‘Kayput’ (1977 – 1982) nabij de kern van Houtem. De wijk Far West en het centrum van de stad daarentegen worden 30 Vergrijzing = een stijging van het aandeel van de oudste bevolkingsgroep (65+ jaar) Ontgroening = een daling van het aandeel van de jongste bevolkingsgroep (0-19 jarigen) D+A Consult 38 Stad Vilvoorde 31 Ontwerp structuurplan Versie GR1 – oktober 2002 geconfronteerd met een sterk verouderde bevolking. Ook de wijken Faubourg, Koninslo en Kassei en de kern Peutie kennen, in vergelijking met de hogere schaalniveaus, een verouderde bevolkingsstructuur. De verkaveling ‘Kayput’ geeft, samen met de meer recente (grotere) verkavelingen te Kassei (Europawijk - Hoogveld), Koninslo, Faubourg en Peutie, een verklaring voor de verjonging van de bevolking (1999) en zal nog enige tijd de algemene bevolkingsstructuur van Vilvoorde bepalen. De trend van vergrijzing is een algemeen gegeven in Vlaanderen. 5.2.1.5 Gezinnen Tabel 8 geeft het aantal gezinnen en de gemiddelde gezinsgrootte aan per kern of wijk en dit zowel voor het jaar 1991 als voor het jaar 1997. Dit geeft ons de mogelijkheid om een vergelijking te maken en een trend weer te geven. Daarnaast kan ook afweging gemaakt worden met de gemiddelde gezinsgrootte in Vilvoorde, wat ons toelaat om een vergelijking te maken met de hogere schaalniveaus. Tabel 8: Overzicht aantal gezinnen en gemiddelde gezinsgrootte per kern of wijk GEMIDDELDE GEZINSGROOTTE Kern/wijk Centrum Volks- en Woningtelling 1991 Inwoners Gezinnen Gezinsgrootte Inwoners Rijksregister 1997 Gezinnen Gezinsgrootte 8997 4041 2,23 9019 3947 2,29 969 408 2,38 827 342 2,42 Far West 3584 1687 2,12 3861 1720 2,24 Koningslo 7023 2954 2,38 7314 2941 2,49 Faubourg 2488 1092 2,28 2407 1016 2,37 Houtem 2924 1056 2,77 2921 998 2,93 Kassei 4803 2114 2,27 4847 2060 2,35 Peutie 2061 899 2,29 2360 960 2,46 32849 14251 2,31 33556 13984 2,40 Broek Vilvoorde Bron: Nationaal Instituut voor Statistiek, Volks- en Woningtelling maart 1991, Tabel 30.14 A: Particuliere huishoudens volgens type van huishoudens SOPRES 1998, verwerking gegevens Rijksregister 31/12/1997 In vergelijking met het arrondissementeel (2,63), het provinciaal (2,57) en Vlaams (2,59) gemiddelde ligt de gemiddelde gezinsgrootte in Vilvoorde (2,31) in 1991 zeer laag. Opvallend is echter de vaststelling dat Vilvoorde in tegenstelling tot de hogere schaalniveaus, waar algemeen een gezinsverdunning wordt vastgesteld, een ‘gezinsverbreding’ heeft gekend in de periode van 1991 tot en met 1997. Dit is allicht het gevolg van de vele, recente residentiële verkavelingen op het grondgebied van Vilvoorde waardoor jonge gezinnen zich hebben komen vestigen in Vilvoorde. Deze stelling wordt ondersteund door de hoge gemiddelde gezinsgrootte in Houtem en de jonge leeftijdsstructuur in deze kern, waar eind de jaren zeventig en begin de jaren tachtig een grootschalige woonverkaveling werd gerealiseerd. Ook alle andere kernen en wijken worden, weliswaar niet in dezelfde mate, geconfronteerd met het fenomeen van gezinsverbreding, welke allicht te wijten is aan de algemene bouwtoename van het laatste decennium. De kernen en wijken met de laagste gezinsgrootte zijn niet toevallig ook de entiteiten met de oudste bevolkingsopbouw (‘Centrum’, Far West en Faubourg). 5.2.2. 5.2.2.1 Analyse Nederzettingspatroon Algemeen gezien hebben de eigen stedelijke ontwikkelingscontext, de industriële regionale groei (deze tendens geldt nog steeds) en de invloedszone van het Brusselse grootstedelijk gebied een ingewikkeld en sterk verdicht nederzettingspatroon tot stand gebracht waarin oude nederzettingen enerzijds zelf expandeerden, anderzijds opgeslorpt werden door Vilvoorde. Hierdoor ontstond de huidige vorm van de stad. D+A Consult Stad Vilvoorde 39 Ontwerp structuurplan Versie GR1 – oktober 2002 De landelijke kern Houtem ontsnapte tot voor kort aan deze groei en heeft een zekere landelijkheid bewaard. De aanleg van de sociale woonwijk ‘Kayput’ heeft dit karakter echter sterk aangetast. In Koningslo hebben de uitbreidingen een grootstedelijk karakter dat aansluit bij de morfotypologie van de buurgemeente Strombeek, op haar beurt een uitloper van deze grootstadontwikkeling. De voornaamste woonentiteiten kunnen in 5 kenmerkende groepen ondergebracht worden. Het centrumgebied wordt samen met de wijken ‘Broek’ en Far West beschouwd als de stadskern van Vilvoorde en ligt vrij centraal op het grondgebied van Vilvoorde. De stadskern ligt geprangd tussen Kanaal Brussel-Schelde en de spoorlijn 25 (Brussel-Mechelen-Antwerpen). Hij wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van een hoogwaardig uitrustingsniveau en voorzieningennet (scholen, ziekenhuizen, station, regionaal winkelapparaat,…) op het niveau van een kleine stad (= bovenlokaal niveau). Hierdoor heeft de stad tot op een bepaald niveau een zekere functionele onafhankelijkheid ten aanzien van Brussel. Tevens heeft zij een belangrijke stedelijke centrumfunctie voor de gemeenten in de noordelijke rand rond Brussel en de kernen en wijken op het grondgebied van Vilvoorde zelf. Daarnaast vervult de stadskern ook een belangrijke rol op het vlak van wonen en werken. De woonbebouwing is een zeer compacte, vaak verouderde bebouwing met sociale arbeiderswoningen (omgeving Duchéhof en Marie-Joséwijk), gesloten bebouwing (voornamelijk in het centrum) en wijkontwikkelingen met bel-étagewoningen rondom het historisch centrum. Van meer recente datum zijn de flatgebouwen langsheen de Rooseveltlaan, de Nowélei en de Schaarbeeklei en in de omgeving van het station en de hoogbouw in de Parkstraat. Ook de wijken Faubourg (in het oosten) en Kassei (in het westen) zouden vanuit morfologisch standpunt (stedelijk karakter) tot de stadskern moeten behoren, ware het niet dat respectievelijk de spoorlijn en het Zeekanaal Brussel – Schelde voor een fysische afscheiding zorgen. Beide stedelijke wijken hebben een eigen primair voorzieningenniveau. De bebouwing in Faubourg bestaat uit oude arbeiderswoningen (Steevoort- en Perksestraat en Leuvensesteenweg), sociale woningen (Hazeweide en Wipstraat) en bel-étagewoningen (omgeving Bloemenplein). Kassei kent een iets recentere woningbouw, maar nog steeds erg compacte bebouwing. Vooral het gedeelte boven de Grimbergsesteenweg wordt gekenmerkt door een sterk aaneengesloten bebouwing. Ten zuiden van de Grimbergsesteenweg liggen een aantal sociale woonwijken (J. Smitsstraat en Vlierkensstraat). De Europawijk en de wijk Hoogveld zijn vooral residentiële verkavelingen, met ter hoogte van het Eurovolleycenter twee appartementsgebouwen (hoogbouw). De kernen Houtem en Peutie liggen ten oosten van de Woluwelaan en worden als kernen in het landelijk gebied beschouwd met een voorzieningenniveau op het niveau van de kern. Voor de nietprimaire voorzieningen gaan de inwoners naar de stadskern. Houtem ligt eerder geïsoleerd in het noordoosten van de stad. Hier doet zich langsheen de wegen van en naar de kern Houtem lintbebouwing voor. Houtem kent een relatief jong en landelijk woningpatrimonium. De bebouwing met eerder open karakter bestaat hoofdzakelijk uit open, halfopen en gesloten bebouwing. De grootschalige sociale verkaveling ‘Kayput’ heeft het ‘beeld’ van de kern grondig gewijzigd. De