HFST 6: OVERHEID - bestuur via politieke besluitvorming - financiering: via belastingen 6.1. Functies - gemengde economie: mn zowel overheid als private sector toenemend belang van overhei (kan je zien in toegenomen overheidsuitgaven) - beinvloedt beslissingen van gezinnen en bedrijven door opleggen van regels - Musgrave: 3 belangr functies van activ van overheid in de gemengde economie 1) allocatie: overheid beinvloedt direct en indirect de allocatie v G en pf 2) herverdeling: aanbrengen v wijzigng in inkomens- en vermogenverdeling 3) stabilisatie: voorkomen of compenseren v schommelingen in econ dmv - manipulering v budgettaire stromen en/of geldhoev - interventies in de prijs en inkomensvorming hier vnl allocatieve functie aan bod: - overheid heeft invloed op wat en hoe er in de econ geproduceerd w en tegen welke prijzen het op de markt komt - gerealiseerde G en D pakket als gevolg van overheidsoptreden ziet er sterk veschillend uit v wat op vrije markt spontaan zou ontstaan - motivatie: markt is niet pefect, dus aanvulling en correctie is noodz bv markt kan geen collectieve voorzieningen bieden LET OP: niet zo dat overheidsinterventie bij marktfaling automatisch de welvaart vergroot (dit moet in concrete situaties worden aangetoond) 6.2. Beslissingen binnen de overheidssector - over overheidsoptreden bestaan: * normatieve theorieen: - onstaan uit welvaarttheorie - proberen op obj manier te bepalen hoe e volkshuishouding schaarse middelen moet aanwenden om de nationale welvaart te max - onderzoekt oa of overheidsuitgaven verantwoord zijn, hoe overheid de werking vd markt moet corrigeren wanneer die niet allocatief optimaal werkt hier steunen op homo-economicus hypothese (w toegepast alsof de overheid door een centrale drijfveer w beheerst) - nadeel: geeft niet aan - hoe de mtsch welvaart in concreto te bepalen valt welk verband zij heeft met de indiv welvaart van de leden van de overheidshuishoudingen - gaat er impliciet van uit: overheid is bevolkt dr politieke actores wiens handelen er zich toe beperkt zo goed mogelijk de recepten vd welvaartseconomen in de praktijk te brengen, los vd eigen belangen van die politieke actores - * positieve theorieen: - bv public choice theorie (andere naam: nieuwe politieke economen) - proberen feitelijk overheidshandelen te verklaren vanuit de preferenties vd politieke actores zelf: kiezers, pressiegroepen, politici en ambtenaren) - analyse: gaat ook uit vanuit homo-economicus hypothese maar: toepassen op gedrag van indiv personen dus: overheid wordt gedesaggregeerd (net zoals op markt zijn besl het gevolg van het indiv handelen) - onstaan in USA, maar kent toenemende aanhang in Europa - politieke leven is gekenmerkt door ruil - martkmodel: centraal in hun analyse dus marktbenadering: 1) vraag: keizers, pressiegroepen 2) aanbod: politici, ambtenaren 3) product: beleid, collect dimensie ->