D1203a 馬張 Mazhang Prenten met Chinese goden, heiligen en geesten © St. Werkgroep Het Zevengesternte 馬張 [马张 Mazhang] Een ‘mazhang’ is een houtdruk (meestal op zeer goedkoop papier) van één of meerdere goden, die men – na een ritueel – verbrandt op een bijzondere dag (bijvoorbeeld op de verjaardag van een god of met nieuwjaar). Andere namen voor dit soort prenten zijn: zhi ma: ‘papieren paard’, ma zhi: ‘paard van papier’, mingzhima: ‘bekend als papieren paard’, jia ma: ‘1e klas paard’, jia ma zhi: ‘1e klas paard van papier’, ma er: ‘paardje’, en hua xiang: ‘getekende portretjes‘. In en rond Beijing is nog een tijd de term baifen: ‘alle honderd’ populair geweest. Het veelvuldig gebruik van het karakter ma, paard, bij deze prenten is opvallend en de oorsprong daarvan gaat ruim 2000 jaar terug. In die tijd werden namelijk met grote regelmaat echte paarden geofferd. Keizer Qin Shi Huang (246-209 voor Christus) maakte daar een eind aan omdat het ten koste ging van de slagkracht van zijn leger – met name de hoge adel had nogal eens de neiging om zeer goede (fok)paarden te offeren. De goden zouden echter ook niet afgescheept mogen worden met een tweederangs offer en zo bleef de term jia ma (1e klas paard), in een aantal naamgevingen bewaard. In de eeuwen daarna werden vooral houten paarden geofferd, later gevolgd door paarden van stof of houten staketsels in de vorm van paarden, bespannen met een (al dan niet beschilderd) doek. De eerste ‘papieren paarden’ worden genoemd in geschriften die dateren uit de periode dat keizer Ming Huang regeerde (713 - 756). Vanaf de Song-dynastie (960-1279), toen papier algemeen en daarmee betaalbaar werd voor een groter publiek, kwam de massaproductie van dit soort prenten pas goed op gang. Vanaf het begin van de 20e eeuw nam de populariteit van de mazhang af. Wel werd vanaf 1950 al begonnen met wetenschappelijk onderzoek en werden oude mazhangs opgespoord en geconserveerd. Onder het communistische regime raakten mazhangs in onbruik, maar de ontwikkeling ging door in Hongkong en op Taiwan en zo treffen we met name op Taiwan vaak mooi gedrukte mazhangs aan in tempels, bedoeld om gratis mee te nemen. De meeste mensen hangen ze op in hun auto, stoppen ze in hun portemonnee of zetten ze op het werk op hun bureau. Ze worden vaak betaald door mensen die iets goed te maken hebben met een god (c.q. die met hun geweten weer in het reine moeten komen of een god om een speciale gunst willen vragen). Het analyseren van deze prenten levert een enorme hoeveelheid informatie op: werden er veel of weinig in een bepaalde periode gemaakt, hoe kostbaar waren ze, hoe gedetailleerd werd er gewerkt, wat waren in een bepaalde streek de populairste goden en hoe werden ze daar – in die tijd - genoemd? © St. Werkgroep Het Zevengesternte 2 Zo valt op dat op de oudste mazhangs vaak goden afbeelden die te maken hebben met ziekte, dood, natuurgeweld (watertekort, overstromingen, donder en bliksem, brand), oorlog en rijkdom. Later zien we de opkomst van gilden en dan krijgen de goden als schutspatronen een grotere rol. Vanaf de 18e eeuw komen er steeds meer mazhangs waarop ook goden te zien zijn die morele waarden vertegenwoordigen. De kleinste mazhang die ooit is gevonden was slechts één cun (3,3 x 3,3 centimeter) groot en de grootste was maar liefst één zhang (3,3 x 3,3 meter) groot. Mazhangs zijn (en waren) er in diverse prijsklassen. De goedkoopste bestaan uit een vel wit of geel papier (zoals gezegd: meestal van zeer slechte kwaliteit) waarop een afbeelding met rode of zwarte inkt gedrukt is. Iets duurdere exemplaren krijgen her en der wat kleuraccenten. Die worden aangebracht door een vel geolied papier over de mazhang te leggen en er dan met een kwast of een tampon overheen te gaan. De nog iets duurdere exemplaren worden met de hand ingekleurd. Vaak gebeurt dat ‘aan de lopende band’: men zit dan met een stuk of tien personen (meestal vrouwen en kinderen) in één ruimte en iedereen doet een kleurtje volgens een afgesproken patroon. Er wordt doorgaans weinig geld mee verdiend, maar het is met name op het platteland een welkome aanvulling op het huishoudgeld en het werk kan gedaan worden op dagen dat er niet op het land gewerkt kan worden. De duurste mazhangs worden Yangliuqing genoemd. Yangliuqing is de naam van een stad, iets meer dan honderd kilometer ten zuidoosten van Beijing, waar al meer dan 400 jaar de mooiste prenten gemaakt worden. Deze stad is met name ‘wereldberoemd’ geworden vanwege de mooie Nieuwjaars -prenten die daar gemaakt worden. Deze zijn niet alleen met zorg gedrukt op mooi papier, maar ook prachtig ingekleurd; ze zijn een gewaardeerd cadeau bij huwelijken of als relatiegeschenk met nieuwjaar. Er zijn trouwens ook hele mooie mazhangs in andere steden gemaakt zoals Beijing, Wuxi, Suzhou, Tianjin, maar alleen Yangliuqing is een begrip geworden. Het drukblok voor een echte mazhang wordt overigens gesneden uit het hout van de dadelboom (Ziziphus Jujuba). Omdat dit hout van zichzelf ook al magische krachten zou hebben, versterkt dat de werkzaamheid van de mazhang. De mazhang is in veel streken een vast onderdeel van het offerritueel dat thuis gehouden wordt. Rijke mensen hebben vaak beelden (van hout of porselein) van de goden waaraan zij offeren, maar © St. Werkgroep Het Zevengesternte 3 voor de armere mensen is er altijd nog de mazhang. Er wordt eerst eten en drinken voor een bepaalde god neergezet (meestal wijn, thee, suiker, zout, theebladeren, rijst en tofu, maar soms ook koekjes, wat fruit en/of vlees). Verder zijn er kaarsen, wierook, offergeld en vuurwerk nodig. De God wordt dan uitgenodigd en hij of zij wordt dan ook geacht onmiddellijk aanwezig te zijn. Dan volgen de gebeden en de offers en vervolgens vertrekt de God weer, begeleidt door de wierook en het vuurwerk, naar de hemel. Soms staat er op zo’n mazhang één god, maar er zijn er ook legio waarop drie, vijf, acht of wel honderd goden te zien zijn. Zodra er heel veel op staan werd zo’n prent vroeger ook wel aangeduid met de term zhong shen, letterlijk: ‘alle goden’ of ‘veel goden’. In China zien we ook wel mazhang’s in en om tempels als muurschildering (fresco) of in gebakken klei (porselein). In Korea worden de goden vaak boven op elkaar afgebeeld op tempelmuren (dat heet dan een ‘shinjung taengwha’) zie illustratie hieronder. In dit artikel gaan we zo’n mazhang eens nader bekijken. Het gaat om een exemplaar uit de provincie Jiangsu en hij is gemaakt rond 1900. Het is een mooi voorbeeld omdat we hier, broederlijk naast elkaar, goden en heiligen terugvinden van de drie grote geestelijke stromingen: het Boeddhisme, het Taoïsme en het Confucianisme. Zo’n versmelting noemt men: rudaofo san jiao (letterlijk: confucianisme, taoïsme, boeddhisme - drie doctrines). © St. Werkgroep Het Zevengesternte 4 © St. Werkgroep Het Zevengesternte 5 Uit zo’n prent kan men soms de machtsverhoudingen van de geloofsgemeenschappen aflezen, maar het kan ook heel goed zijn dat de opdrachtgever zijn religieuze voorkeur benadrukt wil zien. Zo is het hier opvallend dat de Boeddha de belangrijkste plaats heeft gekregen (bovenste rij in het midden) en geflankeerd wordt door zowel Laozi als Confucius. In de tweede rij heeft Guanyin de centrale plaats, maar zij wordt weer geflankeerd door twee confucianistische ‘goden’ aan de ene kant en twee boeddhistische ‘goden’ aan de andere zijde. Geheel rechts staan dan weer twee typisch taoïstische figuren. De derde, vierde en vijfde rij zijn bijna geheel taoïstisch. Bovenste rij (van links naar rechts): Beidou Qi Xing De zeven sterrengoden van de Noordpool die samen met de zes sterrengoden van de Zuidpool (de groep uiterst rechts) over leven en dood regeren. Beidou betekent ‘noordelijke schepel’ en is gelijk aan ons sterrenbeeld ‘Grote Beer’. Boven