Relevantietypologie Pionier en zwerver 1 Achtergronden relevantietypologie • De relevantietypologie omvat referentiemodellen voor managementinformatie. • De relevantietypologie bestaat uit vijf varianten die ieder zowel een positieve als een negatieve verschijningsvorm kunnen hebben. In negatieve varianten is sprake van een verminderde beheersbaarheid. • Ter bepaling van de gewenste managementinformatie zal de relevantietypologie altijd in samenhang met de proces en betrouwbaarheidstypologie van Starreveld dienen te worden beschouwd. Deze proces en betrouwbaarheidstypologie vormt een uitwerking van het midden van het tolmodel. 2 Relevantietypologie Positieve varianten Negatieve varianten Charismatische organisaties: dit college! Pionier Zwerver Bureaucratieën Doelgerichte bureaucratie Ongerichte bureaucratie Concerns Doelgericht concern Ongericht concern Professionele organisaties Maatschappelijke professional Eenzijdige professionals Netwerk organisaties Maatschappelijk netwerk Eenzijdig netwerk 3 Korte omschrijving 1. Pionier. Veelal jonge/kleine organisatie die gedomineerd wordt door een sterke leider. 2. Zwerver. De tegenhanger van de pioniersorganisatie waarbij de sterke leider het overzicht heeft verloren. 4 Pionier Kenmerken 1.1 Missie, doelen, doelstellingen, kritische succesfactoren en strategie 1.2 Structuur 1.3 Processen 1.4 Managementstijl 1.5 Cultuur Gevolgen voor de managementinformatie 1.6 Vorm en inhoud van de managementinformatie 5 Voorbeeld pionier: Scheepbouwer • Sinds 7 jaar actief • Bouwt tussen 60 en 100 sloepen per jaar • Directeur is zelf ook een enthousiaste watersporter • “wij maken de beste sloepen”. 6 7 • Invoegen figuur pionier 8 1.1 Missie, doelen, doelstellingen, kritische succesfactoren en strategie bij pionier • Op groei gericht en financieel van aard • Staan meestal niet op papier maar bevinden zich in het hoofd van de leider • Worden door doen en laten van de leider op de medewerkers overgedragen. Voor Scheepbouwer: Niets staat op papier maar wordt door de directeur wel uitgedragen! 9 1.2 Structuur bij pionier • Georganiseerd rondom de producten en diensten • Zo eenvoudig mogelijk gestructureerd met vaak functionele afdelingen • Nauwelijks staforganen Voor Scheepbouwer: 40 tal personeelsleden waarvan het merendeel in de productie werkt. 10 1.3 Processen bij pionier • Beheerst op de belangrijke aspecten • Dit betekent dat de leider weet op welke wijze de processen beheerst moeten worden. Scheepbouwer: De processen zijn goed op orde onder andere door de directe aansturing van de directeur. 11 1.4 Managementstijl bij de pionier • Contactpersoon/ondernemer. De leider treedt met een grote uitstraling naar buiten toe op. • Intern is hij actief bezig met direct aansturen en motiveren van medewerkers (tight control). • Er is sprake van geringe delegatie. Scheepbouwer: De directeur is in positieve zin sterk aanwezig. Niets gebeurt zonder zijn toestemming. 12 1.5 Cultuur bij pionier • Mythische cultuur • De baas denkt in de termen van het product dat de organisatie maakt en de markt die hij creëert. • Trefwoorden: “Mijnheer de directeur”, “één grote familie”!, “hard werken”, “gezagsgetrouw”. Scheepbouwer: Samen maken wij de beste sloepen. 