verkaveling zelf heeft een uniform karakter. Peutie wordt gekenmerkt door een meer gesloten bebouwing en heeft zich langzaam verder ontwikkeld in de tijd met steeds meer open bebouwing. Recentelijk werden een aantal inbreidingsprojecten gerealiseerd zodat er een relatief hogere woningdichtheid wordt genoteerd. Koningslo wordt eerder beschouwd als een verstedelijkte uitbreiding met grootstadkarakter. Deze stedelijk woonwijk wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van bel-étagewoningen in de oudere delen en meer residentiële ééngezinswoningen in de recenter aangesneden gebieden. Doorheen Vilvoorde snijdt de traditionele steenwegontwikkeling van de N1 (Mechelsesteenweg en Schaarbeeklei) met een menging van wonen, groothandelszaken en bedrijfjes en de Woluwelaan. Daarnaast zijn er de ontwikkelingen rond de Luchthavenlaan waar de historisch gegroeide bedrijvigheid plaats maakt voor kantoren, opnamestudio’s, groothandelszaken, een hotel, enz. Ondanks het verstedelijkt karakter van de gemeente worden heel wat alleenstaande en gegroepeerde zonevreemde woningen aangetroffen op het grondgebied van de stad. Vooral de omgeving van Houtem, Koningslo en Peutie wordt met dit fenomeen geconfronteerd. Kaart 12: D+A Consult Stad Vilvoorde Bestaande ruimtelijke nederzettingsstructuur 40 Ontwerp structuurplan Versie GR1 – oktober 2002 5.2.2.2 Technische infrastructuur Over het algemeen is het openbaar domein in Vilvoorde voorzien van alle nutsvoorzieningen (gas, water, elektriciteit). Belangrijk te vermelden is het feit dat zich op de noordelijke bedrijvenzone, tussen kanaal en Zenne, een elektriciteitscentrale bevindt. Van daaruit vertrekken verschillende hoogspanningsleidingen. Twee leidingen volgen in grote mate het tracé van de R22. Daarnaast is er een leiding die zich ten noorden van Houtem situeert. Wat betreft riolering is Vilvoorde goed voorzien. In het kader van de waterzuivering worden op grote schaal collectoren aangelegd. Belangrijk voor Vilvoorde is de beslissing van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om collectoren aan te leggen en een waterzuiveringsstation te bouwen om het rioolwater van Brussel Noord te zuiveren. Dit impliceert een verlaagde bijkomende vervuiling van de Zenne vooraleer de rivier Vilvoorde binnenkomt. Het voordeel hiervan voor Vilvoorde is niet enkel een meer propere Zenne, maar ook mogelijkheden om de rivier terug een plaats te geven in het stadsbeeld. 5.2.2.3 • Stedelijke voorzieningen Centrum Voor Vilvoorde fungeert de Grote Markt binnen de historische kern van oudsher als centrum van het openbare leven. Zowel voor de deelgemeenten als voor Groot-Vilvoorde speelt dit plein een centrale rol in de socio-culturele en ruimtelijke relaties met de omgeving. De meeste openbare gebouwen en winkelstraten zijn geconcentreerd in het ovaalvormig historisch centrum rond de Grote Markt. Het centrum strekt zich uit tot de Fr. Rooseveltlaan en de Bolwerkstraat (noorden), de Hanssenslaan (oosten), de Stationslei, het Heldenplein en de Vuurkruisenlaan (zuiden) en langs de ziekenhuizen en de Slachthuisstraat (westen). Hier zijn vooral grootschalige gemeenschapsvoorzieningen gevestigd: scholen (van kleuter- tot middelbaar onderwijs), ziekenhuizen, rusthuis, gerechtshof, zwembad, station, stadsdiensten, brandweer en enkele grote bedrijven als Belgacom en Sibelgas. Het handels- en dienstencentrum van de stad vinden we terug in de zone ten noorden en ten oosten van de Grote Markt met als belangrijkste entiteiten de Grote Markt, de Leuvensestraat, de J.B. Nowélei, Rooseveltlaan en in mindere mate de Mechelse- en de Vlaanderenstraat. De ziekenhuizen, scholen en het handels- en dienstencentrum hebben een 32 regionale uitstraling . Uitlopers van het handels- en dienstenapparaat van het centrum zijn in eerste instantie de Hendrik I lei vanaf de begraafplaats, en de Schaarbeeklei tot aan de Parkstraat. Deze hebben een overwegend tertiaire voorzieningenstructuur (autozaken, winkels voor niet-alledaagse producten, enkele horecazaken, grootwarenhuis, …). Op de N1 zijn er twee concentratiepunten: rond het noordelijke eindpunt van de Hendrik I - lei bevinden zich 2 scholen, een lokaal en hoger winkelapparaat en ten zuiden van het centrum enkele groothandelszaken (doe- het –zelf e.d.), showrooms en diensten temidden van de bedrijvigheid. De aantrekkingskracht van Vilvoorde-centrum heeft als gevolg dat de overige kernen enkel uitgerust zijn met primaire handel en diensten. • Faubourg Een andere uitloper van het stedelijk handels- en dienstencentrum ligt in de wijk Faubourg. In het verlengde van de Leuvensestraat zijn er activiteiten rond de Leuvensesteenweg (kleine bedrijfjes en verspreide kleinhandel en horeca) en rond de Perksestraat (lokaal voorzieningenapparaat en een complex met een school voor kleuter- en lager onderwijs, sporthal en zwembad). Hier vinden we ook de tuinbouwschool ‘Horteco’ met bovenregionale uitstraling. • Kassei De wijk Kassei maakte vroeger met zijn aaneengesloten bebouwing deel uit van de oude nederzettingenstructuur van het stadscentrum. Het kanaal was tussen de Vlaanderenstraat en de Grimbergsesteenweg overbrugd. Door de aanleg van de nieuwe brug langs de Vuurkruisenlaan/Rubensstraat en het verdwijnen van de oude brugverbinding verdwenen ook de handels- en dienstenvoorzieningen. Oude winkelhuizen worden nu als woonhuis gebruikt. In deze wijk 32 Een gedetailleerd onderzoek naar het commercieel en dienstenapparaat (inventarisatie en distributie-planologisch onderzoek) werd gevoerd in het kader van de opmaak van een strategisch commercieel plan voor de stad, stad Vilvoorde/D+A Planning, Mercuriusproject, 1997 D+A Consult 41 Ontwerp structuurplan Stad Vilvoorde Versie GR1 – oktober 2002 is nu een primair winkelapparaat (Rubensstraat) met school (kleuter- en lager onderwijs) en uitleenpost bibliotheek gevestigd. Ook op het grondgebied Grimbergen is er een primair voorzieningenapparaat rond de Borghtstraat met uitlopers op Vilvoords grondgebied. • Koningslo Deze wijk sluit aan op de grootstedelijkheid van Brussel en heeft drie concentraties van lokale voorzieningen. Rond de Streekbaan zijn er twee concentraties: aan het rond punt met Meeuwenlaan (lokaal voorzieningenapparaat, post, politiekantoor, uitleenpost bibliotheek, muziekschool, sporthal) en rond de Romeinsesteenweg - de oorspronkelijke kern rond de kerk -(lokaal voorzieningenapparaat, school voor kleuter- en lager onderwijs, enz.). De oorspronkelijke kern is duidelijk ondergeschikt geworden aan de eerste. Men kan zelfs stellen dat de uitrusting van de oude kern gevoelig achteruit gaat, mee onder invloed van de voorzieningen nabij de rotonde aan de Meeuwenlaan/Streekbaan. De derde concentratie zijn lokale en grootstedelijke voorzieningen op de Sint-Annalaan, een stedelijke as naar Strombeek-Bever en rond de Mutsaertplaats. Belangrijk te vermelden is het militair hospitaal van Neder-over-Heembeek, een gespecialiseerde instelling op het vlak van brandwonden. Het is weliswaar gesitueerd op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, maar sluit ter hoogte van het afrittencomplex R4 – kanaalzone onmiddellijk aan bij de grens met Vilvoorde. • Peutie De stedelijke activiteiten