DEEL 2 - KU Leuven

advertisement
DEEL 2:
R amadan moebarak
0 gij gelovigen, het vasten is u voorgeschreven zoals het degenen die voor u waren was
voorgeschreven, opdat gij vroom zult zijn.”
(Koran 2:183)
2.1 De openbaring van de koran
Volgens de Koran is het in de maand Ramadan dat Mohammed de openbaring van de
Koran ontving, althans, de eerste delen ervan. De Koran bevat al de openbaringen van de
profeet Mohammed en is voor moslims een 'heilig' boek. Een boek waaruit moet worden
gereciteerd.
2.2 De betekenis van het vasten
Moslims willen zich lichamelijk en geestelijk zuiveren tijdens de vasten door zich
doorheen de dag, van zonsopgang tot zonsondergang te onthouden van voedsel, drank en
genot zoals roken en seks. Zich niet laten binden door het materiële en de wereldse
verleidingen. Ze doen dit tijdens de negende maand van de islamitische kalender m.n
Ramadan. Het is een oefening in zelfbeheersing (taqwâ) die zeker in de zomermaanden
niet gemakkelijk is. Men mag bovendien ook geen kwaadspreken, liegen, of kwetsen met
woorden. Jezelf beschermen tegen kwaad, lijden en zonden. Zo oefent men zich in
volharding om beter bestand te zijn tegen moeilijkheden in het leven.
Het vasten (saum) is geen doel op zich. Vasten is gericht op gezamenlijkheid en
solidariteit. Zich tijdens de dag onthouden van het teveel en van het kwaad, in functie
van nieuwe verhoudingen, nieuwe omgangswijzen. Ruzies moeten worden bijgelegd,
conflicten uitgeklaard. "Als je haat en vijandschap niet kan opgeven, heeft het geen zin
om eten en drinken op te geven" Een richtlijn van Mohammed (Hadieth). Die wederzijdse
betrokkenheid op elkaar uit zich ook in het in familieverband samen zijn en samen
maaltijd houden. Men nodigt familie en vrienden uit, men maakt veel en lekker eten
klaar. Vb. harirasoep. Uit alles klinkt vriendelijkheid, gezelligheid en warmte. Dit geeft
aan waar het in wezen op aankomt m.n. gemeenschap vormen (Oemma) en gerechtigheid
laten gebeuren onder andere door bezit af te staan aan de armen. Tijdens de maand
Ramadan zijn er dan ook vele sociale en culturele ontmoetingen. De nachten bruisen van
leven.
Naast nieuwe verhoudingen met elkaar, gaat het in de vasten in wezen om de verhouding
tot Allah (God). Zich overgeven in de handen van Allah (God) de Barmhartige en
Genadevolle om zo meer vrede (salaam) te vinden. Om de dag van vasten goed door te
komen bidden moslims in de ochtend: "O Allah, ik neem mij voor de komende dag te
vasten. Oh Allah, help mij deze plicht te vervullen om uw welbehagen te winnen".
2.3 Wanneer valt de Ramadan?
De vastenmaand Ramadan , de negende maand van de islamitische kalender, valt elk jaar
op een andere datum. De maanden van moslims zijn gebaseerd op de maankalender. Een
zonnejaar en een maanjaar verschillen 11 dagen. Daarom verschuift de kalender van de
moslims met onze zonnekalender elk jaar weer.
De volgende jaren is de maand Ramadan voor onze jaartelling op onderstaande data:




13 september t/m 12 oktober 2007
2 september t/m 1 oktober 2008
22 augustus t/m 20 september 2009
12 augustus t/m 10 september 2010
De dagindeling bij moslims is dan weer gebaseerd op de zonnestand. De vastendag
begint nog voor zonsopgang bij het eerste gebed van de dag (al-fajr) en eindigt bij
zonsondergang, dan mag een moslim weer eten en drinken.
Volgens de voorschriften begint het vasten wanneer men 's ochtends een witte draad
van een zwarte kan onderscheiden (in het licht van de zon). Deze witte draad slaat
volgens sommigen op de schemering (of het eerste licht) dat aan de horizon begint te
verschijnen (en niet letterlijk het onderscheid tussen een witte en zwarte draad in het
(zon)licht).