13 1.6 Vorm en inhoud van de managementinformatie bij pionier • Formele managementinformatie is beperkt op hoofdlijnen en financieel gericht (balans & resultatenrekening). • Informele managementinformatie is belangrijk. Directeur praat veel met medewerkers en klanten. Op deze wijze vult hij de beperkte formele managementinformatie aan. 14 Directeur Scheepbouwer ontvangt maandelijks: Omzet Kosten Marge Verschillenanalyse op hoofdlijnen tussen voorcalculatie en werkelijk Omvang voorraad, voorraadverschillen Stand onderhanden werk Gefactureerde termijnen en Openstaande debiteuren Openstaande crediteuren 15 Zwerver • Ontstaat vaak vanuit een pionierende organisatie waar door groei in samenhang met de informele wijze van sturing de leider de grip heeft of dreigt te verliezen. • Een organisatie kan niet lang een zwerver blijven maar zal zich moeten doorontwikkelen tot een positieve variant uit de relevantietypologie. 16 • Figuur zwerver invoegen 17 18 Zwerver Kenmerken 2.1 Missie, doelen, doelstellingen, kritische succesfactoren en strategie 2.2 Structuur 2.3 Processen 2.4 Managementstijl 2.5 Cultuur Gevolgen voor de managementinformatie 2.6 Vorm en inhoud van de managementinformatie 19 Voorbeeld zwerver: Magica BV • • • • Handelsbedrijf in kantoorartikelen met filialen Filiaalleiders hebben nauwelijks autonomie Kritiek op de directie leidt vaak tot ontslag Problemen in de processen 20 21 2.1 Missie, doelen, doelstellingen, kritische succesfactoren en strategie • Zijn niet langer helder en duidelijk • De leider weet niet meer welke kant het op moet met de organisatie en is vooral op zijn eigen doelen gericht. Magica: Grote problemen met betrekking tot het bepalen van de marktpositionering. Verkoop via internet wordt als bedreiging ervaren. Vroeger was alles beter! 22 2.2 Structuur • De formele structuur is klein en eenvoudig en daarmee gelijk aan de pionier. • Ontstaan van informele machtsstructuren die steeds belangrijker worden. 23 2.3 Processen • Processen verlopen niet langer beheerst. • De leider heeft de grip over de organisatie en de daarmee samenhangende processen verloren. Magica: Vaak problemen met onjuiste prijzen en verklaring van voorraadverschillen. 24 2.4 Managementstijl • De leider gebruikt de organisatie voor eigen doelen. Verdeel en heers. Machtspolitieke spelletjes (politiek manager). • Er moeten voortdurend brandjes geblust worden. Druk, druk, druk zonder dat hier veel lijn in valt te ontdekken (real-time manager) Magica: Je bent voor of tegen me! Ik moet alles alleen doen. 25 2.5 Cultuur • - Magisch: verstarring, groot ziekte- en taakverzuim vaak negatieve geruchtenstroom rond de leider drukt de sfeer. Magica: Wiens brood men eet, wiens woord men spreekt. De brenger van slecht nieuws, kan snel in diskrediet komen. 26 2.6 Vorm en inhoud van de managementinformatie bij zwerver • Formele managementinformatie is vergelijkbaar met pionier, let echter op mogelijke betrouwbaarheidsproblemen! Magica: onverklaarbare voorraadverschillen. • Informele managementinformatie. De leider luistert alleen naar medewerkers en klanten die informatie hebben waarmee hij zijn positie kan versterken. 27 Migratiemogelijkheden zwerver 28 Toepassing Magica In de huidige vorm kon Magica niet langer meer bestaan. • Magica werd dan ook overgenomen door een groot concern (doelgericht concern) dat orde op zaken stelde en van Magica een doelgerichte bureaucratie maakte. • Ook was het natuurlijk mogelijk dat de filiaalhouders voor zichzelf verder gingen als pionier. • 29 Samenvatting To lf a c t o r P io n ie r Zw e rv e r Mis s ie , d o e le n , s tra te g ie e n KS F’e n Va n b e la n g e n rich tin g g e ve n d , d e e ls im p licie t On d u id e lijk S tru ctu u r Pro d u ct, Lijn , Ee n vo u d ig Pro d u ct, Lijn , Ee n vo u d ig In fo rm e le m a ch tce n tra Pro ce s s e n Be h e e rs t, Va ria b e l Nie t b e h e e rs t, Va ria b e l Ma n a g e m e n ts tijl Co n ta ctp e rs o o n / On d e rn e m e r S tra kke d e le g a tie Po litie k m a n a g e r/ Re a ltim e m a n a g e r S tra kke d e le g a tie Cu ltu u r Myth is ch Ma g is ch 30