Groepsvoorlichting hormonale therapie bij borstkanker Bernhoven organiseert regelmatig een groepsvoorlichting hormonale therapie bij borstkanker. Dat gebeurt in het ziekenhuis in Uden. Dit is een gezamenlijke voorlichting voor patiënten die (gaan) starten met hormonale therapie bij borstkanker. Tijdens deze groepsvoorlichting krijgt u voorlichting over de verschillende hormonale middelen, hoe ze werken en welke bijwerkingen er zijn. Ook kunt u dan vragen stellen. De afspraak met datum, tijd en plaats van deze middag krijgt u van de dokterassistente. De geplande datums van de groepsvoorlichting 2016 leest u ook op de website van het ziekenhuis: www.bernhoven.nl Deze folder is bedoeld voor patiënten met borstkanker die hormonale therapie (gaan) krijgen. De folder bevat algemene informatie over het doel van de therapie, hoe de therapie werkt, de verschillende soorten hormoontherapie en de meest voorkomende bijwerkingen. Ook leest u bij wie u terecht kunt met vragen en bij welke klachten u direct contact moet zoeken met het ziekenhuis. Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen dan kunt u dit bespreken met uw eigen casemanager of oncoloog en tijdens de groepsvoorlichting hormonale therapie bij borstkanker. Daar komt ook de inhoud van deze folder aan bod. Wat is hormoontherapie? Hormonen zijn stoffen die door ons lichaam worden aangemaakt. Deze stoffen hebben een specifieke werking op organen en weefsels in het lichaam. Hormonen zorgen ervoor dat weefsels gaan groeien, zich ontwikkelen en in samenhang goed kunnen functioneren. Borstklierweefsel heeft de vrouwelijke hormonen oestrogeen en progesteron nodig om te kunnen groeien en te functioneren. Kankercellen in de borst zijn voor hun groei vaak afhankelijk van deze hormonen. Als de kanker hormoongevoelig is, kan hormoontherapie als behandeling worden toegepast. Zolang het lichaam vrouwelijke geslachtshormonen maakt, kunnen hormoongevoelige kankercellen gestimuleerd worden om te groeien. Dit geldt zowel voor de tumor zelf als voor eventuele uitzaaiingen. Hormoontherapie bij borstkanker is eigenlijk een anti-hormonale therapie. Voor de eenvoud noemen we het hormoontherapie. Het doel van de therapie is het verminderen van de hormonale invloed op de kankercellen om daarmee de groei van hormoongevoelige kankercellen te voorkomen. Wie komt in aanmerking voor hormoontherapie en welke soorten hormoontherapie zijn er? Aanvullende hormoontherapie Er zijn verschillende soorten hormoontherapie. Welke hormoontherapie u krijgt, hangt af van de uitgebreidheid van de kanker en de hormoongevoeligheid van de tumor, eventuele voorbehandelingen en het wel of niet in de overgang zijn. Dit laatste is niet bij iedereen altijd meteen al duidelijk. In dat geval doet de arts een bloedtest om te bepalen of u in de overgang bent. Als er geen bewezen uitzaaiingen van de kanker zijn, kan hormoontherapie helpen de kans op terugkeer van de ziekte te verkleinen. Dit wordt gedaan door het vernietigen van eventueel aanwezige, onzichtbare, achtergebleven kankercellen. Hormoontherapie wordt meestal gegeven aansluitend aan de operatie en eventuele chemotherapie. Het kan veilig gegeven worden tijdens bestraling. De behandeling duurt minimaal vijf jaar. Soms wordt hormoontherapie gegeven vóór de operatie om de tumor te verkleinen (neo-adjuvante hormoontherapie). Palliatieve hormoontherapie Wanneer de borstkanker niet meer te genezen is, kan ook hormoontherapie gegeven worden. Het doel is dan klachten van de kanker (bijvoorbeeld pijn) te verminderen en de groei van de tumor en