Examenvragen “voeding” 2010 1. De ADH voor vitamine C in ons land is 110 mg. Wat betekent dit? Geef eventueel commentaar. ADH= aanbevolen dagelijkse hoeveelheid. = maat voor gemiddelde hoeveel noden een groep mensen van een voedingstof dagelijks moet opnemen om geen insufficiëntie verschijnselen te krijgen. Dit varrieert naargelang het gekozen einddoel. 2. Wat zijn de beperkingen van het gebruik van de BMI voor schatting van het metabool risico van een persoon? Leg ook kort uit waarom. -BMI berekening houdt geen rekening met lichaamsbouw (fijn vs grof), -locatie van vetopstapeling (androide vs gynecoide), -Vet vs spier, -niet bruikbaar voor kinderen. 3. Wat is de betekenis van de "body mass index" of Quetelet index? Wat is de "ideale" body mass index? Waarom? -Quetelet index: gewicht in kg/(lengte in meter)², maat voor schatting van vetmassa. -f(geslacht, leefgewoonten) v.b. Rokers hebben best een bmi iets boven 25 voor minimale mortaliteitsrisico’s te hebben. Algemeen zegt men dat tussen 18.5 en 25 “correct” gewicht is. Omdat waarden boven of onder deze bij de algemene bevolking gepaard gaat met meer gezondheidsproblemen. V.b diabetes 2 komt veel meer voor bij BMI>25. (RISK x 4) 4. Wat zou uw gezondheidsadvies zijn voor een patiënt van 40 jaar, die 100 kg weegt, 1.80 m groot is (BMI 30.9), en een buikomtrek heeft van 108 cm ? DIABEET-dieet (want de persoon is eigenlijk een diabeticus zonder dat diabetes doorgebroken is): laag calorisch, weinig vrije suikers en weinig vet. afvallen totdat BMI onder 25 is en de buikomtrek onder 94cm is en liefst nog iets minder. Door aangepast dieet en sport. En erop wijzen dat Zelfs indien gewicht niet belangrijk afneemt, dan kan daling intra-abdominaal vet reeds gunstig resultaat zijn. dieet: veel complexe KH en vezels. Weinig vet. 5. Hoe interpreteer je onderstaande tabel? Waarom is dit een reden tot een zekere bezorgdheid? Het abosulute aantal van mensen met overgewicht stijgt. Bovendien heeft meer dan 40% overgewicht. Dit is zeer veel. 6. Een jongen van 12 jaar heeft een BMI van 23. Wat betekent dit? Hoe gebruik je onderstaande grafiek om het belang daarvan in te schatten? Betekenis. Jongen heeft overgewicht want hij zit in de grijze zone boven de curve. Indien de jongen zo verder gaat, zal hij volgens deze curve later ook overgewicht hebben. 7. Verklaar het verschil tussen grafiek A en D (uit artikel: overweight, obesity, and mortality in a large cohort of persons 50-75 years old (KF Adams et al, NEJM 2006). Mannen die roken hebben minder kans op overlijden indien ze iets te veel wegen. Mannen die nooit gerookt hebben hebben minder overlijdingskans als ze een BMI rond 23 hebben. Jongere mannen hebben minder overlijdingsrisico dan oudere. Curve A is een curve waarin alle mannen worden ingebracht, dus ook de rokers en mannen onder de 50 j. Curve D is een curve met enkel niet rokers en mannen boven de 50j. het diepte punt van curve D zal daardoor dichter bij 23 liggen en absoluut iets hoger tegenover curve A door de verhoogde leeftijd. 8. Als je onderstaande figuur ziet zou je je kunnen afvragen waarom een BMI van 25 als bovengrens van “normaal”wordt beschouwd. Becommentarieer dit. (bron: Relation between Body-Mass Index up to 30 and the Relative Risk of Type 2 Diabetes, Hypertension, Coronary Heart Disease, and Cholelithiasis. Willett WC, et al. NEJM 1999:341:427) 9. Welke mechanismen zouden kunnen verklaren waarom abdominaal vet “gevaarlijk” is? Abdominaal vet: = visceraal vet. =insuline resistent heeft een ander metabool profiel: toename proinflamatoire, afname protectieve cytokinines ectopische(=buiten normale