Griffie Commissie voor economie, mobiliteit en grote stedenbeleid Datum commissievergadering : 26-9-2003 DIS-stuknummer : 942067 Behandelend ambtenaar : Dienst/afdeling : Datum I. Orbon REW : EMG-0022 : 2 september 2003 Bijlagen : 1 Nummer commissiestuk Onderwerp: Continuering lidmaatschap Interregio 2003-2008 Voorstel van GS aan PS: ter bespreking ter kennisneming ter vaststelling Voorstel van het Presidium/Griffie: ter bespreking ter kennisneming ter vaststelling Griffier der Staten, namens deze, mr. J.W.L.M. Zwepink Bijlage: 1. Samenvatting Toekomstperspectief Interregio 2003-2007 Notitie ten behoeve van de commissie voor economie, mobiliteit en grote stedenbeleid inzake continuering lidmaatschap Interregio 2003-2008 1. Achtergrond Interregio is een samenwerkingsverband van overheden en organisaties voor het bedrijfsleven uit de provincies Belgisch Limburg, Nederlands Limburg en Noord-Brabant (midden en oostelijk deel). Doelstelling van Interregio is het stimuleren van economische ontwikkeling in Brabant-Limburg, door contacten over de grens te bevorderen en de interne en externe profilering van de regio te versterken. De terreinen waar Interregio zich op richt zijn kennis & innovatie, infrastructuur, logistiek, arbeidsmarkt, bedrijfsterreinen en naamsbekendheid.De basistaken van Interregio betreffen grensoverschrijdende projectontwikkeling, de schakelfunctie en het ondersteunen van lobbytrajecten. Interregio is, in tegenstelling tot het Benelux-Middengebied, geen Euregio en beschikt darmee niet zelf over Interreg-gelden. Wel kan uiteraard op basis van projecten passend binnen het Interreg-programma een beroep worden gedaan op deze gelden. Op 2 maart 2000 heeft het initiatief Interregio en het lidmaatschap van provincie Noord-Brabant ter bespreking in de commissie voorgelegen. Op basis van het toen voorliggende convenant en actieprogramma is een lidmaatschap aangegaan voor de periode 2000-2003. De jaarlijkse financiële bijdrage bedroeg f. 33.333 (€ 15.882,-) . Momenteel ligt een voorstel voor om het lidmaatschap van Interregio te verlengen voor de periode 20032008. Daartoe is een evaluatieronde uitgevoerd van het initiatief, op basis waarvan gekozen is voor het bijgevoegde toekomstperspectief. 2. Conclusies evaluatie Interregio 2000-2003 Interegio heeft gedurende de periode 2000-2003 gericht op: - afstemming van beleid op de genoemde terreinen; - projectontwikkeling op deze beleidsterreinen (project toelevering & clusters, logistieke samenwerking, fysieke infrastructuur, arbeidsmarkt, naamsbekendheid, voucher). Uit de evaluatie is gebleken dat Interregio heeft bijgedragen aan een intensivering van de contacten onderling en grotere bekendheid met elkaars initiatieven en beleid. De organisatie heeft hierin een belangrijke toegevoegde waarde gehad. De inhoudelijke thema’s waarop Interregio zich de afgelopen jaren heeft gericht, zijn nog steeds relevant. Met name het belang van kenniseconomie is door de deelnemende partijen ondersteund. Nadrukkelijk is de wens uitgesproken dat de toegevoegde waarde vooral moet worden gezocht in het grensoverschrijdende karakter van onderwerpen en projecten en dat ingestoken moet worden op huidige leemten (zodat dubbeling van activiteiten voorkomen wordt). Daarnaast is de voortgang in projecten niet geheel conform planning en oorspronkelijk ambitieniveau verlopen. Als oorzaken worden onder meer genoemd: - vertraging van het Interreg-programma, waardoor cofinanciering van projecten moeilijker werd; - onvoldoende capaciteit van medewerkers van de leden van Interregio; - beperkte capaciteit van de programmamanager. -2- Bij de evaluatie is ook geconcludeerd dat er meer nadruk gelegd diende te worden op: - bestuurlijke samenwerking; - het fungeren als forum voor beleidsdiscussies, beleidsafstemming en domeinen; - de uitwisseling van informatie tussen Interregio-leden onderling en Interregio en externen; - meer overeenstemming en gezamenlijke visie onder de leden om concrete lobbyacties te kunnen ondernemen. Hoewel het inhoudelijke committent van de vertegenwoordigende organisaties van het Vlaamse bedrijfsleven er wel was, bleek het realiseren van de financiële bijdrage van deze zijde zeer lastig. Ten slotte is geconstateerd dat de organisatie, met een bestuurlijke Stuurgroep en Kerngroep en een ambtelijke werkgroep vereenvoudigd diende te worden. 