hun hoofd staat het karakter voor 'maan'. Qi Lao Jun De eerbiedwaardige heer Lao, beter bekend als Laozi, de grondlegger van het taoïsme. Hij leefde rond 500 voor Christus. Tuo Fo Een afkorting voor Wei Tuo Pu Sa, ook wel alleen Wei Tuo of Skanda (zijn Indiase naam) genoemd. Hij is de beschermer van de Boeddhistische leer. Rulai Fo (de Boeddha) De Tathagata boeddha, ook bekend als Shijiamouni, Shakyamuni, Siddharta of Gautama. Hij was een Indiase prins, rond 560 voor Christus geboren, en werd de grondlegger van het boeddhisme. Boven zijn hoofd een banier met de tekst yin shen da, 'belangrijke informatie'. Ami Ook wel uitgesproken als ‘Omi’. Hij heet voluit Amituo Fo. Deze naam heeft men opgeknipt (boven Ami staan de karakters voor ‘o’ en ‘mi’ en boven Tuo Fo de karakters voor ‘tuo’ en ‘fo’. Zijn Indiase naam is Amithaba of Amida, een belangrijke adept van Boeddha en stichter van het Zuiver Land Boeddhisme, een belangrijke school – hij is Heer van het Westelijke Paradijs. © St. Werkgroep Het Zevengesternte 6 Kong Fu Zi Ook bekend als Kongzi of Confucius. Hij was de grondlegger van het Confucianisme en leefde van 551 tot 479 voor onze jaartelling. Zijn verjaardag wordt traditioneel gevierd op de 27e dag van de 8e maanmaand, maar steeds meer mensen vieren het tegenwoordig op 28 september, de dag van het onderwijs c.q. ‘lerarendag’. Nandou Liu Xing De zes sterrengoden van de Zuidpool die samen met de zeven sterren van de Noordpool (uiterst links) regeren over leven en dood. Hierboven staat het karakter voor 'zon'. 2e rij (van links naar rechts): Wen Chang God van de literatuur en handelaren in schrijfbenodigdheden (Taoïstisch). Voluit heet hij Wen Chang Di Jun, Heer Wen Chang. Hij werd geboren in de Tang-dynastie, maar er zijn ook bronnen die zeggen dat hij al in de derde eeuw voor onze jaartelling leefde. Hij heeft meestal vier figuren om zich heen (zie illustratie hiernaast). Achter hem staan dan zijn dienaren Tianlong, Hemeldoof en Diya, Aardestom - ook bekend als Xuan Tongzi en Dimu. Voor hem staan meestal Guixing, de geest van de inspiratie en Zhuyi (zie hieronder). Soms wordt ook Jinjia afgebeeld, de man met het gouden harnas. Ook Lu Dong Bin (zie derde rij van deze mazhang) en Guandi (zie vierde rij van deze mazhang) worden soms als literatuurgoden aanbeden. Zhuyi Letterlijk ‘roodjas’, ook bekend als Zhuyi Laoren, beschermer van zwakke leerlingen en patroonheilige van de literati en iedereen die examen moet doen. Later werd hij ook aangeroepen voor het vinden van een betrekking en het in contact © St. Werkgroep Het Zevengesternte 7 komen met ‘de juiste mensen’ (met name voor bureaufuncties). Meestal afgebeeld in de buurt van Wen Chang. Dong Yue De god van de heilige berg in Oost-China. De taoïsten kennen al meer dan tweeduizend jaar de vijf yue, heilige bergen (de boeddhisten kennen er vier). De vijf heilige bergen zijn: Tai Shan (in de provincie Shandong – voor het oosten), de Hua Shan (in de provincie Shaanxi - voor het westen), de Nan Heng Shan (in de provincie Hunan - voor het zuiden), de Pei Heng Shan (in de provincie Shanxi - voor het noorden) en de Song Shan (in de provincie Henan - voor het midden). Dong Yue bepaalt de dag van geboorte en de dag van overlijden (hij beheert ook een ‘dependance’ voor de hellevorst Yan Wang), verder verdeelt hij rijkdom en bepaalt wie eer ten deel valt. Dian Mu De vrouw van Lei Gong (2e van rechts op deze rij) en godin van de bliksem. Ook bekend als Jinguang Shenmu, godin met de gouden lichtbundels. Ze heeft hier vijf attributen: een paardenzweep (symbool voor de snelheid waarmee ze zich verplaatst in haar voorste hand), een paraplu (tegen de regen) en een donderknots (in haar middelste handen) en twee spiegels waarmee ze bliksemschichten maakt door ze tegenelkaar te wrijven (in haar achterste handen). Ze licht haar man bij opdat hij niet de verkeerde mensen treft. Shancai Ook bekend als Shancai Tongzi of Huo Hai. In het verhaal De Reis naar het Westen (zie pagina 12 bij Gui Jun) heet hij Hong Hai’er. Hij zou een kreupele jongen uit India geweest zijn die zich in het boeddhisme wilde verdiepen. Hij ging op zoek naar een leraar en kwam op het spoor van Guanyin die hij uiteindelijk op het eiland Putuo vond. Zij testte hem, nam hem aan als leerling en genas hem van zijn kreupelheid. Hij wordt vaak samen met Guanyin (de volgende figuur) en Longnu (rechts naast Guanyin) afgebeeld. Shancai en Longnu zijn de boeddhistische tegenhangers van Yunu, jademeisje, en Jintong, gouden jongetje, beiden acolieten van taoïstische goden als Xi Wang Mu, de Jade Keizer en andere belangrijke goden – de namen Yunu en Jintong worden tegenwoordig vaak gebruikt voor deurgodachtige afbeeldingen van een jongen en een meisje. Guanyin Guanyin is de bodhisattva (of godin) van mededogen. Hij was oorspronkelijk een man en bekend als Avalokiteshvara. In China vond men dat de iconografie van gewaden en sieraden die deze figuur uit India meebracht bewaard moest blijven, maar dat botste met de gangbare normen. Men besloot het geslacht maar te veranderen en zo werd ‘hij’ vanaf de 12e eeuw in China afgebeeld als vrouw. Ook bekend als Guanyin Pusa. © St. Werkgroep Het Zevengesternte 8 Longnu Drakenmeisje. Omdat Shancai en Guanyin eens de zoon van de drakenkoning van de oostelijke zee hadden gered, besloot deze hen te belonen met een lichtgevende parel. Het geschenk liet hij brengen door zijn kleindochter ‘Drakenmeisje’, die zo onder de indruk was van Guanyin dat zij zich besloot te bekeren tot het boeddhisme. Ze wordt vaak samen met Shancai en Guanyin afgebeeld. Zhun Ti Een godin waar nog vreselijk veel over valt te ontdekken. Aanvankelijk waren het twee godinnen: de één boeddhistisch en de ander taoïstisch, die in één versmolten. De boeddhisten noemden haar Marici of Maritchi, de godin van de hemel, de dageraad en de zon, beschermster tegen oorlog en ziektes – voluit Molizhitian Pusa genaamd. In het Taoïsme was ze bekend als Dou Mu, Dou Mu Yuanjun of Dou Mu Niang Niang. Zij had negen zonen waarvan er zeven de sterrengoden van de Noordpool vormden (zie eerste rij, eerste groep); de andere twee werden de Jade Keizer (Yuhuang), ook bekend als Yu Di, en de Purperen Keizer (Ziwei Di). Meestal zit ze op een zwijn of heeft ze zeven zwijnen als trekdieren voor haar voertuig. Haar achterste armen houden een zon en een maan vast, de twee linkerarmen (op de afbeelding rechts) lijken taoïstische attributen te bevatten (bel en zwaard) en de tweerechter armen (op de afbeelding links) houden boeddhistische attributen vast (overwinningsbanier en ruyi-scepter). Verder heeft ze drie gezichten die alle drie een derde oog hebben. Mogelijk is één hoofd voor Marici, één voor Dou Mu en één omdat een abdis in het boeddhistische klooster in Samding (150 kilometer ten zuiden van Lhasa, Tibet) rond 1700 een reïncarnatie van haar geweest zou zijn. Tot aan de zevende eeuw gingen de taoïstische en boeddhistische vorm goed samen, maar de boeddhisten maakten haar steeds strijdbaarder en gaven haar steeds meer wapens en daar waren de taoïsten het niet mee eens. Vanaf die tijd werd de taoïstische vorm steeds meer samengetrokken met Tian Hou, de Hemelkoningin en die werd weer vanaf de twaalfde eeuw samengevoegd met Mazu, de beschermvrouwe van de zeevaart. Haar verjaardag wordt gevierd op de 16e dag van de derde maan. Dou Mu en Marici worden ook nog apart aanbeden; hun verjaardagen vallen op de 9e dag van de negende maan. Yao Wang Vorst (god) der geneeskunde. Volgens sommige bronnen is hij op de 3e dag van de eerste maan jarig, maar anderen houden het op de 28e dag van de vierde maan. Oorspronkelijk zou hij Sunsimiao geheten hebben en hij was als kind al bijzonder begaafd. Hij leefde tijdens de regering van Xuan Wang (tussen 827 en 782 voor onze jaartelling) en