ligging) vet opstapeling v.b. op spieren, op leven, … 9. Verklaar en becommentarieer onderstaande figuur: schema van de hormonale en neuronale werking van het lichaam om energy-intake etc te reguleren. V.b. Ghrelin hypothalamushongergevoel. v.b. n vagus registreert rek van maag om signalen te sturen dat je genoeg gegeten hebt. 10. Verklaar en becommentarieer onderstaande figuur. Voorkomen van aandoeningen zoals obesitas hebben zowel een genetische als omgevingsfactor. Mensen met hogere kans op obesitas die in een omgeving leven waar voedsel schaars is zullen geen obesitas ontwikkelen. Dit kan wel het geval zijn indien ze in zeer voedingrijke omgeving leven. Omgekeerd zullen mensen met resistentie voor obesitas door genetische factoren deze zelden ontwikkelen ongeacht de omgeving. v.b. Aboriginals: traditioneel levende BMI<20. Verstedelijkten:OB 11. Bespreek (kort) hoe genetische factoren een rol kunnen spelen in het onstaan van obesitas. Er zijn hormonen invloed uitoefenen op de werking van verzadigings- en hongergevoel bij de mens. Deze werking kan varieren van persoon tot persoon door genetische verschillen. V.b. mensen met leptine defficientie zullen extreem OB worden. 12. Hoe kan fysieke activiteit het lichaamsgewicht gunstig beïnvloeden? veel trainen vermindert de invloed van genetische factoren. iemand met aanleg voor OB zal door veel te trainen minder kans hebben om OB te ontwikkelen. Sporten=omgeving minder toxisch maken. 13. Door welke factoren wordt de totale dagelijkse energiebehoefte bepaald? -Basaal metabolisme(meest cte component) =BMR, basal metabolic rate. -themische activiteit door voedsel (vrij cte) =(DIT, dietary induced theromgenisis) -Inspanning(=variabel) 14. Bij de voedselconsumptiepeiling van 2004 was het percentage calorieën dat onder de vorm van eiwitten werd ingenomen (gemiddeld) 16 percent. Plaats dit in perspectief ten opzichte van de aanbevelingen voor de inname van macronutriënten. de aanbeveling is 10%, maar volgens de huidige inzichten zijn er bij een hogere inname (tot 25%) geen extra problemen. De waarde van 16% is dus geen problematische situatie. 15. “Aangezien 55 % van onze calorietoevoer best afkomstig zou zijn van koolhydraten, is het een goede gewoonte om cola en andere suikerhoudende frisdranken te gebruiken als dorstlesser bij de maaltijden”. Becommentarieer deze uitspraak. fout, frisdranken bevatten veel vrije suikers. De 55% is vooral gericht op complexe suikers. Vrije suikers hebben een laag verzadigingsgevoel. Dus veel frisdranken nuttigen leidt tot tandbederf, toename van het gewicht, verminderde inname micronutienten etc. 16. Wat weet je over het verband tussen de inname van voedingsvezels en het risico op colonkanker? meer vezels=daling in risico op colonkanker 17. Wat zijn de globale aanbevelingen voor de bevolking in verband met inname van vezels in de voeding? Wat is de rationale hiervoor? Hoe kunnen deze aanbevelingen in concrete adviezen worden vertaald? 30g/Dag = (+) voor: colonkanker op lange termijn. gunstig effect voor calorie inname(verzadigingsgevoel stijgt) Voorkomen beschavingsziekten (hartlijden). gunstig effect op darmflora 18. Wat zijn “transvetten”, waar komen ze in voor, en wat is hun nutritioneel belang? *WAT? Trans-vetzuren : onstaan door (partiële) hydrogenatie van onverzadigde vetten *WAAR?