Voorbeeld van een les Beeball aan groep 3/4

advertisement
Voorbeeld van een les Beeball aan groep 3/4
Les 1:
Leerlingen krijgen per tweetal bal. Kan een honkbal softbal of een tennisbal zijn. Wel een kleine bal.
Opdracht 1.
Je gaat met je 2 tal ergens in de zaal staan. Je gooit de bal omhoog en de ander probeert deze te
vangen. Dus steeds om en om. (2 - 3 minuten)
- De leerling moet de bal boven zijn hoofd vangen met twee handen. Hij houdt dus zicht op de bal.
- Gaat dit goed mag er wat hoger gegooid worden. De bal moet wel bij de leerling in de buurt blijven.
Opdracht 2.
Overgooien. Ga met z’n tweeën tegen over elkaar staan. Ongeveer 5 - 8 meter uit elkaar. Gooi de bal
langs je oor naar de ander. Als je dit doet zet je het tegenovergestelde been naar voren. (5 Minuten)
- Let er op dat er word overgegooid. Samen, niet tegen elkaar.
- Leerlingen moeten een bal onder de riem onderhands vangen, en boven de riem bovenhands.
- Om het spannender te maken kan je voor elke keer heen en weer gooien 1 punt verdienen.
- Meld duidelijk dat een wegrollende bal voorzichtig gehaald moet worden. Achter de rest langs, niet
door het midden.
Opdracht 3.
Slaan. (15 Minuten). lokaal in 4 vakken verdelen. We spelen met zachte softballen(light-flight)
Per kwart van de zaal word er geslagen. De klas deel je op in 8 groepjes per kwart van de zaal dus 2
groepjes. 1 groepje is de slagpartij. Het andere groepje de veld partij.
om de beurt mag er 1 iemand 4 ballen slaan. Vanaf een paaltje/pylon of tossen(even kijken wat
mogelijk is i.v.m. materiaal) de rest van de slagploeg wacht op de bank. En kijkt tegen het gezicht aan
van de slagman(veiligheid) Na 4 ballen sluit de slagman achter aan op de bank en mag nr. 2 gaan
slaan. de velders verzamelen de geslagen ballen en houden deze bij zich tot er vier ballen zijn.
is iedereen 1x geweest wisselen de velders met de slagmensen.
- Uitbreiding: Er kunnen in het veld punten gehaald worden als de bal word gevangen.
- slagpartij krijgt een punt als de bal de 2 muren raakt dus caramboliseert.
zorg er voor dat de knuppel word neergelegd als het wisselen is, er mag niet mee worden rond
gelopen.
Spel:
Deel de zaal nu in tweeën. Maak 4 teams. Het meest handige is om de leerlingen die in in 1 kwart
aan het spelen waren samen te voegen.
Er word in beide vakken het zelfde spel gespeeld. Doe dit met een zachte softbal.
Slag partij gaat op de bank zitten. Veld partij verspreid zich in het veld.
nr. 1 van de slagpartij slaat de bal(tossen/of paaltje) het veld in. Daarna moet hij de knuppel op de
mat/in de korf leggen(veiligheid) en rent hij naar mat 1. Hier is hij veilig.
Is de bal nog heel ver weg dan kan hij door rennen naar mat 2. (dit is wel verder)
Is een loper tussen de honken(matten) kan deze getikt worden door een spelen met de bal. Niet
afgegooid worden.
is de bal op dezelfde plaats als de knuppel(mat of korf) dan mag er niet meer gelopen worden.
Nr. 2 komt naar voren en slaat de bal. Ook deze rent naar mat 1. Stond nr 1 nog op deze mat dan
moet deze lopen. Je mag niet samen op 1 mat staan.(gedwongen loop)
Heeft lopen 1 of lopen 2 de 2e mat gehaald is hij binnen. Dan krijgt hij een punt en sluit hij weer achter
aan. Je kan dus maximaal 1 punt halen.
Is de bal in de handen van een velder dan mag er geprobeerd worden eerder op de mat te staan dan
de loper.(wel de mat waar de loper heen gaat (branden) lukt dit is de loper uit. Tikken mag altijd.
Lopers moeten met de kortste weg van mat naar mat.
- is iedereen 1x geweest mag nr. 1 nog 1x. daarna wisselen de verlders met de slagploeg. En begin je
weer van voor af aan. Is iedereen 1x geweest en nr.1 2x wissel je weer. Het is belangrijk dat degene
die de vorige ronde 2x heeft geslagen nu als laatste in de rij zit.
Aandachtspunten:
- Leerlingen die niet aan slag zijn zitten op de bank.
- Ligt de knuppel niet op de afgesproken plaatst is de slagman uit(af).
- 1 leerling kan maar de bal pakken, dus zorg ervoor dat ze niet op elkaar duiken als de bal in het veld
rolt.
-Je kan niet afgegooi worden.
- De bal is alleen geldig als ie het veld ingaat.
- Inhalen is niet toegestaan.
- geef aan dat het kan voorkomen dat niet iedereen even vaak aan de beurt komt i.v.m. de tijd.
- speel tot het tijd is.
Deze ervaring is voortgekomen uit Proeftuin Sportconnextion Utrecht.
Download