bevinden zich vooral in de Aarschotsestraat (school voor kleuter- en lager onderwijs, uitleenpost bibliotheek, lokaal voorzieningenapparaat, politiekantoor, post). Ook rond de kerk zijn er een aantal voorzieningen. Belangrijk te vermelden als nationale voorziening is het vlakbij gelegen opleidingscentrum van de beroepsmilitairen. • Houtem In deze landelijke kern zijn de voorzieningen geconcentreerd op twee plaatsen: enerzijds voor de vroegere kern rond de Trekelsstraat zelf (lokaal voorzieningenapparaat, school voor kleuter- en lager onderwijs, sporthal, cultureel centrum en uitleenpost bibliotheek), en anderzijds voor de sociale woonwijk ‘Kayput’ op het Rodenbachplein (lokaal voorzieningenapparaat). Kaart 13: Bestaande stedelijke voorzieningen 5.2.2.4 Openbare ruimte De laatste decennia werden talrijke initiatieven genomen om in de verschillende stadskernen maar ook in de woonwijken een kwalitatieve verbetering van de leefruimte te bekomen. Straten en pleinen in alle mogelijke vormen, zoals hoofdstraten, woonstraten en winkelstraten, maar ook het marktplein, een stationsplein en andere historische pleinen zijn hier de ontmoetings -en leefruimten bij uitstek. Al deze ruimten komen volwaardig tot hun recht, als gebruiksobject en referentiekader voor een aangenaam verblijf, of als ruimtelijk kader, van zodra elk onderdeel een stukje van een geheel vormt. Deze aaneenschakeling of structuur is in volle opbouw in Vilvoorde. Steeds meer worden deze elementen gezien als onderdeel van de "dragers" van het maatschappelijk leven binnen de bebouwde omgeving en daarbuiten. Deze openbare ontmoetingsruimten zijn echter ook een deel van de verkeersassen, waarin vooral de auto meer en meer plaats opeist ten nadele van het langzaam verkeer. De verschillende functies die hier langs de openbare ruimte gesitueerd zijn, kunnen steeds moeilijker bereikt worden. De laatste open plekjes worden niet zelden door o.a. parkeervoorzieningen opgeslorpt. Het stadsbestuur streeft steeds meer naar een herinrichting van de openbare ruimte met de nadruk op verkeersveiligheid en leefbaarheid, naast het creëren van aangename omgevingen voor wonen, werken, winkelen, enz. De openbare ruimte in de historisch gegroeide kernen is echter beperkt waardoor het vergroten van de ruimte voor de ene vervoersvorm ten koste gaat van ruimte voor de andere vervoersvorm. Dit is een probleem want precies in deze historische kernen zijn waardevolle gebouwen en hun omgeving, maar ook de meeste voorzieningen zoals winkels en openbare instellingen gesitueerd. De stadskern speelt hierin uiteraard een polariserende rol. Maar ook in de andere kernen komt dit fenomeen algemeen voor. De straten en pleinen in de omliggende deelkernen hebben een eerder traditionele opbouw. De openbare ruimten rond de kerkgebouwen hebben potenties voor een volwaardige maar eenvoudige pleinopbouw omdat hier ook de concentraties van openbare voorzieningen en handel voorkomen. Peutie en de Faubourg-wijk hebben een ruimtelijke "centrum"-structuur met relaties naar de overige D+A Consult Stad Vilvoorde 42 Ontwerp structuurplan Versie GR1 – oktober 2002 voorzieningen rondom. Beide entiteiten bezitten een gemengd karakter langsheen het centrum door de eerder geschetste ontwikkelingen langs de hoofdwegen (Leuvensesteenweg in Faubourg en Aarschotsestraat in Peutie). De centra rond kerk en hoofdplein liggen telkens noordwaarts van deze assen. Het stratennetwerk fungeert hierin als enige verbindingsstructuur. Op de belangrijkste verkeersassen zijn daarom door de stad herinrichtingen uitgevoerd met het accent op de verblijfsfunctie, zonder afbreuk te doen aan de bereikbaarheid van het gebied. In Houtem is er geen volwaardige pleinstructuur aanwezig, niet tegenstaande de diverse potenties zoals de aanwezigheid van diverse openbare ruimten en voorzieningen dicht bij de kern. Sommige straten zijn hier onvoldoende uitgerust. Daarnaast is er de relatie met de grootschalige sociale woonwijk ‘Kayput’. Dit is een autonome nederzettingsstructuur die, hoewel zij tegen de kern van Houtem aanleunt, er te weinig comfortabele relaties mee heeft. In deze woonwijk is de openbare ruimte, naast een primair handelsapparaat en uitgebreide groenvoorzieningen (straten, pleinen en groen vullen elkaar goed aan) volwaardiger ingericht dan in de meeste Vilvoordse woonwijken of in het centrum van Houtem. Door de bouw van deze grootschalige woonwijk heeft de Houtemse kern wel aan landelijkheid ingeboet. In de hele stad komen aaneengesloten woonwijken voor waar de hoofdverkeerswegen een bron van hinder zijn voor de woonfunctie (o.a. Olmstraat en Nijverheidsstraat). De talrijke initiatieven voor inrichting als zone 30, het aanleggen van drempels, rotondes en asverschuivingen hebben wisselend succes. Waar mogelijk wordt beroep gedaan op de inrichtingsvorm tot erf. Stadserven (centrum Vilvoorde en Leuvensestraat) en woonerven (o.a. in recentere nieuwe verkavelingen te Koningslo en op het Hoogveld) maken steeds meer deel uit van de stedenbouwkundige realisaties en verkavelingsplannen. 5.2.2.5 Groenvoorzieningen Parken en groene ruimten zoals speel- of rusthoeken vormen in dit hoofdstuk de “zachte” gebieden van de openbare ruimte. Hier komt de bewoner of de bezoeker ook steeds meer om tot rust te komen, een sport te beoefenen of gewoon om te recreëren. Wanneer we naar de bestaande groenstructuren kijken, is het kenmerkend voor Vilvoorde dat alle parken en groenzones openbare domeinen zijn. Zowel oude parken als recente realisaties komen voor. Stads-, wijk- en buurtparken worden aangevuld door blokgroen en verkeers- of inkledingsgroen in de meest diverse vormen. Blokgroen komt in Vilvoorde in de meest diverse vormen voor, gaande van rusthoekjes tot kijkgroen en verkeersgroen. De inrichting kan eenvoudig zijn met een minimum aan straatmeubilair en plantenbakken tot meer ingekleed met heesters en siergazon. Zitbanken en papierkorven komen onder andere voor op de meest aangewezen plaatsen bij bevolkingsconcentraties of looproutes. De globale oppervlakte wordt geraamd op ongeveer 7 ha. Rekenen wij hier de oppervlakte aan pleinen bij, dan komen we aan een totaal van bijna 11 ha. Hierbij dient opgemerkt te worden dat pleinen ook als "buurtpark" fungeren indien gebruikselementen van buurtparken aanwezig zijn. Hierdoor maken zij deel uit van de verblijfsgebieden. Met name in de verstedelijkte gebieden komt deze stelling tot zijn volste recht. Nemen wij de Grote Markt als voorbeeld, dan kan eenieder begrijpen dat deze ruimte als levendige en aangename verblijfs- en ontmoetingsruimte fungeert. Bovendien worden hier talrijke manifestaties georganiseerd, het hele jaar door. De voorzieningen wat betreft buurt- en wijkgroen zijn ongelijk over de stad verdeeld: Tabel 9: Bestaande groenvoorzieningen in Vilvoorde wijk Buurtgroen Vilvoorde-centrum 1,62 ha Koningslo 0,27 ha Kassei/Hoogveld 7,90 ha Faubourg 0,25 ha Peutie 0,54 ha Houtem 0,45 ha Wijk- of Stadspark 17,3 ha 33 52,2 ha 3,80 ha 34 6,30 ha Totaal 27,3 ha + 52,2 ha 11,03 ha 31 Bron: stad Vilvoorde en eigen verwerking. 