redde eens het leven van een slang. Dit bleek een kind van een Drakenvorst en als dank kreeg hij dertig boeken met geheime kennis over geneeskunde. Hij zou, als onsterfelijke, nog wel eens teruggekomen zijn op aarde en gewerkt hebben aan het hof van keizer Wen Di (581-604), en later ook nog aan het hof van keizer Gao Zong (650-683). Hij ziet er hier een beetje merkwaardig uit, maar dat was niet ongebruikelijk bij het afbeelden van figuren die geleefd hebben in de periode die zelfs voor Chinezen als ‘mythologisch’ gold. Lei Gong Hertog (veroorzaker) van de donder. Als halfmens-halfroofvogel en soms afgebeeld met een groen lijf is hij een opvallende verschijning. Hij is de echtgenoot van Dian Mu, de vierde van links op deze rij. Lei Gong wordt al vanaf de vierde eeuw voor onze jaartelling vereerd. Alternatieve namen zijn: Feng Long, Lei Shi en Lei Shen (wordt ook gebruikt voor Lei Zu). Zijn attributen zijn een hamer en een beitel. © St. Werkgroep Het Zevengesternte 9 Lei Zu Voorvader (god) van de donder – ook bekend als Lei Shen (wordt ook gebruikt voor Lei Gong). Hij is de president van het eerste hemelse ministerie, het ministerie van donder en stormen. Met het ‘oog’ op zijn voorhoofd kan hij een lichtstraal produceren. Zijn rijdier is een zwarte qilin. Hij heette oorspronkelijk Wen Zhong Taishi en was minister aan het hof van de tiran Zhou (meer dan 3000 jaar geleden). Hij is beschermgod van herbergiers, handelaren in zaaigoed en de oogst in het algemeen. Als je rijst of graan verspilt dan vraag je om zijn straf. Zijn verjaardag wordt gevierd op de 24e dag van de zesde maan. 3e rij (van links naar rechts): Liushu Jing Heer der Wilgen, soms eenvoudigweg Shu Shen, boomgod, genoemd. Belangrijk om te vriend te houden teneinde het hele jaar op voldoende hout te kunnen rekenen (om op te koken en om mee te bouwen). Shui Mu Niang Niang De godin van regen en overstromingen. Deze van oorsprong boeddhistische godin maakte de mensen in het oosten van China het leven zuur met grote overstromingen. Zo wordt zij verantwoordelijk gehouden voor de overstroming die in 1574 het stadje Sizhou in de provincie Anhui van de kaart veegde. De Jade Keizer probeerde haar diverse malen te laten arresteren, maar ze wist telkens te ontkomen. Uiteindelijk wist Guanyin haar in de val te lokken door haar een kom miesoep te laten eten; de mie veranderde in een ketting en zo kon ze overmeesterd worden. Ze is voor eeuwig gevangen gezet in een bron aan de voet van de berg Diyi bij het stadje Xuyi in de provincie Jiangsu. Du Cheng Huang De plaatselijke god van muren en grachten. Deze prenten werden in grote oplagen gedrukt en de ‘plaatselijke’ god werd dus na een ritueel meteen geïdentificeerd met de afgebeelde god. Dit gold ook voor ‘de stadsgod’, enz. Lu Chun Yang Bij ons beter bekend als Lu Dong Bin, de god van de apothekers, artsen, vuurwerkmakers, inktmakers en kappers. Hij leefde in de achtste eeuw en is een van de Ba Xian, de acht onsterfelijken, een groepje taoïsten die allerlei avonturen hebben beleefd. © St. Werkgroep Het Zevengesternte 10 Di Guan Heer van de Aarde; kwijtschelder van straffen. Zie ook Tian Guan en Shui Guan (in het midden op deze rij en de vijfde van rechts). Wen Pan Ook bekend als Wen Pan Guan. Hij is in de eerste plaats – samen met Wu Pan (rechts van Tian Guan) - assistent van de stadsgod. Hij velt in civiele zaken een oordeel over de overledenen voordat ze afgevoerd worden naar de onderwereld. Wen Pan en Wu Pan zijn in de zevende eeuw toegevoegd aan de Stadsgod en staan meestal rechts en links van hem (geen vaste plek). Hij wordt ook gezien als een geest die voorspraak kan geven bij de opbouw van een literaire carrière en je in contact brengen met de juiste mensen. Wen Pan heeft meestal een literatenkap op het hoofd en een penseel in de hand. Tian Guan Heer van de hemel, één van de San Guan, drie heersers of drie grote keizers (Hemel, Aarde en Water). Deze drie ‘vorsten’ zijn zeer oud; ze worden voor het eerst beschreven in de tweede eeuw. Gelovige taoïsten eten in de eerste twee weken van de eerste, de zevende en de tiende maan vegetarisch, om hen te eren. Tian Guan verleent geluk en lijkt hier de functie van stadsgod te bekleden, hetgeen zeer ongebruikelijk is omdat hij daar eigenlijk te verheven voor is. Wu Pan Ook bekend als Wu Pan Guan. Hij is in de eerste plaats – samen met Wen Pan (links van Tien Guan) - assistent van de stadsgod. Hij velt in militaire zaken een oordeel over de overledenen voordat ze afgevoerd worden naar de onderwereld. Wen Pan en Wu Pan zijn in de zevende eeuw toegevoegd aan de Stadsgod en staan meestal rechts en links van hem (geen vaste plek). Hij wordt ook gezien als een geest die voorspraak kan geven bij de opbouw van een militaire carrière en je in contact kan brengen met de juiste mensen. Wu Pan heeft meestal een helm op en draagt een militaire uitrusting; in de hand heeft hij vaak een zwaard of een strijdknots. Shui Guan Het Hemelse Ministerie van Wateren is wellicht het best beschreven van alle hemelse ministeries en telt vele pagina’s met geesten van bronnen, rivieren, zeeën, meren, enz. Deze Heer van het Water is een algemene term voor goden en geesten van zoet water; ondanks zijn prominente plaats en grootte refereert hij niet aan een god waarover meer verteld kan worden dan dat hij de wateren laat lopen zoals dat gewenst is. Shou Xing God van de Zuidpool en het lange leven; herkenbaar aan zijn grote kale hoofd. Hij houdt een perzik in de ene hand en een drakenstaf in de andere; zijn rijdier is een hert of een kraanvogel. Het is een taoïstische godheid die al meer dan 2200 jaar aanbeden wordt. Vanaf de Mingdynastie wordt hij meestal samen met twee andere sterrengoden afgebeeld Fu Xing en Lu Xing. Afbeeldingen van dit trio ontbreken zelden in een Chinees restaurant. Zhen Wu Beter bekend als Zhen Wu Da Di of Xuan Wu. Hij is de grote vredebrenger en heer van de mystieke hemel. Ook wordt hij wel Bei Di, ‘Keizer van het Noorden’ genoemd. Xuan Wu betekent letterlijk ‘Zwarte Krijger’. Hij geneest ziekten, blust branden en is in staat om wonderen te laten gebeuren. Hij wordt aanbeden door mensen die aan vechtsporten doen en is de patroonheilige van Hebei, Mantsjoerije en Mongolië sinds keizer Yongle (begin vijftiende eeuw) verklaarde dankzij © St. Werkgroep Het Zevengesternte 11 deze god het noorden van het land bevrijd te hebben van de Yuan-dynastie. Maar ook in het zuiden en zuidwesten van China is hij zeer populair. Gui Jun Generaal Schildpad (schildknaap van Zhen Wu). In De Reis naar het Westen (een avonturenverhaal uit de 16e eeuw over een monnik die samen met zijn paard, een aap, een zwijn en een mensenetendmonster op zoek gaat naar boeddhistische geschriften) wordt vermeld dat Zhen Wu twee adviseurs (generaals) had. De ene heette generaal Schildpad en de andere Generaal Slang. Alternatieve namen voor deze twee generaals zijn Wan Gong en Wan Ma. In de Wudang shan (Wudangbergen) in de provincie Hubei is een tempel gewijd aan Xuan Wu – de bergen naast de tempel heten ‘schildpadberg’ en ‘slangenberg’. Ci Shan Zhang Dadi Voor Keizer Zhang van de berg Ci zijn vooral veel tempels rond Shanghai en de direct aangrenzende provincies. Hij heette oorspronkelijk Bo en leefde tijdens de regering van Xuandi van de westelijke Han (tussen 74 en 49 vóór onze jaartelling). Hij vestigde zich in Wuxing (in de provincie Zhejiang) en maakte zich daar verdienstelijk door dijken te bouwen en irrigatiesystemen aan te leggen waardoor de rivieren minder vaak buiten hun oevers traden en beter bevaarbaar werden. Hij is op de 8e dag van de tweede maan jarig. Hij is de geest van de voorouderhal, beschermer bij droogte en overstromingen en de schutspatroon van de toekomstvoorspellers. 