Hapje tussendoor Voel ik daar in mijn buik stiekempjes geknor? Al het werk aan de kant, hapje tussendoor. Voel ik daar in mijn buik stiekempjes geknor? Kleine hap, kleine slok, hapje tussendoor. Smaak’lijk eten, smaak’lijk drinken, iedereen zit klaar. Smaak’lijk eten, smaak’lijk drinken, En nu smikkelen maar. Voel ik daar in mijn buik stiekempjes geknor? Al het werk aan de kant, hapje tussendoor. Voel ik daar in mijn buik stiekempjes geknor? Kleine hap, kleine slok, hapje tussendoor. Het weer Goedemorgen mevrouw, goedemorgen meneer, kunt u mij vertellen wat is het voor weer? Regent het nu buiten, of schijnt de zon vandaag, of waait er een harde wind? Dat is wat ik vraag. Goedemorgen mevrouw, goedemorgen meneer, kunt u mij vertellen wat is het voor weer? Goeiemorgen dag. Goeiemorgen dag. Goeiemorgen dag. Zie jij wat ik zie? Het groene gras. De blauwe lucht. De vogels in een lange vlucht. Hé dag, zie jij dat ook? Goeiemorgen dag. Goeiemorgen dag. Hoor jij wat ik hoor? Een vrolijk lied, een mooi verhaal. En woorden voor ons allemaal. Hé dag, hoor jij dat ook? Goeiemorgen dag. Goeiemorgen dag. Dag dag! Dag dag! De week rond Maandag naar school. Hoi! Dinsdag naar school. Hoi! Woensdag naar school, maar ’s middags zijn we vrij. Donderdag naar school. Hoi! Vrijdag nog één keertje. Zaterdag en zondag zijn we vrij. Vrij om te voetballen, vrij om te fietsen, Vrij om te spelen, of zomaar wat te nietsen. Maandag gaan we lekker weer naar school en dat is fijn. Leuk om met je vriendjes in de klas te zijn! Twaalf maanden Twaalf maanden bij elkaar, twaalf maanden bij elkaar, twaalf maanden bij elkaar is samen één jaar. Januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, Augustus, september, oktober, november, december. Twaalf maanden bij elkaar, twaalf maanden bij elkaar, twaalf maanden bij elkaar is samen één jaar. Daag! Het was vandaag weer een heel fijne dag. We gaan naar huis, dus ik zeg nu gedag. Want de klok wijst aan, dat het tijd is om te gaan. En alle papa’s, mama’s zie ik bij de poorten staan. Na één nachtje slapen dan zijn we er weer. Dus tot ziens allemaal, tot de volgende keer. Cijfermuur Luister wat ik wil vertellen. Alle cijfers kun je tellen. Op de cijfermuur kunnen we ze zien, Alle, alle cijfers van 1 tot 10. Luister wat ik wil vertellen. Alle cijfers kun je tellen. Op de cijfermuur staan ze allemaal. Cijfers zijn gewoon onze rekentaal. Lettermuur Kom bij de lettermuur, kom er maar bij. Plaatjes en cijfers staan hier rij na rij. Lettertjes samen dan is het een woord. Een woord dat je vast wel eens hebt gehoord. Kom bij de lettermuur, kom er maar bij. Plaatjes en cijfers staan hier rij na rij. Aankleden Aankleden, aankleden, weet je hoe dat moet? Luister maar eens goed hoe je dat doet! Trek je sokken, broek en trui maar aan. Daarna doe je pas je schoenen aan. Trek je ook je jas nog aan? Dan ben je klaar om naar buiten te gaan. En ik fiets En ik fiets op het plein, Lekker hard, dat vind ik fijn. Als ik druk op de bel van mijn fiets Dan doet ‘ie TRRRING!!!! en anders niets. In het badje Lekker zwemmen in het badje bij ons achter in de tuin. Als het zonnetje gaat schijnen, wordt mijn neusje lekker bruin. Lekker zwemmen in het badje. Koppie onder en omhoog. Als het zonnetje gaat schijnen, word ik toch vanzelf weer droog. Mijn tent Twee lange stokkenpak ik en een grote doek. Vier dikke stenen leg ik neer op elke hoek. De stokken staan rechtop, mijn tent is klaar. En wil je bij me in de tent, dan kom je maar! Bibliotheek Overal staan boeken, boeken, boeken, langs alle muren en in alle