de uitzaaiingen te remmen. Hiermee proberen we voor u een goede kwaliteit van leven en zo mogelijk levensverlenging te bereiken. Uw oncoloog bekijkt samen met u of u in aanmerking komt voor de hormoontherapie. Het duurt acht weken voordat het effect van hormoontherapie te meten is. Hoe lang de behandeling duurt, verschilt per patiënt. Dit hangt af van de aanwijzingen die de dokter bij u vindt, hoe goed de kanker reageert op de therapie en of er bijwerkingen zijn. Als een medicijn veel bijwerkingen geeft of niet (meer) werkt, kan besloten worden over te stappen op een ander middel. In de praktijk kan het voorkomen dat u meerdere soorten hormoontherapie na elkaar krijgt. Uitschakelen van de functie van de eierstokken Bij vrouwen die niet in de overgang zijn, zorgen de eierstokken voor de aanmaak van geslachtshormonen, waaronder de oestrogenen. Daarom moet bij vrouwen voor de overgang de productie van hormonen uitgeschakeld worden. Met een operatie of medicijnen wordt deze hormoonproductie geblokkeerd. Er worden dan geen oestrogenen meer aangemaakt door de eierstokken. De kankercellen worden dan niet meer gestimuleerd om te groeien. Omdat in de bijnieren en in vetweefsel kleine hoeveelheden hormoon wordt aangemaakt, is het is het belangrijk de invloed hiervan ook te blokkeren of te remmen. Medicijnen (leuproreline, gosereline) De medicijnen die de hormoonproductie van de eierstokken stilleggen zijn leuproreline en gosereline. Na het stoppen met deze medicijnen kan de vruchtbaarheid terugkomen. Dit is afhankelijk van leeftijd, persoonlijke kenmerken en andere behandelingen. Leuproreline (Lucrin®) en gosereline (Zoladex®) worden als injecties toegediend. Dit is één keer per maand (goseriline) of één keer per drie maanden (leuproreline). Hoe lang u deze medicijnen moet gebruiken wisselt per persoon. De injecties kunnen zowel thuis als in het ziekenhuis worden gegeven. Uw oncoloog kan u hier meer informatie over geven. Anti-oestrogenen (tamoxifen, faslodex) Anti-oestrogenen zijn eigenlijk nephormonen. De nephormonen blokkeren of vernietigen de hormoonreceptor (= koppelpunt voor hormonen) op de borstkankercellen. Hierdoor kan de kankercel geen echte hormonen meer ontvangen. De kankercel krijgt dan geen signaal meer om te groeien. Tamoxifen is een medicijn in tabletvorm. De tablet wordt één keer per dag ingenomen. Bij aanvullende hormoontherapie wordt vaak Tamoxifen gegegeven. Vrouwen die nog niet in de overgang zijn, gebruiken het dan meestal gedurende minimaal vijf jaar. Vrouwen na de overgang gaan na twee tot drie jaar gebruik van tamoxifen vaak over op een andere hormoontherapie, een aromataseremmer. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat deze combinatie effectiever is. Ook als palliatieve hormoontherapie wordt Tamoxifen vaak gegeven. Faslodex® (fulvestrant) is een anti-oestrogeen, dat alleen gegeven wordt aan vrouwen na de overgang bij wie de borstkanker is teruggekomen ondanks eerdere behandeling met andere hormonen. Het is een spuit die drie keer om de twee weken wordt gegeven om het middel effectiever te maken. Daarna wordt de spuit eenmaal per maand gegeven. Dat kan zowel thuis als bij uw huisarts worden gegeven. Aromataseremmers (anastrozol, letrozol, exemestaan) Aromatase is een enzym (omzettingsstof) die een belangrijke rol speelt bij de aanmaak van oestrogenen na de overgang. Door dit enzym te blokkeren met medicijnen, wordt de aanmaak van oestrogenen door de bijnier geremd. De kankercellen zullen dan niet meer groeien. Deze medicijnen worden alleen gegeven aan vrouwen na de