Tradities en gebruiken in de Groningse cultuur Groningen kent verschillende tradities en gebruiken. Denk hierbij aan de Groningse streektaal, de vlag en het Groningse volkslied. Maar het gaat ook om het op de hoogte blijven van regionaal en lokaal nieuws. Deze binding met streekcultuur wordt ook culturele binding genoemd (Vermeij, 2015). Aan het Groninger Panel is gevraagd of en in welke mate ze deze vormen van culturele binding kennen en/of er gebruik van maken. In totaal hebben 1.426 panelleden hun mening hierover gegeven. Dit onderzoek maakt deel uit van het panelonderzoek ‘Trots op Groningen: beeldvorming en identiteit’. In het kort Vier op de tien panelleden spreekt dagelijks Gronings. Een ruime meerderheid kan de streektaal goed tot zeer goed verstaan (75%). Veruit de meeste Groningers zijn bekend met de Groningse vlag en het Gronings volkslied. Respectievelijk 88% en 78% van de Groningers kent deze. 37% van de panelleden kan het Groningers volkslied ook helemaal meezingen. Regionale media lijkt belangrijker op het platteland. In vergelijking met stedelingen lezen, luisteren en kijken zij vaker naar regionale en lokale media. Blijkbaar willen inwoners van het platteland vaker op de hoogte zijn van het regionale nieuws. Ruim 70% van de panelleden is van mening dat er meer geld moet komen voor het behoud van cultuur historisch erfgoed. Zij vinden dat de identiteit van Groningen sterker wordt als de overheid meer aandacht besteed aan Groninger tradities en gebruiken. Gronings als streektaal Taal zorgt ervoor dat communicatie tussen mensen mogelijk is. Maar taal dient ook een ander doel. Het verschaft ons een sociale en culturele identiteit. Het spreken van een eigen dialect of streektaal geeft mensen een eigen identiteit en mensen markeren zich daarmee als lid van een groep of zorgen voor een herkenbare binding met een gebied (Meertens Instituut, 2015). Het Groninger Panel is gevraagd hoe belangrijk zij het vinden om naast het Nederlands ook Groningers te kunnen verstaan en spreken. De meeste Groningers vinden het belangrijk dat het Gronings een levende taal blijft naast het Nederlands. Het gaat dan vooral om het kunnen verstaan (70%), en iets minder om het kunnen spreken van het Gronings (36%). Figuur 1. Hoe belangrijk vindt u het om naast het Nederlands ook Gronings te kunnen ... 100% 80% 13% 17% 39% 60% 40% 20% 0% 25% (helemaal) niet belangrijk neutraal 70% 36% (heel) belangrijk Vooral de wat oudere panelleden vinden het verstaan en spreken van het Gronings belangrijk, terwijl mensen in de leeftijdsgroep 18 tot 34 jaar dit naar verhouding iets minder van belang vinden. Ook plattelandsbewoners vinden het Groningers belangrijker dan stedelingen, net als geboren en getogen Groningers. Figuur 2. Hoe belangrijk vinden verschillende groepen mensen het om Gronings te verstaan? (percentage (heel) belangrijk) elders geboren en getogen geboren en getogen, ook elders gewoond altijd in de provincie gewoond 57% 74% 81% platteland stad 77% 58% 65jr en ouder 50-64jr 35-49jr 18-34jr 72% 75% 64% 59% 0% 20% 40% 60% 80% 100% 40% spreekt dagelijks Gronings Welke taal of talen spreken de panelleden in het dagelijks leven? Naast het Nederlands, dat vrijwel iedereen spreekt, zegt vier op de tien panelleden in het dagelijks leven Gronings te spreken. Tegelijk ziet 45% van de panelleden dat het aantal mensen dat Gronings spreekt de laatste jaren is afgenomen. Vier op de tien panelleden zegt dat het aantal mensen dat dit spreekt gelijk is gebleven en nog geen 5% ziet een toename. Welke taal of talen spreken Groningers in het dagelijks leven? De meerderheid (75%) van de panelleden kan het Gronings goed tot heel goed verstaan. Het spreken, lezen en schrijven beheersen een stuk minder mensen (figuur 3). Zoals te verwachten vinden de mensen die het Gronings goed onder de knie hebben (dus het goed verstaan en spreken) het vooral belangrijk dat het Gronings een levende taal blijft. Maar ook vier op de tien mensen die geen Gronings kunnen verstaan vinden dit belangrijk. Figuur 3. Kunt u aangeven in hoeverre u Gronings kunt … verstaan 46% spreken 26% lezen 12% 11% schrijven 27% 22% 14% 0% 15% 20% 30% heel goed 11% 52% 40% goed 9% 28% 26% 27% 20% 17% vrij aardig 60% met moeite 80% 100% helemaal niet De Groninger vlag is bij veel mensen bekend De Groninger vlag is op 17 februari 1950 vastgesteld door de Gedeputeerde Staten van Groningen. De vlag bestaat inmiddels 65 jaar. Het ontwerp moest Stad en Ommeland verenigen en is geïnspireerd door het wapen van de Ommelanden en de vlag van de Stad. Aan de Groningers die de vlag in bezit hebben is gevraagd hoe vaak ze deze hijsen. 32% zegt dagelijks, 51% hijst de vlag alleen bij speciale gelegenheden en 17% heeft de vlag wel in bezit maar hijst deze nooit. ‘Alle dagen in top. Groningen is immers top’ ‘Ik heb altijd de Groningse wimpel uit, om te laten zien dat ik trots ben om Groninger te zijn!’ ‘Tijdens vakanties staat de vlag midden op de voortent, waar we ook zijn, in binnen en buitenland.’ ‘Op de boot als we gaan varen’ Van Lauwerzee tot Dollard tou Het 'Grönnens Laid', zo wordt het volkslied van de provincie Groningen genoemd. Het lied is in 1919 geschreven en is het enige provinciale volkslied dat officieel in het dialect geschreven is. Het staat symbool voor de vereniging van Stad en Lande en voor de trots van de inwoners van de provincie Groningen. 78% De meeste inwoners van Groningen zijn bekend met het Groningse volkslied. Wie zijn niet er niet mee bekend? Relatief veel mensen in de leeftijdsgroep 18-34 jarigen kennen het volkslied niet (31%). Ter vergelijking, 16% van de 65-plussers is er niet bekend mee. Tegelijk zijn naar verhouding meer hoger en middel opgeleiden niet bekend met het volkslied, dan lager opgeleiden. Maar vooral herkomst heeft invloed: vier op de tien inwoners die ergens anders geboren en getogen zijn , weten niet af van het bestaan van het volkslied. Dat geldt voor 9% van de Groningers geboren en getogen in de provincie. Er is geen significant verschil zijn tussen stedelingen en plattelanders. Kunnen de mensen het volkslied ook meezingen? Dat is gevraagd aan de mensen die het volkslied kennen. Bijna vier op de tien Groningers kunnen het volkslied geheel meezingen en zes op de tien deels. Figuur 4. Kunnen mensen het volkslied meezingen? (N=1.051) 5% 37% Ja, ik kan het helemaal meezingen Ja, ik kan het deels meezingen 58% Nee Regionale media belangrijker op het platteland Regionale media, zoals regionale dagbladen, huis-aan-huis bladen en regionale televisie kunnen goed gedijen als mensen zich verbonden voelen met een bepaald gebied. Ook Paasi (2002) ziet regionale media als een machtig medium in het creeren van een streekidentiteit. Immers het nieuws is vaak gericht op de ontwikkelingen en gebeurtenissen in de streek zelf. Op die manier wordt er een regionale binding gepromoot en wordt er specifieke aandacht gevraagd voor bepaalde karakteristieken van een gebied. Waar halen ze dit nieuws vandaan? Net name RTV Noord, Dagblad van het Noorden en streekkranten worden veel geraadpleegd voor lokaal en regionaal nieuws. Ruim 4 op de 10 panelleden lezen, luisteren of kijken dagelijks RTV Noord en/of Dagblad van het Noorden. Op lokale omroepen (radio en tv) wordt minder afgestemd; 32% zegt nooit lokale omroepen te kijken of luisteren. Figuur 5. Waar halen ze dit nieuws vandaan? RTV Noord 46% Dagblad van het Noorden 43% 42% Streekkrant 42% 23% Lokale omroepen (radio en tv) 16% 64% 19% 0% 11% 13% 