4e rij (van links naar rechts): Wu Lu Cai Shen Oorspronkelijk was deze figuur een man die He Wulu heette en leefde aan het eind van de Yuandynastie, maar hij werd in de volgende eeuwen ‘weggedrukt’ door de vijf zoons van Gu Xifeng, een hoge dignitaris aan het hof van Chen Xuandi, die regeerde aan het eind van de zesde eeuw. In de loop van de jaren werd dit vijftal steeds populairder en toen keizer Kang Xi ze in de 17e eeuw nog meer titels verleende verdween He Wulu helemaal naar de achtergrond. Men ging het vijftal vereren als rijkdomsgoden van het huis, van de haard of het fornuis, van de deuren of poorten, van de straat en van het centrum van het erf. De vijf-wegen-rijkdom-god (de letterlijke vertaling van Wu Lu Cai Shen) heeft volgens andere bronnen te maken met de windrichtingen (inclusief het midden), maar slaat ook op de vijf beroepsgroepen: geleerden, boeren, soldaten, © St. Werkgroep Het Zevengesternte 12 handwerkslieden en handelaren. De algemene term voor rijkdomsgoden is overigens Cai Shen - zie ook rij 5. Erboven hangt een medaillon met de tekst Xianjing, 'land der onsterfelijken', een andere naam voor 'de hemel'. Huo Shen Een god die voor het eerst genoemd wordt in de Fengshen Yanyi, een spannend boek uit de 16e eeuw, waarvan de verhalen zich afspelen rond 1100 voor Christus. Zijn eigenlijke naam was Luo Xuan, een taoïst, die op het eiland Huo Long woonde. Hij is de president van het vijfde hemelse ministerie, het ministerie van vuur. Zijn gezicht had de kleur van rijpe jujubes, hij had rode haren, een rode baard, drie ogen en droeg een rode mantel waarop de acht trigrammen stonden. Op zijn hoofd droeg hij een ‘yuwei guan’, vissenstaartenkroon. Zijn paard brieste vlammen en kon vuur slaan met zijn hoeven. Xuantan (met blauwe jas) Ook bekend als Xuantan Yuanshuai. Oppergod van de rijkdom en volgens de meeste bronnen dezelfde als de centrale figuur op rij 5. Het zou gaan om Zhao Gongming die in de 12e eeuw voor Christus leefde. Hij bereed een zwarte tijger (maar wordt ook wel eens op een draak afgebeeld) en had een geknobbeld zwaard. In sommige streken zegt men dat het hier om een gelijknamige god gaat die pas in de derde eeuw ontstaan is. Andere bronnen zeggen dat hij de islamitische god van de rijkdom is. Hij is in ieder geval de populairste rijkdomsgod bij de handelaren. Rijkdomsgoden worden in China meestal met de algemene term Cai Shen aangesproken (zie ook rij 5, middelste drie figuren). Liu Meng Jiang Jun (met rode jas) Beschermer van de gewassen tegen insectenplagen – met name sprinkhanen. Over zijn identiteit zijn veel verschillende verhalen in omloop. Hij wordt omschreven als een man met een jeugdig uiterlijk en zonder baard; hij was dol op kinderen en liep altijd op zijn blote voeten (vanwege dat laatste was hij ook populair bij zeer arme mensen). Tijdens de regering van Kangxi (1662-1723) viel hij bij het hof in ongenade en werd het zelfs verboden om hem te vereren. Tot op de dag van vandaag gaat het volk daar echter gewoon mee door. Zijn verjaardag valt op de 13e dag van de eerste maan. Zhoucang Hij is meestal makkelijk te herkennen aan zijn donkere, soms zwarte, gezicht (zie illustratie op pagina 2, linker figuur). Hij is de schildknaap van Guan Di. Guan Di Ook bekend als Guan Yu, Guan Gong, Guan Er Ye of Sheng Di. Hij is de god van de oorlog, de literatuur en van voorspoed. Meestal wordt hij afgebeeld met een rood gezicht. Hij staat voor rechtvaardigheid en is de schutspatroon van de politie; ook bij theatergezelschappen is hij zeer populair. Samen met de vorige (Zhoucang) en de volgende figuur (Guan Ping) speelt hij een rol in de Sanguo Yanyi, het verhaal van De Drie Koninkrijken, geschreven in de 14e eeuw (het verhaal zelf speelt zich af rond het jaar 200). Guan Ping Oudste zoon (volgens sommige bronnen een geadopteerde zoon) van Guan Di. Hij heeft vaak een wit gezicht en houdt een ingepakt zegel vast. Mogelijk wordt hiermee verwezen naar het zegel en de titel van Markies waar zijn vader afstand van deed om te kunnen strijden voor de goede zaak. © St. Werkgroep Het Zevengesternte 13 Qian Li Yan Duizend-mijl-oog, de assistent of schildknaap van de figuur die naast hem staat (Jiang Taigong, zie verder), maar vooral bekend omdat hij één van de beschermers is van Tianhou of Mazu, de beschermvrouwe der zeevarenden. Hij treedt dan samen op met Shunfeng Er, Volg-wind-oor. Meestal zien ze er uit als een soort demonen – de eerste heeft doorgaans een rode huid en draagt een hellebaard - de ander is meestal groen of blauw en draagt een bijl. Soms worden ze aangesproken met de titel Jinjing Jiangjun, Generaal Metaalgeest en Shuijing Jiangjun, Generaal Watergeest. Er Lang Shen Beschermgod van de honden, bedwinger van overstromingen en na 1550 ook schutspatroon van toneelspelers en acrobaten. Hij zou geleefd hebben in de derde eeuw voor onze jaartelling en negenhonderd jaar later nog een keer teruggekomen zijn. Hij kreeg toen van keizer Yangdi, die regeerde van 569 tot 618, een baan als prefect. Maar het district dat hij kreeg toebedeeld leed onder de nukken van een draak die zich in de rivier had verschanst en er waren zevenhonderd schepen en duizend manschappen voor nodig om het monster te verslaan. Na deze overwinning werd er voor Er Lang - bij leven al - een tempel gebouwd. In verhalen vanaf de veertiende eeuw wordt hij genoemd als neef van Yuhuang, de Parel Keizer, oppergod van de taoïsten. Ook de boeddhisten erkennen hem, maar dan als tweede zoon van Duo Wen Tianwang, de Hemelvorst van het Noorden. Er Lang is ook een voorbeeld van ‘de goede zoon’ omdat hij probeerde zijn moeder te bezoeken in de onderwereld. Hij wordt regelmatig afgebeeld met zijn trouwe hond Xiaotian Quan, de Huilende Hemelse Hond; ook wel Ying Quan, Adelaarshond, genoemd. Kenmerkend is het derde oog (op zijn voorhoofd) en meestal heeft hij een zwaard of hellebaard met drie punten. Jiang Taigong Beter bekend als Jiang Ziya of Tai Gong. Hij zou geleefd hebben rond 1000 voor Christus en koning Wen geholpen hebben om de Zhou-dynastie te stichten. Hij speelt een hoofdrol in de Fengshen Yanyi, een boek geschreven rond 1550 over de magische veldslagen die nodig waren om de legers van Zhou aan de overwinning te helpen. Hij is schutspatroon van alle magiërs, maar ook van winkeliers, vissers en... de makers van Jiangyou (soyasaus). Si Da Wang Het betreft hier een afbeelding van de vier drakenvorsten Long Wang, de heersers der vier zeeën, in één figuur. In het medaillon er boven staan de karakters zi fu, 'purperen prefectuur', een naam voor 'de hemel'. © St. Werkgroep Het Zevengesternte 14 Onderste (5e) rij (van links naar rechts): Ma Shen Ook bekend als Ma Wang, Ma Ming Wang of Shuicao Ma Ming Wang, beschermer van de paarden. Hij wordt al meer dan 2000 jaar aanbeden en speelde naast schutspatroon voor wagenmenners, ruiters en mensen die betrokken zijn bij de paardenraces (met name in Hongkong) ook een rol op amuletten die voor rijkdom of kinderen moesten zorgen. In het laatste geval werden teksten als ‘ba ma zhui cai fu’ of ‘ba ma zhui tai fu’ (‘Acht paarden brengen snel rijkdom’ of ‘acht paarden brengen snel kinderen’) gebruikt. Ook bij een verlate geboorte wordt zijn hulp nog vaak ingeroepen; dan worden er drie, vijf of acht paarden te hulp geroepen – bijvoorbeeld: ‘san ma zhui tai fu’ (’Drie paarden bespoedigen de geboorte’). Zijn verjaardag wordt gevierd op de 23e dag van de 6e maan en verder zijn er offers op de 23e dag van de 2e maan en de 28e dag van de 8e maan (altijd met een grote emmer gras voor het paard). Ben Tudi De plaatselijke aardgod (de ‘plaatselijke’ god werd na een ritueel meteen geïdentificeerd met de afgebeelde god). Zie verder het artikel over de aardgod op deze site. Zaojun De keukengod - ook bekend als Zaojun (met andere karakters), Zaowangye, alias Zaoshen, alias Zaojun, alias Zao