Project Zorgnetwerken Maatschappelijk steunsysteem voor daklozen, met psychiatrische problemen of verslaving Sarah Calissendorff: 500600521 Chantal Verhoef: 500603454 Ewout Overhoff: 500605124 Cécile Derks: 500248846 Mieke Koopman: 500539140 Klas 3MPH Projectgroep 2 Hogeschool van Amsterdam Maart 2012 Docent: Rolf den Hollander Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 1 Inhoudsopgave Voorblad p. 1 Inhoudsopgave p. 2 Inleiding p. 3 Hoofdstuk 1: Daklozen in Nederland 1.1 Situatie in Nederland 1.2 Psychiatrische stoornissen bij daklozen 1.3 Verslaving bij daklozen 1.4 Somatiek bij daklozen p. 4 - 9 p. 4 p. 4 p. 6 p. 8 Hoofdstuk 2: Eerdere resultaten van maatschappelijke steunsystemen p. 10 - 13 Hoofdstuk 3: Kwaliteitsnormen en prestatie-indicatoren p. 14 - 15 Hoofdstuk 4: Elektronisch cliëntensysteem p. 16 - 17 Hoofdstuk 5: Rol mantelzorgers binnen maatschappelijk steunsysteem p. 18 Hoofdstuk 6: Rol Algemeen Psychiatrisch Ziekenhuis binnen MSS p. 19 Hoofdstuk 7 Maatschappelijk steunsysteem 1. Huisarts 2. Psycholoog 3. Leger des Heils 4. Kwartiermaken 5. Case manager 6. Maatschappelijk werk 7. ACT team 8. Psychiater 9. Sociaal verpleegkundige 10. HVO-querido 11. Dienst Werk en Inkomen p. 20 p. 20 p. 21 p. 22 p. 25 p. 27 p. 28 p. 28 p. 29 p. 30 p. 32 p. 33 Hoofdstuk 8 Schematische weergave maatschappelijk steunsysteem Hoofdstuk 9. Aandachtspunten voor implementatie Hoofdstuk 10. ervaringen uit eigen stage Conclusie Literatuurlijst p. 35-38 p. 39 p. 39 p. 40 p. 41- 43 Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 2 Inleiding Nederland telt in december 2010 18.000 daklozen. Gegevens van opvangcentra zijn gekoppeld aan de gemeentelijke basisadministratie en er is gekken naar een lijst met alle daklozen die een uitkering krijgen en naar gegevens van verslavingscentra Een gemeentelijke dienst rapporteert dat er steeds meer daklozen en zwervers met psychiatrische problemen zijn en dat drank- en drugsproblemen op straat voor een deel door psychiatrische patiënten veroorzaakt worden. Maatschappelijk steunsysteem. Het Maatschappelijk Steunsysteem is een netwerk van personen en organisaties dat ondersteuning biedt aan kwetsbare mensen met psychische en/of psychiatrische problemen, zodat ze zo zelfstandig mogelijk kunnen leven en volwaardig aan de samenleving deelnemen. Het probleem Het probleem waarvoor de projectgroep een oplossing moet aandragen is hoe een maatschappelijk steunsysteem (MSS) in elkaar zit. Wie zijn betrokken bij een MSS? Hoe bereikt het MSS de gewenste populatie? Waar in het MSS zitten knelpunten, en hoe kunnen deze knelpunten verbeterd worden? En het allerbelangrijkste: Hoe kan het MSS daklozen van de straat halen om voor deze mensen te zorgen? Vraag stelling De vraag stelling die in dit project beantwoordt wordt luidt als volgt: Welke samenstellende onderdelen zijn er nodig om een maatschappelijk steunsysteem voor daklozen met een psychische stoornis en verslavingsproblematiek op te zetten en hoe krijgt de cliënt gedeeltelijk de regievoering. In dit project is te lezen hoe de projectgroep deze vraag stelling beantwoord. Het Maatschappelijk Steunsysteem is een netwerk van personen en organisaties dat ondersteuning biedt aan kwetsbare mensen met psychische en/of psychiatrische problemen, zodat ze zo zelfstandig mogelijk kunnen leven en volwaardig aan de samenleving deelnemen. Opbouw van het project. Het project is zo opgebouwd dat er eerst een situatie wordt geschetst van de situatie van de daklozen in Nederland met een verslaving en met een psychiatrische stoornis. Daarna wordt er gekeken naar de eerdere geboekte resultaten van andere steun systemen. De Kwaliteitsnormen en prestatie-indicatoren worden genoemd en de manier waarop het elektronische cliënten systeem gebruikt wordt. Daarna worden de rollen van de mantelzorger en van het ziekenhuis in kaard gebracht. Het laatste onderdeel van het project zijn de verschillende onderdelen van het steunsyteem. De verschillende onderdelen zijn de volgde: Huisarts Dienst Werk en Inkomen Psycholoog Leger des Heils Kwartiermaken Case manager Maatschappelijk werk ACT team HVO-querido Sociaal verpleegkundige psychiater Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 3 Hoofdstuk 1: Daklozen in Nederland 1.1 Situatie in Nederland Het is moeilijk te vinden hoeveel daklozen er precies zijn in Nederland. De cijfers verschillen flink. Dagblad Trouw schrijft dat er naar schatting zo´n 50.000 daklozen zijn, terwijl het Centraal Bureau voor de Statistiek 18.000 daklozen telt4,5. De meeste andere cijfers die de projectgroep heeft gevonden liggen daar tussenin. Uit de meeste onderzoeken blijkt wel dat het aantal naar beneden gaat. Oorzaak: Uit een onderzoek wat bij daklozen zelf is gehouden komen de volgende cijfers en oorzaken naar voren: huisuitzetting is de belangrijkste oorzaak van mensen die dakloos worden, namelijk 25%. Problemen met (pleeg)ouders 16% en drugsverslaving 12%. Vooral bij jongeren zijn huisuitzetting en problemen met de (pleeg)ouders de enige oorzaak, bij oudere mensen ligt dit gevarieerder. Opvallend is dat maar 2% van de daklozen aangeeft dat alcoholverslaving de oorzaak was. De hulpverlening ziet echter wat anders: namelijk dat verslaving een grotere rol speelt dan dat daklozen zelf aangeven. Zij zeggen ook dat dakloosheid meestal niet het gevolg is van één probleem maar meestal een combinatie van verschillende factoren6. Maar waarom blijven de daklozen dakloos als ze dat eenmaal zijn? Zij zeggen zelf dat dit komt door een tekort aan huisvesting voor hen. Dakloos blijven uit vrijwillige keuze wordt maar weinig als oorzaak genoemd (2%). Een groot deel psychiatrische patiënten zijn ook dakloos maar verblijven in een psychiatrische instelling (met het project richten wij ons niet op de doelgroep die al wel is opgenomen). De meeste daklozen zijn al lang dakloos, vooral oudere mensen. Jongere mensen en psychiatrische patiënten zijn over het algemeen iets korter dakloos6. Gevolg: daklozen zelf zijn optimistischer over de duur van dakloos zijn dan de ervaring leert. De helft van alle daklozen verwacht binnen een jaar weer een huis te hebben. Ruim een kwart denkt zelfs binnen drie maanden een huis te vinden. De meeste mensen zowel daklozen als niet-daklozen denken dat het aantal daklozen zal toenemen7. Verdere onderzoeken denken ook dat het aantal daklozen zal toenemen dit is vooral te danken aan de huidige crisis en economische toestand waar we nu in verkeren 8. 1.2 Psychiatrische stoornissen bij daklozen Volgens een onderzoek onder 150 daklozen in de stad Utrecht komt psychiatrische problematiek onder de daklozen veel voor: in totaal werd 99 keer een psychiatrische aandoening vastgesteld. Deze psychiatrische aandoeningen zijn: Depressie (bij 32 van de 150 de onderzochte daklozen werd een depressie vastgesteld) Schizofrene stoornis (bij 15 van de 150 onderzochte daklozen werd een schizofrene stoornis vastgesteld) Antisociale persoonlijkheidsstoornis (bij 52 van de 150 onderzochte daklozen werd een antisociale persoonlijkheidsstoornis vastgesteld)9. Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 4 Ook alcohol- en of drugsverslaving komen voor onder daklozen. De levensprevalentie van alcoholafhankelijkheid was 59 onder de onderzochte groep. De levensprevalentie van drugsafhankelijkheid was 769. Dit wil zeggen dat veel daklozen aan psychiatrische aandoeningen leiden. Deze cliënten zouden behandeld moeten worden door het maatschappelijke steunsysteem. Psychiatrische stoornissen en verslaving zijn vaak een oorzaak van geweld en verwaarlozing zoals hieronder wordt beschreven. Bij 27 van de 150 onderzochte daklozen was sprake van comorbiditeit van de bovenstaande aandoeningen9. Psychopathologische aandoeningen komen onder daklozen twee tot drie keer zoveel voor als onder de rest van de bevolking9. Tijdens de laatste zes maanden voor het onderzoek, had minder dan de helft van deze daklozen die een psychiatrische aandoening hadden, contact gehad met de GGZ. Daarnaast gaven deze mensen aan geen zorg nodig te hebben of geen zorg te willen9. Het steunsysteem wil er voor zorgen dat meer mensen met een psychiatrische aandoening hulp krijgen vanuit het maatschappelijk steunsysteem. Gevolgen van een psychiatrische aandoening Er zijn veel mogelijke gevolgen van een psychiatrische aandoening. Deze zijn voor een groot deel afhankelijk van de psychiatrische aandoening zelf. Er is echter een aantal algemene gevolgen van psychiatrische stoornissen. Gevolgen vinden plaats op verschillende gebieden: • Levensbedreigende gevolgen: In dit gebied vallen gevolgen zoals suïcide, plegen van ernstig geweld, achteruitgaan in gezondheid, zelfverwaarlozing, ongezonde levensstijl, zorgvermijding, drugsgebruik10,11. • Gevolgen voor kwaliteit van leven: In dit gebied horen gevolgen zoals geen huisvesting, schulden, eenzaamheid, werkloosheid10,11. • Economische gevolgen: Psychiatrische stoornissen leiden tot hoge kosten in onder andere de gezondheidszorg, maar ook bij de politie door criminaliteit. Deze gevolgen hebben invloed op zowel de psychiatrische patiënt, als zijn naasten en de verdere omgeving van de patiënt10. Door middel van het opzetten van een maatschappelijk steunsysteem wil de projectgroep ervoor zorgen dat deze gevolgen verminderd worden . Dakloosheid in combinatie met een psychiatrische aandoening Onzekerheid en grote veranderingen in het leven kunnen factoren zijn die leiden tot het ontstaan van schizofrenie. Zo kan het dakloos raken door welke reden dan ook, leiden tot schizofrenie. Aan de andere kant kan schizofrenie ook dakloosheid veroorzaken. Door allerlei verschillende redenen zoals psychoses, overlast bezorgen, schulden en wantrouwen kan een patiënt met schizofrenie besluiten het huis te verlaten of wordt hij door een ander het huis uitgezet14. Veel daklozen zullen zich in eerste instantie richten op het zoeken van een veilige plek en zij zullen daardoor niet bezig zijn met eventuele behandeling. Veel patiënten die voor de behandeling dakloos zijn, vervolgens een behandeling volgen en deze met succes afsluiten maar nog steeds geen huisvesting hebben, hebben een grote kans om terug te vallen15. Om deze redenen zal huisvesting een belangrijke taak zijn van het maatschappelijk steunsysteem. Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 5 1.3 Verslaving bij daklozen Dr. Valckenier-spreekuren Dit deelonderwerp wordt onder andere beantwoord met behulp van een onderzoek naar passanten van de dr. Valckenier-spreekuren in Amsterdam. Dr. Valckenier-spreekuren zijn sociaal-medische spreekuren vanuit de GG&GD die in 1992 is opgezet op verzoek van de Amsterdamse huisartsenvereniging. In dat onderzoek worden de kenmerken van de gezondheidsproblemen bij daklozen onderzocht. De bezoekredenen van de daklozen werden vergeleken met die van patiënten bij een reguliere huisarts. In Amsterdam zijn 5 dr. Valckenier-spreekuren. Het onderzoek werd bij 2 dr. Valckenier-spreekuren gedaan. In de periode van 01/04/1997-31/08/1999 werden deze spreekuren bezocht door 785 daklozen met in totaal 3165 consulten. De onderzoekspopulatie is 364 daklozen16. Uit het onderzoek blijkt dat 25% van de daklozen verslaafd is aan alcohol en 29% verslaafd is aan drugs. Het drugsgebruik werd onderverdeeld in het middel dat wordt gebruikt. Dat ziet er als volgt uit: • 70 daklozen gebruikten opiaten • 81 daklozen gebruikten cocaïne • 41 daklozen gebruikten benzodiazepinen • 6 daklozen gebruikten amfetaminen16 In onderstaande tabel komt naar voren wat de reden van bezoek is van daklozen bij de dr. Vlackenier-spreekuren16. 