2.4 Eid ul Fitr of het verbreken van de vasten.
Het feest van het verbreken van de vasten Eid ul
Fitr wordt ook wel 'het kleine feest' genoemd (Eid
es Seghir) of zoals in Turkije: Seker bayrami of
Suikerfeest. De vasten is niet een voorbereiding op
het feest Eid ul Fitr, maar het feest is een
afsluiting van de vasten. Bij het begin van het
'kleine feest' doen moslims na wat Mohammed ook
deed. Vroeg opstaan, zich baden, nieuwe kleren
aantrekken, iets kleins eten zoals melk met dadels,
naar buiten gaan naar de moskee om het
feestgebed te bidden. Ook vrouwen en kinderen
nemen deel aan het gebed. Iedereen draagt nieuwe
kleren en handen worden versierd met henna. De
moslimkinderen kussen de handen van hun ouders en vragen om vergeving. Ook volwassen
moslims vragen om vergeving bij elkaar en bieden hun verontschuldigingen aan.
Tijdens de drie feestdagen van het verbreken van de vasten gaat men uitgebreid bij
familie en vrienden op bezoek. Men wordt op allerlei zoete lekkernijen onthaald en men
is overal welkom. Men omhelst elkaar en wenst elkaar een goed, gezegend feest
(beëindiging van de vasten) toe. Ook worden er wenskaarten naar elkaar gestuurd.
Uitgebreid worden er geschenken uitgedeeld aan elkaar in navolging van de profeet
Mohammed woorden: "Geef geschenken aan elkaar, omdat geschenken de
kwaadwilligheid wegnemen". Ook de armen zijn van harte welkom en krijgen allerhande
giften (zakaat al fitr).
2.5 Belang van gastvrijheid
In de islam is gastvrijheid heel belangrijk. Tijdens feesten, maar ook in het dagelijkse
leven zijn gasten erg welkom en worden goed onthaald. Er bestaan vele verhalen om op
het belang van gastvrijheid te wijzen.
Hodja heeft een uitnodiging ontvangen om naar een feest
te gaan. Maar de avond van het feest komt Hodja laat terug
van het werk. Het feest is al begonnen en Hodja heeft geen
tijd meer om zich te wassen en zijn mooie kleren aan te
trekken. Daarom gaat hij in z'n alledaagse kleren naar het
feest toe.
Alle gasten zijn aanwezig in hun mooiste kleren en zitten
thee te drinken, terwijl de tafel wordt gedekt. Als Hodja
binnenkomt, komt de gastheer niet naar Hodja toe om hem
te verwelkomen. Niemand zegt 'Marhaban' tegen Hodja,
niemand die hem welkom heet. Niemand komt naar hem toe.
Niemand zegt:'Gaat u hier maar zitten.' Niemand schenkt
hem een glas muntthee in.
Hodja wordt een beetje boos. Hij keert zich om en loopt de kamer uit. Dan gaat hij
bedroefd terug naar huis. Hij voelt zich alleen en niet erkend om wie hij is. Hij voelt
zich niet gedragen door de anderen. Maar thuis trekt hij zijn feestkleren aan en
daarover zijn mooie zijden jas met vele feestkleuren aan.
Als hij weer teruggaat naar het feest, staat al het eten op tafel en worden de gasten
door de gastheer uitgenodigd om aan tafel te komen. Als de gastheer Hodja ziet, gaat
hij naar hem toe en zegt: 'Marhaban, hoe gaat het met u? Komt u naast mij zitten aan
tafel?' Tegen de bediende zegt hij: 'Draag eens een kussen aan en leg het achter zijn
rug.' En hij schept zelf het bord van Hodja in met de lekkerste hapjes. Iedereen zegt:
'Bismillah' en spreekt de naam van God uit over het eten. Men neemt een lepel en begint
te eten.