overgang. Aromataseremmers zijn tabletten die één keer per dag worden ingenomen. Progestagenen (megestrol, medroxyprogesteron) Progestagenen behoren ook tot de geslachtshormonen. Deze hormoontherapie wordt niet vaak gegeven. Soms kan het een uitkomst bieden bij uitgezaaide kanker, als er geen effect is op eerdere behandelingen. Wat zijn de bijwerkingen van hormoontherapie? Hormoontherapie wordt meestal goed verdragen. Zoals bij elk medicijn, kunnen er ook bij hormoontherapie bijwerkingen optreden. De bijwerkingen van hormoontherapie verschillen per medicijn en per persoon. Sommige bijwerkingen treden direct op, andere sluipen er pas na zes tot acht weken in. Veel van de bijwerkingen zullen in de loop van de tijd verminderen of zelfs verdwijnen. In deze folder worden de belangrijkste bijwerkingen besproken. Overgangsklachten Vervroegde overgang Door de behandeling tegen de borstkanker door met name chemotherapie, kunt u versneld in de overgang komen. De verschillende therapieën tegen borstkanker hebben invloed op de functie van de eierstokken, hierdoor kan uw menstruatie stoppen. Dit kan betekenen dat u (vervroegd) in de overgang komt en daarmee onvruchtbaar wordt. Dit kan tijdelijk zijn, maar ook definitief. Uw oncoloog bespreekt dit met u. Opvliegers Opvliegers kunnen bij iedereen voorkomen. Ook als u de overgang (met opvliegers) al achter de rug heeft. Er zijn geen middelen beschikbaar om de opvliegers helemaal te voorkomen. Wel zijn er een aantal tips om beter met de opvliegers om te gaan: Er zijn speciale koelingssjaaltjes beschikbaar om de opvliegers te verlichten. Vraag er naar bij uw casemanager. Draag niet te warme kleding (liefst katoen) en draag laagjes kleding. Neem geen (te) hete douche of bad. Verfris uw beddengoed een keer extra of gebruik een extra laken tussen uzelf en het dekbed. Beweeg regelmatig en zoek afleiding om de aandacht niet op de opvliegers te richten. Vermijd (grote hoeveelheden) cafeïne, heet en sterk gekruid eten, bessen, witte suiker, alcohol en stop met roken. Probeer grote temperatuurswisselingen te vermijden. Het is heel belangrijk dat u geen medicijnen of homeopathische middelen tegen overgangsklachten neemt zonder dit van tevoren met uw arts te overleggen. Veel van deze middelen bevatten namelijk hormonen of plantaardige stoffen die de kankercellen weer tot groei kunnen aanzetten. Als u veel last heeft van opvliegers, bespreek dit dan met uw casemanager of oncoloog. Gewrichtsklachten en botpijnen U kunt last krijgen van pijnlijke gewrichten of stijfheid. Een warme kruik, warm bad of warme douche kan de klachten doen verlichten. Belangrijk is dat u wel blijft bewegen. Zonodig kan een pijnstiller (bij voorkeur paracetamol) genomen worden. Als u uitzaaiingen heeft in de botten, kan de pijn na het starten met hormonale therapie tijdelijk toenemen. Zo nodig kan uw oncoloog daar pijnstillers voor geven. Als de pijn aanhoudt, is het belangrijk dat u dit bespreekt met uw oncoloog. Gewichtstoename Bij sommige patienten neemt het gewicht toe. Dit kan blijvend zijn. Belangrijk is om vanaf de start van de hormoontherapie een gezonde leefstijl aan te houden, waarbij u voldoende beweegt en gezond eet. Soms komt gewichtstoename door het vasthouden van vocht, ook wel oedeem genoemd. Als het nodig is, schrijft uw oncoloog medicijnen voor. Als u wilt afvallen, bespreek dit dan met uw casemanager of oncoloog. Ook een diëtist kan u hierbij helpen. Vermoeidheidsklachten Vermoeidheid kan optreden als gevolg van de veranderde hormonale situatie in het lichaam. U heeft een