– In bereide producten: bv koekjes en gebak – in bepaalde frituurolie (chips, frieten, …) – in “goedkope” industriële margarines – (natuurlijke transvetzuren uit bv melk waarschijnlijk minder schadelijk) *NUTRITIONEEL BELANG?: doet LDL cholesterol stijgen en HDL-cholesterol dalen. belangrijke cardiale risicofactor : op gewichtsbasis 2.5 tot 10 X hoger cardiaal risico dan VVZ 19. Wat kun je afleiden uit de onderstaande grafiek (invloed van omega 3 vetten op de totale mortaliteit (Hooper 2006). Conclusion of systematic review: omega 3 fats do not have a clear effect on total mortality, combined cardiovascular events, or cancer. 20. Als iemand u vraagt welke maatregelen op gebied van voeding hij kan nemen om de kans op kanker te verkleinen, wat zou uw advies zijn? veel vezels, weinig rood vlees, GEEN alcohol (1glas=goed tegen coronaire vaatziekten). Magere zuivelproducten, varieer (type en bronnen) minstens 2 maal per week vis. beperk de cosnumptie van E rijk voedsel of suikerrijke dranken (want meer vet=meer kans op kanker) minderzout want dit gaat wrs gepaard met verhoogd risico op o.a. maagkanker 21. Geef commentaar bij de onderstaande figuur Het dash(Dietary Approaches to Stop Hypertension) dieet is een dieet rijk aan volkoren producten, veel groeten en fruit en weinig VVZ hierdoor zal de bloeddruk dalen wegens gedaald volume van het bloed. 22. Bespreek de algemene aanbevelingen, en de onderliggende rationale, in verband met zoutinname. Aanbeveling: 6gNaCl/dag. Minder zout= lager BD. Te hoge of te lage bloeddruk is bevorderlijk voor Cardiovasculaire ziekten. Dus niet té weinig. 23. Welke dieetmaatregelen kunnen de bloeddruk doen dalen? Beperking op de industrie aangezien 80% van onze zout inname reeds in het voedsel zit. optie 2 is geen zout gebruiken bij het eten. 24. Wat weet je over het verband tussen calcium in de voeding en het risico op nierstenen? Nierstenen zijn vaak Ca-oxalaatstenen. Toch heeft calcium volgens recente studies waarschijnlijk een protectief effect doordat het de opname van oxalaat in het colon inhibeert. Hierdoor worden minder Ca²+-oxalaatstenen gevormd. Er zijn echter studies die beweren dat het risico wel verhoogd is. 25. Geef uitleg bij de onderstaande figuur: Fuguur= hypothetisch model van de feedbackloops tussen hepatocytep en villi van de duodenale cellen ivm regulatie van ijzer opname uit het dieet. Transport van ijzer verloopt 1)door de duodenale cel. 2) gebonden aan een carrier: transferrin in het bloedplasma 3)tot in de hepatocyt waar deze door Fe opname hepcidin vrijzet dat een inhibeerende werking heeft op de fe-transport carriers van de duodenale cel om de opname te verlagen. (voor volgende vraag) slough 2 (sl f) n. 1. The dead outer skin shed by a reptile or amphibian. 2. Medicine A layer or mass of dead tissue separated from surrounding living tissue, as in a wound, sore, or inflammation. 3. An outer layer or covering that is shed. v. sloughed, slough·ing, sloughs v.intr. 1. To be cast off or shed; come off: The snake's skin sloughs off. 2. To shed a slough. 3. Medicine To separate from surrounding living tissue. Used of dead tissue. v.tr. To discard as undesirable or unfavorable 26. Wat zijn (in het algemeen) de oorzaken van ijzergebrek? Aan welk type oorzaak moet gedacht worden bij gecombineerd tekort aan ijzer en foliumzuur? *menstruatie (ADH stijgt van 920mg/d!), bloedverlies, desquamation(=verlies van oppervlakkig epitheel), sloughed mucosal cells. *vitamine C inssuficientie! (vit C reduceert ijzer zodat het opgenomen kan worden!) 27. Wat weet je over vitamine K gebrek? Bron: planten, darmflora, synthetisch wateroplosbare vit K als medicatie. tekorten leiden tot problememn ivm bloedstolling. Komt zelden voor bij volwassenen, tenzij malabsorptie en parenterale (=ingespoten) voeding. Komt vaker voor bij pasgeborenen wiens darmflora nog niet voldoende ontwikkeld is. Oplossing?: systematische toediening van profylactische toediening (1-2mg of 1mg+borstvoeding) Wel treden vaak pseudodeficiënties op door antagonisten zoals coumarines. 