33 Naast wijkgroen is Domein Drie Fonteinen ook stadspark met een regionaal belang. Verspreid doorheen gans de wijk en gesommeerd in de tabel. D+A Consult 43 Stad Vilvoorde 34 Ontwerp structuurplan Versie GR1 – oktober 2002 Algemeen bemerken we een ondervertegenwoordiging van het buurtgroen. Daarnaast zijn er in Peutie en Koningslo geen wijkparken aanwezig. Door het tekort dreigt een grote recreatieve druk te ontstaan op de omliggende natuurgebieden. Vermits wijk-/stadsparken in de andere deelkernen wel ruimschoots voorzien zijn, kan men een groot aandeel van de buurtvoorzieningen hierin verrekenen (een wijkpark fungeert eveneens als buurt en blokgroen). Opvallend is echter het gegeven dat een groot aandeel van de speelvoorzieningen in scholen ligt. Deze kunnen niet in de berekening van buurtgroen opgenomen worden vermits deze scholen 's avonds de deuren sluiten. Het gaat hier om potentieel 24 ha speelruimte. De stad bezit een uitgesproken stadspark - het Domein Drie Fonteinen - dat een regionale uitstraling kent. Bezoekers uit randgemeenten en Brussel komen hier recreëren. Een deel van het park is echter aan renovatie toe. Essentieel gegeven hieromtrent lijkt ons de ligging ervan aan de zuidelijke stadsrand nabij de Ring. Naar de Vilvoordse bevolking toe is deze situatie gunstig voor de bevolking aan de "andere kant van het kanaal" (Koningslo en Kassei / Hoogveld). Voor de overige delen is dit echter een tekort. De groenvoorzieningen in het centrum zijn op voldoende regelmatige afstand bereikbaar voor de bewoners. Het Drie Fonteinenpark ligt geïsoleerd t.o.v. het centrum waardoor bezoek te veel per auto gebeurt. Een integratie in een aaneengesloten netwerk van de verschillende parken, langsheen winkel-, wandelstraten, het kanaal en naar het Drie Fonteinenpark over het kanaal (dwarsrelatie) ontbreekt. In de zone Kassei/Hoogveld is er een ruim aanbod. De aanwezigheid van het Drie Fonteinenpark is hieraan niet vreemd. Bovendien zijn voorzieningen aanwezig binnen de bebouwing. Alleen Kassei / Borcht heeft onvoldoende blok- en buurtgroen in de aaneengesloten bebouwde omgeving. Het Domein van Borcht op de gemeente Grimbergen telt net zoals het Tangebeekbos en omgeving mee in de groenstructuur voor de bewoners van Kassei. In de verstedelijkte zone van Koningslo komt te weinig buurt- en wijkgroen voor (gebruiksgroen). De overige voorzieningen zijn toereikend, mede door de gunstige ligging bij Tangebeekbos en de landschappen er rond. De situatie als uitloper van de gemeente Strombeek-Bever "compenseert" in zekere mate het tekort aan buurtvoorzieningen, doch Koningslo zelf heeft potenties om aan deze behoefte te voldoen, o.a. in de restruimten temidden van de bebouwde zone. In Houtem en Peutie is de groenbehoefte niet dezelfde als in de andere bebouwde gebieden, omwille van de landelijkheid en de lagere bevolkingsdichtheid met open en verspreide bebouwing (grote privétuinen, agrarisch gebied). Toch zijn hier de kwaliteiten aanwezig voor de creatie van een samenhangend systeem van openbare ruimten in en rondom het dorpscentrum. Vertrekkend van aan het kerkplein in Houtem is het langsheen de omliggende steegjes, de school en de geklasseerde hoevegebouwen met omgevende weilanden mogelijk een vrij intact historisch dorpslandschap te beleven. De beekvalleien en de bossen liggen op wandelafstand van het centrum. Kaart 14: 5.2.3. 5.2.3.1 Bestaande groenvoorzieningen Woningpatrimonium Ouderdom en comfort woningbestand De onderstaande tabellen laten ons toe een beeld te vormen van de ouderdom van het woningbestand (tabel 10) en het aanwezige comfort in de woningen (tabel 11). Tussen beide tabellen bestaat er een rechtstreeks verband. D+A Consult Stad Vilvoorde 44 Ontwerp structuurplan Versie GR1 – oktober 2002 Tabel 10: Overzicht van het woningpatrimonium volgens ouderdom BOUWPERIODE Kern/wijk Centrum Onbekend Aantal % vóór 1919 Aantal % 1919-45 Aantal % 1946-61 Aantal % 1962-70 Aantal % 1971-80 Aantal % 1981-85 Aantal % 1986-91 Aantal % Totaal 747 20% 682 18% 877 23% 676 18% 239 6% 319 9% 132 4% 91 2% Het Broek 94 24% 65 17% 152 39% 67 17% 6 2% 4 1% 2 1% 3 1% 393 Far West 184 12% 179 11% 466 30% 342 22% 137 9% 160 10% 41 3% 23 1% 1562 Koningslo 272 10% 107 4% 173 6% 1333 48% 554 20% 233 8% 42 1% 87 3% 2801 Faubourg 191 18% 182 17% 347 33% 156 15% 23 2% 90 9% 24 2% 29 3% 1042 Houtem 135 14% 92 9% 82 8% 87 9% 66 7% 197 20% 291 29% 44 4% 994 Kassei 311 15% 178 9% 286 14% 478 23% 470 23% 271 13% 24 1% 31 2% 2049 Peutie 108 12% 137 16% 176 20% 155 18% 112 13% 130 15% 12 1% 35 4% 865 Vilvoorde 2042 15% 1622 12% 2559 19% 3294 25% 1607 Bron: Nationaal Instituut voor Statistiek, Volks- en Woningtelling maart 1991 12% 1404 10% 568 4% 343 3% 13439 Tabel 11: 3733 Overzicht van het woningpatrimonium naar comfort COMFORT Kern/wijk Centrum Groot comfort Aantal % Middelmatig comfort Aantal % Klein comfort Aantal % Zonder klein comfort Aantal % Onbekend Aantal % Totaal 1054 28,2% 985 26,4% 1108 29,7% 551 14,8% 35 0,9% Het Broek 69 17,6% 47 12,0% 213 54,2% 58 14,8% 6 1,5% 3733 393 Far West 509 32,6% 279 17,9% 453 29,0% 303 19,4% 18 1,2% 1562 Koningslo 1525 54,4% 673 24,0% 413 14,7% 174 6,2% 16 0,6% 2801 Faubourg 234 22,5% 136 13,1% 419 40,2% 233 22,4% 20 1,9% 1042 Houtem 509 51,2% 319 32,1% 94 9,5% 67 6,7% 5 0,5% 994 Kassei 704 34,4% 391 19,1% 715 34,9% 207 10,1% 32 1,6% 2049 Peutie 340 39,3% 143 16,5% 234 27,1% 146 16,9% 2 0,2% 865 1,0% 13439 Vilvoorde 4944 36,8% 2973 22,1% 3649 27,2% 1739 12,9% 134 Bron: Nationaal Instituut voor Statistiek, Volks- en Woningtelling, maart 1991, Tabel 30.44 A: Bewoonde particuliere woningen naar combinatie van geriefgelijkheden binnen de woning Klein comfort: stromend water, WC met waterspoeling, badkamer – stortbad Middelmatig comfort: klein comfort + centrale verwarming Groot comfort: middelmatig comfort + keuken (4 m²) + telefoon + auto In 1991 telde de stad Vilvoorde 13.439 bewoonbare woningen. Aan de hand van de lijst van verleende bouwvergunningen kunnen deze cijfers geactualiseerd worden tot en met het jaar 1997. Hieruit bleek dat er in de periode van 1991 tot en met 1997 798 bijkomende woningen (gemiddelde: 108 woningen per jaar) werden gerealiseerd. Hierdoor komt het totaal aantal woningen op 14.197 (31/12/1997). Het merendeel van deze bijkomende woningen werden gerealiseerd in een aantal grootschalige verkavelingen (zie overzichtslijst verkavelingen). Uit de tabellen blijkt dat de stad Vilvoorde over een relatief oud woningpatrimonium beschikt, waarbij het comfort in de woningen in veel gevallen niet is afgestemd op de hedendaagse noden en behoeften. Deze situatie kan verklaard worden door het oud-industrieel karakter van de stad met haar vele arbeiderswoningen. Vooral de kern ‘Centrum’ en de wijken ‘Broek’ en ‘Faubourg’ worden geconfronteerd met een oud woningpatrimonium waarvan respectievelijk 41%, 51% en 50% van de woningen gebouwd zijn vóór het einde van de Tweede Wereldoorlog. Opvallend is ook het aandeel van woningen in deze kernen of wijken waarvan het bouwjaar onbekend (20%) is. Meer dan 60% van de woningen in de wijken ‘Broek’ en Faubourg beschikken niet over middelmatig of groot comfort. In de kern ‘Centrum’ bedraagt dit percentage ‘slechts’ 45%, wat echter nog ruim boven het gemiddelde in Vilvoorde ligt (40%). De wijk Far West kent eveneens een relatief oud woningbestand, waarbij er