hoeken. Naar de bibliotheek ga ik bijna elke week. Boeken over circus en van acrobaten. Boeken over apen die echt kunnen praten. Naar de bibliotheek ga ik bijna elke week. Overal staan boeken, boeken, boeken, langs alle muren en in alle hoeken. Naar de bibliotheek ga ik bijna elke week. Boeken over hondjes, boeken over katjes. Boeken over ditjes, boeken over datjes. Naar de bibliotheek ga ik bijna elke week. Overal staan boeken, boeken, boeken, langs alle muren en in alle hoeken. Naar de bibliotheek ga ik bijna elke week. Herfst, herfst wat heb je te koop? Herfst, herfst wat heb je te koop? Honderdduizend blaadjes op een hoop. Zakken vol met wind. Ja mijn kind. Ik hoop dat jij dat aardig vindt! (En de blaadjes kunnen we ook veranderen in… eikels, kastanjes…..) Zie je de kastanjes? Zie je de kastanjes aan de bomen? Zie je alle eikels op het mos? Nu is het herfst, de blaadjes vallen. Nu is het herfst in ieder bos. Hoor de wind eens waaien. Hoor de wind eens waaien. Woei, woei. Hoor de wind eens waaien. Zie de bomen zwaaien. Hoor de wind eens waaien. Woei, woei! Ga niet zo te keer. Jij lastige meneer. Ik blijf lekker binnen. Wat een lelijk weer! Vijf herfstblaadjes Vijf herfstblaadjes hangen aan een tak. Hé, denkt de wind… Als ik die nu eens pak. Dan vult hij zijn wangen, zijn wangen worden rond. Hoei, hoei, hoei, hoei Weg vliegt het blaadje en valt hopla op de grond. (En die 5 worden er dan natuurlijk 4, vervolgens 3…2…1!) Bewegen is gezond (kinderen voor kinderen) REFREIN Doe je handen maar omhoog en zwaai van links naar rechts Van links naar rechts, we gaan van links naar rechts En we klappen-klappen-klappen-klappen op the beat Net als de rest Want bewegen is gezond Doe je handen maar omhoog en zwaai van links naar rechts Van links naar rechts, we gaan van links naar rechts En we springen springen springen Springen in de lucht - net als de rest Want bewegen is gezond VERSE 1 Doe je knieën maar omhoog, oh oh En draai je armen in het rond, oh oh Zet je handen op je heupen, oh oh En stamp maar lekker op de grond, oh oh Doe nu je vingers op je hoofd en move move En beweeg van rechts naar links, ja move move Maak je schouders lekker los en move move En geniet van deze groove, deze groove groove Is iedereen er klaar voor …? YEAH YEAH!! Okay dan tellen we nu af: 5-6-7-8 REFREIN (2x) BRUG Eén: is maar alleen, dus doe maar mee Twee: zijn jij en ik, dus doe maar mee Drie: wordt al gezellig, doe maar mee Vier: maakt meer plezier, dus doe maar mee Is iedereen er klaar voor …? YEAH YEAH!! Okay dan tellen we weer af: 5-6-7-8 Griep Ik hoest, ik hoest, mijn stem doet piep-piep. Ik lig, ik lig in bed met de griep. Tussen de lakens ril ik van de kou. Mama vraagt zachtjes: Hoe gaat het met jou? Ik hoest, ik hoest, mijn stem doet piep-piep. Ik lig, ik lig in bed met de griep. Ik slik een drankje, één lepel per keer. Papa vraagt zacht: doet je keel niet meer zeer? Ik hoest, ik hoest, mijn stem doet piep-piep. Ik lig, ik lig in bed met de griep. Verlanglijstje Weet je wat ik vraag? Weet je wat ik vraag? Weet je wat ik vraag op mijn verlanglijstje vandaag? Auto’s wil ik graag. Auto’s wil ik graag. Dat is wat ik vraag op mijn verlanglijstje vandaag! Weet je wat ik vraag? Weet je wat ik vraag? Weet je wat ik vraag op mijn verlanglijstje vandaag? Poppen wil ik graag. Poppen wil ik graag. Dat is wat ik vraag op mijn verlanglijstje vandaag! (Uiteraard verzinnen we nog meer dingen die we kunnen vragen op het verlanglijstje en zingen we die ook.) Op het dak gaat zwarte piet Op het dak gaat zwarte piet. Kijk goed