16 Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 6 In vergelijking met de reguliere huisartsenpraktijken komt duidelijk naar voren dat er veel meer daklozen bij de dr. Valckenier-spreekuren komen voor psychische problemen dan patiënten bij een reguliere huisarts. Een verschil van 5%16. Uit het onderzoek blijkt dat verslaving en psychopathologische stoornissen veelvuldig voorkomen bij daklozen. De prevalentie ligt 50-60 keer zo hoog als bij de reguliere huisarts. De daklozen gaven bij dit onderzoek niet aan dat verslaving leidde tot oorzaak van dakloosheid. Er kwam zelfs maar een heel klein percentage met een hulpvraag aangaande verslaving. Hierdoor lijkt het dat daklozen dit niet als groot probleem zien. Het dagelijks overleven lijkt voorrang te hebben. Zij hebben waarschijnlijk geen behoefte aan de verslavingszorg en hun regels en strakke structuren. Toch zoeken meer drugsverslaafde daklozen hulp voor hun verslaving dan alcoholverslaafde daklozen. Dit komt door de laagdrempelige drugshulpverlening met methadon. Dit is makkelijker dan het abstinent blijven bij alcoholafhankelijkheid. In Amsterdam bestaat geen ambulante medische behandeling voor dakloze alcoholisten16. Comorbiditeit Middelenmisbruik en psychose: De life-timeprevalentie bij psychotische stoornissen is 40-60%. De kans van middelenmisbruik bij een psychose wordt groter bij aanwezigheid van de volgende factoren; mannelijk geslacht, alleenstaand, jongere leeftijd, een gedragsstoornis of een anti-sociale persoonlijkheidsstoornis. Vooral bij mensen met schizofrenie komt middelenmisbruik veel voor. Zij zijn door de stoornis erg kwetsbaar. Daardoor is het niet onvoorstelbaar dat zij verslaafd raken aan drugs of alcohol. Zij gebruiken dit ook vaak als zelfmedicatie15. Cannabisgebruik tijdens de adolescentie en vroege volwassenheid vergroot de kans op psychotische symptomen op latere leeftijd. Uit onderzoek blijkt dat cannabis de psychose versnelt bij mensen die er al gevoelig voor zijn. Onderzoek heeft nog niet aangetoond dat cannabis ook psychotische stoornissen op latere leeftijd ontwikkelt bij mensen die niet gevoelig zijn voor psychoses15. Middelenmisbruik en angststoornissen: Veel voorkomende comorbiditeit is middelenmisbruik en angststoornissen. Vooral alcoholafhankelijkheid. 35,8% van de mannen lijdt aan alcoholafhankelijkheid in combinatie met angststoornissen. Bij vrouwen is dit percentage nog hoger, 60,7%. De meest voorkomende angststoornissen zijn; sociale fobie (14%), agorafobie (13%) en paniekstoornis (5%). Met betrekking tot de volgorde van ontstaan lijkt dat de ontwikkeling van angststoornissen voorafgaat aan het problematisch middelenmisbruik. Er is sprake van een vicieuze cirkel. Het middelenmisbruik reduceert de angstklachten terwijl deze ook angstklachten kan veroorzaken. Naast alcoholmisbruik bestaat er ook een misbruik van drugs en dan met name; benzodiazepines, cocaïne en cannabis15. Middelenmisbruik en stemmingsstoornis: Depressie komt vaak samen voor met middelenmisbruik. 1 op de 4 mensen met een depressie voldoet aan de criteria voor middelenmisbruik of afhankelijkheid. Bij depressieve stoornissen komt het misbruik van drugs vaker voor dan het misbruik van alcohol. Wanneer men kijkt naar de volgorde van ontstaan lijkt de depressie op hetzelfde moment te ontstaan Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 7 als middelenmisbruik. Al noemen patiënten vaak negatieve gevoelens als een reden voor een terugval naar drugsmisbruik15. Middelenmisbruik en borderline- persoonlijkheidsstoornis: Als men kijkt naar de kenmerken van de borderline-persoonlijkheidsstoornis, zal het niet verrassend zijn dat er een hoge comorbiditeit bestaat tussen de borderlinepersoonlijkheidsstoornis en verslaving. Een belangrijk kenmerk is impulsiviteit (denk aan: dwangmatige seks, middelenmisbruik en vreetbuien). Er is een hoog percentage van middelenmisbruik onder borderline-patiënten, namelijk 67%. Mensen die gediagnosticeerd zijn met de borderline-persoonlijkheidsstoornis zijn op jongere leeftijd eerder geneigd met middelenmisbruik te beginnen dan anderen van die leeftijd. Het problematisch middelenmisbruik op jongere leeftijd resulteert in ernstigere stoornissen in het gebruik van een middel15. Middelenmisbruik en antisociale persoonlijkheidsstoornis: Er bestaat een uitzonderlijk hoge comorbiditeit tussen de antisociale persoonlijkheidsstoornis en problematisch middelenmisbruik. Hoger dan bij andere psychische stoornissen. De oorzaak hiervan is deels net als bij de borderlinepersoonlijkheidsstoornis; het gevolg van de diagnostische criteria. Deze worden onder andere gekenmerkt door impulsiviteit en door roekeloze onverschilligheid voor de veiligheid van zichzelf of anderen15. 1.4 Daklozen en somatiek De daklozen in Zwolle vinden hun lichamelijke gezondheid over het algemeen redelijk. Ruim de helft van de daklozen zegt geen lichamelijke klachten te hebben. De andere helft heeft één of meer klachten: 1 klacht: 22% 2 of 3 klachten: 14% 4 of meer klachten: 9% Bijna 40% is onder behandeling van een arts of specialist en een kwart gebruikt medicatie voor lichamelijke klachten. De meest voorkomende klachten zijn: klachten gerelateerd aan spieren, skelet en bindweefsel, infecties en ontstekingen, maag- en darmklachten. In de dertig dagen voorafgaand aan het interview had één derde last van zijn of haar gebit. Het gemis van gebitsverzorging is een bekend probleem onder daklozen (Laere, van I., 2003; Wolf et al., 2002). Van de ondervraagde daklozen geeft bijna de helft aan een basisziektekostenverzekering te hebben. Ruim en derde heeft een basisverzekering met aanvullende zorg (zie tabel) 51. Geen ziektekostenverzekering Basisverzekering Basisverzekering en aanvullende zorg Aantal 16 52 41 % 15 48 38 Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 8 Het is van belang te weten in een maatschappelijk steunsysteem dat cliënten naast psychische klachten ook lichamelijke klachten hebben. Het steunsysteem kan er dan zorg voor dragen dat ook de lichamelijke klachten niet ongemerkt voorbij gaan, maar dat ook hieraan gewerkt kan worden. Voorbeeld om het praktisch te maken: een patiënt binnen een steunsysteem wordt niet alleen behandeld voor zijn alcoholverslaving, maar ook zijn gebit en lever worden onderzocht en naar gelang behandeld. Op somatisch gebied worden ook de weersomstandigheden genoemd, zoals nu met die vorst hebben daklozen het heel zwaar en zijn ze verkleumd en verlamd van de kou 52. Inventarisatie van lichamelijke problemen bij dak- en thuislozen op sociaal-medische spreekuren liet zien dat zij opvallend vaak lijden aan ziekten van het bewegingsapparaat, de luchtwegen, het maagdarmstelsel, wondinfecties, traumata en verwaarlozing. Een vergelijkend onderzoek tussen dak- en thuislozen en inwoners van Amsterdam toonde aan dat bij dak- en thuislozen tweemaal vaker lichamelijke klachten voorkomen, driemaal vaker alcoholgebruik, viermaal vaker psychiatrische opnamen, zesmaal vaker slaapmiddelengebruik, tien keer vaker gebitsklachten en zestig keer vaker harddrugsgebruik.2 De prevalentie van HIV en tuberculose onder daklozen in Nederland is niet bekend53. Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 9 Hoofdstuk 2: Eerdere resultaten van maatschappelijke steunsystemen in Nederland In dit stuk staan eerdere resultaten van maatschappelijke steunsystemen weergegeven. Omdat het gaat om de resultaten die hierin behaald zijn en door welke activiteiten, zijn niet alle betrokken partijen uitgewerkt. In totaal is van 28 MSS projecten in Nederland informatie verzameld. Uit een eerste analyse van het materiaal door onderzoekers van MOVISIE en het Trimbos-instituut bleek dat bij veel initiatieven nog geen sprake was van een volwaardig MSS, uitgaande van de eerder beschreven definitie van MSS. De redenen waarom er geen sprake was van een volwaardig MSS waren: Het initiatief is nog in oprichting (5); Het initiatief is afgerond (1); Het initiatief wordt uitgevoerd binnen één organisatie en/of er is geen sprake van samenwerking; tussen GGZ-instellingen en maatschappelijke organisaties en/of er is sprake van één activiteit (7); Het initiatief is vooral gericht op toeleiding van zorgmijders (lokaal zorgnetwerk) (5). Uiteindelijk zijn 10 initiatieven geselecteerd, waarbij sprake is van een volwaardig MSS. Deze initiatieven worden in het volgende stuk beschreven17. Samenvattend: Benaderde initiatieven Toegestuurde vragenlijsten Geïnterviewde contactpersonen Aantal initiatieven informatie beschikbaar Aantal initiatieven beschreven 41 33 31 28 10 Hieronder staan kort vijf samenvattingen en analyses van verschillende maatschappelijke steunsystemen die bezig zijn in Nederland. 1 Werktafels Den Haag Samenvatting: Het doel is om hun cliënten aan een passende dagbesteding te helpen en ervoor te zorgen dat organisaties en cliënten elkaar gemakkelijk weten te vinden. De cliënten, oftewel de doelgroep zijn de langdurig zorgafhankelijke GGZ-cliënten, de ‘stille groep’, de groep die niet zo opvalt. Inmiddels is de doelgroep uitgebreid naar mensen met psychosociale klachten, vereenzaamde mensen, jongeren en ouderen binnen de GGZ en mensen met een verstandelijke beperking. De samenwerkende partijen worden in de bijlagen voluit genoemd meer bestaat vooral uit werktafelmedewerkers uit de organisaties die dagbesteding vragen en aanbieden. De gemeente financiert het MSS en heeft een regierol. Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 10 Analyse: In 2009 zijn er 319 cliënten besproken waarvan 40% succesvol. In 2009 zijn 119 trajecten succesvol afgerond, 166 trajecten lopen nog, 44 trajecten zijn zonder succes afgesloten17 Kijkende naar deze cijfers zijn er ongeveer evenveel trajecten al afgesloten als dat er nog lopen. Van de trajecten die al zijn afgesloten is het grootste deel succesvol afgesloten. Het MSS is in Den Haag dus over het algemeen succesvol verlopen en biedt ook perspectief voor de toekomst. 2 MSS Eindhoven en regio Eindhoven en de regiogemeenten (onder andere Woensel, Bladel en de Kempen, Valkenswaard, Geldrop). Samenvatting: Dit MSS is loopt sinds 2005. Hierbij is het gewenste resultaat van het MSS dat alle deelnemende cliënten beschikken over een ondersteunend netwerk. Deze cliënten zijn mensen die kwetsbaar zijn vanwege hun psychische problemen, sociaal isolement, sociale uitsluiting, eenzaamheid, armoede, verslaving etc. Om hun cliënten te helpen hebben ze vier hoofd interventies: Kwartiermakers en ervaringsdeskundigen leggen en onderhouden. Het bijeenbrengen van cliënten in een bouwgroep. Het organiseren en creëren van participatiemogelijkheden. Het contact leggen met medewerkers van organisaties en voorzieningen die een bijdrage kunnen leveren aan het persoonlijk steunsysteem. De gemeente heeft hierin twee hoofd functies, namelijk het financieren en steeds vaker ook regievoeren. Daarbij bieden ze extra ondersteuning door personele inzet door bijvoorbeeld WMO-loketmedewerkers. Analyse Voor cliënten de aanpak heel goed te werken om laagdrempelig contact te leggen met de doelgroep en hen op elkaar te betrekken en te activeren. Vanuit de bron valt te lezen dat de verschillende disciplines van het MSS veel verschillende mensen hebben kunnen bereiken. Het betreft dan zowel mannen als vrouwen van verschillende nationaliteiten. Op dit punt is het MSS in Eindhoven en omgeving succesvol. In de bron worden ook een aantal voorbeelden van persoonlijke successen van deelnemers gegeven: • Een aantal deelnemers komt weer buiten het eigen huis, heeft met hulp formulieren ingevuld en daardoor zaken in gang gezet of geregeld rond financiën en wonen. • Een van de dames die in eerste instantie in beeld kwam als kwetsbaar en met veel problemen vertelt op een landelijk congres samen met de kwartiermaker iets over haar situatie. • Mensen met wie vanuit het MSS-project contact is, waren enthousiast toen ze namens het project een kerstpakket aangeboden krijgen. Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 11 Dit zijn een aantal voorbeelden dat genoemd wordt waaruit blijkt dat het MSS ook leeft onder de mensen. 3 MSS Zuid-Holland Noord Zuid-Holland Noord. Deze regio bestrijkt de volgende gemeenten: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude, Teijlingen, Voorschoten, Zoeterwoude. Samenvatting: Looptijd sinds 1995. In deze tijd is het doel de maatschappelijke participatie van kwetsbare mensen te bevorderen en om hulpstructuren op te zetten. Hun doelgroep bestaat uit mensen, die vaak psychiatrische en/of verslavingsproblemen hebben en wel beschikken over huisvesting, maar onvoldoende in staat zijn de aansluiting met de samenleving te maken. Er zijn drie hoofd activiteiten, namelijk het VIPP-project, een website voor dagactiviteiten en een werktafel. De gemeente Leiden stimuleert, faciliteert (financiert) en voert regie op de samenwerking. Analyse: Het MSS ziet 20 tot 30 cliënten op jaarbasis. VIPP registreert het aantal cliënten dat deelneemt in het project. Het precieze aantal is niet bekend. Doordat dit niet bekend is kunnen we cijfermatig hier ook niet over zeggen. “Wel wordt de tevredenheid van de betrokken organisaties gepeild tijdens interviewrondes voor de evaluatie van de werktafel. Hieruit kwam naar voren dat deelnemers van de organisaties elkaar goed weten te vinden, dat expertise met elkaar gedeeld wordt en dat elkaars kennis vergroot wordt. Wel wil men in de toekomst meer resultaten boeken (meer succesvolle resultaten richting dagbesteding) en meer zicht krijgen op de behaalde resultaten”17. Uit het bovenstaande concludeert de projectgroep dat er bij dit MSS meerdere onderdelen succesvol waren maar er wel plannen zijn voor verbetering. 