zich evenwel nog een sterke ‘bouwperiode’ manifesteerde kort na de Tweede Wereldoorlog (1946-1961). Dit is eveneens af te leiden uit het aanwezige comfort in de woningen. Meer dan 48% van de woningen voldoen niet aan de minimale behoeften (middelmatig comfort). De wijken Koningslo en Kassei hebben een recenter woningpatrimonium, waarbij de bouwexplosie pas plaats heeft gevonden in de periode van 1946-1970. Voor Kassei loopt deze periode nog iets verder door in de jaren zeventig. In tegenstelling tot Kassei, waar één derde van de woningen slechts D+A Consult Stad Vilvoorde 45 Ontwerp structuurplan Versie GR1 – oktober 2002 over klein comfort beschikt, kent de wijk Koningslo een kwaliteitsvoller woningbestand. Meer dan 78% van de woningen in de wijk heeft middelmatig tot groot comfort. Hiermee scoort Koningslo een stuk boven het Vilvoordse gemiddelde. De kern Houtem kent een heel recent woningbestand. Bijna 50% van de woningen dateert uit de periode 1971-1985. Dit is de periode waarin de grootschalige verkaveling ‘Kayput’ werd geconcretiseerd. Dit recent woningbestand is ook de verklaring voor het groot aandeel aan woningen met middelmatig (32,1%) tot groot comfort (51,2%). De kern Peutie heeft een meer geleidelijke groei gekend. Dit vertaalt zich ook in het aanwezige comfort in de woningen. Ook hierin kunnen geen echte uitschieters worden aangetroffen. Deze kern geeft als het ware een beeld weer van het gemiddelde woningbestand in Vilvoorde. 5.2.3.2 Soort woningen – sociale woningen Onderstaande tabel (tabel 12) geeft een overzicht van het woningbestand opgesplitst naar type van bebouwing. Tabel 12: Kern/wijk Overzicht van het woningbestand volgens type bebouwing Onbekend Totaal % Open Totaal % Halfopen Totaal % Gesloten Totaal % App./studio Totaal % Andere Totaal % Totaal % Centrum 310 8,18% 121 3,19% 96 2,53% 1750 46,15% 1815 47,86% 10 0,26% 3792 28,2 Far West 125 8,00% 156 9,99% 60 3,84% 764 48,91% 577 36,94% 5 0,32% 1562 11,6 Broek 13 3,89% 20 5,99% 10 2,99% 241 72,16% 63 18,86% 0 0,00% 334 2,5 Faubourg 49 4,70% 151 14,49% 63 6,05% 680 65,26% 143 13,72% 5 0,48% 1042 7,9 Kassei 65 3,17% 405 19,77% 167 8,15% 858 41,87% 612 29,87% 7 0,34% 2049 15,2 Koningslo 153 5,46% 601 21,46% 263 9,39% 1283 45,81% 645 23,03% 9 0,32% 2801 20,8 Houtem 62 6,24% 192 19,32% 238 23,94% 412 41,45% 148 14,89% 4 0,40% 994 7,4 Peutie 34 3,93% 232 26,82% 120 13,87% 353 40,81% 157 18,15% 3 0,35% 865 6,4 811 6,03% 1878 13,97% 6341 47,18% 4160 30,95% 43 0,32% 13439 100 Vilvoorde Bron: 1017 7,57% Nationaal Instituut voor Statistiek, Volks- en Woningtelling maart 1991, Tabel 30.40 A: Bewoonde particuliere woningen – aantal woningen De meeste woningen kunnen teruggevonden worden in de kern ‘Centrum’ en de wijken Koningslo en Kassei met respectievelijk 28,2%, 21,0% en 15,2% van het totale woningbestand. De kernen Houtem (7,4%) en Peutie (6,4%) en de wijk ‘Broek’ (2,5%) kennen het minst aantal woningen. Uit de tabel blijkt dat de stad Vilvoorde, door het groot aandeel aan gesloten bebouwing (47,2%), appartementen en studio’s (31%), als een sterk verstedelijkt gegeven kan beschouwd worden. In de kern ‘Centrum’ en de wijken ‘Broek’, ‘Far West’ en Faubourg maken de woningen met stedelijk karakter (appartementen, studio’s en gesloten bebouwing) meer dan of bijna 90% uit van het totale woningbestand. Weliswaar ligt het aandeel van appartementen en studio’s, in vergelijking met het centrum en Far West, een stuk lager in de wijken ‘Broek’ en Faubourg. Maar dit wordt ruim gecompenseerd door de aanwezigheid van meer gesloten bebouwing. De wijken Koningslo en Kassei kennen naar type bebouwing een veel gelijkmatiger spreiding. In deze wijken worden zowel open als gesloten bebouwingsvormen aangetroffen waardoor deze wijken een heel divers karakter vertonen. De kernen Houtem en Peutie hebben een eerder landelijk karakter. Het aandeel aan open en halfopen bebouwing ligt een stuk boven het stedelijk gemiddelde (40% tegenover 20%). 5.2.3.3 Sociale woningbouw 35 Met betrekking tot de sociale woningbouw beschikt Vilvoorde over een totaal van 1967 sociale woningen. Dit is ongeveer 14 % van het totaal aantal woningen te Vilvoorde. Meer dan 90 % van deze woningen worden verhuurd, de overige 10% zijn koopwoningen. Het sociaal woningpatrimonium binnen het Vlaams gewest ligt op 8,49 %; de verhouding huurwoning - koopwoning verhoudt zich als 3 35 Bron: NIS, 1991 D+A Consult Stad Vilvoorde 46 Ontwerp structuurplan Versie GR1 – oktober 2002 tegen 1. Binnen het arrondissement Halle-Vilvoorde ligt dit percentage nog een stuk lager en komt uit op 6,41 % van het totale woningenbestand. Het sociaal woningpatrimonium van Vilvoorde wordt beheerd door twee erkende sociale huisvestingsmaatschappijen, namelijk de Inter-Vilvoordse Maatschappij voor Huisvesting (die het leeuwenaandeel sociale woongelegenheden voor haar rekening neemt) en Providentia. Daarnaast 36 verzorgt ook de Intercommunale Haviland een beperkt aantal sociale woongelegenheden . Verdeeld over de woonwijken betekent dit: - de sociale woonwijk te Houtem telt met 562 het grootste aantal sociale woongelegenheden. Deze woningen werden tussen 1977 en 1982 gebouwd wat meer dan een verdubbeling van het bestaande woningpatrimonium inhield. De volledige ontwikkeling van de sociale woonwijk te Houtem binnen het woonuitbreidingsgebied (gewestplan) heeft een ruimtelijke en sociale inwerking op de volledige omgeving. Van deze 562 woningen worden er 48 te koop aangeboden; - Kassei telt met 451 het tweede grootste aantal sociale woningen. Ongeveer 60 % hiervan werd gebouwd voor 1960; - het Centrum telt 446 sociale woningen. Hiervan werden er ongeveer 130 woningen vrij recent gebouwd (vanaf 1990); - Faubourg beschikt over 206 sociale woongelegenheden. Hiervan dateren meer dan 80 % van tussen de jaren 1920 en 1930; - Far West kent een gelijkaardige situatie. Van de 191 sociale woongelegenheden, dateren er 162 (meer dan 80%) van voor 1930; - in Koningslo zijn er enkel 33 sociale kavels; - Peutie beschikt over 78 sociale woongelegenheden, die allemaal gelegen zijn in de verkaveling Bloemenlaan. Hiervan zijn er 48 koopwoningen; - Broek is de enige wijk waarin geen sociale woongelegenheden gerealiseerd werden. Een aantal bedrijven bouwden in het verleden een aantal woningen voor hun werknemers die eveneens onder de noemer sociale woningen kunnen geplaatst worden. Deze woningen komen onder meer voor langs de Steevoortstraat, langs de Slachthuisstraat, in de M. Joséwijk, langs de M. Duchéstraat en langs de Vermeylenstraat. 5.2.3.4 Leegstand Onder leegstand wordt een gebouw verstaan waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte gedurende één jaar niet meer werd gebruikt. Hierbij wordt geen rekening gehouden met de woongelegenheden die deel uitmaken van het gebouw. Een woning staat leeg als ze gedurende één jaar niet bewoond wordt. Onderstaande tabel geeft een beeld van de verspreiding van deze woningen over het grondgebied van de stad Vilvoorde. Tabel 13: Overzicht leegstandsgegevens volgens kern of wijk WIJK aantal leegstaande woningen Absoluut relatief Centrum 247 66,6% Peutie 30 8,1% Kassei 25 6,7% Broek 23 6,2% Koningslo 21 5,7% Faubourg 13 3,5% Far West 10 2,7% Houtem 2 0,5% Totaal Vilvoorde 371 100% Bron: Leegstandsgegevens 1997-1998 Op basis van een inventarislijst van gebouwen en/of woningen waarop een leegstandsbelasting van 37 toepassing is, kon vastgesteld worden dat er in de periode van 1997 371 woningen of gebouwen leegstaan. Het merendeel (66%) van deze leegstaande woningen liggen in het centrum van de stad. De overige liggen verspreid over het grondgebied. Van de tien straten met de meeste leegstand bevinden er zich negen in het centrum van de stad Vilvoorde, waarvan de meeste in de hoofdstraten. Deze ‘toptien’ bevatten samen meer dan 50 % (187/371) van de leegstaande woningen en gebouwen te Vilvoorde. 