heftige, emotionele periode achter de rug. Slapeloosheid kan ook een oorzaak zijn van uw vermoeidheid. Probeer uw activiteiten te verdelen over de week en plan rustmomenten in. Het kan helpen om de medicijnen ’s ochtends in te nemen. Daarnaast is het goed om de conditie op peil te houden door te blijven bewegen. Als u hulp wordt geboden, bijvoorbeeld in het huishouden, accepteer dit. Zo houdt u meer energie over voor leuke dingen. Er zijn ook fysiotherapeuten die gespecialiseerd zijn in vermoeidheidsklachten bij patiënten met borstkanker. Voor meer informatie kunt u terecht bij uw casemanager. Hoofpijnklachten Hoofdpijn kan voorkomen tijdens gebruik van hormoontherapie. Een koud washandje kan verlichting brengen. Zorg verder voor afleiding en ontspanning. Zo nodig kunt u een pijnstiller (bij voorkeur paracetamol) nemen. Misselijkheid Misselijkheid kan bij alle soorten hormoontherapie optreden. Vaak verdwijnt het na enkele weken vanzelf. Het kan helpen om kleinere porties te eten en deze te verdelen over de dag. Zo nodig kunnen middelen gegeven worden om de misselijkheid tegen te gaan. Dunner worden van het haar of haaruitval Door de hormonale therapie kan het zijn dat uw haar dunner wordt of zelfs gaat uitvallen. Gebruik bij het wassen van het haar niet te warm water en een milde shampoo. Droog het daarna voorzichtig met een handdoek, gebruik liever geen föhn. Bij de kapper kunt u informatie krijgen over speciale medicinale shampoo’s die de haargroei stimuleren. Als het haarverlies zodanig is dat u een haarwerk overweegt, kunt u daarover meer informatie krijgen bij uw casemanager. Stemmingswisselingen Het kan zijn dat u zich neerslachtig of zelfs depressief voelt tijdens de hormoontherapie. Probeer afleiding en ontspanning te zoeken. Bespreek het ook met uw naasten. Dit kan voor beide partijen prettig zijn. Als de klachten niet verdwijnen, bespreek het dan met uw casemanager of oncoloog. Zelden komt het voor dat iemand erg depressief wordt van de hormoontherapie. Als dit toch het geval is neem dan direct contact op met uw casemanager of oncoloog. Zweten Door de hormonale therapie kan het zijn dat u meer gaat zweten. Daarom is het belangrijk dat u uw lichaam goed schoon houdt. Zorg dat u voldoende blijft drinken. Daarnaast kan kleding van invloed zijn. Draag vooral katoenen kleding en zorg voor laagjes over elkaar. Seksuele problemen Hormoontherapie heeft invloed op de seksualiteit. Er kan sprake zijn van minder zin in vrijen. Vrijen kan pijnlijk worden. Dit komt door hormonale veranderingen die de vochtproductie in de vagina verminderen. Bij de drogist zijn glijmiddelen te koop die deze klachten tegengaan. Het slijmvlies van de vagina wordt gevoeliger voor infecties. Daarvan kunt u jeuk of een veranderde afscheiding krijgen. Het is erg belangrijk dat u uw vagina niet met zeep wast. Er zijn medicijnen tegen deze infecties. Bespreek dit met uw oncoloog of huisarts. Verhoogd cholesterol (hypercholesterolemie) Door de hormoontherapie kan het voorkomen dat uw cholesterol te hoog wordt. Een gezond voedingspatroon is daarom belangrijk. Specifieke bijwerkingen van de verschillende soorten medicijnen Medicijnen die de functie van de eierstokken uitschakelen (leuproreline, gosereline): In het begin kunt u last krijgen van tintelingen in handen,vingers of in de voeten. Dit verdwijnt vaak vanzelf. Door het veranderen van de menstruele cyclus kunnen er onregelmatige vaginale bloedingen optreden. Als dit blijft bestaan, bespreek het dan met uw oncoloog. Kort na de injectie kunt u wat last hebben van de injectieplek. Dit