Maar Hodja pakt de punt van zijn mooie zijden jas en doopt die in de soep en zegt: 'Eet
smakelijk, jas'. Hodja pakt een stukje brood en steekt het in de zak van zijn jas en
zegt: 'Eet smakelijk, jas, eet smakelijk.' En in de andere zak stopt hij wat dadels: 'Eet
smakelijk jas'.
De gasten kijken verbaasd naar Hodja en de gastheer zegt: 'Maar Hodja wat doe u nu?'
Hodja neemt opnieuw de punt van zijn jas en doopt die in de soep en zegt: 'Ik geef mijn
jas te eten.' 'Maakt u een grapje Hodja', vraagt de gastheer. 'Neen,' zegt Hodja, 'dit is
geen grapje. Toen ik in mijn alledaagse kleren binnenkwam, werd ik niet welkom geheten
want er was niemand die Marhaban tegen me zei. Er was niemand die naar mij toekwam.
Niemand die zei: Hodja kom naast mij zitten. Ik kreeg niet eens een kopje thee. Maar
toen mijn mooie zijden mantel binnen kwam zei u: 'Marhaban, wees welkom, hoe gaat het
met u. En mijn jas mocht naast u aan tafel zitten. De lekkerste hapjes werden voor mijn
jas neergezet. Daarom geef ik mijn jas nu te eten. Want mijn jas is hier welkom en te
gast en niet de persoon die er in zit.'
(Bewerkt naar een verhaal uit: Offringa, B., Marbahan, Verhalen uit de islam, 'sGravenhage, 1989)
2.6 (min of meer) bekende moslims (krantenartikel)
Opdrachten groepswerk Ramadan
Enkele afspraken:
 Iedereen schrijft mee op. Gebruik een apart cursusblad om de antwoorden
neer te schrijven.
 Iedereen werkt mee
 Overleg en kom tot een beslissing
 Indien niemand van je groepje een woord/vraag/… begrijpt, vraag je raad
aan de leerkracht
Vragen bij punt 2.1. De openbaring van de Koran
Maak voor deze vragen eventueel gebruik van de boekjes over wereldreligies.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Hoe noemt de god van de moslims?
In welke eeuw (christelijke jaartelling) is de islam ontstaan?
Welke is de heilige stad van de moslims?
Hoe noemt de profeet van de moslims?
Welke is het heilige boek van de moslims?
In welke eeuw is het christendom ontstaan?
Hoe noemt de profeet van het christendom?
Welke is het heilige boek van de christenen?
Vragen bij punt 2.2. De betekenis van het vasten
1. Wat is de eigenlijke bedoeling van de vasten?
2. Wat kan je daarnaast nog leren uit de vasten? (3)
Vragen bij punt 2.3. Wanneer valt de Ramadan?
1. Waarom verschuift de maand Ramadan telkens weer?
2. Wanneer begint de vasten ’s morgens?
Vragen bij punt 2.4. Eid ul Fitr of het verbreken van de vasten.
1. Hoe noemt men Eid ul Fitr of het verbreken van de vasten nog?
2. Geef drie ‘activiteiten’ die moslims bij het verbreken van de vasten ondernemen.
Vragen bij punt 2.5. Belang van gastvrijheid
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Welke kleren draagt Hodja als hij op het feest binnenkomt?
Wat is het gedrag van de gastheer en de genodigden?
Hoe voelt Hodja zich?
Is er met zorg met hem omgegaan?
Weet hij zich gedragen?
Welke kleren draagt Hodja wanneer hij voor de tweede keer naar het feest
gaat?
7. Hoe gedraagt de gastheer zich nu?
8. Wat denk je van wat Hodja doet? Hoe begrijp je dat? Vind je dit grappig?
9. Wat wil dit verhaal vertellen? Wat zegt dit verhaal over met zorg dragen en
gedragen worden?
Vragen bij punt 2.6. Min of meer bekende moslims
Omschrijf in enkele zinnen hoe zij de ramadan beleven:
 Antwerpse politica Fatima Bali
 Profvoetballer Ali Emamifar
 Festival-organisator Chokri Mahassine
Download