36 Bron: Stad Vilvoorde, 1997 Stad Vilvoorde, Dienst Ruimtelijk Ordening en Huisvesting, Leegstandsgegevens, momentopname 1997 D+A Consult 47 Ontwerp structuurplan Stad Vilvoorde Versie GR1 – oktober 2002 37 Deze straten zijn de volgende: Leuvensestraat (64), Schaarbeeklei (21), Grote Markt (17), JB Nowélei (16), F. Rooseveltlaan (13), Vijfhoekstraat (12), Vlaanderenstraat (12), Lange Molensstraat (11), Toekomststraat (11) en Hendrik I Lei (10). 5.2.3.5 Prijzen onroerende goederen Tabel 14 geeft de evolutie (1996 – 1999) weer van de prijzen van de onroerende goederen in de regio ten noordoosten van Brussel, meerbepaald de regio Vilvoorde – Zaventem – Wezenbeek-Oppem. Daarnaast wordt tevens een vergelijking gemaakt met de arrondissementeel gemiddelde over de betrokken periode. Tabel 14: Overzicht prijsevolutie onroerende goederen in de regio Vilvoorde en het arr. HalleVilvoorde Woonhuizen Arrondissement Halle-Vilvoorde Regio Vilvoorde 1996 4.010.000 BEF 4.059.000 BEF 1997 4.162.000 BEF 4.228.000 BEF 1998 4.391.000 BEF 4.470.000 BEF 1999 4.727.000 BEF 4.800.000 BEF 1996 – 1999 + 17,9% +18,0% Kleinere en middelgrote woningen Arrondissement Halle-Vilvoorde Regio Vilvoorde 1996 3.653.000 BEF 3.776.000 BEF 1997 3.749.000 BEF 3.889.000 BEF 1998 3.904.000 BEF 3.951.000 BEF 1999 4.165.000 BEF 4.290.000 BEF 1996 – 1999 + 14,0% + 13,6% Grotere woningen Arrondissement Halle-Vilvoorde Regio Vilvoorde 1996 8.578.000 BEF 9.546.000 BEF 1997 8.622.000 BEF 9.701.000 BEF 1998 9.390.000 BEF 10.414.000 BEF 1999 9.480.000 BEF 10.352.000 BEF 1996 – 1999 + 10,5% + 8,4% Appartementen Arrondissement Halle-Vilvoorde Regio Vilvoorde 1996 2.792.000 BEF 2.599.000 BEF 1997 3.051.000 BEF 3.211.000 BEF 1998 2.981.000 BEF 3.060.000 BEF 1999 3.302.000 BEF 3.402.000 BEF 1996 – 1999 + 18,3% + 30,9% Bouwgronden Arrondissement Halle-Vilvoorde Regio Vilvoorde 1996 2.373 BEF/m² 3.073 BEF/m² 1997 2.599 BEF/m² 3.051 BEF/m² 1998 2.913 BEF/m² 3.876 BEF/m² 1999 3.086 BEF/m² 3.868 BEF/m² 1996 – 1999 + 30,0% + 25,9% Bron: ASLK, Gids der onroerende goederen, 1998, 1999 en 2000 De stad Vilvoorde ligt binnen het arrondissement Halle – Vilvoorde, waarvan de huidige prijsgemiddelden voor woonhuizen en bouwgronden reeds respectievelijk op een derde en een vijfde hoogste plaats genoteerd staan in België. Opvallend voor de regio Vilvoorde – Zaventem – Wezenbeek-Oppem is dat prijzen voor zowel woonhuizen, kleine en middelgrote woningen, grotere woningen, appartementen als bouwgronden nog hoger liggen dan het arrondissementeel gemiddelde. Daarnaast kan ook vastgesteld worden dat de prijzen voor onroerende goederen in beschouwde periode nog steeds toenemen en dit ondanks het feit dat de prijzen voor bouwgrond en grotere woningen in 1999 met een fractie zijn afgenomen. De prijzen van de appartementen in de regio hebben deze van het arrondissement bijgebeend en zelfs voorbijgestoken. Bij een meer gedetailleerde analyse van de prijzen van de bouwgronden blijkt dat vooral de kleinere bouwpercelen (180–360 m² en 360–720 m²), die in aanmerking zouden kunnen komen voor de ‘kleine man in de straat’, zeer duur zijn (4.500,- BEF/m²). 5.3 Zonevreemde woningen 5.3.1. Omschrijving ‘zonevreemde woning’ Onder zonevreemde woning wordt verstaan: “elk gebouw dat (om)gebouwd is in functie van wonen en dat in een niet-geëigende zone (dus: geen ‘rode’ zone) gelegen is op het gewestplan of bijzonder plan 38 van aanleg en niet in een vergunde nog geldige verkaveling is gelegen”. 5.3.2. Inventarisatie In het kader van het structuurplanningsproces werd een gebiedsdekkende, doch niet-limitatieve lijst opgemaakt om de grootte van de problematiek van zonevreemde woningen op het grondgebied van Vilvoorde te kunnen inschatten (eindrapport september 2001). 38 Geëigende zones: woongebied, woongebied met landelijk karakter, woonuitbreidingsgebied en woonreservegebied D+A Consult 48 Ontwerp structuurplan Stad Vilvoorde Versie GR1 – oktober 2002 Hierbij werd gebruik gemaakt van een grootschalige basiskaart, die door de stad Vilvoorde ter beschikking van het studiebureau werd gesteld, waarop de contouren van de diverse bestemmingen van het gewestplan, de afbakeningen van de BPA’s en de vergunde nog geldige verkavelingen werden aangebracht. Uit deze confrontatie kon een indicatieve, niet limitatieve lijst opgesteld worden met solitaire en gegroepeerde zonevreemde woningen overeenkomstig de definitie onder 5.3.1. Voor elke locatie van zonevreemde woning(en) werden volgende gegevens verzameld: • straatnaam; • aantal woningen per locatie: raming op basis van basisplan en luchtfoto; • bestemming digitaal gewestplan – getoetst aan het analoog gewestplan; • ligging in bpa ja/neen; • ligging in vergunde verkaveling; • aanwezigheid van nutsvoorzieningen: hierbij ligt het accent op de aanwezigheid van riolering; • beleidsopties van het GNOP; 39 • oppervlakte aangeduide locatie van de afgebakende clusters in ha; • oppervlakte gelegen in vergunde verkaveling binnen de aangeduide locatie; • oppervlakte bebouwde percelen niet gelegen in vergunde verkaveling. Deze gegevens werden zodanig verwerkt dat zij kunnen fungeren als randvoorwaarden bij de toetsing van elke zonevreemde locatie aan de gewenste ruimtelijke structuur van het structuurplan (cf. deel 2) bij het later uitwerken van concrete maatregelen voor de zonevreemde woningen. 5.3.3. Analyse Uit de inventaris blijkt dat op het grondgebied van Vilvoorde ongeveer 71 zonevreemde woonentiteiten (solitaire woning of woonkorrel) liggen, met samen een 358 zonevreemde woningen en enkele zonevreemde appartementen. Bij de analyse van ‘het zonevreemd woonpatrimonium’ blijkt dat: • slechts een beperkt aantal woningen in natuurgebied of kwetsbare gebieden gelegen is; • het merendeel van de zonevreemde woningen in agrarisch gebied of parkgebied gelegen is; • er diverse groepen met zonevreemde woningen, zogenaamde woonkorrels, aanwezig zijn; • er een aantal zonevreemde woningen aansluiten bij bestaand woongebied; • slechts een beperkte oppervlakte van de zonevreemde entiteiten gelegen zijn in een vergunde verkaveling met name 5,4 ha (onderzoek vergunde verkavelingen tot en met april 2000); • de totale oppervlakte aan percelen, waarop een zonevreemde woning gelegen is, bijna 44 ha bedraagt; • de oppervlakte aan zonevreemde woningen (gebouwen en bijhorende gronden) die niet in een verkaveling gelegen zijn ongeveer 39 ha bedraagt. 