Gong Zao Mu, alias Dong Chu Siming, alias Zaowang Pusa. Hij houdt de dagelijkse gang van zaken in het huishouden bij en vooral van wat er in de keuken gebeurt, ontgaat hem niets. De keukengod wordt al vanaf de 2e eeuw voor onze jaartelling aanbeden en hij is ook min of meer degene die zorgt dat er altijd brandstof en altijd iets te eten is. Hij is een van de populairste goden en zo’n beetje de laatste god die een Chinees de deur uit doet - zelfs bij zeer gelovige Chinese christenen zien we vaak nog een keukengod in de buurt van het gasfornuis (of de magnetron). Op de 23e dag van de twaalfde maan gaat hij naar de Hemel om verslag te doen van alles wat hij het afgelopen jaar gezien en gehoord heeft. De dagen daarvoor wordt dan ook flink aan hem geofferd om hem zo gunstig mogelijk te stemmen – vooral honing en sterke drank worden geacht zijn humeur te verbeteren en het verslag wat gunstiger te maken. Op de laatste dag van het jaar komt hij weer terug – meestal wordt er dan een nieuwe prent van hem in de keuken opgehangen. Soms wordt hij daarop samen met zijn vrouw afgebeeld. Zijn verjaardag valt op de 3e dag van de achtste maan; zijn vrouw is jarig op de 24e dag van de achtste maan. © St. Werkgroep Het Zevengesternte 15 Ye Gong God van de handwerkslieden. Tegenwoordig wordt deze naam (en de karakters) gebruikt als achtervoegsel voor veel goden die iets van doen hebben met een beroep. Zhu Shen Hij heette oorspronkelijk Zhu Zizhen en kon zich veranderen van een mensachtig wezen in een enorm groot wild zwijn. Als mens wordt hij soms afgebeeld met een zwart gezicht, zwarte kleding, lange oren, een baard en met een zwaard in de hand. Hij is de god van de varkensstallen en beschermt de dieren tegen ziekten en zorgt ervoor dat ze groot en vet worden. Op het banier staat ‘liuchuxingwang’ (‘alle zes soorten huisdieren gedijen voorspoedig'). De zes soorten huisdieren zijn: de varkens, de ossen, de geiten (of schapen), de paarden, het pluimvee (de kippen, ganzen en eenden) en de honden. Du Tudi De aardgod van de districtshoofdstad (de ‘plaatselijke’ god werd na een ritueel meteen geïdentificeerd met de afgebeelde god). Aardgoden met een grotere jurisdictie worden ook wel Zhou She genoemd. Li Shih De god van de gunstige handel, markten en vaste assistent van de volgende figuur. Lishi betekent ook 'winst' en 'bonus'. Deze karakters worden in Hongkong en Macao ook gebruikt om de ‘hong bao’, de rode envelopjes, mee aan te duiden waarin met nieuwjaar en huwelijken geld gegeven wordt. Lishi (in Hongkong en Macao uitgesproken als ‘lai-sie’) is homoniem met ‘er zal profijt zijn’, ‘profijtelijke gebeurtenissen’ en ‘aanmoedigende gebeurtenissen’. Cai Shen De god van rijkdom en fortuin. Volgens de overlevering is het Zhao Gongming (zie ook nummer drie, met de blauwe jas, van de vorige rij). Hij staat hier afgebeeld met de Ju Bao Pen, de onuitputtelijke schattenpot. China kent meer dan vijftien goden van fortuin en naar hun ontstaansgeschiedenis wordt pas recentelijk serieus onderzoek gedaan. Chao Cai De ondergod van rijkdom en fortuin en vaste assistent van de vorige figuur. De term Chao Cai wordt tegenwoordig vooral gebruikt om ‘geluksdingetjes’ (hangertjes, stickertjes, etc.) mee aan te duiden. Alle rijkdomsgoden worden in China meestal Cai Shen genoemd (zie ook rij 4 — Wu Lu Cai Shen). Xian Chenghuang De muren- en grachtengod van de districtshoofdstad (de ‘plaatselijke’ god werd na een ritueel meteen geïdentificeerd met de afgebeelde god). Dou Shen De god van de pokken en de mazelen. Hij heette oorspronkelijk Yu Hualong en was garnizoenscommandant van fort Tong Guan ten tijde van koning Zhou, aan het begin van de twaalfde eeuw voor onze jaartelling. Tijdens een beleg door Jiang Ziya (zie 4e rij onder Jiang Taigong) kwam zijn zoon De op het idee om het vijandelijke kamp te besmetten met pokken en dat bleek een succes. Dankzij wat magische pillen wist Jiang Ziya echter zijn manschappen te genezen en het fort werd alsnog ingenomen. Tijdens de gevechten verloren alle vijf zoons van Yu Hualong het leven en Yu Hualong pleegde daarop zelfmoord. © St. Werkgroep Het Zevengesternte 16 Er bestaat ook nog een godin van de pokken met de naam Dou Shen Niangniang. Zij wordt nogal eens afgebeeld als god in plaats van als godin. In dergelijke gevallen zijn dan vaak haar vier zoons ook afgebeeld. Voor zover wij hebben kunnen achterhalen bestond de godin van de pokken al in de 8e eeuw en is de god van de pokken pas in de 15e of 16e eeuw ten tonele verschenen. Yan Guang De god van de ogen. Hij wordt aangeroepen om allerlei oogziekten te genezen - met name bij kinderen. Meestal wordt hij afgebeeld als godin en is dan bekend onder de naam Yanguang Nianniang of Bi Xia Yuan Jun. Samen met Dou Shen werd ze aanvankelijk afgebeeld als één van de twee assistenten van Zhun Ti (zie 2e rij), maar naar mate Guanyin (2e rij, midden) populairder werd, kwamen zij steeds vaker bij Guanyin in de buurt te staan. De hier afgebeelde plaats en vorm is dus bijzonder. Zhang Xian De god die geboorten bevordert. Met name als iemand graag een zoon wil is hij de aangewezen god om dit te regelen. Verder is hij de beschermgod van de kinderen en doder van de Hemelse Hond (hij heeft de boog nog over zijn schouder). Hij is ook bekend als Zhang Xian Song Zi - zie verder het artikel over de onsterfelijke Zhang op deze site. Song Zi Niang Niang De godin die geboorten bevordert. Zij is met name de godin die te hulp kan worden geroepen als iemand graag een dochter wil. Over haar ontstaansgeschiedenis zijn heel veel verhalen in omloop. Niu Wang Beschermer van het vee tegen ziektes. Oorspronkelijk heette hij Jin Dasheng en leefde hij aan het begin van de 12e eeuw voor onze jaartelling op de berg Mei. Andere namen voor hem zijn: Jin Niu, Baonu Dawang en Nulan Dawang. Volgens de verhalen was het een reus van bijna 16 voet (bijna 5 meter!), had hij puntoren, horens op zijn voorhoofd, droeg hij rood gewaad, een gouden helm, een driepuntig zwaard en bereed hij een qilin. Hij streed rond 1100 voor Christus tegen het leger van Koning Wang en zou in het jaar 332 nog mensen en vee van een overstroming gered hebben. Hij werd postuum benoemd tot heer van de ster Tianwen. Zijn verjaardag valt op de 25e dag van de zevende maan, maar als het heel druk op het land was dan mocht haar verjaardag gevierd worden op de eerste dag van de tiende maan. © St. Werkgroep Het Zevengesternte 17 Een bijzondere mazhang is te vinden in de Ching Chung Koon [Qinsong guan], de Pijnboomtempel bij Tuen Mun [Tun Men], een noordwestelijke buitenwijk van Hongkong (Foto’s: Catrien Klok). Het betreft hier een wand van ruim tien meter breed, geheel uitgevoerd in geglazuurd ceramiek, waarop een aantal goden en geesten te zien zijn. Het belangrijkste deel wordt gevormd door de figuren aan de linkerzijde (zie onderstaande detailfoto). Daar zien we Xi Wangmu, de koninginmoeder van het westen, geflankeerd door twee dienaressen die haar koelte toewuiven. Daaronder vijf danseressen en daaronder twee groepjes van respectievelijk zes en zeven heren. Dat zijn de zeven sterrengoden van Bei Dou, de sterren van de Noordpool (ons sterrenbeeld Grote Beer) en de zes sterrengoden van de Zuidpool (Nan Dou). Tussen hen in staat Magu, de godin van het lange leven. Helemaal onderaan zien we de drie sterrrengoden Fu, Lu en Shou met rechts daarvan Hehe erxian, de 'ho-ho broertjes'. © St. Werkgroep Het Zevengesternte 18 Op de volgende detailfoto (van het meest rechter deel), zie we bovenaan Dou Mu - zie pagina 8 onder Zhun Ti - met een vierspan voor haar wagen (en dat is zeldzaam). Daaronder staan Lei Gong, de donder en zijn vrouw Dian Mu, de bliksem. Rechts hiervan twee onbekenden. Daaronder (met hellebaard) Guan Yu, alias Guan Di en rechts daarvan Zhong Kui met zijn