uit of je hem ziet! Klimt het dak op als een aap, als ik in mijn bedje slaap. Zwarte, zwarte, zwarte piet, Ben je daar? Ik hoor je niet. Zwarte, zwarte, zwarte piet, Ben je daar? Ik hoor je niet. Op het dak gaat zwarte piet. Kijk goed uit of je hem ziet! Klimt het dak op vliegensvlug. Kijk, hij is alweer terug. Zwarte, zwarte, zwarte piet, Ben je daar? Ik hoor je niet. Zwarte, zwarte, zwarte piet, Ben je daar? Ik hoor je niet. Op het dak gaat zwarte piet. Kijk goed uit of je hem ziet! Klimt het dak op met gemak. Op zijn rug een zware zak. Zwarte, zwarte, zwarte piet, Ben je daar? Ik hoor je niet. Zwarte, zwarte, zwarte piet, Ben je daar? Ik hoor je niet. Op het dak gaat zwarte piet. Kijk goed uit of je hem ziet! Klimt het dak op als een kat. Ik slaap door, ik hoor nooit wat. Zwarte, zwarte, zwarte piet, Ben je daar? Ik hoor je niet. Zwarte, zwarte, zwarte piet, Ben je daar? Ik hoor je niet. Luisterpiet Luisterpiet wiedewiedewiet. Jij hoort ons wel. Maar wij zien jou niet! Wat jij hoort bij jou bezoek. Komt in Sinterklaas zijn boek. Luisterpiet wiedewiedewiet. Jij hoort ons wel. Maar wij zien jou niet! Iedereen die moet op stap (wijze mosselman) Iedereen die moet op stap, die moet op stap (2x). Iedereen die moet op stap van keizertje Augustus. Iedereen moet in het boek, moet in het boek (2x). Iedereen moet in het boek van keizertje Augustus. Sjok, sjok, sjok http://www.youtube.com/watch?v=7S5tjxP2ibE Sjok,sjok, sjok liep het ezeltje helemaal naar Bethlehem. (2x) O, wat was Maria moe. Ze deed af en toe haar oogjes toe. Sjok,sjok, sjok liep het ezeltje Jozef zocht naar onderdak. (2x) Maar ze zeiden het spijt ons zeer, we hebben helaas geen slaapplaats meer. Hop,hop hop liep het ezeltje, want het rook een warme stal. (2x) Daar en wie had dat gedacht werd Jezus geboren in de nacht. De ster is zo ver De ster is zo ver, zo ver hier vandaan. De ster wijst ons het stalletje aan. Waar het kindje is geboren. Herdertjes en schapen mogen niet langer slapen. De ster is zo ver, zo ver hier vandaan. De ster wijst ons het stalletje aan. In een koude donk’re nacht In een koude donk’re nacht Is een kind geboren In een stal hier ver vandaan. Klokken laat het horen! Bim bam bim bam bom. Luidt alle klokken van bim bam bom. Bim bam bim bam bom. Luidt alle klokken van bim bam bom. Het nieuwe jaar komt Het nieuwe jaar komt, het nieuwe jaar komt. De pijltjes knallen, knallen knallen in het rond. Het vuurwerk hier, het vuurwerk daar. Hier is het nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe jaar. Het nieuwe jaar komt, het nieuwe jaar komt. Ik draai de sterre-sterre-sterretjes in ’t rond. Het vuurwerk hier, het vuurwerk daar. Hier is het nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe jaar. Winterkleren Ik ga de kou weer in. Ik pak me warmpjes in. Een muts van dikke wol Voor mijn kleine krullenbol. Ik ga de kou weer in. Ik pak me warmpjes in. Mijn wanten doe ik aan, Dan kan ik naar buiten gaan. Ik ga de kou weer in. Ik pak me warmpjes in. En mijn nek een sjaal, Heerlijk warm allemaal. Ik ga de kou weer in. Ik pak me warmpjes in. En kijk mijn winterjas Is te warm voor in de klas. Wie-wa winter Wie-wa-winter lekker in de kou Winter wat hou ik toch veel van jou! Wie-wa winter kou in ’t hele land Warm in huis want de verwarming brandt. Wie-wa-winter wat een leuke tijd, als je met je vriendjes van de ijsbaan glijdt. Wie-wa-winter wat een leuke tijd, als je met je sleetje van de heuvel glijdt. Wie-wa-winter lekker in de kou Winter wat hou ik toch veel van jou! Wie-wa winter kou in ’t hele land Warm in