4 Trefpunt de Bilt Gemeente de Bilt, het project loopt in zes kernen. Het project is in 2004 van start gegaan. In 2005 is het omgevormd tot een stichting. In 2006 is het zichtbaar geworden door ontmoeting en kwartiermaken. Per januari 2010 is het project onder gebracht bij Kwintes, een organisatie voor geestelijke gezondheidszorg en maatschappelijke opvang. Samenvatting: Het doel is het mogelijk maken van laagdrempelige ontmoeting in de plaatselijke horeca, kwartiermaken en diensten aanbieden aan kwetsbare mensen, namelijk de doelgroep. De hoofdactiviteiten bestaan uit: Contactmomenten Uitstapjes Maatschappelijke stages Kwartier maken Individuele ondersteuning Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 12 De rol van de gemeente is voornamelijk die van het financieren. Sinds 2010 ontvangt het Trefpunt een structurele subsidie voor de kwartiermaker(s). Een klein deel wordt aangevuld vanuit Kwintes en fondsen. Het project valt binnen de invulling die gemeente De Bilt wil geven aan de WMO-prestatievelden. Analyse: Het is lastig om hier een goede analyse van te maken. Wel lijkt het dat er voldoende en goede activiteiten biedt voor de doelgroep. Daarnaast zijn de financieringsposten ook een stabiele factor bij dit MSS. 5 MSS Amsterdam Alle zeven stadsdelen van gemeente Amsterdam kennen een eigen MSS. Looptijd sinds januari 2007. Samenvatting: Het doel is om sociaal geïsoleerde bewoners met meervoudige problematiek, namelijk de doelgroep,te bereiken en vervolgens in contact te brengen met een netwerk van sociaal contact en informele zorg en waar nodig professionele hulpverlening en formele instanties. De hoofd activiteiten zijn: - Signaleren (van cliënten), - Inventariseren - continueren van de relatie met de cliënt Het MSS past in het Wmo-beleid van de gemeente. Bestuurlijke inbedding is gegarandeerd via de verantwoordelijke portefeuillehouders van de stadsdelen en via het Bestuurlijk Koppel Wmo (wethouder zorg en portefeuillehouders). Tot 2009 heeft de Dienst Wonen Zorg en Samenleven (WZS) op stadsdeel en stedelijk niveau intensief regie gevoerd over MSS. Vanaf 2010 zijn de stadsdelen zelf verantwoordelijk voor het welslagen van MSS. Qua financiering geldt dat de instellingen voor geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg worden door de zorgverzekeraar worden gefinancierd voor hun behandeltaken. De gemeente is bezig om een aparte subsidieregeling te maken voor activiteiten van Ggz / VZ-instellingen die niet op de behandeling van individuele cliënten zijn te herleiden. Analyse: Medio 2009 zaten 270 personen in een MSS-traject en hebben 5 personen het MSS-traject afgesloten. Doelstelling is om per 10.000 inwoners minimaal 10 mensen in een MSS-traject te hebben. Recent is voor MSS een stedelijk evaluatie-instrument ontwikkeld in opdracht van de gemeente Amsterdam om vergelijking tussen stadsdelen mogelijk te maken en stadsbreed een beeld te kunnen vormen van MSS17. De doelstellingen die hierboven genoemd zijn, vindt de projectgroep realistisch en goede doelen. Het is jammer dat er geen cijfers worden genoemd over hoe succesvol het MSS is geweest. hierdoor kan de projectgroep geen goede analyse geven wat betreft het MSS in Amsterdam. Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 13 Hoofdstuk 3: Kwaliteitsnormen en prestatie-indicatoren 3.1 Kwaliteitsnormen Coördinatie Iedere cliënt die gebruik maakt van het MSS, krijgt een casemanager die de zorg rondom deze cliënt coördineert, stuurt en het aanspreekpunt is voor de cliënt. Voor de cliënt en het gehele team is het duidelijk wie de casemanager is van een bepaalde cliënt. De doelen en aandachtspunten van iedere cliënt worden bepaald in overleg met de cliënt zelf. De vastgestelde doelen zijn specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden. Contact tussen verschillende disciplines Hulp vragen aan andere disciplines wanneer nodig. Hulp bieden aan andere disciplines, informatie verstrekken over de vakkennis en eerdere ervaringen. Elkaar op de hoogte houden van afspraken en ontwikkelingen. Iedere twee weken wordt door het team geëvalueerd over gezamenlijke cliënten. Op vaste momenten vindt werkoverleg plaats waarin alle relevante onderwerpen met betrekking tot het werk in alle openheid aan de orde kunnen komen. Taakverdeling Het is voor ieder onderdeel van het MSS duidelijk wat de taken, de verantwoordelijkheden en de bevoegdheden zijn. Het is voor de cliënt duidelijk bij wie hij/zij terecht kan met problemen of vragen. Vakkennis is up-to-date Met behulp van klinische lessen. Met behulp van vakbladen. Het volgen van symposia. Overleg met andere disciplines. Privacy De zorgverleners van het MSS doen er alles aan om de privacy van de cliënt te waarborgen. Tijdsmanagement Iedere cliënt die om hulp vraagt bij het MSS, moet binnen 48 uur een eerste gesprek hebben gehad met iemand van het MSS. Het is voor de cliënt duidelijk wanneer en waar het MSS bereikbaar is. Evaluatie met patiënt Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 14 Aan het eind van de consulten wordt met de patiënt besproken of ze tevreden zijn over de verleende begeleiding. De patiënt vult een evaluatie formulier in over het beloop van de ontvangen zorg. Er wordt een anonieme klachtenbus opgehangen in de praktijk. Minimaal 90% van de patiënten is tevreden over de ontvangen zorg. 3.2 Prestatie-indicatoren Procesindicatoren De zorgverleners van het MSS werken volgens de opgestelde richtlijnen. Iedere cliënt die om hulp vraagt bij het MSS, moet binnen 48 uur een eerste gesprek hebben gehad met iemand van het MSS. Structuurindicatoren Er is genoeg personeel om de cliënten goed te begeleiden. De verschillende onderdelen van het MSS zijn goed opgeleid. Uitkomstindicatoren Het aantal cliënten dat aangeeft dat de kwaliteit van leven is verbeterd door de zorgverlening. Zorgwekkende zorgmijders zijn door de MSS bereikt en in zorg gekomen. Er is een goede samenwerking en afstemming met verschillende disciplines. De cliënt wordt naar tevredenheid geïnformeerd. Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 15 Hoofdstuk 4: Elektronisch cliëntensysteem Tegenwoordig komt het gebruik van een elektronisch cliëntendossier steeds meer voor. Met de hand worden steeds minder dossiers bijgehouden. Hieronder wordt beschreven hoe het elektronisch cliëntendossier betrokken kan worden in een maatschappelijk steunsysteem om zo ook deze zorg zoveel mogelijk up to date te houden. Het elektronisch cliëntendossier In het elektronisch cliëntendossier staan de medische gegevens van een cliënt beschreven. Via het elektronisch cliëntendossier kunnen zorgverleners gegevens inzien en uitwisselen over de cliënt. Het verschil met een papieren dossier is dat de gegevens via het elektronisch cliëntendossier op iedere plaats ingezien kunnen worden door zorgverleners die daar toestemming voor hebben. Op dit moment kunnen alleen huisartsen, apotheken en medisch specialisten gebruik maken van het elektronisch cliëntendossier. Niet alle hulpverleners kunnen dus deze gegevens inzien. Dit maakt het nodig dat er naast een elektronisch cliëntendossier, ook een papieren dossier aanwezig is, of dat de nodige informatie via andere wegen doorgegeven wordt aan zorgverleners die deze informatie nodig hebben. De zorgverlener kan eventueel wel een samenvatting van het dossier van een cliënt opvragen. Hierin staat informatie als de voorgeschiedenis, de medicatie die de cliënt gebruikt en eventuele allergieën. Voordat zorgverleners informatie kunnen inzien via het elektronisch cliëntendossier moet de cliënt hier eerst toestemming voor geven18. Specialisten zoals tandartsen, fysiotherapeuten, zorgverzekeraars, bedrijfsartsen en werkgevers hebben geen toegang tot het elektronisch cliëntendossier18. Ouders/ voogden van kinderen tot 16 jaar, mentoren en curatoren mogen ook inzage vragen in het dossier en toestemming geven aan behandelaren om gebruik te maken van het dossier18. Het elektronisch cliëntendossier in een maatschappelijk steunsysteem In een maatschappelijk steunsysteem (MSS) werken veel verschillende disciplines samen. In het MSS van dit project werken een casemanager, maatschappelijk werker, rechter, psychiater, sociaal verpleegkundige, woningbouwvereniging, huisarts, dienst werk en inkomen, psycholoog, ACT, leger des Heils en kwartiermaker samen met elkaar om de cliënt zo goed mogelijke zorg te verlenen. Sommigen van hen (psychiater en huisarts) mogen inzage hebben in het elektronisch cliëntendossier van een specifieke cliënt. De overige onderdelen van het MSS hebben geen inzage in het dossier. Door middel van het elektronisch cliëntendossier kan er tussen de psychiater en de huisarts een betere communicatie bereikt worden. De huisarts en psychiater zullen waarschijnlijk beiden op een andere locatie werken, een elektronisch cliëntendossier kan hierbij de communicatie en samenwerking vergemakkelijken. De huisarts en psychiater kunnen dan de medische veranderingen en bijvoorbeeld aanpassingen in medicatie volgen, zonder dat ze hiervoor contact moeten hebben met elkaar. Dit maakt de overdracht van medische gegevens sneller waardoor beter rekening gehouden kan worden met de actuele toestand van de cliënt en de zorg sneller en beter op elkaar afgestemd kan worden. Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 16 Nadeel is wel dat de overige onderdelen van het MSS geen inzage hebben in het elektronisch cliëntendossier. Deze onderdelen hebben echter ook niet de bevoegdheid om medische behandeling (zoals medicatie) te wijzigen. Ondanks het elektronisch cliëntendossier zullen er dus evengoed multidisciplinaire overleggen nodig zijn om alle onderdelen van het MSS op elkaar afgestemd te laten zijn en een goede samenwerking te bereiken. Het elektronisch cliëntendossier in een MSS heeft dus als voordeel dat het de overdracht van gegevens en de samenwerking en communicatie tussen de huisarts en de psychiater vergemakkelijkt en daarmee de zorg voor de cliënt kan verbeteren. Privacy Wat betreft de privacy heeft het elektronisch cliëntendossier zowel voor- als nadelen ten opzichte van een papieren cliëntendossier. Om een elektronisch cliëntendossier in te zien, moet de zorgverlener inloggen in een systeem. Hierbij wordt gecontroleerd of de zorgverlener gemachtigd is om dit dossier in te zien. Hiermee wordt dus voorkomen dat iedereen zomaar het dossier in kan zien. Aan de andere kant zijn er ook vragen of het gehele systeem veilig is, of er een kans is dat het systeem gehackt wordt, of dat zorgverleners die geen recht hebben om het dossier in te kijken toch inzage kunnen krijgen in een dossier18. Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 17 Hoofdstuk 5: Rol mantelzorgers binnen een maatschappelijk steunsysteem In het MSS worden mantelzorgers zoveel mogelijk betrokken. De mantelzorgers zijn over het algemeen mensen uit het persoonlijke netwerk van de cliënt. Hierdoor kennen ze de cliënt ook goed. De mantelzorger is ook iemand die de cliënt kan aanmelden bij het MSS. Een mantelzorger hoort dus bij het persoonlijke steunsysteem van de cliënt. Het steunsysteem betreft pas een persoonlijk steunsysteem als de omgeving van de cliënt zich als een gecoördineerd netwerk gaan gedragen. Er moeten dus ook afspraken zijn gemaakt met betrekking tot de zorg van de cliënt. Doen ze niets aan de zorg voor de cliënt, dan vallen ze alleen onder het persoonlijke netwerk van de cliënt19. Dit kan dan goed samen worden geweven met het MSS. Echter bij de doelgroep voor het MSS waar dit project over gaat is het persoonlijke steunsysteem vaak kleiner. Hierdoor is mantelzorg dus ook minder vanzelfsprekend. Zeker als het daklozen betreft20. Mantelzorgers vormen een belangrijke rol in een maatschappelijk steunsysteem. Zij hebben voornamelijk een rol bij de nazorg aan de cliënt. Als de cliënt zelfstandig woont, zonder voldoende steunsysteem, zal de kans groter zijn dat de cliënt na de behandeling te maken krijgt met een terugval. Mantelzorgers kunnen dus een rol spelen in het voorkomen van een terugval en het begeleiden van een cliënt bij het in stand houden van zijn/ haar verbeterde gezondheid. Aangezien mantelzorg erg zwaar kan zijn, is het belangrijk om mantelzorgers bij deze zorg te ondersteunen. Dit wordt gedaan door verschillende activiteiten aan te bieden aan de mantelzorgers. Ook is er een landelijke vereniging voor mantelzorgers, die de mantelzorgers kan ondersteunen: Mezzo. Om de mantelzorger te ondersteunen worden verschillende activiteiten georganiseerd: Informatiebijeenkomsten waarin uitleg wordt gegeven, bijvoorbeeld over wat mantelzorg inhoudt, de gevaren ervan voor de mantelzorger, kennis over verschillende ziektebeelden etc. Ondersteuning vanuit Wonen, Zorg, en Welzijn. Deze organisatie kan de mantelzorger persoonlijk advies geven over zijn/ haar situatie, de organisatie kan de mantelzorger helpen bij het aanvragen van hulpmiddelen, het invullen van formulieren, aanvragen van PGB. Verder geeft de organisatie informatie over cursussen en bijeenkomsten over verschillende onderwerpen die interessant kunnen zijn voor de mantelzorger53. Cursussen en trainingen voor mantelzorgers. www.familievan.nl en e-mail coaching Deskundigheidsbevordering rehabilitatie, vrijwilligerswerk en ervaringsdeskundigen21 Cliënten die na behandeling in een begeleid wonen traject komen, hebben gemakkelijker toegang tot extra begeleiding. De mantelzorgers zullen in het MSS voornamelijk een rol spelen in het ondersteunen van cliënten die na behandeling zelfstandig wonen. Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 18 Hoofdstuk 6: Rol Algemeen Psychiatrisch Ziekenhuis binnen een maatschappelijk steunsysteem In de doelgroep zijn er patiënten die hun ziekte ontkennen. Deze kunnen in het ergste geval ook opgenomen worden in het APZ. Vaak wordt het MSS ook opgezet vanuit een GGZ instelling. Dit betreft in sommige gevallen dan ook het APZ. De opnames kunnen dan zowel vrijwillig als gedwongen zijn. Een rol van het APZ is dus ook de behandeling van de cliënt. Een toegevoegde waarde van het APZ hierin, is dat in het algemeen psychiatrische ziekenhuis veel disciplines bij elkaar zitten. Hierdoor heeft de cliënt gemakkelijker toegang tot verschillende vormen van zorg en kan de zorg beter op elkaar afgestemd worden 22. In algemeen psychiatrische ziekenhuizen (APZ) worden meerdere vormen van behandelingen aangeboden. Deze zijn klinische, poliklinische en deeltijdbehandelingen. De behandelduur varieert tussen de twee maanden en twee jaar23. Het komt wel vaker voor dat de cliënt dan ontslagen wordt uit het ziekenhuis en dan een tijd later weer terugkomt: de zogenoemde draaideur cliënt. Hierbij heeft het APZ de functie van signalering. Door de draaideurcliënten te herkennen kunnen ze er voor zorgen dat de cliënt wordt aangemeld in het MSS. In hoofdstuk 1 van het project is beschreven dat een deel van de mensen die aangemeld worden bij het MSS, dakloos zijn. Als deze cliënten opgenomen worden in het APZ, kan het APZ een rol spelen bij het zoeken van een geschikte woning van de cliënt, terwijl de cliënt op dat moment opgenomen is. De kans op terugval na behandeling is voornamelijk groot bij cliënten die dakloos zijn. Daarom is het belangrijk dat de cliënt na behandeling huisvesting heeft. Opname in het APZ kan voor een overbrugging zorgen naar zelfstandige of begeleide huisvesting. Doordat in het APZ meerdere disciplines bij elkaar zitten, kunnen de problemen van de cliënt gemakkelijker in kaart gebracht worden en kan hier een beleid voor gemaakt worden24. Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 19 Hoofdstuk 7: Maatschappelijk steunsysteem Het Maatschappelijk steunsysteem is met behulp van de volgende twaalf onderdelen uitgewerkt in onder andere wat het doel is, welke activiteiten ze organiseren, wat de effectiviteit is en wat de koppeling is aan het maatschappelijk steun systeem. De rol van de mantelzorgers en het APZ zijn al beschreven in hoofdstukken 5 en 6, en worden daarom niet meer behandeld in dit hoofdstuk. Het maatschappelijk steunsysteem bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Mantelzorg 2. Algemeen psychiatrisch ziekenhuis (APZ) 3. Huisarts 4. Psycholoog 5. Leger des Heils 6. Kwartiermaken 7. Case manager 8. Maatschappelijk werk 9. ACT team 10. Psychiater 11. Sociaal Verpleegkundige 12. HVO-querido 13. Dienst Werk en Inkomen 14. Rechter Rol huisarts binnen een maatschappelijk steunsysteem Doel: De huisarts staat over het algemeen het dichtste bij de cliënt. Ook is de huisarts vaak de meest laagdrempelige vorm van zorg. De huisarts kan de cliënt ook verder helpen om de rest van de zorg op te zetten. Het doel van de huisarts is dus voornamelijk het begeleiden van zijn cliënt naar het MSS, het coördineren van de zorg. Daarnaast is een heel belangrijke rol voor de huisarts om de lichamelijke gezondheid van de cliënt in de gaten te houden en de cliënt zo nodig door te sturen naar een specialist25. Functie/bijdrage: De huisarts kan de cliënt langs de verschillende disciplines van het MSS heen begeleiden. Hierdoor is er voor de cliënt een vast aanspreekpunt voor de verschillende disciplines. Doordat de huisarts een goed beeld heeft van het MSS is hij in staat uitleg te geven over de verschillende onderdelen van het MSS. Door het MSS duidelijker te maken voor de cliënt zal de cliënt beter bereid zijn de zorg te accepteren. Verder draagt de huisarts zorg voor de lichamelijke gezondheid van de cliënt. De huisarts zal de cliënt onderzoeken en zo nodig doorsturen naar een specialist25. Indicatie: Voor de huisarts is geen indicatie nodig. Dit wil zeggen, er kan zomaar een afspraak worden gemaakt bij de eigen huisarts. In het geval dat er geen eigen huisarts is kan er ook terug worden gevallen op de huisartsenpost. Er is voor de huisarts geen verwijzing nodig vanuit een ander specialisme. Met betrekking tot het MSS dat de projectgroep voor ogen heeft is het wel nodig dat de cliënt tot de doelgroep behoort. Werkwijze: De huisarts kan werken via de protocollen die zijn opgesteld door de Nederlandse huisartsen genootschap. De huisarts kan de cliënt lichamelijk onderzoeken. De huisarts zal de cliënt ook na behandeling in de gaten blijven houden. Ook houdt de huisarts Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 20 contact met de andere specialismen zodat hij goed op de hoogt blijft van de vorderingen van de cliënt25. Effectiviteit: De huisarts is eerstelijnszorg. Dit maakt hem goedkoper. Daarnaast heeft de huisarts vaak een goede band met zijn cliënten. Hierdoor is de huisarts efficiënt. Doordat de zorg laagdrempelig is, is de huisarts een effectieve ingang tot het MSS25. Manier van binding aan MSS: De huisarts kan de cliënt aanmelden bij het MSS. Daarnaast kan de huisarts diegene zijn die heeft opgemerkt dat er problemen zijn bij zijn cliënt. De huisarts is goed in staat om de cliënt te blijven volgen. Dit gebeurt vanzelfsprekend ook door de psychiater of psycholoog maar de huisarts werkt goedkoper. Hierdoor is de drempel lager voor de cliënt. Verder is de huisarts degene in het MSS die de lichamelijke gezondheid van de cliënt in de gaten zal houden. Behoud autonomie: De cliënt kan zelf zijn afspraken met de huisarts plannen. De cliënt geeft zelf aan wat hij wilt bespreken. Rol psycholoog binnen een maatschappelijk steunsysteem Doel: Een psycholoog gaat in gesprek met cliënten over psychische problemen. Daarbij stelt de psycholoog diagnoses, indiceert en behandelt mensen met psychisch sociale problemen26. Functie/Bijdrage: De psycholoog draagt bij in een MSS door met cliënten in gesprek te gaan over de psychische stoornis. Volgens een onderzoek onder 150 daklozen in de stad Utrecht komt psychiatrische problematiek onder de daklozen veel voor: in totaal werd 99 keer een psychiatrische aandoening vastgesteld. Deze psychiatrische aandoeningen zijn: Depressie (bij 32 van de 150 onderzochte daklozen werd een depressie vastgesteld) Schizofrene stoornis (bij 15 van de 150 onderzochte daklozen werd een schizofrene stoornis vastgesteld) Antisociale persoonlijkheidsstoornis (bij 52 van de 150 onderzochte daklozen werd een antisociale persoonlijkheidsstoornis vastgesteld)9. Hierom is het van belang dat een psycholoog betrokken is in een MSS. Indicatie: Cliënten die betrokken zijn in een maatschappelijk steunsysteem kunnen last hebben van psychische problemen. Wanneer dit het geval is, kunnen zij terecht bij een psycholoog. De cliënt kan hier zelf voor kiezen, maar kan ook naar een psycholoog doorverwezen worden door andere betrokkenen uit het maatschappelijk steunsysteem. Ze kunnen dan doorverwezen worden naar psychologen die een eigen praktijk hebben, of onderdeel zijn van een instelling, zoals GGZ inGeest of GGZ Eindhoven (hangt af van sociale kaart). Werkwijze: De eerste stap in samenwerking tussen psycholoog en hulpverlener bestaat uit het werken aan een vertrouwensband. De psycholoog vraagt naar wensen en doelen van de cliënt en praat hier op een niet confronterende en open wijze over. Dan wordt er gekeken of er wel een ‘klik’ is tussen cliënt en hulpverlener. Uit onderzoek, welke vermeld staat onder het kopje ‘effectiviteit’, blijkt dat de band een belangrijk onderdeel is van geslaagde sessies. Wanneer de cliënt bereid is om verder te gaan in gesprekken met de psycholoog, staat daarbij altijd de cliënt aan het roer. Als onderdeel van de gesprekken worden er huiswerkopdrachten gegeven waar de cliënt aan kan werken tussen verschillende sessies door. Ook hierbij is het weer aan de cliënt of hij de opdrachten maakt en de psycholoog mag de cliënt hier geen sessies om weigeren27. Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 21 Effectiviteit: Een Amerikaans onderzoek heeft aangetoond welke factoren het meest van invloed zijn: cliëntfactoren, de relatie tussen cliënt en behandelaar, factoren als hoop en verwachtingen en model en effectfactoren28. Dit uit zich in het volgende schema: 28 Onder cliëntfactoren wordt benoemd: motivatie, steun uit de omgeving, toeval en aard en ernst van de klachten. Over de relatie tussen cliënt en hulpverlener wordt gezegd: ‘’De mening van de cliënt in de derde of vijfde sessie over zijn relatie met de therapeut voorspelt het uiteindelijke therapeutische resultaat. Behalve begrip en acceptatie, warmtebevestiging en aanmoediging, is ook overeenstemming over doelen en taken belangrijk’’28. Manier van binding aan MSS: De psycholoog is aan een MSS gebonden door de grote risico’s die een onbehandelde psychische stoornis met zich meebrengt. Gevolgen zoals suïcide, zelfverwaarlozing, drugsgebruik, eenzaamheid, schulden en hoge economische kosten maken dat het erg belangrijk is dat een psycholoog deel uitmaakt van een MSS. Ook komen veel daklozen bij hulpinstanties aan die verslaafd zijn, en dus ook in contact gebracht zouden moeten worden met een psycholoog. Bewaren autonomie: De inbreng van de cliënt zo groot en hoog mogelijk houden. Dit door niet tegen de wensen van de cliënt in te gaan en de afspraken uit de mond van de cliënt te horen. De psycholoog mag hierin niets in de mond leggen of aanpraten. Rol Leger des Heils binnen een maatschappelijk steunsysteem Doel: De missie van het Leger des Heils is dat ze een internationale beweging zijn en toebehoren tot de universele christelijke kerk. De boodschap van het Leger des Heils is gebaseerd op de Bijbel. De dienstverlening van het Leger des Heils wordt gestimuleerd door de liefde tot God. De opdracht van het Leger des Heils is het evangelie van Jezus Christus te prediken en in zijn naam menselijk nood te lenigen zonder enige vorm van discriminatie 29. Functie/Bijdrage: Het Leger des Heils draagt bij voor alle mensen die dakloos zijn. Onder het kopje ‘werkwijze’ staat vermeld wat het Leger des Heils allemaal biedt en voor wie. Onze doelgroep is dakloos, verslaafd en hebben psychische problemen. Het Leger des Heils biedt hier hele belangrijke zorg voor. Deze zorg is voornamelijk de opvang en het beschikbaar stellen van eten en schone kleren en sanitaire voorzieningen. Een uitgebreidere uitwerking van de werkzaamheden van het Leger des Heils is te vinden onder het kopje werkwijze. Indicatie: Om gebruik te maken van de voorzieningen van het Leger des Heils, is geen aparte indicatie nodig. Het Leger des Heils is er voor iedereen die hun hulp nodig heeft en staat klaar voor alle mensen. Dat is ook te zien aan hun missie, waar duidelijk in vermeld staat dat ze geen enige vorm van discriminatie nastreven. Werkwijze: Het Leger des Heils biedt maatschappelijke hulpverlening in de vorm van dagopvang, nachtopvang, 24-uurs voorzieningen en trainingen voor daklozen en zwerfjongeren. Bij elke vorm staat centraal dat er eten en drinken te krijgen is, dat mensen Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 22 zich kunnen douchen, dat er slaapplekken geboden worden en dat kleding gewassen dan wel geruild kan worden. Bij de 24-uurs voorziening kunnen cliënten tijdelijk wonen via het Leger des Heils. Bij de dagopvang is er voor de cliënten een mogelijkheid om een verpleegkundige of arts te zien, waar ze vrijblijvend een consult kunnen krijgen. Er zijn maatschappelijk werk, verslavingszorg en de sociale dienst van tijd tot tijd aanwezig om de mensen te helpen. Ook is het mogelijk dat mensen via het Leger des Heils een postadres krijgen op de dagopvang zodat ze een uitkering kunnen ontvangen en ze geholpen kunnen worden in het leren omgaan met geld29. Het Leger des Heils biedt reclassering, omdat gevonden wordt dat iedereen een tweede kans verdiend, ook als je in aanraking bent geweest met justitie29. Voor jeugdzorg biedt het Leger des Heils ondersteuning aan huis, residentiële voorzieningen, dagvoorzieningen, jeugdbescherming en jeugdreclassering29. Voor mensen die verslaafd zijn, staat het Leger des Heils klaar. Vaak komen er mensen met een verslaving naar de dagopvang. Hier kan het Leger niet meer dan eten en drinken bieden en een mogelijkheid zich te douchen en kleding te wassen dan wel ruilen. Voor verslaafden die van hun verslaving af willen komen kan het Leger ze de mogelijkheid bieden om in een ontwenningscentrum deel te nemen aan het programma. Het ontwenningscentrum ‘De Wending’ is ook van het Leger des Heils en is gevestigd in Apeldoorn 29. Effectiviteit: Het Leger des Heils heeft zelf onderzoek gedaan naar de cliënttevredenheid van de mensen die bij hun over de vloer komen. In onderstaande tabellen zijn wat onderzoeksresultaten weergeven. Deze worden gekoppeld aan de effectiviteit, omdat het Leger des Heils effectief bevonden wordt als de cliënten er tevreden over zijn over. Als cliënten dit niet zijn, is het van belang dat het Leger des Heils hier mee aan de slag gaat 29. Tabel betreffende de leeftijd van de cliënten die meegedaan hebben aan het onderzoek 29: Tabel betreffende het geslacht van de cliënten die meegedaan hebben aan het onderzoek 29. Tabel betreffende de antwoorden op de open vragen van het onderzoek29. Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 23 Tabel betreffende verbeterpunten die de cliënten die meegedaan hebben, hebben voorgesteld29: Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 24 Manier van binding aan MSS: Het Leger des Heils wordt aan het maatschappelijk steunsysteem gebonden door de laagdrempeligheid en de bekendheid die het Leger des Heils heeft. Heel veel mensen weten van het Leger des Heils en heel veel daklozen maken gebruik van het Leger des Heils. Ook werkt het Leger des Heils samen met andere disciplines die verweven zijn in het netwerk van het maatschappelijk steunsysteem, zoals hierboven beschreven. Bewaren autonomie: De autonomie van de cliënt wordt bewaard doordat het Leger des Heils de cliënten niets verplicht. Cliënten kunnen binnenlopen en weggaan wanneer zij dat willen. Wanneer de cliënt de dagopvang van het Leger des Heils als postadres benoemt, zal het Leger des Heils wel verwachten dat de cliënt regelmatig terugkomt op de dagopvang om de verplichting na te komen. Deze verplichting is dan echter wel gekozen door de cliënt en niet door het Leger des Heils opgedragen29. Rol kwartiermaken binnen een maatschappelijk steunsysteem Doel: Het doel van kwartiermaken is een poging doen om een maatschappelijk klimaat te bevorderen waarin mensen met een psychische handicap meer mogelijkheden hebben tot sociale integratie en participatie, onder meer door het begrip te vergroten en door toegang tot sportverenigingen en buurthuizen te vergemakkelijken30. Kwartiermaken gaat uit van de wensen van de cliënten met psychische problemen op het gebied van participatie en de voorwaarden daarvan31. Functie/Bijdrage: De functie van de kwartiermaker is het contact leggen met de doelgroep. De doelgroep staat beschreven in hoofdstuk 1. Een kwartiermaker heeft veel kennis en ervaring met betrekking tot psychische ziektebeelden. Hierdoor kan de kwartiermaker vaak een goede inschatting maken welke mensen zorgbehoevend zijn. Hierdoor kan de zorg naar de doelgroep gebracht worden in plaats van dat er gewacht moet worden tot dat de mensen Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 25 uit de doelgroep naar de zorg vragen. De kwartiermaker heeft ook erg veel kennis van het MSS en alle bijbehorende onderdelen. Hier werkt de kwartiermaker ook veel mee samen. 31 Indicatie: Mensen binnen het MSS maken gebruik van kwartiermaken wanneer zij in het bezit zijn van een eigen huis. Wanneer cliënten nog dakloos zijn, is de kwartiermaker niet betrokken in het leven van de dakloze. Wanneer de dakloze een huis ‘krijgt’ en deel wil uitmaken van de maatschappij in de betreffende wijk/stad, komt de kwartiermaker kijken 31. Werkwijze: De kwartiermaker kenmerkt zich binnen het MSS door vooral te doen. De kwartiermaker besteed relatief weinig tijd aan uitgebreide projectplannen maar gaat direct aan de slag. Hij laat zich leiden door wat de praktijk te bieden heeft en werkt dus vanuit de ‘vraag’ en niet vanuit het ‘aanbod’31. De kwartiermaker volgt wel een stappenplan bij de opzet van het maatschappelijk steunsysteem: Contact leggen met de doelgroep en het netwerk in de wijk of dorp en behoeften en samenwerkingsmogelijkheden inventariseren. Hier wordt kennis opgedaan over de situatie in de wijk en worden knelpunten met betrekking tot de participatie gezocht. Knelpunten en actiepunten benoemen. Hier wordt het netwerk van personen en instanties bij het MSS betrokken om de participatie te verbeteren. Acties uitvoeren en rapporteren over resultaten. Hier worden ook nieuwe knelpunten benoemd31. Na het opzetten van dit stappenplan, gaat de kwartiermaker aan de gang met de volgende activiteiten: Huisbezoek. De kwartiermaker probeert laagdrempelig contact te leggen en te onderhouden met de cliënten. De kwartiermaker is in eerste instantie alleen ‘aanwezig’. Hij luistert naar de cliënt en laat merken dat hij er mag zijn en onderdeel uitmaakt van de maatschappij. Er worden zaken opgepakt die de cliënt als dringend ervaart7. Cliënten samenbrengen. Door ruimten te organiseren waar cliënten bij elkaar kunnen komen, vinden cliënten steun bij elkaar. Door meer steun, zal de cliënt zich sneller thuis voelen in de buurt en samenleving. Mogelijkheden tot participatie creëren. Contacten leggen tussen cliënt en hulpverleners31. Effectiviteit: De kwartiermaker dankt zijn effectiviteit aan het laagdrempelige contact met de doelgroep en door ze te betrekken en activeren. In Eindhoven Woensel-West zijn in de afgelopen 2,5 jaar 80 mensen bereikt, in Bladel en de Kempen bereiken de kwartiermakers ongeveer 55 mensen, in Valkenswaard zijn in 1,5 jaar 17 mensen bereikt en in Geldrop zijn al 40 mensen bereikt. Cliënten bereiken zelf persoonlijke doelen, zoals bijdragen aan een kookactiviteit of meegaan naar overleggen van de gemeente. Ook spreken cliënten op landelijke congressen over hun situaties en komen cliënten weer buiten de deur31. Manier van binding aan MSS: De kwartiermaker staat verbonden met een MSS wanneer de cliënt weer een eigen huis bezit en deel wil uitmaken van de wijk/stad waarin hij woont. De kwartiermaker werkt samen met allerlei instanties, zoals de GGZ, artsen, verpleegkundigen en maatschappelijk werk om dit voor de cliënt te realiseren. Bewaren autonomie: Door cliënten invulling te geven in de gesprekken die ze hebben met de kwartiermaker en ze niet te pushen mee te doen aan activiteiten wat ze eigenlijk niet willen, bewaak je de autonomie die de cliënt over zichzelf heeft. Het kwartiermaken is erg nuttig voor het MSS. Door het kwartiermaken is het beter mogelijk om contact te krijgen met de doelgroep op een laagdrempelige manier. De kwartiermaker is Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 26 vaak in staat om voor een ingang te zorgen bij de doelgroep. Dit is essentieel om het MSS voor de cliënt te laten slagen. Rol case manager binnen een maatschappelijk steunsysteem Doel: Het doel van de casemanager is de samenhang en continuïteit van het MSS te waarborgen. Functie/bijdrage: De functie van de casemanager is het coördineren van de zorg rondom de cliënt en de onderdelen van het maatschappelijk steunsysteem. De casemanager bemiddelt tussen de hulpvraag van de cliënt en het aanbod van de hulpverlening. Daarnaast regelt de casemanager dat er afspraken worden gemaakt voor de cliënt en dat de cliënt deze ook nakomt32. Indicatie: De casemanager wordt bij dit MSS ingeschakeld wanneer het gaat om een dakloze cliënt met verslavings- en psychiatrische problematiek. De cliënt heeft een hulpvraag maar is niet in staat zelf zijn zorg te coördineren. Werkwijze: De casemanager waarborgt de samenhang en continuïteit van de zorgvraag naar het zorgaanbod. Dit houdt in dat de casemanager bij alle stappen van het zorgtraject aanwezig is. Van aanmelding naar screening, basis- en eventueel aanvullende diagnostiek, indicatiestelling, zorgtoewijzing en plaatsing. Nadat de zorgverlening is gestart, volgt de casemanager de cliënt in zijn zorgtraject. Hierbij gaat de casemanager na of de hulp kan worden afgerond of dat deze moet worden voortgezet. Dit gebeurt op afstand. De cliënt is zelf verantwoordelijk voor het contactbehoud34. Effectiviteit: Voorspeld wordt dat de effectiviteit van casemanagement in het maatschappelijk steunsysteem afhankelijk is van de inzet van de cliënt. Omdat de teams die worden ingezet over het algemeen meer kwalificaties tot hun beschikking hebben, voorspelt de projectgroep dat het team effectiever is dan afzonderlijk werkende individuen35. Manier van binding aan MSS: De casemanager zorgt ervoor dat het contact tussen alle onderdelen van het maatschappelijk steunsysteem wordt behouden door met alle verschillende onderdelen in gesprek te blijven. Dit kan door mail en telefonisch contact, maar ook door middel van vergaderingen en besprekingen met alle onderdelen van een MSS. Er ontstaan op deze manier geen misvattingen in de communicatie. De casemanager bewaakt de hulpvraag van de cliënten en het aanbod van de hulpverlener. In het hoofdstuk ‘kwaliteitsnormen’ staat precies vermeld hoe vaak deze gesprekken plaatsvinden en welke disciplines daar precies bij aanwezig zijn. Behouden van anatomie: Casemangement houdt niet alleen het coördineren van de zorg in maar zorgt ook voor ontwikkelingen in de zorg. De bepalingen van de cliënt zelf en zijn emancipatie zijn hierin van groot belang. Op deze manier ontstaat er een aanbodgestuurde benadering in plaats van een vraaggestuurde benadering. De behoeften van de cliënt staan hierbij voorop, zoals gesprekken op eigen initiatief zonder dwang dat het moet en bijvoorbeeld blijven slapen op de opvang wanneer zij dit zelf willen en niet het gevoel krijgen dat ze gedwongen worden om te blijven. De casemanager kan dit organiseren in samenwerking met het Leger des Heils en maatschappelijk werk. Een casemanager is wat de projectgroep betreft zeker noodzakelijk in een maatschappelijk steunsysteem. Dit omdat de casemanager de zorg voor daklozen organiseert en coördineert zodat voor iedere dakloze de beste zorg geboden kan worden. Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 27 Rol maatschappelijk werk binnen een maatschappelijk steunsysteem Doel: Het doel van een maatschappelijk werker in het maatschappelijk steunsysteem is om de cliënt hulp te bieden bij het sociale aspect in het systeem. Functie/bijdrage: De maatschappelijk werker geeft in het MSS praktisch hulp bij de psychosociale problemen. Ook geeft de maatschappelijk werker praktische hulp door middel van ondersteuning en begeleiding bij alcohol- en drugsverslavingszorg36. Indicatie: De maatschappelijk werker wordt ingeschakeld om hulp te bieden bij praktische problemen. Wanneer de cliënt op zoek is naar huisvesting, financiële problemen en/of het vinden van een baan kan de maatschappelijk werker hem advies geven of het regelen van deze zaken overnemen37. Werkwijze: De werkwijze van de maatschappelijk werker ziet er als volgt uit; diagnostiek aan de hand van een anamnese, gesprekstechnieken en onderzoek, samen met de cliënt zijn problemen analyseren, na overleg met meerdere disciplines en in overleg met de cliënt een behandelplan opzetten, op zodanige wijze professionele hulp bieden zodat de cliënt na de behandeling zelfstandig zich kan manifesteren en zorgen voor, waar nodig, een adequate verwijzing naar bijvoorbeeld een psychiatrische opvang, een algemene opvang zoals het rode kruis of het Leger des Heils of voor een verwijzing voor gesprekken met een psycholoog, (huis)arts of verslavingszorg39. Effectiviteit: De maatschappelijk werker heeft een effectieve functie binnen het maatschappelijk steunsysteem omdat de relatie met de patiënt positief en gelijkwaardig is, de patiënt zich gesteund voelt en omdat de maatschappelijk werker therapeutische technieken kan gebruiken40. Manier van binding aan MSS: De maatschappelijk werker ondersteunt de cliënt bij de taken die uit de verschillende disciplines van het maatschappelijk steunsysteem zijn opgezet. Op deze manier is er een grotere kans dat het einddoel haalbaar is. Behouden van autonomie: Het uitgangspunt van de maatschappelijk werker is dat de cliënt zo zelfstandig mogelijk kan blijven functioneren. Daarom is het belangrijk dat de cliënt bij elk advies zelf moet blijven beslissen wat voor hem de beste oplossing is38. Een maatschappelijk werker is wat de projectgroep betreft een verrijking voor een maatschappelijk steunsysteem. Een maatschappelijk werker weet beter wat een wijk te bieden heeft dan een sociaal verpleegkundige of psycholoog. Samen met opvanghuizen in de betreffende wijk kan de maatschappelijk werker doelgericht daklozen helpen. Rol van ACT-team binnen een maatschappelijk steunsysteem ACT staat voor Assertive Community Treatment. Assertive betekent dat de teamleden zich niet laten afschrikken door agressief of afhoudend gedrag, community staat voor de samenwerking met familie, uitkeringsinstanties, woningbouwverenigingen, politie, GGD en andere hulpverleners. Doel: Het doel van een ACT-team is om zorgmijders met psychiatrische problemen (en vaak nog veel meer maatschappelijke problemen) in zorg te krijgen41. Functie/ bijdrage: Het ACT-team speelt een belangrijke rol in een maatschappelijk steunsysteem. Het ACT-team benadert zorgmijders en probeert ze zover te krijgen dat ze hulp accepteren en zorgverleners vertrouwen. Het ACT-team kan er dus voor zorgen dat zorgmijders met een psychiatrische stoornis en/of verslaving in beeld komen bij een maatschappelijk steunsysteem, zodat zij de zorg in gang kunnen zetten 41. Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 28 Indicatie: Het ACT-team komt in actie bij zorgmijders met een psychiatrische aandoening en/of verslavingsproblematiek. Werkwijze: Een belangrijk kenmerk van de werkwijze van een ACT-team is dat zij de zorg naar de cliënt toe brengen43. Het ACT-team neemt het initiatief tot contact met de zorgmijders. Ze zoeken de cliënten op de plek waar zij verblijven op. Door steeds contact te blijven zoeken en niet op te geven, probeert het ACT-team het vertrouwen van de cliënt te winnen en ze daardoor in de zorg te krijgen. Het gebeurt ook dat het ACT-team bijvoorbeeld een verblijfplaats regelt voor de cliënt en op deze manier vertrouwen krijgt. Een belangrijke schakel van ACT-team is de rol van ervaringsdeskundige. De ervaringsdeskundige kan een grote rol spelen bij het winnen van vertrouwen van de cliënt41. Effectiviteit: Uit een onderzoek is gebleken dat ACT een positief effect heeft op het aantal cliënten dat de zorg blijft accepteren. De cliënten accepteren de zorg langer, terwijl de duur en het aantal opnames afnemen42. Manier van binding aan MSS: Het ACT-team zorgt ervoor dat de zorgwekkende zorgmijders in beeld komen bij het MSS. Nadat de zorgmijders enig vertrouwen hebben gekregen en zorg accepteren, kan de zorgverlening vanuit het MSS starten. Het is wel belangrijk dat het contact tussen het ACT-team en de cliënt blijft bestaan, omdat de cliënt voornamelijk vertrouwen zal hebben met deze persoon van het ACT-team. Behouden van autonomie: De autonomie van de cliënt wordt bewaard doordat de cliënt ten eerste al zelf heeft ingestemd met de zorg. De zorgverlening wordt niet gestart als de cliënt dat niet wilt. Daarnaast wordt specifiek bekeken wat de cliënt belangrijk vindt, en wat de cliënt wil bereiken. Hier worden de doelen op afgestemd in overleg met de behandelaars44. Het ACT team staat in contact met andere onderdelen van het steunsysteem doordat zij de cliënt in contact brengt bij de verschillende instanties. Dit betekend dat het ACT team ook op de hoogte moet zijn wie zich bevind in het steunsysteem. Als het AcT team hiervan op de hoogte is dan kan er op een laagdrempelige manier contact gemaakt worden met de instanteis die de client op dat moment nodig is. Dit moet individueel bekeken worden. Rol van psychiater binnen een maatschappelijk steunsysteem Doel: Het doel van de psychiater in een Maatschappelijk Steunsysteem is om de psychiatrische stoornis van een cliënt vast te stellen en te behandelen. Functie/ bijdrage: De psychiater vervult een belangrijke rol in het MSS. De psychiater schrijft medicatie voor aan de cliënt, en stelt in overleg een behandeling vast voor de psychiatrische aandoening. Dit gebeurt altijd in overleg met de cliënt. De psychiater zal langdurig contact blijven onderhouden met de cliënt, om te onderzoeken of de gegeven behandelingen effect hebben en hoe de cliënt in de behandeling staat. Doordat sommige psychiatrische cliënten altijd medicatie nodig zullen hebben, zal er steeds contact blijven tussen de psychiater en de cliënt45. Indicatie: Het MSS is opgezet voor cliënten met een psychiatrische aandoening en/of verslavingsproblematiek. Iedere cliënt die met het MSS in contact komt, heeft dus een indicatie voor behandeling bij een psychiater. Werkwijze: De psychiater zal proberen in gesprek te gaan met de cliënt en via een aantal gesprekken onderzoeken hoe de situatie van de cliënt is. De psychiater zal onderzoeken of er sprake is van een psychiatrische aandoening of van verslavingsproblematiek en zal hier een behandeling voor starten. Dit gebeurt altijd in overleg met de cliënt. Verder zal de psychiater ,indien de cliënt daar toestemming voor geeft, contact hebben met de familie van de cliënt1. Verder zal de psychiater contact onderhouden met de andere disciplines zoals de huisarts. Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 29 De psychiater speelt daarnaast ook een rol bij het aanvragen van een gedwongen opname. Als de huisarts dit noodzakelijk acht, kan hij dit aanvragen bij de rechter 46. Effectiviteit: De psychiater is degene in het team die verstand heeft van psychiatrische aandoeningen en hier een behandeling voor kan starten. Een behandeling voor de aandoening is belangrijk voor de kwaliteit van leven van de cliënt. Het effect van wat de psychiater bereikt, hangt echter voor een groot deel af van de bereidheid van de cliënt om mee te werken aan de behandeling. Als de cliënt de medicatie niet in wilt nemen, of de therapie niet wilt volgen, zal het effect kleiner zijn. Echter, als de cliënt zelf gemotiveerd is om mee te werken met de behandeling, zal het effect ook groter zijn. Verder hangt de effectiviteit van de psychiater af van het ziektebeeld van de cliënt, de ernst van de verschijnselen en bijvoorbeeld het feit of de patiënt huisvesting heeft. Er is gebleken dat cliënten die dakloos zijn, een grotere kans hebben op terugval15. Manier van binding aan MSS: De psychiater zal de psychiatrische stoornis en/of de verslavingsproblematiek behandelen. Iedere cliënt die ondersteund wordt door het MSS, heeft psychiatrische problemen en/of verslavingsproblematiek. De psychiater is degene in het MSS die van specifiek deze aandoeningen verstand heeft, en deze kan behandelen. Behouden van autonomie: De cliënt bepaalt altijd zelf of hij/zij de medicatie inneemt en of hij/zij de behandelingen volgt. Daarnaast wordt de behandeling zoveel mogelijk bepaald in samenspraak met de cliënt. Op deze manier wordt geprobeerd de cliënt zijn autonomie te laten behouden. Alleen in het geval van een gedwongen opname, heeft de cliënt geen inspraak in het wel of niet houden aan de behandeling45. Rol sociaal verpleegkundige binnen een maatschappelijk steunsysteem Doel: Het doel van een sociale verpleegkundige is het bewaken en bevorderen van gezondheid en daarmee het voorkomen van de impact van (dreigende) ziekte of stoornis en het beperken van de gevolgen voor de gezondheid en het bestaan. Het doel van een sociaal verpleegkundige richt zich op drie taakgebieden, dit zijn Zorgvrager gebonden taken. Het zijn de taken die direct verbonden zijn aan de zorgvrager, in dit geval de daklozen. Hiermee worden de primaire behoeftes van de cliënt bedoeld. De taken die verbonden zijn aan het behoud van professionaliteit 47. Functie/bijdragen: De sociaal verpleegkundige heeft verschillende functies: Het bekwaam en bevoegd zijn in het uitvoeren van verschillende verpleegkundige interventies; De deskundigheid om aan verschillende zorgvragen zowel somatisch en psychosociaal te voldoen; De juiste zorg op het juiste moment te geven; Deskundigheid die gericht is op het opvangen van de zorgvrager, onderzoek, diagnostiek, informatie, overdracht en nazorg; Deskundigheid die gericht is op het omgaan met mensen met verschillende aandoeningen; De interventies die de sociaal verpleegkundige doet kan zij beargumenteren aan derden47. Indicatie: De sociaal verpleegkundige komt in actie als er een cliënt in beeld komt in de zorg of als de verpleegkundige een cliënt zelf in zorg wil krijgen. Als de cliënt zelfstandig werk zoekt dan komt de verpleegkundige niet zo snel in beeld. Behalve als dit niet goed zal gaan. Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 30 Werkwijze: De sociaal verpleegkundige werkt aan de hand van behandel plannen. Hierin wordt gekeken naar wat de hulpvrager nodig heeft. Als dit in kaart is gebracht, wordt er gekeken naar wat de interventies zijn die passen bij de cliënt en de hulpvraag van de cliënt. Daarna worden de interventies uitgevoerd. De taak van de verpleegkundige is om te kijken of de interventies ook goed worden uitgevoerd. De verpleegkundige kan ook helpen met het uitvoeren van de interventies en coördineren van de interventies. Tussen de interventies door houdt de verpleegkundige consulten met de cliënt om te kijken hoe de interventies gaan. De verpleegkundige kijkt aan het einde van een zodanig behandelplan hoe de interventies zijn gegaan. Veder heeft de verpleegkundige ook een coördinerende rol. Zij bekijkt of de zorg rondom de cliënt wel goed verloopt en waar de knelpunten zijn. Ook heeft de verpleegkundige een preventie rol. Zij zorgt ervoor dat cliënten niet nog een keer in een soortgelijke situatie komen of dat de risico doelgroep niet op een verkeerde manier doorschiet. Ze richt haar preventie zowel op primair, secundair en tertiair vlak. Op lichamelijk gebied kan zij lichamelijke controles uitvoeren en de cliënt doorsturen naar de huisarts als zij dit nodig vindt. Ze bekijkt regelmatig de gezondheid en de bestaande situatie van de cliënt en wat daarin op dat moment de meest voorkomende problemen zijn47. Bijdrage: De bijdrage van de sociaal verpleegkundige is groot. Zij speelt een grote rol in het leven van de cliënt. Zij kijkt hoe de behandeling gaat, naar wat er goed gaat en wat er beter kan. Zij heeft hierbij een coördinerende rol en moet verstand hebben van de huidige toestand op sociaal, lichamelijk en psychisch gebied van de cliënt. Effectiviteit: De effectiviteit van de sociaal verpleegkundige kan heel groot zijn. Zij kan bekijken hoe alles gaat met de cliënt. Vooral als het niet zo goed gaat met de cliënt kan een verpleegkundige een grote rol spelen. Als de cliënt zelfstandig kan functioneren, zal de verpleegkundige zich wat op de achtergrond begeven. Manier van binding aan MSS: De sociaal verpleegkundige is op verschillende manieren gebonden aan het MSS. Zij moet namelijk weten waar de cliënt mee bezig is en dit coördineren. Dit is nodig om een goed behandelplan te kunnen maken en de beoogde resultaten te formuleren. Wat het beoogd resultaat is, is afhankelijk van de situatie van de cliënt. Het beoogd resultaat moet SMART geformuleerd zijn en het moet haalbaar zijn. Autonomie: De gemotiveerde groep Voor deze groep is het belangrijk dat de motivatie blijft en ook de autonomie bewaard blijft. Dit kan gedaan worden door middel van doelstellingen. Hiervan is het eerste doel kijken of de cliënt een huis kan krijgen of de cliënt opgenomen moet worden in een instelling. Dit hangt af van het psychisch functioneren van de cliënt. Als het voor de cliënt mogelijk is om een huisvesting te krijgen dan kan de cliënt hier zelf initiatieven in nemen. Het is wel van belang dat hij hierin ondersteund wordt. Zo behoud de cliënt wel de autonomie maar wordt hij wel in de gaten gehouden worden en begeleid. Als hij een huisvesting heeft gevonden dan moet deze cliënt een volgend doel krijgen. Dit zal inhouden dat hij behandeld moet worden voor zijn psychiatrische ziekten. Het steunsysteem kan hem hierbij helpen om een goede keuze te maken waar hij behandeld zou moeten worden. Als hij eenmaal in zorg is dan kan zijn behandeling verder overgelaten worden aan het behandelend team op locatie. Er kan nog wel gekeken worden door het steunsysteem of de behandeling aanslaat. Als er geen huisvesting gevonden kan worden, dan moet de cliënt (tijdelijk) opgenomen worden in een crisis opvanghuis. Vanuit hier kan hij zelf kijken of er een andere huisvesting nodig is of dat er een overplaatsing geregeld kan worden in een psychiatrische instelling. Als de cliënt zijn psychisch functioneren zo slecht is dat zelfstandig wonen nog niet mogelijk is, dan wordt er samen met de cliënt gekeken naar een instelling. De cliënt mag hier in mee Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 31 beslissen. Vanuit daar wordt de zorg