5.4 Percelenpatrimonium In april 2000 werd een gedetailleerde inventaris opgemaakt van alle aanwezige onbebouwde percelen en perceelsmogelijkheden op het grondgebied van de stad Vilvoorde. Onderstaande tabel (tabel 15) geeft de resultaten weer van het onderzoek naar perceelsmogelijkheden op het grondgebied van Vilvoorde. Bij de inventarisatie werd evenwel nog geen rekening gehouden met de mogelijkheid om bijkomende perceels- of woonmogelijkheden te creëren in het stedelijk ontwikkelingsgebied ‘Broek’ (gewestplanwijziging juli 2000). 39 Alle oppervlaktes werden geplanimetreerd op de basiskaart. Er werden geen opmetingen uitgevoerd. Het betreft hier dus een raming. D+A Consult 49 Ontwerp structuurplan Stad Vilvoorde Versie GR1 – oktober 2002 Tabel 15: KERN WIJK Overzicht inventaris onbebouwde percelen en bijkomende perceelsmogelijkheden ONBEBOUWDE PERCELEN: 768 Binnen geëigende zone In BPA Uit BPA BIJKOMENDE PERCEELSMOGELIJKHEDEN: 715 Binnen geëigende zone JRGW LBI LOI Buiten geëigende zone (*) 0 0 2 5 2 4 9 22 TOTAAL Centrum / Far West 82 92 0 58 0 232 Broek 0 0 0 0 0 0 Faubourg 2 93 0 9 125 231 Kassei / Hoogveld 56 98 0 30 78 267 Koningslo 46 163 0 75 80 366 Peutie 0 71 0 38 8 121 Houtem 0 43 198 8 8 266 VILVOORDE 186 560 198 218 299 1483 Bron: eigen inventarisatie + verwerking (*) onbebouwd perceel in een goedgekeurde verkaveling buiten woongebieden op de bestemmingsplannen JRGW: juridische reservegebied voor woningbouw (gerekend met 15 wo/ha) LBI: langs bestaande infrastructuur (na herverkaveling, verdichting,…) LOI: langs te ontwikkelen infrastructuur (na herverkaveling, verdichting,…) Uit de tabel blijkt dat Vilvoorde binnen het huidige juridische kader over een percelenpatrimonium beschikt van om en bij de 768 onbebouwde percelen (= wooneenheden). Hiervan liggen 758 percelen in woongebied en 10 in woonpark (Lenterik). Slechts 24% valt binnen de contouren van een BPA. De meeste onbebouwde percelen kunnen teruggevonden worden in Koningslo (27,5%), ‘Centrum’/Far West (22,7%) en Kassei/Hoogveld (20,7%). Bijna 3% van de onbebouwde percelen bevindt zich in een goedgekeurde verkaveling, maar buiten de geëigende zones. Daarnaast liggen er nog 715 bijkomende perceelsmogelijkheden binnen de geëigende zones op de bestemmingsplannen. 5.5 Knelpunten en kwaliteiten 5.5.1. Knelpunten Kaart 15: Synthesekaart ruimtelijke knelpunten 5.5.1.1 (Deels) Verouderd woningpatrimonium Algemeen wordt gesteld dat Vilvoorde over een relatief oud woningpatrimonium beschikt. Vooral de stadskern (‘Centrum’) en de omliggende stadswijken ‘Broek’, ‘Faubourg’, ‘Far West’ worden gekenmerkt door een groot aandeel aan oude tot zelfs zeer oude woningen. De aanwezigheid van oude woningen gaat in veel gevallen gepaard met een laag comfortgehalte, dat niet is afgestemd op de hedendaagse noden en behoeften. Deze woningen worden meestal ingenomen door ‘minder bedeelden’ zoals minder begoede ouderen, migranten en ‘probleemgezinnen’. Meestal ontstaan concentraties van bepaalde minderheidsgroepen in wijken zodat sociale segregatie ontstaat. Voor deze wijken zal grote aandacht moeten gaan naar vernieuwing en renovatie. 5.5.1.2 Prijzen Vilvoorde behoort tot een regio die algemeen gekenmerkt wordt door zeer hoge prijzen voor onroerende goederen zoals woningen en bouwgrond. Door de aanwezigheid van minder kwaliteitsvolle woningen zal de prijs in bepaalde wijken (zie ouderdom woningpatrimonium) wel een stuk lager komen te liggen. De recente verkavelingen en woningen komen evenwel enkel in aanmerking voor kapitaalkrachtige mensen van binnen of buiten de gemeente. Dit heeft opnieuw sociale segregatie tot gevolg. De stad heeft tot taak om binnen het woonweefsel voldoende differentiatie naar woningen in te bouwen opdat er een goede bevolkingsmix kan ontstaan en (wijk)concentraties worden vermeden. Daarbij dient de nodige aandacht te gaan naar herwaardering van het bestaand sociaal woningpatrimonium gekoppeld aan het voorzien van meer woningen voor de middenklasse. 5.5.1.3 Zonevreemde woningen en lintbebouwing (zie ook § 5.3. Zonevreemde woningen) Op het grondgebied van de stad liggen diverse zonevreemde woningen (cf. 5.3). Samen met de lintbebouwing (vooral in Houtem) zorgen deze vormen van bebouwing voor een verdere versnippering en aantasting van de open ruimte. D+A Consult Stad Vilvoorde 50 Ontwerp structuurplan Versie GR1 – oktober 2002 5.5.1.4 Leegstand Voornamelijk het centrum wordt geconfronteerd met leegstand. Het betreft hier meestal oudere woningen binnen het stedelijk woonweefsel. Dit is meestal een gevolg van een gebrekkig investeringsprogramma voor het stedelijk woningpatrimonium. De aanwezigheid van leegstand en mogelijk verkrotting zorgen voor een desolate indruk en leggen tevens een hypotheek op de kwaliteit van de woonomgeving. Voor het centrum beperkt de leegstand zich tot een aantal straten waar meerdere woningen leegstaan. Een specifiek knelpunt is de leegstand op de verdiepingen boven winkels. 5.5.1.5 Schaalbreuk tussen woonwijk ‘Kayput’ en kern Houtem Opvallend voor de landelijke kern Houtem is de aanwezigheid van de grootschalige sociale woonwijk ‘Kayput’. De aanwezigheid van deze sociale woonwijk zorgt voor een schaalbreuk met de kern en overstijgt de draagkracht van deze kern. Deze grootschalige woonwijk, nagenoeg even groot als de oorspronkelijke kern, zorgt tevens voor een grotere concentratie van een bepaalde bevolkingsgroep waardoor het evenwicht in de wijk zoek is. De ruimtelijke relatie tussen beide delen moet worden uitgebouwd. 5.5.1.6 Vergrijzing – verjonging De stad Vilvoorde volgt de trend naar vergrijzing zoals die zich ook op de hogere schaalniveaus manifesteert. Maar in vergelijking met de hogere echelons ligt het aandeel van de oudste bevolkingsgroep in Vilvoorde nog twee procent hoger. Op korte termijn zal het aandeel van de oudste bevolkingsgroep nog stijgen, waarna het een lichte daling zal kennen naar het jaar 2007 toe. Vooral in het centrum en de wijken Faubourg en Far West zal het stadsbestuur de nodige initiatieven moeten ondernemen om tegemoet te komen aan de behoeften van de ouderen (serviceflats,…). In tegenstelling tot de hogere schaalniveaus volgt Vilvoorde niet de trend van ontgroening en gezinsverdunning. Door de recente verkavelingen kent de stad een toename van het aandeel van de groep jongeren, wat tevens resulteert in een ‘gezinsverbreding’. Naar de toekomst wordt een lichte daling verwacht, maar het aandeel zal nog steeds ruim boven het arrondissementeel, het provinciaal of het Vlaams gemiddelde liggen. Ook hier zal het beleid de nodige initiatieven moeten nemen in functie van deze bevolkingsgroep. Momenteel wordt vooral Houtem met dit fenomeen geconfronteerd. De verwachting is dat dit fenomeen zich in de toekomst vooral zal manifesteren in de wijken waar recentelijk grote verkavelingen werden gerealiseerd (Koningslo, Hoogveld, Faubourg, Far West,…). 5.5.1.7 Verfransing Het aantal franstaligen steeg de laatste jaren te Vilvoorde. Deze vaststelling gaat samen met een algemene suburbanisatiedruk vanuit Brussel. Een aantal elementen die deze evolutie versterkten zijn: • de veranderingen op de arbeidsmarkt; • de veranderingen en speculaties op de woningmarkt; • de sociale en ruimtelijke polarisatie. 5.5.1.8 Wonen versus grootschalige industrie Dit knelpunt manifesteert zich zowel ter hoogte van de (oude) Mechelsesteenweg als in Broek. De woonfunctie wordt zonder overgang of buffering geconfronteerd met grootschalige industrie. 