waaier. De man op de tijger is Cai Shen, alias Zhao Gongming, de god van de rijkdom (met goudklomp en knobbelzwaard). Daaronder nog een groepje van vijf onbekende personen. Wij denken dat het de Wu Hujiang, vijf tijgergeneraals zijn, een algemene term voor de steunpilaren van elk regime. Dit ‘concept’ was oorspronkelijk afkomstig uit het verhaal van San Guo, De Drie Rijken. Daaronder – op de os gezeten - Lao Zi, de grondlegger van het taoïsme en Long Wang, de drakenkoning met twee lijfwachten (krab en garnaal). © St. Werkgroep Het Zevengesternte 19 Iets meer naar het midden (rechts boven) zien we zeven dames. Dit zijn de zeven zusters. Dit verwijst naar de zevende dag van de zevende maand waarop het Qixi-feest gevierd wordt; ook bekend als qiqiao jie of qi jie dan. Daaronder Si Da Tianwang, de vier Hemelse Vorsten - zie ook het artikeltje hierover elders op deze site. Op de draak zit Jing Shen, de geest van de bron(nen). Schuin links daarboven (de dame met het konijn) Chang'e of Chang-O, alias Heng'e of Heng-O. De twee personen helemaal bovenaan zijn Er Lang Shen, de man met de hond, en hoogstwaarschijnlijk Leizu, de vrouw van de Gele Keizer en ‘uitvindster’ van de zijdeteelt. Tenslotte zien we (van links naar rechts) Guanyin, gevolgd door Xuan Wu, alias Zhen Wu Da Di (op de schildpad) en daarachteraan de baxian, de acht onsterfelijken: He Xiangu, Cao Guojiu, Tie Guaili, Lan Caihe, Lu Dongbin, Han Xiangzi, Zhang Guolao en Han Zhongli. © St. Werkgroep Het Zevengesternte 20 Tijdens onze puzzeltocht naar de hierboven genoemde figuren kwamen wij op internet nog een bijzonder leuke mazhang tegen (helaas hebben wij geen mooiere afbeelding kunnen vinden dan 1705 x 800 dpi. — dus de details zijn niet optimaal, maar wij willen hem u niet onthouden). Het is een schilderij met de titel Yaochi hui xian tu, ‘Het schilderij van het Jademeer, waar de onsterfelijken elkaar ontmoeten’. Het is een afbeelding van ‘pantaohui’, het feest dat de koningin-moeder van het Westen geeft op de 3e dag van de derde maan en waarbij alle onsterfelijken zijn uitgenodigd. Dergelijke afbeeldingen zijn al meer dan duizend jaar populair, maar dit is een bijzonder fraai uitgewerkt exemplaar. De schilder Liu Yuyi is er vier jaar mee bezig geweest (19911995) en het doek is maar liefst 4,38 meter breed en 2,06 meter hoog. Liu Yuyi heeft meer van die grote doeken gemaakt, maar dan meestal met politici. Deze afbeeldingen zou men ‘politieke mazhang’ kunnen noemen. © St. Werkgroep Het Zevengesternte 21 Als we het stuk helemaal bovenin links nader bestuderen dan ontdekken we Houyi en Chang'e, de boogschutter en de maangodin, die samen door de lucht zweven. Bij de pilaar, omgeven door eksters, Niulang, de Ossenhoeder en Zhinu, het Weefstertje. Dan links onder op het terras zou - met baard Tudigong, de aardgod te zien zijn, die gevolgd wordt door qi xiannu, zeven onsterfelijke dames. Dan van links naar rechts: Hua Mulan, een heldin uit de vijfde eeuw die voor haar vader het leger in ging - bij ons bekend als Mulan. Gevolgd door Zhang Sengzhou, een beroemd schilder uit de zesde eeuw die zo goed draken kon schilderen dat hij er geen ogen in durfde te maken; toen hij dat uiteindelijk toch deed, vlogen ze weg. Op de trom slaand zien we Liang Hongyu, een vrouwelijke generaal uit het begin van de 12 e eeuw – ook bekend als Liang Shi en in opera’s meestal alleen Hongyu, ‘Robijn’ genoemd. Links van de trom staat Mu Guiying, een heldin uit het begin van de 11e eeuw en nog steeds een populair figuur in opera’s; zij trouwde met Generaal Yang Zongbao. Daartussen staat een oudere dame en dat is She Taijun, de oma van Yang Zongbao. Toen hij stierf trok zij een wapenrusting aan, trommelde de familie bij elkaar en trok ten strijde om hem te wreken. Iets lager Meng Huo en zijn vrouw Zhurong. Zij zouden in de tweede eeuw, de tijd van de Sanguo (de Drie Koninkrijken) hebben geleefd. Hij werd zes keer gevangen genomen en zeven keer bevrijd. Zijn vrouw vocht als generaal tegen de legers van o.a. Zhuge Liang, eveneens een beroemd generaal. Volgens andere bronnen gaat het hier om Songzanganbu, een Tibetaanse vorst uit de zevende eeuw die eigenlijk Srong-btsan Sgam-po heette en zijn vrouw prinses Wen Cheng, het nichtje van de Chinese keizer Taizong. Voor de twee dames daar rechts van worden meerdere opties gegeven. Mogelijk zijn het E Huang en Nu Ying, de twee dochters van keizer Yao (rond 2350 voor Christus) die allebei met keizer Shun waren getrouwd. Toen hun echtgenoot stierf waren ze ontroostbaar; hun tranen zorgden er voor dat er vanaf dat moment gespikkelde en gestreepte bamboe bestaat. Maar het kan ook dat het om Da Qiao en Xiao Qiao gaat. Ze zouden aan het eind van de tweede eeuw geleefd hebben; ze waren met name bekend om hun schoonheid. Verder hier genoemd: Cai Wenji, ook bekend als Cai Yan, een beroemd dichteres en componiste (zij leefde vermoedelijk van 177 tot 239) en Li Xiangjun, één van de Qinhai Ba Yan ook bekend als Jinling Ba Yan, de acht schoonheden van Qinhuai, uit de roman De Perzikbloem Waaier. Weer andere bronnen menen zeker te weten dat het hier om Xue Baochai en Li Wan gaat, twee personages uit de roman De Droom van de Rode Kamer. En daarnaast staan de ‘Zhongguo sida meinu’, de vier legendarische schoonheden van het oude China: Diao Chan, zij leefde eind tweede eeuw van onze jaartelling. Xi Shi ook bekend als Xi Zi, zij leefde rond 500 voor Christus. Yang Guifei ook bekend als Yang Yuhuan, de favoriete concubine van keizer Xuanzong (8e eeuw) © St. Werkgroep Het Zevengesternte 22 en Wang Zhaojun, ook bekend als Wang Qiang, hier afgebeeld met een ‘pipa’ (snaarinstrument) en een kameel. Ze was geschoold in de kunsten (muziek, kalligrafie, schilderkunst, etc.), leefde in de eerste eeuw vóór onze jaartelling en werd als politieke bruid uitgehuwelijkt aan Huhanye Chanyu, de toenmalige vorst van de Xiongnu, de Mongolen. Het centrale deel (zie detail links) wordt gedomineerd door Yaochi Jinmu, de Gouden moeder van het Jademeer, ook bekend als Xiwangmu, de koningin-moeder van het Westen. Daarachter twee ‘shinu’, dienstmeisjes, die haar koelte toewuiven. Rechts naast haar zien we Yuhuang Shangdi, ook bekend als de Jade Keizer, de hoogste god van het pantheon. Daarnaast Yanlouwang, Yama, de Hellenkoning - beiden met een ‘jue’, een drinkbeker voor bijzondere gelegenheden. Dan - met een groen vaasje in de linker hand - Guanyin Pusa en daarvoor op de schildpad en omgeven door de vijf ‘rovertjes’ Mile Zun Fo, bij ons beter bekend als de ‘dikbuikboeddha’. De dame ernaast - met de schaal - is Magu, de godin van het lange leven; zij wordt vaak afgebeeld met de perziken die het leven verlengen, een hert (incidenteel een kraanvogel) en een bloemenmand. Links naast Xiwangmu staat Wen Caishen, de god van de rijkdom in civiele vorm met een goudklomp in de hand. Hij wordt ook wel Zhao Gongming genoemd. Daarnaast Shou Lu Fu San Xing, de drie sterrengoden ‘Langleven’, ‘Rijkdom’ en ‘Geluk’ met hert, kraanvogel en qilin. Daaronder Sun Wukong, Koning Aap die uit de tuin van Xiwangmu een paar ‘xiantao’, perziken van onsterfelijkheid pikte en voor straf daarom uit de hemel gegooid werd. Hij hielp vervolgens de monnik Tang Sanzang om boeddhistische geschriften uit India te halen en deed daarmee boete. Links daarnaast Jiutian Xuan Nu, de mysterieuze dame van de negen hemelen – ook bekend als Xuan Nu. Ze wordt meestal met een paardenzweep afgebeeld, maar ook wel eens met een zwaard en een kalebas. Ze kwam rond 2600 voor Christus de Gele Keizer te hulp en zou later (in de 5e eeuw) nog eens op aarde teruggekomen zijn. Rechts van de vorige afbeelding vinden we aan de linkerzijde (te paard, vóór het paarse vaandel), Yue Fei, een beroemd generaal uit de 12e eeuw. Daarnaast Qi Jiguang, een generaal die succesvol optrad