28. Wat zijn mogelijke oorzaken van een vitamine D gebrek? Hoe kun je de diagnose stellen van een te laag vitamine D? Wat zijn de gevolgen? Voorkomen: short-bowel syndrome, malabsorptie beste parameter voor opvolging: PTH, ([naast Ca, vit D,P, alkalische fosfaten]) PTH=verhoogd bij tekorten. Gevolgen: ranchitis (kinderen), osteomalacie (volwassenen), Verhoogd risico op osteoporose indien gebrek. 29. Welke groepen personen kunnen in onze bevolking het risico lopen voor het ontwikkelen van vitamine B1 gebrek? alcoholici!!!, hyperemesis gravidarum, ziekte van crohn, parenterale voeding zonder substitutie., na bariatrische heelkunde (indien patiënt veel moet braken) (opmerking: Alcoholici steeds+supplement van vitB1 en glucose!!!! Anders zware medische fout) 30. Wat zijn de gevolgen van vitamine B12 tekort? Wat zijn de gelijkenissen en verschillen met foliumzuur tekort? *Functie: omzetten van homocysteine naar methionine. symptomen bij tekorten: beide macrocytaire of megaloblastische anemie. *Beide neurologische symptomen. MAAR vitB12: Wernicke/korsakoff (encefalitis), foliumzuur: neurale buis defecten *vit B12 absorptie in ileum met behulp van intrinsic factor, foliumzuur in proximale dunne darm en duodenum(, geen intinsic factor?) DUS verschillende oorzaken die tekorten veroorzaken. 31. In welke omstandigheden moet gedacht worden aan foliumzuurgebrek of moet extra foliumzuur worden toegediend? Ten tijde van bevruchting en tijdens de zwangerschap tot 12 weken! Voor bescherming van de foetus (neurale buisdefecten preventie) indien macrocytaire of megaloblastische anemie= teken van foliumzuurtekort stijging homocysteinespiegel = teken foliumzuurtekort 32. Uw buurvrouw van 60 jaar, overigens in goede gezondheid, neemt een supplement dat vitamine A, C en E bevat, in combinatie met selenium. Ze vraagt u of dit nuttig is voor haar gezondheid. Wat zou uw antwoord zijn? Motiveer waarom. Ik zou afhankelijk van de reden van het innemen van het supplement een ander antwoord geven. V.b. indien een arts haar dit had aangeraden zou ik uitzoeken waarom deze dit nodig vond. Indien op eigen initiatief: vitamine A: tekort alleen bij ernstige malabsorptie, overdosis=schadelijk. Te lage dosis is wel gecorreleerd met hoge incidentie van longkanker. (omgekeerd bij rokers daar is hoge dosis schadelijk) Extra innemen niet nodig want ze is in goede gezondheid, maar indien in beperkte hoeveelheden, is het wel voordelig. vitamine E: heeft geen bewezen voordeel maar kan wel schadelijk zijn, en er zijn zeer zelden deficiënties( tenzij parenterale voeding), extra innemen is niet nodig en niet nuttig vitamine C: =wateroplosbaar. Overdosis zeer zelden, tenzij extreme inname via meds. Indien rookster: aanraden blijven innemen want rokers hebben verhoogde nood en ouderen hebben vaker vit C deficiëntie problemen. indien geen rookster: innemen mag, want kan geen kwaad. Maar supplement is niet nodig tenzij ze geen verse groeten en fruit zou eten. Selenium: gunstig effect bij mannen, geen bewezen gunstig effect bij vrouwen. Niet nodig. BOVENDIEN zijn A,E anti-oxidanten die de gemiddelde levensduur verkorten. DUS aangezien er bij elk product geen reden is (tenzij onderzoek anders had uitgewezen) om deze producten te nemen, zou ik de buurvrouw afraden om ze in te nemen! Het is veel beter om wat extra groenten en fruit te eten. 33. Geef uitleg bij de onderstaande figuur. Door welke factoren zou deze bevinding kunnen verklaard worden? Matig alcohol