huis want de verwarming brandt. Sneeuwdans http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20090709_sneeuwdans01 Sneeuwt het al? Ik wil vlokken overal. Ik wil sleetje rijden van de heuvel naar benee. Lekker buiten met mijn slee! refr. 1x links en 1x rechts Handen in je zij. 1x hoog en 1x laag Dans je mee met mij? Want misschien is er een kans als ik de sneeuwdans dans. Misschien is er een kans… Sneeuwt het al? (echo) Ik wil vlokken overal. ‘k wil een sneeuwpop maken met een hoed en met een das, met een pijp, maar zonder jas! refr. Sneeuwt het al? Ik zie vlokken overal. ’t Wordt een witte wereld. Vlokken hier en vlokken daar. Dus mijn sneeuwdans is nu klaar! refr. Vriendinnetje Vriendinnetje, dinnetje, dinnetje Vriendinnetje mijn koninginnetje. Er is niet één ander kind, Dat ik zo aardig vind. Vriendinnetje, dinnetje, dinnetje Vriendinnetje mijn koninginnetje. En als ik later trouw… Trouw ik natuurlijk met jou. Mijn beste vriend Jij bent mijn beste vriend, mijn allerbeste vriend. En altijd zijn we samen, Want bij jou vind ik het fijn. Jij bent mijn allerbeste vriend, mijn allerbeste vriend. We zullen altijd vrienden zijn. Pompom Pompom, pompom met zijn neus zo zwart als roet. Woont bij ons in de klas, heel gezellig, dat is goed. Blauwe muts, groene tas, lacht altijd blij! Lieve, lieve, lieve Pompom, vriendje van mij. Lieve, lieve, lieve Pompom, vriendje van mij. Eikels, kastanjes, de herfst komt eraan. Pompom in ’t bos ziet een paddenstoel staan. Klopt op het deurtje en trekt aan de bel. Wie er dan open doet, weten wij wel! Refrein Winter is donker de lamp moet steeds aan. Pompom moet nu ook zijn winterjas aan. Als het gesneeuwd heeft, dan pak ik de slee. Glij van de berg af en Pompom glijdt mee. Refrein Lente met bloemetjes in elke kleur. Ruik maar eens goed wat een heerlijke geur. Veulentjes, lammetjes staan in de wei. Zie ze eens dansen, ze zijn reuzeblij! Refrein ’s Zomers dan gaan we vaak zwemmen in zee. Mijn vriendje Pompom die nemen we mee. Zwembroek aan, bandjes om, wat een boel zand! Pompom en ik spelen fijn op het strand. Worteltaart Heel diep in een holletje, onder grote bomen, ligt konijntje Smulpaap van worteltjes te dromen. Worteltaart en wortelijs, o, wat is dat lekker. Maar plotseling daar schrikt hij op Want TRING daar gaat de wekker. Dierenlied Hé! Wat drijft daar? Dat is gek! ’t Lijkt een boom maar met een bek. Kijk eens hier, het is een krokodil! Pas maar op, straks bijt hij in je bil! Hé! Wat klimt daar in de boom? Bruine haren, groot en sloom! Kijk eens hier, het is een dikke beer! Als hij brult, dan doen je oren zeer. Hé! Wat springt daar in het rond? Wit, bruin, zwart en ’t lijkt van bont? Kijk eens hier, het is een lief konijn. Pak maar op, dat vindt konijntje fijn. Hé, wat zit daar op het dak? Met zijn grijze verenpak? Kijk eens hier, het is een tortelduif. Pas maar op, er valt wat op je kuif! Clowntje Gekkerdegek Clowntje, clowntje Gekkerdegek Wat trek je steeds een gekke bek. ‘k Lach me slap zoals je dat doet, Pijn in mijn buik en kramp in mijn snoet. Hihihi! Hahaha! Doe maar met mij het clowntje na. Hahaha! Hihihi! Duim bij je oor, tel één, twee, drie! Broestoeterlied Broes, Broestoeter ben ik met carnaval. Broes, Broestoeter in Deurne overal. Feesten, feesten, feesten, drink wat ranja. Doe eens mal! Toeter, toeter, toeter, toetercarnaval. Allemaal kleren Als het buiten regent gaan mij laarzen aan. Buiten regent alles kleddernat. Als het buiten regent gaan mij laarzen aan. Door mijn regenjas word ik niet nat. Als het buiten koud is gaat mijn sjaal