tegen de Japanse zeerovers die op de kusten van China strooptochten uitvoerden in de 16e eeuw. Aan zijn rechterzijde zien we Lin Zexu, de Gouverneur van Kanton (Guangzhou) die in de 19e eeuw trachtte de opiumhandel te stoppen. En als laatste ruiter komt © St. Werkgroep Het Zevengesternte 23 Op deze detailfoto zien we helemaal links een schaars geklede bosnimf die bekend is als Shan Gui; ze is een ‘berggeest’ en heeft een luipaard of panter als rijdier. Ze is een bedacht figuur door Qu Yuan (rechts van haar) en voor het eerst bezongen in een gedicht in de bundel Jiu Ge, De Negen Liederen (het zijn er overigens elf). Vanaf die tijd is zij een excuus voor velen om de eventuele censuur te omzeilen en (bijna) blote dames te schilderen. Met een boek van bamboestrips zien we dan Qu Yuan, ook bekend als Qu Ping - de staatsman, prins, priester en dichter die in 278 voor Christus zelfmoord pleegde; ter zijner nagedachtenis wordt nog elk jaar het drakenbootfeest opgedragen (op de 5e dag van de vijfde maan). Naast hem Kongzi bij ons bekend als Confucius, de grondlegger van het confucianisme. De volgende is Su Shi, een staatsman en dichter uit de 11e eeuw, ook bekend als Su Dongpo, gevolgd door Cao Xueqin, schilder, filosoof en schrijver van onder andere de Droom van de Rode Kamer; hij leefde in de 18e eeuw. De figuur die onderuithangt (groen gewaad) is Li Bo, ook bekend als Lu Paozhe, een beroemde dichter uit de 8e eeuw ook bekend als Li Bai. Daar schuin achter (rechtsboven op de os met waaier): Laozi, ook bekend als Taishang Laojun, de grondlegger van het taoïsme. Voor de olifant (detailfoto rechts) staat een apart drietal: Zhang Qian, diplomaat en ontdekkingsreiziger uit de tweede eeuw vóór onze jaartelling. Jian Zhen, een monnik die rond het jaar 750 een aantal keren naar Japan reisde om daar het boeddhisme te brengen. Zheng He, admiraal en maritiem ontdekkingsreiziger uit de 15e eeuw. Op de volgende detailfoto (van het stuk rechts onder) zien we een baardige man in het rood met een waaier half voor het gezicht. Dat is Zhong Kui, de duivelverjager die zijn zusje uithuwelijkt – hij zou rond het jaar 600 geleefd hebben. Daaronder met hond Ji Gong chanshi, de boeddhistische meester, ook bekend als Daoji. Hij was een excentrieke zenmonnik uit de 12e eeuw. Na zijn dood werd hij meteen door de taoïsten vereerd en pas later ook door boeddhisten. Hij werd tijdens zijn leven het klooster uit gegooid, dronk regelmatig iets te veel wijn en was altijd in voor een grap. Hij was ook altijd begaan met anderen. © St. Werkgroep Het Zevengesternte 25 dan Zhengchenggong, beter bekend als Guoxingye en in Nederland Koxinga genoemd (1624-1662). Hij was patriot, veldheer en admiraal en verdreef de Nederlanders vlak voor zijn dood nog even uit Taiwan. Naast Magu (van links naar rechts in de onderste rij) zien we Zhan Zhao, een figuur uit de 19e eeuwse roman ‘Drie Strijders en vijf Rechtvaardigen’, hij is de rechterhand van Baogong (naast hem). Baogong, ook bekend als Baozheng, was een rechtvaardig magistraat en streed tegen corruptie en onrecht; hij leefde in de 11e eeuw. In het groene gewaad zien we Guan Yu, ook bekend als Guan Di en strijdmakker van Liu Bei. Hij is de god van literatuur en oorlog en stierf in het jaar 219. Dan komt Zhuge Liang, adviseur van Liu Bei (ook bekend als Kongming). Hij leefde van 181 tot 234. Gevolgd door Zhang Fei, generaal en gezworen strijdmakker van Liu Bei en Guan Yu. Hij stierf in het jaar 221. Dan drie figuren die een toost uit brengen: Liu Bei], stichter van de Han-dynastie; hij leefde van 161 – 223, Sun Quan, Koning van het rijk Wu (hij leefde van 181 – 252) en Cao Cao, Held uit de periode der Drie Koninkrijken (hij leefde van 155-220). Daarnaast staat Su Wu, diplomaat en loyaal staatsman (hij leefde van 140 tot 60 voor Christus). Vervolgens Huo Qubing, een beroemd generaal in dienst van Keizer Wu van de Westelijk Han-dynastie – hij leefde van 140 tot 117 voor onze jaartelling. En ten slotte Ban Chao, generaal en jongere broer van de geschiedkundige Ban Gu. Hij leefde van 32 - 102 en voerde vooral veel expedities uit in het westen van China. Op dit detailbeeld, zien we in het midden een drietal wat bekend is van de Xiyou Ji, ‘De Reis naar het Westen’ – een avonturenroman uit de 16e eeuw. Allereerst Zhu Wuneng, ook bekend als Zhubajie, ‘Zwijntje’. Dan, te paard, Tang Sanzang ook bekend als Xuanzang, de monnik die in de zevende eeuw op reis ging om uit India boeddhistische geschriften te halen. Daarachter staat Shawujing reisgenoot van de vorige twee, ook bekend als ‘Broeder Zand’. Helemaal links zien we Zhang Heng, met een ‘huntianyi’, een armilaarsfeer, een metalen constructie waarmee men de bewegingen van zon, maan en planeten aanschouwelijk kon maken. Hij ontdekte veel op het gebied aardbevingen en astronomie, maar was feitelijk een echte allround wetenschapper en schrijver; hij leefde van 78 tot 139. Vervolgens zien we Hua Tuo, arts en wetenschapper. Hij stierf in het jaar 220. Daarna komt Li Shizhen, met bundel kruiden op de rug. Hij was een beroemd arts uit de 16e eeuw en schrijver van de Bencao Gangmu, de Chinese Materia Medica. Hij wordt ook wel Yaowang, koning van geneesmiddelen, genoemd. Volgens andere bronnen gaat het hier echter om Qin Yueren, een beroemd arts uit de staat Lu, die leefde in de vijfde eeuw voor onze jaartelling. De volgende is Lu Ban – met houten winkelhaak. Hij leefde van 507 tot 440 voor onze jaartelling en was bouwmeester, uitvinder (o.a. van houten puzzels), staatsman en filosoof. De laatste van deze rij is Yu Gong, de ‘malle oude man’ met bloot bovenlijf. Op zijn negentigste riep hij zijn familie bij elkaar en stelde voor om twee bergen die op hun land stonden op te ruimen. Iedereen lachte hem eerst uit, maar hij zei dat als zijn kinderen, kleinkinderen en de generaties daarna het zouden volhouden de klus geklaard kon worden. Jaren later stuurde de Hemel twee onsterfelijken om ze te helpen. Rechts zien we Damo, een boeddhistische monnik uit India, bij ons bekend onder zijn eigen naam Bodhidharma. Hij kwam in 520 naar China en bedacht daar het zenboeddhisme; daarnaast begon hij met de fysieke disciplines te leren aan de monniken van de Shaolin-tempel in de provincie Henan. Achter hem zien we nog een ‘xiaoshami’, een jonge monnik. © St. Werkgroep Het Zevengesternte 24 Meer naar het midden (zie detailfoto hiernaast) komen de ‘baxian’, de acht onsterfelijken. Allereerst met baard en waaier: Han Zhongli, daarnaast He Xiangu, de dame met lotus, daaronder Lu Dongbin in het blauw met zwaard - op de rug gezien. Links daarvan Li Tieguai, met stok, dan Han Xiangzi, met dwarsfluit, daarachter (met bloemenmand) Lan Caihe, links beneden (met houten kleppers en op de rug gezien) Cao Guojiu en helemaal vooraan Zhangguolao (achteruitrijdend op een ezel). Op de achtergrond (bij de vis) zien we Nezha, de beschermheer van de chauffeurs (om onduidelijke redenen hier afgebeeld als ‘meisje’). Hij wordt zowel door boeddhisten als taoïsten aanbeden. Tot slot zien we helemaal links onderin nog Jia Baoyu en Lin Daiyu, beide zijn personages uit Honglou Meng, De Droom van de Rode Kamer (een roman); zij waren neef en nicht en hadden een bijzondere band. Zij kijken naar Shi Xiangyun, een ander nichtje van Jia Baoyu; zij was wat jongensachtig en stond bekend om haar gevoel voor humor. Bij het orkest hebben wij geen consistente informatie kunnen vinden (er niemand bekend als ‘de uitvinder’ van de instrumenten). We zien wel een aantal klassieke instrumenten afgebeeld zoals een qin, een xiao, een di, een pai xiao, een konghou en een sheng. Ook aan de twee groepen danseressen (vijf op de voorgrond en drie daarachter) konden wij geen nadere invulling geven. De kleding lijkt ontleend te zijn aan de vroege Tangdynastie. © St. Werkgroep Het Zevengesternte 26 Karakters en transcripties N.B. Om dit artikel goed leesbaar te houden, hebben we alle Chinese karakters van de gebruikte termen en namen aan het eind geplaatst. 