5.5.1.9 Geur en visuele hinder Zenne De Zenne is eerder een open riool dan een structuurversterkend element in het landschap. 5.5.1.10 Ontsluitingsproblemen ziekenhuis De ziekenhuiszone is slecht ontsloten doorheen de woonbebouwing van het centrum. 5.5.1.11 Visuele hoogspanningsleidinghinder De aanwezige hoogspanningsleidingen zorgen zowel in stedelijk als in open gebied voor de nodige visuele hinder. 5.5.1.12 Barrièrewerking infrastructuur Het kanaal, de spoorweg en de R22 oefenen een effectieve barrièrewerking uit in het stedelijk gebied. Daarbij worden de kernen en leefgemeenschappen bijna fysisch van elkaar gescheiden. D+A Consult Stad Vilvoorde 51 Ontwerp structuurplan Versie GR1 – oktober 2002 5.5.1.13 Suburbanisatie Brussel De grootstad Brussel dringt op richting Vilvoorde. De suburbanisatie is een feit. In Koningslo is dit grootstedelijk karakter reeds duidelijk merkbaar. 5.5.1.14 Open restruimte en Inpassen van woonbebouwing in open ruimte Op verschillende plaatsten vinden we onafgewerkte randen terug langsheen open restruimten (Koningslo) of dringt de woonbebouwing de open ruimte in (Houtem, Tangebeekvallei) 5.5.1.15 Gebrekkige relatie Drie Fonteinen-centrum Het centrum heeft geen goede verbinding met het stadspark Drie Fonteinen. Zeker voor het langzaam verkeer is de verbinding ondermaats. 5.5.1.16 Ongestructureerde stadsrand Langsheen het kanaal vinden we een ongestructureerde stadsrand toe die de barrièrewerking van het kanaal nog versterkt. Dit gebied biedt vaak een troosteloze en eerder slordige, weinig aantrekkelijke indruk . 5.5.2. Kwaliteiten Kaart 16: Synthesekaart ruimtelijke kwaliteiten 5.5.2.1 Invloedsgebied van Brussel De nabijheid van deze grootstad moet niet enkel negatief beschouwd worden (verfransing, uitstoten van minderwaardige functies uit het centrum, enz.). De stad heeft ook een grootstedelijk uitrustingsniveau dat het uitrustingniveau van Vilvoorde aanvult. Dit verhoogt onrechtstreeks het voorzieningenniveau van Vilvoorde tot een niveau die de stad op zichzelf nooit zou kunnen dragen. Dit gaat niet enkel over grootstedelijke handels-, diensten-, recreatieve en vervoersvoorzieningen maar ook bijvoorbeeld over infrastructuur. De ontwikkeling van een tweede HST-terminal rond het station van Schaarbeek op het spooremplacement van Haren, de Zeehaven Brussel en de aanwezigheid van de internationale luchthaven Zaventem kan grote uitstralingseffecten teweegbrengen die de aantrekkelijkheid van Vilvoorde als woongebied gevoelig verhogen. 5.5.2.2 Historisch karakter van de stad De oorspronkelijke eivorm van het centrum is zeer goed bewaard gebleven in het stedelijk weefsel. Gekoppeld aan het historisch karakter van de binnenstad biedt dit potenties voor een kwalitatief en esthetisch stedelijk milieu. Ook in de deelkernen is de ontwikkelingsgeschiedenis vaak nog vrij goed leesbaar in het bebouwingsweefsel. Deze historische elementen herinneren aan het rijke verleden van de stad en haar deelkernen. Vilvoorde heeft ook diverse waardevolle gevelzichten en gebouwen die voor behoud in aanmerking komen om aldus het authentiek-historische beeld van de stad mee te bewaren. 5.5.2.3 Kwalitatief voorzieningenniveau Vilvoorde heeft een voorzieningenniveau met een bovenlokale uitstraling. In het verlengde van de kern met gemengde functies, pleinen, ontmoetingsruimten, is de locatie van deze voorzieningen essentieel voor de leefbaarheid van de kern en omgekeerd. De aanbouw van het nieuw cultureel centrum nabij de pleinen van de Rooseveltlaan, in samenhang met de bestaande openbare instellingen (school, post, administraties, vredegerecht) versterkt deze gedachte. Door de selectie van de stad als structuurondersteunend kleinstedelijk gebied heeft de stad de potentie om - rekening houdend met een groei van de bevolking in het kader van de selectie - dit voorzieningenniveau nog verder te versterken. In het bijzonder kunnen we hier de tuinbouwschool vernoemen die potenties heeft voor de ontwikkeling van research en onderzoek, naast publieke activiteiten. Maar niet alleen het centrum, ook de deelkernen, hebben een goed voorzieningenniveau zij het van een primaire orde. Daarbij zijn deze voorzieningen geconcentreerd op bepaalde plaatsen en verweven met andere voorzieningen. Hierdoor ontstaat de potentie van complementariteitseffecten tussen deze voorzieningen. Door het streven naar inbreiding en verdichting kunnen ook hier de voorzieningen versterkt worden. D+A Consult Stad Vilvoorde 52 Ontwerp structuurplan Versie GR1 – oktober 2002 5.5.2.4 Gedifferentieerd woonmilieu In de nederzettingsstructuur is een duidelijke oost-west as merkbaar gaande van Peutie tot Kassei/Hoogveld. Door de sterke barrièrewerking van de noord-zuid infrastructuren is deze woonas geen homogene woonmassa maar hebben de verschillende deelgebieden zich ontwikkeld tot volwaardige woongehelen met een sterk geëigend karakter gaande van grootstedelijk, stedelijk tot residentieel of landelijk. In de noord-zuid richting zijn de uitbreidingswijken Far West en Broek dan weer vergroeid met het stedelijke weefsel van het centrum. Het specifieke karakter van de verschillende deelgebieden is een belangrijke potentie bij de ontwikkeling van de gewenste ruimtelijke structuur. 5.5.2.5 Grote park- en recreatiegebieden De stad beschikt over een aantal grote parkgebieden in het stedelijk weefsel. Het kroonstuk van deze groenvoorzieningen is het Domein Drie Fonteinen, een groenzone van meer dan 50ha vlakbij het centrum. Dit domein heeft een bovenregionale uitstraling. Op sommige plaatsen kunnen de groengebieden met elkaar verbonden worden tot een stedelijk groennetwerk waardoor het woonmilieu kwalitatief nog verhoogd kan worden. De bestaande groenstructuren en de recreatieve voorzieningen blijken in de bestaande structuur vaak sterk aan elkaar gekoppeld te zijn. Deze potentie moet aangegrepen worden om te komen tot een goede verweving van de parkfuncties met de passieve en intensieve recreatie. Hierdoor kan het voorgestelde groennetwerk ook een verbindende functie hebben tussen de park- en recreatiegebieden, de woongebieden en de open ruimte. In dit kader kan overwogen worden om de open restruimten in Koningslo om te vormen tot parkgebieden. De omringende bebouwing moet daarbij wel een afwerking krijgen om het stedenbouwkundig beeld te verbeteren. De bestaande complementaire functies, zoals de tuinbouw, in deze parkgebieden zouden kunnen ingepast worden in de landschappelijke inrichting. 5.5.2.6 Onbebouwde percelen Vilvoorde beschikt nog over een ruim pakket aan onbebouwde percelen en perceelsmogelijkheden. Dit wil evenwel niet zeggen dat er kwistig mee moet omgesprongen worden en dat men het ganse woonweefsel moet dicht bouwen. Er dient aandacht besteed te worden aan het selecteren van zones waar een grotere dichtheid kan nagestreefd worden of waar er mogelijk open ruimten kunnen behouden blijven. Daarnaast biedt de aanwezigheid van diverse onbebouwde percelen in het huidige woonweefsel de mogelijkheid om een differentiatie naar woningtypologie in te bouwen. D+A Consult Stad Vilvoorde 53 Ontwerp structuurplan Versie GR1 – oktober 2002