49% 20% 40% dagelijks 32% 60% 80% af en toe 100% nooit We zien dat de oudere inwoners van Groninger meer geïnteresseerd zijn in het regionale nieuws dan jongeren. Dat geldt ook voor plattelandsbewoners. In vergelijking tot stedelingen lezen, luisteren en kijken zij vaker naar regionale en lokale media. Deze verschillen komen nog duidelijker naar voren wanneer alleen het ‘dagelijkse gebruik’ wordt bekeken. Blijkbaar willen plattelanders vaker dagelijks op de hoogte zijn van het provinciale nieuws. Tabel 1. Dagelijks gebruik van regionale media, naar leeftijd en stad/platteland (%) leest Dagblad van kijkt/luistert naar leest een kijkt/luistert naar het Noorden RTV Noord streekkrant lokale omroepen 18-34jr 13% 27% 13% 10% 35-49jr 30% 39% 15% 11% 50-64jr 47% 48% 24% 19% 65jr en ouder 57% 58% 35% 30% stad 35% 37% 18% 15% platteland 45% 51% 27% 21% Meer geld voor cultuur historisch erfgoed Om de beeldvorming rondom Groningse tradities en gebruiken te meten, zijn aan de panelleden enkele stellingen voorgelegd. Figuur 6. Beeldvorming Groningse tradities en gebruiken, stellingen (percentage (zeer) mee eens) Er moet meer geld komen voor het behoud van cultuur historisch erfgoed 71% De identiteit van Groningen wordt sterker als de overheid (gemeente en provincie) meer aandacht besteed aan Groninger tradities en gebruiken 59% De Groninger vlag moet altijd zichtbaar zijn in stad en ommeland 51% Het Gronings moet als streektaal worden aangewezen 43% 0% 20% 40% 60% 80% Een ruime meerderheid is van mening dat er meer geld moet komen voor het behoud van cultuur historisch erfgoed (71%). Ook is meer dan de helft van de mensen van mening dat de identiteit van Groningen sterker wordt als de overheid meer aandacht besteed aan Groninger tradities en gebruiken. De helft van de Groningers vindt bijvoorbeeld dat de Groninger vlag altijd zichtbaar moet zijn in stad en ommeland en bijna 45% vindt dat het Gronings als streektaal moet worden aangewezen. Culturele binding van belang voor binding met woonomgeving Tradities en gebruiken blijken een belangrijk aspect in het leven van Groningers. De Groningse streektaal wordt, zeker op het platteland, nog vaak gesproken, de lokale en regionale media wordt door veel mensen op de voet gevolgd en de Groningse vlag en het volkslied is bekend bij een grote groep bewoners. Deze tradities en gebruiken geven mensen een eigen identiteit en zorgen daarmee voor een sterke culturele binding met Groningen. Dat zorgt er weer voor dat mensen een grotere betrokkenheid hebben met hun omgeving. Tegelijk is een trend zichtbaar dat er minder aandacht komt voor de eigen waarden en gebruiken in een steeds verder globaliserende wereld. Zo ziet 45% van de panelleden dat het aantal mensen dat Gronings spreekt de laatste jaren is afgenomen. Het is dan ook zaak om aandacht te blijven geven aan het behoud van deze tradities, de gebruiken en een eigen identiteit zodat de culturele binding met de eigen omgeving zoveel mogelijk behouden blijft. Vragen? Heeft u vragen over bovenstaande uitkomsten of over het Groninger Panel? Neem dan contact op met Carola Simon ([email protected]) Datum: september 2015 Sociaal Planbureau Groningen, onderdeel van CMO STAMM www.sociaalplanbureaugroningen.nl We danken alle leden van het Groninger Panel die hebben meegewerkt aan dit onderzoek Gebruikte literatuur Meertens Instituut, bezocht op 17 juni 2015. http://www.meertens.knaw.nl/medewerkers/hans.bennis/oratie/4.html Vermeij, L. (2015). Dichtbij Huis. Lokale binding en inzet van dorpsbewoners. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Paasi, A. (2002), ‘Bounded spaces in the mobile world: deconstructing ‘regional identity’. Tijdschrift voor Economische en Sociale Geografie, 93(2): 137-148.