weer overgedragen aan de instelling zelf. Als de cliënt in de zorg komt wordt zijn behandeling gestart. Een logische eerste stap is voorlichting over het programma en voorlichting over zijn of haar ziekten, als dit al bekend is. Zo weet de cliënt wat er te wachten staat. Het is van belang om de cliënt deel te laten maken in de beslissingen van de behandeling. Zo moet hij het eens zijn met de behandeling en zelf de ruimte krijgen om mee te denken en beslissingen te maken. De niet gemotiveerde groep Voor de niet gemotiveerde cliënt is het lastiger om de autonomie te laten bewaren. Je kunt er voor kiezen om de cliënt zijn gang te laten gaan en pas in te grijpen als de situatie ondragelijk wordt. Om de cliënt zover te krijgen om in zorg te gaan kan er gebruik gemaakt worden van motiverende gespreksvoering met het doel dat de cliënt inziet dat hij zorg nodig heeft. Je kunt ook met de cliënt afspreken hem vaker op te komen zoeken of alleen deels mee te doen aan het programma. Zo behoudt de cliënt wel zijn eigen autonomie maar heeft het team wel zicht op de toestand van de cliënt. Als de toestand ondragelijk wordt of gevaarlijk dan kan de cliënt opgenomen worden met een RM of met een IBS. Op deze manier is de cliënt wel al zijn autonomie kwijt. Rol HVO-querido binnen een maatschappelijk steunsysteem Doel: HVO-querido biedt verschillende vormen van huisvesting aan. Functie/bijdrage: Deze organisatie biedt verschillende vormen van opvang, huisvesting, woonbegeleiding en dagbesteding. Hiermee ondersteunen ze mensen op meerdere levensgebieden. Ze proberen de patiënt een plekje in de samenwerking te geven en zijn psychisch, sociaal en lichamelijke functioneren te verbeteren. Indicatie: HVO-querido wordt ingezet bij dak- en thuislozen. Zij zoeken deze groep zelf op, of deze patiënten groep kan zelf contact opnemen. Werkwijze: HVO-querido is een organisatie die aan het hoofd staat van vele kleinere organisaties die voor huisvesting zorgt. Deze kleinere organisaties vallen onder deze organisatie. De hulp- en dienstverlening van deze organisatie bestaat uit verschillende vormen van opvang, woonbegeleiding en dagbesteding. De taken en werkwijze van deze organisatie zijn: Signaleren van buitenslapers en deze praktische hulp aanbieden; Gebruikersruimtes aanbieden aan verslaafden; Crisis opvang bieden aan dak- en thuislozen en vrouwen en gezinnen in nood; Aan mensen die slachtoffers zijn van mensenhandel en prostituees hulp bieden 48. Mensen die een psychiatrische stoornis hebben, dak en thuislozen, vrouwen en gezinnen in nood bied deze organisatie de volgende vorm van woonbegeleiding: Ambulante woonbegeleiding (individueel en –beperkt-groepsgericht); Huisvesting en woonbegeleiding (individueel, kleinschalig en grotere groepen) door middel van gedeeltelijke begeleiding; Woonbegeleiding in combinatie met een werkplek voor jongeren48. De cliënten die zijn aangemeld bij deze organisatie kunnen gebruik maken van de volgende voorzieningen: Dagactiviteitencentra. Deze bieden programma’s aan die zijn gericht op werken, leren en sociale contacten; Projecten die mensen voorbereiden op regulier werk. Hier wordt werkervaring opgedaan; Vrije tijd en creativiteit. Studie en/of training48. Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 32 Bijdrage: Cliënten die hierbij zijn aangesloten bij HVO-querido worden geholpen met huisvesting. Zo blijven ze niet dakloos. Ook worden ze geholpen met het opdoen van werkervaring. Deze organisatie biedt heel veel huisvesting voor verschillende soorten mensen. Zo bereiken ze een brede doelgroep Effectiviteit: De effectiviteit van deze organisatie zit hem in de vele organisaties die hier onder vallen. Zo hebben de mensen hele veel verschillende keuzes wat voor hen van toepassing is. Manier van binding aan MSS: Aanmelding en plaatsing is het eerste aanspreekpunt van deze organisatie. Dit is het eerste aanspreekpunt voor cliënten en verwijzers. Als een cliënt is aangemeld begint het traject voor de cliënt. Zo worden de cliënten dus binnengehaald in dit deel van het MSS systeem48. Autonomie: De autonomie van de cliënt wordt op deze manier eerst verkleind. Hij mag niet meer zelf weten waar hij woont en er wordt veel voor de cliënt geregeld. Maar op lange termijn wordt de autonomie weer terug gegeven aan de cliënt. De cliënt leert hoe je een huishouden kunt onderhouden en hoe je je tijd op een nuttige manier kan indelen. Als de cliënt dit heeft geleerd, kan hij zijn eigen autonomie terugkrijgen. Al zal dit bij de meeste cliënten wel heel lang duren of niet haalbaar zijn. Het is dan van belang om de autonomie gedeeltelijk terug te geven, bijvoorbeeld het schoonhouden van een huis of eten koken. Wat dan ook haalbaar is voor de cliënt. Dit onderdeel lijkt veel op het Leger des Heils. Echter is er een verschil. HVO-querido zorgt ook voor huisvesting en woonbegeleiding. Ze ondersteunen de mensen op psychisch, sociaal en lichamelijk gebeid. Op deze manier probeert HVOquerido de patiënten weer een plekje in de samenleving te geven. Rol Dienst Werk en Inkomen binnen een maatschappelijk steunsysteem Doel: Het doel van het DWI is om mensen in Amsterdam weer van inkomen te voorzien. Ze willen dat iedereen aan het werk gaat als iemand hiertoe in staat is. Met als doel de armoede te bestrijden. In Amsterdam schuiven ze niemand aan de kant, iedereen doet mee.49 Functie/bijdragen: De dienst werk en inkomen Amsterdam is verantwoordelijk voor de uitvoering van de wet: werk en bijstand (Wwb), de wet investering in jongeren (WIJ) en de wet inburgering (WI). De gemeente Amsterdam wil dat iedereen aan het werk gaat wanneer mogelijk. Als iemand dit niet kan dan kan de DWI een tijdelijke uitkering verstrekken 49. Ook helpt DWI mensen met schulden of bij inburgering. Indicatie: DWI is bedoeld voor mensen zonder werk die wel op zoek zijn naar een baan in Amsterdam49. Werkwijze: DWI heeft vijf werkpleinen waar je als cliënt terecht kan. Hier meldt de cliënt zich aan als cliënt en dan gaat de DWI kijken wat voor de cliënt haalbaar is49. Bijdrage: Het bijdragen van de DWI aan het maatschappelijk steunsysteem is het geven van werk aan mensen die dit niet hebben. Op deze manier ontstaat er minder armoede in Amsterdam en is de stap naar een reguliere huisvesting kleiner. Wanneer de cliënt een baan heeft, is de kans kleiner dat hij weer dat hij terug valt. Effectiviteit: Cliënten die geholpen willen worden door het DWI moeten hier zelf naar toe gaan. Zo is dit niet laagdrempelig. Ook wordt er weinig gezegd over dak- en thuislozen. Mensen die geen huis hebben komen moeilijk in aanmerking voor DWI. Er moet dus eerst gekeken worden naar een huisvesting voor dat de DWI wat kan doen. Dit is dus wel moeilijk voor mensen die in onze doelgroep vallen. Het kan wel effectief zijn als de mensen wel een Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 33 huisvesting hebben. Er wordt wel gesproken over een briefadres. Dit moet aanwezig zijn om een uitkering te ontvangen49. Manier van binding aan MSS: De DWI speelt vooral een rol als iemand een adres heeft. Een postadres bij het Leger des Heils geldt ook.. Of in ieder geval een postadres. Op die manier kunnen er uitkeringen worden ontvangen of loonstrookjes. Als dit mogelijk is dan kan er gekeken worden door een maatschappelijk werker of sociale verpleegkundige of deze organisatie geschikt is voor de cliënt of dat dit nog te hoog gegrepen is. Verder heeft deze organisatie vooral contact met de cliënt zelf. Autonomie: DWI vindt het belangrijk dat de autonomie van de cliënt bewaard wordt. De cliënt is immers zelf verantwoordelijk voor zijn eigen functioneren op het werk. De cliënt verdient zijn eigen geld en moet leren om op een verstandige manier hiermee om te gaan. Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 34 Hoofdstuk 8. Schematische weergave maatschappelijk steunsysteem Onderdeel Huisarts Doel De huisarts staat over het algemeen het dichtst bij de cliënt. Ook is de huisarts vaak de meest laagdrempelige vorm van zorg. De huisarts kan de cliënt verder helpen om de rest van de zorg op te zetten. Het doel van de huisarts is dus voornamelijk het begeleiden van zijn cliënt naar het MSS. Binding aan MSS De huisarts kan de cliënt aanmelden bij het MSS. Daarnaast kan de huisarts diegene zijn die heeft opgemerkt dat er problemen zijn bij zijn cliënt. De huisarts is goed in staat om de cliënt te blijven volgen. Dit gebeurt vanzelfsprekend ook door de psychiater of psycholoog maar de huisarts werkt goedkoper. Hierdoor is de drempel lager voor de cliënt. Dit houd ook in dat de huisarts contact moet blijven houden met de psycholoog en psychiater Psycholoog Een psycholoog gaat in gesprek met cliënten over psychische problemen. Daarbij stelt de psycholoog diagnoses, indiceert en behandelt mensen met psychisch sociale problemen. Leger des Heils De missie van het Leger is dat ze een internationale beweging zijn en toebehoren tot de universele christelijke kerk. De boodschap van het Leger is gebaseerd op de Bijbel. De dienstverlening van het Leger wordt gestimuleerd De psycholoog is aan een MSS gebonden door de grote risico’s die een onbehandelde psychische stoornis met zich meebrengt. Gevolgen zoals suïcide, zelfverwaarlozing, drugsgebruik, eenzaamheid, schulden en hoge economische kosten maken dat het erg belangrijk is dat een psycholoog deel uitmaakt van een MSS. Ook komen veel daklozen bij hulpinstanties aan die verslaafd zijn, en dus ook in contact gebracht zouden moeten worden met een psycholoog. De psycholoog staat in contact met de huisarts en de psychiater. Het Leger des Heils wordt aan het maatschappelijk steunsysteem gebonden door de laagdrempeligheid en de bekendheid die het Leger des Heils heeft. Heel veel mensen weten van het Leger des Heils en heel veel daklozen maken Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 35 Kwartiermaken Case manager door de liefde tot God. De opdracht van het Leger is het evangelie van Jezus Christus te prediken en in zijn naam menselijk nood te lenigen zonder enige vorm van discriminatie. Het doel van kwartiermaken is een poging doen om een maatschappelijk klimaat te bevorderen waarin mensen met een psychische handicap meer mogelijkheden hebben tot sociale integratie en participatie, onder meer door het begrip te vergroten en door toegang tot sportverenigingen en buurthuizen te vergemakkelijken30. Kwartiermaken gaat uit van de wensen van de cliënten met psychische problemen op het gebied van participatie en de voorwaarden daarvan. Het doel van de case manager is de samenhang en continuïteit van het MSS te waarborgen. Maatschappelijk werk Het doel van een maatschappelijk werker in het maatschappelijk steunsysteem is om de cliënt hulp te bieden bij het sociale aspect in het systeem. ACT team Het doel van een ACT-team is om zorgmijders met psychiatrische problemen (en vaak nog veel meer gebruik van het Leger des Heils. Ook werkt het Leger des Heils samen met andere disciplines die verweven zijn in het netwerk van het maatschappelijk steunsysteem, zoals hierboven beschreven. De kwartiermaker staat verbonden met een MSS wanneer de cliënt weer een eigen huis bezit en deel wil uitmaken van de wijk/stad waarin hij woont. De kwartiermaker werkt samen met allerlei instanties, zoals de GGZ, artsen, verpleegkundigen en maatschappelijk werk om dit voor de cliënt te realiseren. De casemanager zorgt ervoor dat het contact tussen alle onderdelen van het maatschappelijk steunsysteem wordt behouden. Er ontstaan op deze manier geen misvattingen in de communicatie. De casemanager bewaakt de hulpvraag van de cliënt en het aanbod van de hulpverlening. De maatschappelijk werker ondersteunt de cliënt bij de taken die uit de verschillende disciplines van het maatschappelijk steunsysteem zijn opgezet. Op deze manier is er een grotere kans dat het einddoel haalbaar is. Het ACT-team zorgt ervoor dat de zorgwekkende zorgmijders in beeld komen bij het MSS. Nadat de zorgmijders enig vertrouwen Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 36 maatschappelijke problemen) in zorg te krijgen. Psychiater Het doel van de psychiater in een Maatschappelijk Steunsysteem is om de psychiatrische stoornis van een cliënt vast te stellen en te behandelen. Sociaal verpleegkundige Het doel van een sociale verpleegkundige is het bewaken en bevorderen van gezondheid en daarmee het voorkomen van de impact van (dreigende) ziekte of stoornis en het beperken van de gevolgen voor de gezondheid en het bestaan. Het doel van een sociaal verpleegkundige richt zich op drie taakgebieden, dit zijn Zorgvrager gebonden taken. Dit zijn de taken die direct verbonden zijn aan de zorgvrager, in dit geval de daklozen. De primaire behoeftes