3. Interregio 2003-2008 Momenteel ligt ter ondertekening een verklaring ter continuering van Interregio voor. Het afgelopen jaar is een viertal scenario’s besproken, variërend van geen voortzetting tot Interregio als projectbureau (zie samenvatting toekomstperspectief Interregio). Op basis van de evaluatie is gekozen voor voortzetting van het initiatief gedurende de periode 2003-2008, waarbij gekozen is voor het scenario ‘Interregio als programmabureau”. Na afloop van 2005 zal een tussenevaluatie worden gehouden. Inhoudelijke aspecten Interregio blijft in haar inhoudelijke doelstelling en thematiek op hoofdlijnen ongewijzigd. In deze opzet sluit het initiatief goed aan bij onze beleidsdoelstellingen zoals geformuleerd in de sociaal-economische Kadernota ‘Dynamiek en Vernieuwing’. Kennis, innovatie en technologie blijven speerpunten van het Interregiobeleid. Zowel aan Nederlandse als aan Belgische zijde zijn maakindustrie, procesindustrie en logistiek in sterke mate aanwezig. De industriële sector kent een hoogwaardig en kennisintensief karakter. De industriële clusters strekken zich echter nauwelijks uit buiten de eigen grenzen. Met name de Belgisch-Nederlandse grens blijkt een barrière te vormen. Interegio als grensoverschrijdend initiatief met overheid en bedrijfsleven heeft een taak in het slechten van deze barrière, zowel in de vorm van bestuurlijke afstemming als in de vorm van concrete grensoverschrijdende projecten. Daarnaast wordt infrastructuur als een belangrijk thema gezien. Met name de Noord-Zuid verbinding (A69) heeft de aandacht, als een belangrijke voorwaarde om tot intensievere en betere samenwerking te komen. Ten slotte zullen de activiteiten in het kader van logistiek, arbeidsmarkt en naamsbekendheid worden voortgezet. Het thema bedrijfsterreinen wordt toegevoegd. Organisatorische aspecten Naar aanleiding van de evaluatie zal Interregio op een aantal organisatorische aspecten worden aangepast: - meer programmamanagement capaciteit. In plaats van een externe programmamanager op parttimebasis zal nu sprake zijn van1 fte programmamanager en 1 fte managementassistent. Voor beide functies is voorzien vanuit de capaciteit van de aangesloten leden; - permanente bereikbaarheid van het bureau; - in het nieuwe Interregio wordt niet meer voorzien in aparte financiering voor projecten. Het programmamanagement behoudt de taak om projecten aan te jagen en te ontwikkelen, maar als projecttrekkers blijven derden verantwoordelijk. Ook voor cofinanciering van de projecten zal een -3- - - rechtstreeks beroep worden gedaan op de daarin betrokken organisaties. Daarnaast biedt het Interreg-programma momenteel weer mogelijkheden voor cofinanciering; de Kerngroep is vervangen door een afstemmingsoverleg tussen de voorzitter, vice-voorzitter, voorzitter werkgroep en programmamanagers; op thema’s zal extra bestuurlijk overleg worden georganiseerd om, ondanks de verschillende belangen, zoveel mogelijk gemeenschappelijke visies en standpunten vast te stellen; in de afgelopen jaren is meermalen de wens van Duitse partners geuit om deel te nemen. Betrokkenheid van Duitse partners zal vorm krijgen op projectbasis. Uitbreiding van lidmaatschap wordt met het oog op slagvaardigheid niet wenselijk geacht. De BOM en LIOF, als belangrijke innovatie-instrumenten van de provincies aan Nederlandse zijde, zullen actief betrokken worden. Het GOM in Vlaanderen is reeds betrokken; een andere financiële verdeelsleutel. In tegenstelling tot de eerdere verdeelsleutel is er in het nieuwe scenario voor gekozen om een splitsing te maken tussen de door de Belgische zijde op te brengen financiën en de door Nederlandse zijde te betalen middelen. 5. Financiële consequenties Op basis van het geschetste toekomstige Interregio worden de jaarlijkse kosten begroot op € 223.000,-. De gevraagde bijdrage aan de provincie Noord-Brabant bedraagt € 12.000,- op jaarbasis voor de periode 2003-2008. Dit bedrag is gebaseerd op: - een financiële verdeling tussen België en Nederland van 35-65% (mede op basis van feitelijke deelname van organisaties aan beide zijden van de grens): 78.000 Belgische zijde - 145.000 Nederlandse zijde; - 17% van de bijdrage van Nederlandse zijde komt voor rekening van de provincies Limburg en Brabant: € 24.000,-. 4. Voorstel Kennis te nemen van het besluit om in principe in te stemmen met de continuering van het lidmaatschap van Interregio en de financiële consequenties van het lidmaatschap te betrekken bij de tweede doorlichting van de Marap. 's-Hertogenbosch, 2 september 2003 Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant. -4-