weer aan. Buiten vriest het, dit is winterweer. Als het buiten koud is gaat mijn sjaal weer aan. Dikke jas aan, ‘k voel de kou niet meer. Als het buiten heet is en de zon schijnt fel, Kan ik zonder jas naar school toe gaan. Als het buiten heet is en de zon schijnt fel, ‘k Heb mijn allerdunste kleren aan. Als op school een feest is dan ben ik heel mooi. ‘k Heb mijn allermooiste kleren aan. Als op school een feest is dan ben ik heel mooi. Fijn om zo mooi naar het feest te gaan. Als we straks gaan gymmen in het gymlokaal Rennen, springen op je tenen staan. Als we straks gaan gymmen in het gymlokaal Dan doe ik mijn gymkleren snel aan. Seizoenen De lente doet de hele tuin weer groeien. De zomer laat de mooiste bloemen bloeien. De herfstwind maakt de bomen kaal. Dan houden bomen winterslaap allemaal. En dan is het weer lente en zo gaat het steeds opnieuw. En daarom zing ik nu dit liedje nog een keer opnieuw. De lente doet de hele tuin weer groeien. De zomer laat de mooiste bloemen bloeien. De herfstwind maakt de bomen kaal. Dan houden bomen winterslaap allemaal. En dan is het weer lente en zo gaat het jaar voorbij. En ik word steeds maar groter, elk jaar groei ik er wat bij. Paashaas Kijk de paashaas is gekomen. heeft een paasei geel en blauw. En nu rent hij langs de struiken brengt misschien dat ei bij jou. Lente De lente brengt de lammetjes ze dansen in de wei, ze springen en ze blaten zijn heel de dag dolblij De lente brengt de kalfjes ze dansen in de wei, ze springen en ze loeien zijn heel de dag dolblij De lente brengt de veulentjes ze dansen in de wei ze springen en ze hinniken zijn heel de dag dolblij De lente brengt de geitjes ze dansen in de wei ze springen en ze mekkeren zijn heel de dag dolblij Dag lief bloemetje Dag lief bloemetje bij de keukendeur. Dag lief bloemetje met je mooie kleur. Dag lief bloemetje met je lekk’re geur Ik zal je water geven! Moederdag Geef de dikste klapzoen die je kent. Aan de allerliefste mama. Aan de allerliefste mama. Geef de dikste klapzoen die je kent. Het is moederdag dus mama wordt verwend. Passen en meten Refrein: Wil je het weten? Heel zeker weten? Dan moet je passen, dan moet je meten. Is het te groot of is het te klein? Past het precies? Dat zou fantastisch zijn! Ik pas de schoen aan mijn voet, Past ie precies, dan is het goed. Als het geen pijn doet bij het lopen? Dan gaan we deze schoenen kopen. Refrein herhalen Ik ben al één meter tien. Meet het maar op dan zul je ’t zien. Mijn mooiste broek, die zat zo fijn, Is me nu helemaal te klein. Refrein herhalen. Zweet Zweet jij ook? Ik dacht al dat ik het rook. Van je oksel tot je retemeteet. Zweet, zweet, zweet! Zwemmen Zwemmen, pootje baden, duiken in het meer, in je bootje varen, het is geweldig elke keer. Dat doen we elke zomer weer! Schelpen zoeken Schelpen zoeken aan het strand. Mooiste schelpen van het land. Met m’n emmer in mijn hand Loop ik op het warme zand. Eten, drinken in een mand Want we gaan een dag naar ’t strand. Een kasteel bouw ik van zand, Daaromheen leg ik een schelpenrand. Schelpen zoeken aan het strand. Mooiste schelpen van het land. Met m’n emmer in mijn hand Loop ik op het warme strand. Einde schooljaar Versie 1: Een hele nieuwe groep, een hele nieuwe groep. Na de grote vakantie in een hele nieuwe groep. Dag juf tot ziens. Dag juf tot ziens. Na de grote vakantie in een hele nieuwe groep. Versie 2: Gezellig deze groep, gezellig deze groep. Na de grote vakantie blijf ik fijn in deze groep. Dag juf tot ziens. Dag juf tot ziens. Na de grote vakantie blijf ik fijn in deze groep.