van de zorgvrager. De taken die verbonden zijn aan het behoud van professionaliteit. Organisatie gebonden zaken. Alle zaken rond het organiseren rondom het MSS. HVO-querido biedt verschillende vormen van HVO-querido hebben gekregen en zorg accepteren, kan de zorgverlening vanuit het MSS starten. Het is wel belangrijk dat het contact tussen het ACTteam en de cliënt blijft bestaan, omdat de cliënt voornamelijk vertrouwen zal hebben met deze persoon van het ACT-team. De psychiater zal de psychiatrische stoornis en/of de verslavingsproblematiek behandelen. Iedere cliënt die ondersteund wordt door het MSS, heeft psychiatrische problemen en/of verslavingsproblematiek. De psychiater is degene in het MSS die van specifiek deze aandoeningen verstand heeft, en deze kan behandelen. De sociaal verpleegkundige is op verschillende manieren gebonden met het MSS. Zij is verbonden met al de organisaties waar de cliënt ook mee verbonden is. Zij moet namelijk weten waar de cliënt mee bezig is en dit coördineren. Dit is nodig om een goed behandelplan te kunnen maken en de beoogde resultaten te formuleren. Bureau aanmelding en plaatsing is het eerste aanspreekpunt van Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 37 huisvesting aan. Dienst Werk en Inkomen deze organisatie. Dit is het eerste aanspreekpunt voor cliënten en verwijzers. Als een cliënt is aangemeld begint het traject voor de cliënt. Zo worden de cliënten dus binnengehaald in dit deel van het MSS systeem. Het doel van de DWI is om De DWI speelt vooral een rol als mensen in Amsterdam weer iemand een adres heeft. Of in aan het werk te krijgen. Ze ieder geval een postadres. Op willen dat iedereen aan het die manier kunnen er werk gaat als iemand hiertoe uitkeringen worden ontvangen in staat is. Dit met het doel om of loonstrookjes. Als dit mogelijk de armoede te bestrijden. In is, kan er gekeken worden door Amsterdam schuiven ze een maatschappelijk niemand aan de kant, iedereen werker/sociale verpleegkundige doet mee. of deze organisatie geschikt is voor de cliënt of dat dit nog te hoog gegrepen is. Verder heeft deze organisatie vooral contact met de cliënt zelf. Rechter Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 38 Hoofdstuk 9. Aandachtspunten van implementatie Bij de invoering van het MSS zijn een aantal punten waar rekening mee gehouden moet worden om goede zorg te kunnen verlenen: Bejegening Contact blijven zoeken met de cliënt Cliënten proberen in de zorgverlening te krijgen Vertrouwensband opbouwen met de cliënt Werken vanuit de wensen en behoeften van de cliënt. Autonomie van de cliënt bewaren Eerste fase van het contact is erg belangrijk, hier moet veel energie in gestoken worden. Omgeving van de cliënt betrekken bij de zorg50 De mening van de cliënt respecteren en hier naar luisteren Niveau van spreken aan de cliënt aanpassen Organisatie Laagdrempelig opstellen Makkelijk bereikbaar Samenwerking optimaliseren door weerstand te overwinnen, behoeften van de cliënt vooropstellen, netwerken opbouwen. Ervaringsdeskundige inzetten Zorgcoördinator aanstellen voor de cliënt Beleidscoördinator aanstellen om het gehele MSS te leiden Regelmatig multidisciplinaire overleggen organiseren50 Regelmatig teambesprekingen organiseren Evaluatiepunten opstellen Beschikbaarheid van personen en materialen Beleid en visie Er wordt gewerkt vanuit een bepaalde gezamenlijke visie van het MSS Er is een cliëntenraad die opkomt voor de rechten van de cliënt De zorgverlening is gericht op de wensen en behoeften van de cliënt Er is een familieraad voor ondersteuning van de familie en omgeving van de cliënt 50 Individuele afstemming Hoofdstuk 10. Eigen ervaringen van uit de stage De projectgroep heeft niet veel stage ervaringen met daklozen opvang. De projectgroep heeft wel in de psychiatrie gewerkt maar dan hadden ze al allemaal onderdak, de instelling. Wel weet de projectgroep dat het lastig kan zijn om mensen te stimuleren die niet in zorg willen. Uit ervaring weten wij dat er dan heel vaak een rechterlijke machtiging of een artikel nodig is om Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 39 mensen in zorg te krijgen. Maar als iemand eenmaal in zorg dan komt iemand er ook niet makkelijk meer uit. De projectgroep weet ook hoe belangrijk het is dat de verschillende instanties , dan wel binnen een instelling,, samenwerken. Binnen een instelling hebben we wel met andere instanties te maken dan in dit steunsysteem maar wij denken dan samenwerking en communicatie overal belangrijk is. Ons visie op daklozen met een psychiatrische stoornis en of en een verslaving is dat dit een wisselwerking is. Iemand kan dakloos worden door zijn psychiatrische ziekten of verslaving. Wij denken dat daarom eerst de stoornis of verslaving behandeld moet worden voor dat iemand weer en huisvesting kan krijgen. conclusie De projectgroep heeft de vraag beantwoord wat de verschillende onderdelen zijn van een maatschappelijk steunsysteem en hoe de client gedeeltelijk zijn regie nog kan behouden. De verschillende steunsystemen die nodig zijn voor een maatschappelijk steunsysteem zijn HuisartsHVO-querido Dienst Werk en Inkomen Psycholoog Leger des Heils Kwartiermaken Case manager Maatschappelijk werk ACT team, Social veprpleegkundigen en psychiater. Het is belangrijk binnen het steunsysteem dat er goed wordt samengewerkt tussen de verschillende instanties. Als dit gebeurd dan kan een cliënt het best geholpen worden. Hoe de regie in handen kan worden gehouden is bij elke instantie verschillend en moet ook individueel bekeken worden. Het kan ook zijn dat dit helemaal niet lukt en dan moet de cliënt een machtiging of artikel krijgen om de cliënt te kunnen helpen. Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 40 Literatuurlijst 1 http://www.participatiezorgenondersteuning.nl/Content.aspx?PGID=82123595-bf06-46edb0c9-f9b9daf36160 Kenniscentrum sociale innovatie, Wilken J.P., Kal D, Participatie zorg en ondersteuning, Geraadpleegd op 8-12-11 2 http://www.mssdenhaag.nl/index.php?s=1&l=00 Geraadpleegd op 8-12-11 3 http://www.ggznederland.nl/index.php?p=505836 Geraadpleegd op 8-12-11 4 http://www.trouw.nl/tr/nl/4324/nieuws/article/detail/1339887/2007/08/20/Aantaldaklozen-in-Nederland-daalt.dhtml 5 http://www.elsevier.nl/web/Nieuws/Economie/285347/Onderzoek-CBS-18.000-daklozenin-Nederland.htm 6 http://www.os.amsterdam.nl/pdf/2004_daklozen.pdf 7 http://www.os.amsterdam.nl/pdf/2004_daklozen.pdf 8 http://www.cor-huizer.nl/boek_economie/Dakloosartikel.pdf 9 Reinking DP, Wolf JRML, Kroon H; Hoge prevalentie van psychische stoornissen en verslavingsproblemen bij daklozen in de stad Utrecht; Ned Tijdschrift Geneeskd. 2001;145:1161-6 10 Hengeveld MW, Balkom van AJLM; Leerboek psychiatrie; tweede, geheel herziene druk; uitgeverij De Tijdstroom; Utrecht; 2009 11 Herrman, H., Hawthorne, G., en Thomas, R. (2002). Quality of life assessment in people living with psychosis. Soc.Psychiatry Psychiatr.Epidemiol., 37:510-518. 12 GGZE – magazine, Jaargang 6 , nr 3, 2011 Housing First voor dak- en thuislozen. Je eigen huis, dat wil je niet kwijt, 13 http://www.sp.nl/nieuws/zo/200805/daklozen_huis.shtml 14 http://www.trimbos.nl/onderwerpen/psychische-gezondheid/schizofrenie/oorzaken-enrisicofactoren 15 Emmelkamp P, Vedel E; Alcohol- en drugsverslaving, een gids voor effectief gebleken behandelingen; Uitgeverij Nieuwezijds; Amsterdam, 2007 16 http://www.ntvg.nl/publicatie/gezondheidsproblemen-van-daklozen-op-zogenaamdedrvalckenier-spreekuren-amsterdam/volledig Geraadpleegd op 8-12-2011 17 Inventarisatie maatschappelijke steunsystemen in Nederland In opdracht van het Platform Herstel en Burgerschap April 2010 http://www.studiearena.nl/uploads/1101_handouts_versterken_zelfregie_eigen_kracht/mo visie_rapport_inventarisatie_maatschappelijke_steunsystemen.pdf Geraadpleegd op 8 december 2011 18 http://www.infoepd.nl/ 19 http://www.mezzo.nl/ 20 http://www.vng.nl/Documenten/Extranet/Wmo/20101201_Handreiking_MSS_dec 2010.pdf 21 http://www.altrecht.nl/eCache/INT/53/189.html 22 http://www.kennisring.nl/smartsite.dws?id=21403 23 http://www.tijdschriftvoorpsychiatrie.nl/assets/articles/articles_468pdf.pdf Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 41 24 http://psychiatrie-nederland.nl/word/maatschappelijke-steunsystemen-belangrijker-danooit/ 25 http://nhg.artsennet.nl/home.htm 26 http://www.rinozuid.nl/ContentFront/Teksten/TekstMain.aspx?tekstId=16 Rino Zuid, 2009 Geraadpleegd op 16 januari 2012 27 http://www.sterktrainingencoaching.nl/werkwijze-psycholoog.html Geraadpleegd op 16 januari 2012 28 Cladder, Meten en Weten,2000. Hubble,MA,Duncan,MA en Millar,MA, the heart and soul of change,what works in therapy (American Psychological Assiociaton 1999) Vertaald naar het Nederlands: https://www.praktijkthomassen.nl/gezondheidsnieuws/welke-factoren-vergroten-deeffectiviteit-van-de-behandeling Praktijk Thomassen, Welke factoren vergroten de effectiviteit van de behandeling?, 26 januari 2009 Geraadpleegd op 16 januari 2012 29 www.legerdesheils.nl Geraadpleegd op 16 januari 2012 30 http://www.encyclo.nl/begrip/kwartiermaken Geraadpleegd op 16 januari 2012 31 http://www.movisie.nl/onderwerpen/professionaliteitverankerd/docs/Good_practice_ maatschappelijke_steunsystemen_mvb.pdf Sok K, Maatschappelijke Steunsystemen (MSS) Eindhoven en randgemeenten Praktijkvoorbeeld, MOVISIE, 15 januari 2009 Geraadpleegd op 16 januari 2012 32 http://www.ketens-netwerken.nl/begrippen 33 http://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/458/093/RUG01-001458093_2011_0001_AC.pdf 34 http://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/458/093/RUG01-001458093_2011_0001_AC.pdf 35 http://www.jaapvanderstel.nl/Artikelen_en_stukken_files/Casemanagement_ psychiatrie_2002.pdf 36 http://www.kiesbeter.nl/algemeen/begrippen/#letter-M 37 http://www.zorggroeponl.nl/uploads/files/diensten_en_producten/maatschappelijk_werk/Folder_AMW_2008.pdf 38 http://www.ziekenhuisamstelland.nl/patienten/specialismen-enafdelingen/maatschappelijk-werk/werkwijze-maatschappelijk-werk/ 39 http://www.ned-ver-audiologie.nl/Downloads/Najaar%202007/vdHeijden1.pdf 40https://docs.google.com/viewer?a=v&q=cache:KfQhVF_akqYJ:www.groepsmaatschappelij kwerk.nl/files/Effectiviteit%2520van%2520het%2520maatschappelijk%2520werk.doc+effecti viteit+maatschappelijk+werk&hl=nl&gl=nl&pid=bl&srcid=ADGEESiNW6yiWJQhdfSwUvHxx8ljMt86P0TEztAjOcDTHgE8tXEdq65Rff31XDrOOyiRvUNPkg6dmIym0JrAZGaMwRYEmJh TubMYr4lOjdKx6g16HuvQ_0pkbMmlThs56LBeXTTfxiP&sig=AHIEtbQLeK7HWaA6LhSsxHXHeG lGywZdiA 41 http://www.ggzingeest.nl/organisatie/uitgelicht-home/uitgelicht/act/ 42 Crawford MJ, Jonge de E, Freeman GK, e.a. Providing continuity of care for people with severe mental illness- a narrative review; 2004; Social Psychiatry and Psychiatric Epidemiology, 39, 265-272 Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 42 43 Landelijke Stuurgroep Multidisciplinaire Richtlijnontwikkeling in de ggz; Multidisciplinaire Richtlijn Schizofrenie; 2005; Utrecht: Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg cbo/Trimbosinstituut; www.ggzrichtlijnen.nl/ 44 Stichting Centrum Certificering ACT en FACT; ACT en FACT: zorg en behandeling in de maatschappij. Gecertificeerde zorg voor mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen; juli 2009 45 http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/diversen/35291-wat-doet-een-psychiater.html 46 http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/dwang-in-de-zorg/gedwongen-opname 47 http://www.venvn.nl/Portals/20/afdelingen_platforms/BDP_Sociaal-verpleegkundige.pdf 48 http://www.hvoquerido.nl/visie.html 49 http://www.amsterdam.nl/gemeente/organisatie-diensten/dwi/dwi-corporate 50 http://www.napgroep.nl/docs/EN_NAP_themabijeenkomst_kwaliteit_MSS_14_ oktober_2008.pdf 51 http://werkplaatsoxo.nl/files/publicaties%20omz/1_juli_Zwolle_rapport._2007.pdf Vocks J., Meertens V., Wolf J., Dakloos in Zwolle, Onderzoek naar omvang en profiel van de daklozenpopulatie, UMC St. Radboud, 2007. Geraadpleegd op 5 februari 2012. 52 http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2686/Binnenland/article/detail/3149621/2012/02/01/ Rode-Kruis-in-Arnhem-haalt-daklozen-op-met-bus.dhtml ANP/Redactie, Rode kruis in Arnhem haalt daklozen op met bus, De Volkskrant, gepubliceerd op 1 februari 2012. Geraadpleegd op 5 februari 2012. 53 http://medischcontact.artsennet.nl/Nieuws-26/Tijdschriftartikel/05202/Zorg-voor-ziekezwervers.htm Leare van I.R.A.L., Zorg voor zieke zwerfers, Medisch contact, jaargang 55, nummer 44, gepubliceerd op 28 april 2002. Geraadpleegd op 5 februari 2012. 54 http://www.startpuntwonenzorgenwelzijn.nl/index.php?action=product&id=591 Project Zorgnetwerken 3MPH Projectgroep 2 43