紙馬 [纸马 zhi ma] 馬紙 [马纸 ma zhi] 名紙馬 [名纸马 mingzhima] 甲馬 [甲马 jia ma] 甲馬紙 [甲马纸 jia ma zhi] 馬兒 [马儿ma er] 畫像 [画像 hua xiang] 百分 [baifen] 寸 [cun] (3,3 x 3,3 centimeter) 丈 [zhang], (3,3 x 3,3 meter) 楊柳青 [杨柳青 Yangliuqing] 衆神 [众神 Zhong Shen] 신중탱화, ‘shinjung taengwha’ 江蘇 [江苏 Jiangsu] 儒道佛三教 [rudaofo san jiao] 北斗七星 [Beidou Qi Xing] 月 [yue]. 'maan' 耆老君 [Qi Lao Jun] 老子 [Laozi] 陀佛 [Tuo Fo] 韋馱菩薩 [韦驮菩萨 Wei Tuo Pu Sa] 韋馱 [韦驮 Wei Tuo] 如來佛 [如来佛 Rulaifo] 釋迦牟尼 [释迦牟尼 Shijiamouni] 佛 [Fo] 音審大 [音审大 yin shen da] 阿彌 [阿弥 Ami] 阿彌陀佛 [阿弥陀佛 Amituo Fo] 孔夫子 [Kong Fuzi] 孔子 [Kongzi] 南斗六星 [Nandou Liu Xing] 日 [ri], 'zon' 文昌 [Wen Chang] 文昌帝君 [Wen Chang Di Jun] 天聾 [天聋 Tianlong] 地啞 [地哑 Diya] 玄童子 [Xuan Tongzi] 地母 [Dimu] 鬼星 [Guixing] 朱衣 [Zhuyi] © St. Werkgroep Het Zevengesternte 27 金甲 [Jinjia] 朱衣 [Zhuyi] 朱衣老人 [Zhuyi Laoren] 東嶽 [东岳 Dong Yue] 嶽 [岳 yue] 泰山 [Tai Shan] 華山 [华山 Hua Shan] 南衡山 [Nan Heng Shan] 北恆山 [北恒山 Pei Heng Shan] 嵩山 [Song Shan] 閻王 [阎王 Yan Wang] 電母 [电母 Dian Mu] 金光聖母 [ 金光圣母 Jinguang Shenmu] 善才 [Shancai] 善財童子 [善财童子 Shancai Tongzi] 火孩 [Huo Hai] 紅孩兒 [红孩儿 Hong Hai’er] 玉女 [Yunu] 金僮 [Jintong] 觀音 [观音 Guan Yin] 觀音菩薩 [观音菩萨 Guanyin Pusa] 龍女 [龙女 Longnu] 準提 [准提 Zhun Ti] 摩利支天菩薩 [摩利支天菩萨 Molizhitian Pusa] 斗母 [Dou Mu] 斗母元君 [Dou Mu Yuanjun] 斗母娘娘 [Dou Mu Niang Niang] 玉皇 [Yuhuang] 玉帝 [Yu Di] 紫微帝 [Ziwei Di] 天后 [Tian Hou] 媽祖 [妈祖 Mazu] 藥王 [药王 Yao Wang] 孫思邈 [孙思邈 Sunsimiao] 宣王 [Xuan Wang] 文帝 [Wen Di] 高宗 [Gao Zong] 雷公 [Lei Gong] 電母 [电母 Dian Mu] 豐隆 [丰隆 Feng Long] 雷師 [雷师 Lei Shi] 雷神 [Lei Shen] 雷柤 [Lei Zu] 雷神 [Lei Shen] © St. Werkgroep Het Zevengesternte 28 麒麟 [Qilin] 聞仲太師 [闻仲太师 Wen Zhong Taishi] 紂 [Zhou] 柳樹精 [柳树精 Liushu Jing] 樹神 [树神 Shu Shen] 水母娘娘 [Shui Mu Niang Niang] 泗州 [Sizhou] 安徽 [Anhui] 第一 [Diyi] 盱眙 [Xuyi] 都城隍 [Du Cheng Huang] 呂純陽 [呂纯阳 Lu Chun Yang] 呂洞賓 [吕洞宾 Lu Dong Bin] 八仙 [Ba Xian] 地官 [Di Guan] 文判 [Wen Pan] 文判官 [Wen Pan Guan] 天官 [Tian Guan] 三官 [san guan] 武判 [Wu Pan] 武判官 [Wu Pan Guan] 水官 [Shui Guan] 壽星 [寿星 Shou Xing] 福星 [Fu Xing] 禄星 [祿星 Lu Xing] 真武 [Zhen Wu] 真武大帝 [Zhen Wu Da Di] 玄武 [Xuan Wu] 北帝 [Bei Di] 龜軍 [龟军 Gui Jun] 萬公 [万公 Wan Gong] 萬媽 [万妈 Wan Ma] 武當山 [武当山 Wudang shan] 祠山張大帝 [祠山张大帝 Ci Shan Zhang Dadi] 渤 [Bo] 宣帝 [Xuandi] 吴兴 [Wuxing] 五路財神 [五路财神 Wu Lu Cai Shen] 何五路 [He Wulu] 顧希馮 [顾希冯 Gu Xifeng] 陳宣帝 [陈宣帝 Chen Xuandi] 康熙 [Kang Xi] 財神 [财神 Cai Shen] 火神 [Huo Shen] © St. Werkgroep Het Zevengesternte 29 封神演義 [封神演义 fengshen yanyi] 羅宣 [罗宣 Luo Xuan] 火龍 [火龙 Huo Long] 魚尾冠 [鱼尾冠 yuwei guan] 劉猛將軍 [刘猛将軍 Liu Meng Jiang Jun] 玄壇 [玄坛 Xuantan] 玄壇元帥 [玄坛元帅 Xuantan Yuanshuai] 趙公明 [赵公明 Zhao Gongming] 財神 [财神 Cai Shen] 周倉 [周仓 Zhoucang] 關帝 [关帝 Guan Di] 關羽 [关羽 Guan Yu] 關公 [关公 Guan Gong] 關二爺 [关二爷 Guan Er Ye] 聖帝 [圣帝 Sheng Di] 三國演義 [三国演义 sanguo yanyi] 關平 [关平 Guan Ping] 千里眼 [Qian Li Yan] 姜太公 [Jiang Taigong] 天后 [Tianhou] 媽祖 [妈祖 Mazu] 順風耳 [顺风耳 Shunfeng Er] 金精將軍 [金精将军 Jinjing Jiangjun] 水精將軍 [水精将军 Shuijing Jiangjun] 二郎神 [Er Lang Shen] 玉皇 [Yuhuang] 多聞天王 [多闻天王 Duo Wen Tianwang] 嘯天犬 [啸天犬 Xiaotian Quan] 鷹犬 [鹰犬 Ying Quan] 姜太公 [Jiang Taigong] 姜子牙 [Jiang Ziya] 太公 [Tai Gong] 醬油[酱油 Jiangyou] 四大王 [Si Da Wang] 龍王 [龙王 Long Wang] 紫府 [zi fu] 馬神 [马神 Ma Shen] 馬王 [马王 Ma Wang] ,馬明王 [马明王 Ma Ming Wang] 水草馬明王 [水草马明王 Shuicao Ma Ming Wang] 八馬追財符 [八马追财符 ba ma zhui cai fu] 八馬追胎符 [八马追胎符 ba ma zhui tai fu] 三馬追胎符 [三马追胎符 san ma zhui tai fu] 本土地 [Ben Tudi] © St. Werkgroep Het Zevengesternte 30 竈君 [Zaojun] 灶君 [Zaojun] 灶王爺 [灶王爷 Zaowangye] 灶神 [Zaoshen] 灶君 [Zaojun] 灶公灶母 [Zao Gong Zao Mu] 東廚司命 [东厨司命 Dong Chu Siming] 灶王菩薩 [灶王菩萨 Zaowang Pusa] 業公 [业公 Ye Gong] 豬神 [猪神 Zhu Shen] 朱子眞 [Zhu Zi Zhen] 六畜興旺 [六畜兴旺 liuchuxingwang] 都土地 [Du Tudi] 州社 [Zhou She] 利市 [Li Shih] 紅包 [红包 hong bao] 利市 [lishi] 利是 [lishi] 利事 [lishi] 勵事 [励事] [lishi] 財神 [财神 Cai Shen] 聚寶盆 [聚宝盆 Ju Bao Pen] 招財 [招财 Chao Cai] 財神 [财神 Cai Shen] 縣城隍 [县城隍 Xian Chenghuang] 痘神 [Dou Shen] 余化龍 [余化龙 Yu Hualong] 潼關 [潼关 Tong Guan] 紂 [纣 Zhou] 姜子牙 [Jiang Ziya] 德 [De] 痘神娘娘 [Dou Shen Niangniang] 眼光 [Yan Guang] 眼光娘娘 [Yanguang Nianniang] 碧霞元君 [Bi Xia Yuan Jun] 張仙 [张仙 Zhang Xian] 張仙送子 [张仙送子 Zhang Xian Song Zi] 送子娘娘 [Song Zi Niang Niang] 牛王 [Niu Wang] 金大升 [Jin Dasheng] 金牛 [Jin Niu], 保牛大王 [Baonu Dawang] 牛襴大王 [Nulan Dawang] 天瘟 [Tianwen] © St. Werkgroep Het Zevengesternte 31 Pagina 17 tot en met 19 青松觀 Ching Chung Koon [青松观 Qinsong guan] 屯門 Tuen Mun [屯门 Tun Men] 西王母 [Xi Wangmu] 北斗 [Bei Dou] 南斗 [Nan Dou] 麻姑 [Magu] 福禄寿 [福禄寿 Fu, Lu en Shou] 和合二仙 [Hehe erxian] 斗母 [Dou Mu] 準提 [准提 Zhun Ti] 雷公 [Lei Gong] 電母 [电母 Dian Mu] 關羽 [关羽 Guan Yu] 關帝 [关帝 Guan Di] 鍾馗 [钟馗 Zhong Kui]. 財神 [财神 Cai Shen] 趙公明 [赵公明 Zhao Gongming] 五虎將 [五虎将 Wu Hujiang] 三國 [三国 San Guo] 老子 [Lao Zi] 龍王 [龙王 Long Wang] 七夕节 [Qixi] 七巧節 [七巧节 qiqiao jie] 七姐誕 [七姐诞 qi jie dan] 四大天王 [Si Da Tianwang] 井神 [Jing Shen] 嫦娥 [Chang'e] of [Chang-O] 姮娥 [Heng'e] of [Heng-O] 二郎神 [Er Lang Shen] 嫘祖 [Leizu] 八仙 [baxian] 何仙姑 [He Xiangu] 曹國舅 [曹国舅 Cao Guojiu] 鐵拐李 [铁拐李 Tie Guaili] 藍采和 [蓝采和 Lan Caihe] 呂洞賓 [吕洞宾 Lu Dongbin] 韓湘子 [韩湘子 Han Xiangzi] 張果老 [张果老 Zhang Guolao] 漢鍾離 [汉钟离 Han Zhongli]. 玄武 [Xuan Wu] 真武大帝 [Zhen Wu Da Di] 觀音 [观音 Guanyin] © St. Werkgroep Het Zevengesternte 32 Pagina 20 en verder 瑤池會仙圖 [瑶池会仙图 Yaochi hui xian tu] 蟠桃會 [蟠桃会 pantaohui] 劉宇一 [刘宇一 Liu Yuyi] 后羿 [Houyi] en 嫦娥 [Chang'e] 牛郎 [Niulang] 織女 [织女 Zhinu] 土地公 [Tudigong] 七仙女 [qi xiannu] 花木蘭 [花木兰 Hua Mulan] 張僧繇 [张僧繇 Zhang Sengzhou] 梁紅玉 [梁红玉 Liang Hongyu] 梁氏 [Liang Shi] 紅玉 [红玉 Hongyu] 穆桂英 [穆桂英 Mu Guiying] 楊宗保 [杨宗保 Yang Zongbao] 佘太君 [佘太君 She Taijun] 孟獲 [孟获 Meng Huo] 祝融 [Zhurong] 三國 [三国 sanguo] 松贊干布 [松赞干布 Songzanganbu] Srong-btsan Sgam-po (སྲོང་བཙན་སྒམ་པྲོ) 文成 [Wen Cheng] 太宗 Taizong. 娥皇 [E Huang] 女英 [Nu Ying] 大喬 [大乔 Da Qiao] 小喬 [小乔 Xiao Qiao] 蔡文姬 [蔡文姬 Cai Wenji] 蔡琰 [Cai Yan] 李香君 [Li Xiangjun] 秦淮八艷 [秦淮八艳 Qinhai Ba Yan] 金陵八艷 [金陵八艳 Jinling Ba Yan] 薛寶釵 [薛宝钗 Xue Baochai] 李紈 [李纨 Li Wan] 中國四大美女 [中国四大美女 zhongguo sida meinu] 貂禪 [貂禅 Diao Chan] 西施 [西施 Xi Shi] 西子 [Xi Zi] 楊貴妃 [杨贵妃 Yang Guifei] 楊玉環 [杨玉环 Yang Yuhuan] 王昭君 [王昭君 Wang Zhaojun] 王牆 [王墙 Wang Qiang] © St. Werkgroep Het Zevengesternte 33 呼韓邪單于 [呼韩邪单于 Huhanye Chanyu] 匈奴 [Xiongnu] 瑤池金母 [瑶池金母 Yaochi Jinmu] 西王母 [Xiwangmu] 侍女 [shinu] 玉皇上帝 [Yuhuang Shangdi] 玉帝 [Yu Di] 閻羅王 [阎罗王 Yanlouwang] 爵 [jue] 觀音菩薩 [观音菩萨 Guanyin Pusa] 彌勒尊佛 [弥勒尊佛 Mile Zun Fo] 麻姑 [麻姑 Magu] 文財神 [文财神 Wen Caishen] 趙公明 [赵公明 Zhao Gongming] 壽祿福三星 [寿禄福三星 Shou Lu Fu San Xing] 孫悟空 [孙悟空 Sun Wukong] 西王母 [Xi Wang Mu] 仙桃 [xiantao] 唐三藏 [Tang Sanzang] 九天玄女 [九天玄女 Jiutian Xuan Nu] 玄女 [Xuan Nu] 岳飛 [岳飞 Yue Fei] 戚繼光 [戚继光 Qi Jiguang] 林則徐 [林则徐 Lin Zexu] 鄭成功 [郑成功 Zhengchenggong] 國姓爺[国姓爷 Guoxingye] 展昭 [Zhan Zhao] 包拯 [Baozheng] 包公 [Baogong] 關羽 [关羽 Guan Yu] 關帝 [关帝 Guan Di] 諸葛亮 [诸葛亮 Zhuge Liang] 孔明 [Kongming] 張飛 [张飞 Zhang Fei] 劉備 [刘备 Liu Bei] 孫權 [孙权 Sun Quan] 曹操 [曹操 Cao Cao] 蘇武 [苏武 Su Wu] 霍去病 [Huo Qubing] 班超 [班超 Ban Chao] 豬悟能 [猪悟能 Zhu Wuneng] 豬八戒 [猪八戒 Zhubajie] 西游記 [西游记 Xiyou Ji] 唐三藏 [Tang Sanzang] © St. Werkgroep Het Zevengesternte 34 玄奘 [Xuanzang] 沙悟淨 [Shawujing] 張衡 [张衡 Zhang Heng] 渾天儀 [浑天仪 huntianyi] 華佗 [华佗 Hua Tuo] 李時珍 [李时珍 Li Shizhen] 本草綱目 [本草纲目 Bencao Gangmu] 藥王 [药王 Yaowang] 秦越人 [Qin Yueren] 盧 [Lu] 魯班 [鲁班 Lu Ban] 愚公 [愚公 Yu Gong] 達摩 [达摩 Damo], 少林寺 Shaolin tempel 河南 [Henan] 小沙彌 [小沙弥 Xiaoshami] 山鬼 [Shan Gui] 九歌 [Jiu Ge] 屈原 [屈原 Qu Yuan] 孔子 [孔子 [Kongzi] 蘇軾 [苏轼 Su Shi] 蘇東坡 [Su Dongpo] 曹雪芹 [Cao Xueqin] 李白[李白 Li Bo] 綠袍者 [绿袍者 Lu Paozhe] 老子 [老子 Laozi] 太上老君 [Taishang Laojun] 張騫 [张骞 Zhang Qian] 鑒真 [鉴真 Jian Zhen] 鄭和 [郑和 Zheng He] 鐘馗 [钟馗 Zhong Kui] 濟公禪師 [济公禅师 Ji Gong chanshi] 道濟 [道济 Daoji] 八仙 [baxian] 漢鍾離 [汉钟离 Han Zhongli] 何仙姑 [何仙姑 He Xiangu] 呂洞賓 [吕洞宾 Lu Dongbin] 李鐵拐 [李铁拐 Li Tieguai] 韓湘子[韩湘子 Han Xiangzi] 藍采和 [蓝采和 Lan Caihe] 曹國舅 [曹国舅 Cao Guojiu] 張果老 [张果老 Zhangguolao] 哪吒 [哪吒 Nezha] 賈寶玉 [贾宝玉 Jia Baoyu] © St. Werkgroep Het Zevengesternte 35 林黛玉 [Lin Daiyu] 紅樓夢 [红楼梦 Honglou Meng] 史湘雲 [史湘云 Shi Xiangyun] 琴 [qin] 簫 [箫 xiao] 笛 [di] 排簫 [排箫 pai xiao] 箜篌 [konghou] 笙 [sheng] © St. Werkgroep Het Zevengesternte 36