gebruik heeft mogelijks gezondheids bevorderende aspecten. Met name ivm cardiovasculaire aandoeningen waardoor de mortaliteit daalt.. Te hoge inname zal dan weer echter de mortaliteit bevorderen (o.m. door verkeersongevallen, leverschade, …) daarom dat mannen die matig drinken en verlaagde mortaliteit hebben. en mensen die veel drinken of niet ook verhoogd risico hebben. (de ex-drinkers bevatten ex-verslaafde die door overmatig gebruik lever en pancreas schade hebben. Hierdoor zal de mortaliteit van deze groep ook verhoogd zijn.) 34. Een student (m) die bij u op kot zit (21 jaar, 84 kg voor 1.75 m, BMI 27.4) drinkt dagelijks 4 glazen wijn. Hij vraagt of hieraan een risico verbonden is. Wat zou u hem antwoorden? Motiveer uw antwoord. Alcohol bevat vrij veel caloriën (1g alcohol=7kCal). Hierdoor zal je bijkomen, Hierdoor zal je BMI, die al te hoog is stijgen terwijl deze op 21j leeftijd op een van de laagste punten in je leven zou moeten staan. Een te hoge BMI is natuurlijk slecht voor je gezondheid. Bijkomend hierbij is dat meer dan 1 à 2 glazen alcohol/dag ook slecht is. Hierdoor zal de kans dat je sterft tegenover andere mensen verhoogd zijn. Dus ja, er zijn wel risico’s aan verbonden. (opm. natuurlijk zal er ook veel afhangen van de bouw van de persoon en het tijdstip van drinken om de ersnt van de situatie correct in te schatten) 35. Een 50-jarige patiënt komt vertellen dat hij thuis vaak discussie heeft met zijn vrouw over zijn koffiegebruik. Hij drinkt een 6-tal tassen koffie per dag, en zijn vrouw vindt dat dit ongezond is. Wat is uw mening hierover? Indien de patiënt geen slaapproblemen heeft, en hij niet aan het proberen is om kinderen te krijgen (koffie=mogelijk fertiliteitsproblemen. Check leeftijd vrouw?) is er geen probleem. Studies wijzen uit dat koffie een mogelijks gunstig effect heeft. Wat niet betekent dat je hele liters/dag moet gaan drinken. 36. Beschrijf kort de voedingsdriehoek, en de betekenis ervan. Dagelijkse voedingsaabeveling naar de populatie moeten praktisch zijn Principes: evenwicht, afwisseling tussen en in groepen, matigheid. 7 essentiële nutriënten en een restgroep relatief meer nodig uit onderste groepen 37. Waarom zal je als arts in de praktijk meer te maken hebben met de microbiologische aspecten van voedselveiligheid, dan met de chemische aspecten ervan? chemische aspecten zijn problemen van de industrie en zijn toepasbaar op gans de bevolking. Microbiologische=bacterie etc zijn problemen van de arts en zijn toepasbaar op individuen. De chemische aspecten worden streng gecontroleerd. De microbiologische bevatten zelden controles (door patiënt zelf) 38. Wat weet u over “marasmus” en “kwashiorkor”? 2 protein-energy malnutrition ziekten. Waarbij er sprake is van ernstige ondervoeding. Marasmus=onvoldoende caloriën en proteïnen (N bronnen) Kwashiorkor= voldoende caloriën. Onvoldoende N bronnen (proteïnen) Twee “types” ondervoeding Marasmus • Globaal tekort calorieën • Gedrag: kind heeft honger • groei achterstand • verlies van subcutaan vet en spieren KWASHIORKOR: • Vooral tekort aan eiwitbronnen (+ bijkomende ziekte) • Gedrag: apathie, anorexie • Gegeneraliseerde oedemen • hepatomegalie • dunner, ontkleurd haar • typisch beeld treedt snel op 39. Wat kun je afleiden uit onderstaande figuur, betreffende het relatieve risico van verschillende voedingsmiddelen? voedsel met veel SF(saturated fattyacids) verhoogt het risico op cardiovasculaire ziekten. evenals het voedsel waar veel suiker in zit ipv mono of polyonverzadigde vetzuren. Indien men echter voedsel eet waarbij de SF vervangen is door KH, dan daalt het risico.