verdwijnt meestal vanzelf. Anti-oestrogenen (tamoxifen, fulvestrant): Bij het gebruik van tamoxifen bestaat een licht verhoogd risico op vorming van bloedstolsels, ook wel trombose genoemd. Dit kan schadelijke gevolgen hebben voor uw lichaam. Waarschuw direct een arts als u last krijgt van: - een pijnlijk, rood of dik been - een pijnlijke, rode of dikke arm - plotse benauwdheidsklachten of het niet goed kunnen doorademen Tamoxifen heeft invloed op het baarmoederslijmvlies. Door gebruik van tamoxifen bestaat er een minimaal verhoogde kans op ontwikkeling van baarmoederkanker. U moet daarom contact opnemen met een arts als u last heeft of blijft houden van vaginaal bloedverlies. Kort na de injectie van fulvestrant kunt u wat last hebben van de injectieplek. Dit verdwijnt meestal vanzelf. Aromataseremmers (anastrozol, letrozol, exemestaan): De meest voorkomende bijwerkingen van deze middelen zijn overgangsklachten, misselijkheid en hoofdpijn. Ook komen klachten van de gewrichten en stijfheid vaker voor bij gebruik van deze middelen. Botontkalking is een belangrijke bijwerking van aromataseremmers. Botontkalking Botontkalking, ook wel osteoporose genoemd, is het brozer worden van de botten met daarbij een vergrote kans op het ontstaan van botbreuken. Als natuurlijk proces komt dit voor bij vrouwen na de overgang door de hormonale veranderingen in het lichaam. Soms komt osteoporose in families veelvuldig voor. Als dit bij u bekend is, geef het dan aan bij uw arts. Tijdens het gebruik van hormoontherapie bij borstkanker verandert de hormonale situatie in het lichaam. Daarmee is de kans op botontkalking vergroot. Het vaststellen van botontkalking gebeurt met een röntgenonderzoek. Hoe vaak u dit onderzoek krijgthangt af van de soort hormoontherapie. Hoe voorkomt of beperkt u botontkalking? Een goede levensstijl is belangrijk om botontkalking zoveel mogelijk te beperken. Bewegen en sporten zijn goed voor de botaanmaak. Doe dit het liefst meerdere malen per week, gedurende minimaal een half uur. Calcium en vitamine D zijn belangrijk voor een goede botaanmaak. Calcium zit vooral in zuivelproducten als melk, kaas en yoghurt. In mindere mate zit dit ook in groene bladgroenten, broccoli of noten. Naast een goed basisdieet is het belangrijk dat vier glazen zuivel of plakken kaas per dag gebruikt. Als dit niet lukt, zijn er ook calciumpreparaten beschikbaar. Vitamine D wordt door het lichaam gevormd onder invloed van zonlicht. Probeer dagelijks een half uur in de buitenlucht te zijn. Voor wie weinig buitenkomt of zelf te weinig vitamine D aanmaakt, zijn medicijnen beschikbaar. Hoe wordt botontkalking behandeld? Als er sprake is van botontkalking, kan het nodig zijn dat u medicijnen neemt die er voor zorgen dat de botmassa weer toeneemt (het bot sterker wordt). Deze medicijnen heten bisfosfonaten en remmen de botafbraak. Voorbeelden van deze medicijnen zijn alendronaat (merknaam Fosamax®), Alendroninezuur (onder meerdere merknamen verkrijgbaar) of risedronaat (merknaam Actonel®). Er zijn ook medicijnen beschikbaar met een combinatie van calcium, vitamine D en een bisfosfonaat. Ook deze medicijnen kunnen bijwerkingen hebben. De meest voorkomende zijn buikpijn, misselijkheid, braken en darmklachten. Deze klachten verdwijnen vaak vanzelf. Meer informatie Voor meer informatie over hormoontherapie bij borstkanker kunt u terecht bij uw casemanager en oncoloog. Handige internetsites: www.kanker.nl www.borstkanker.nl (site van borstkankervereniging Nederland) www.voedingenkankerinfo.nl Referentie: www.oncoline.nl (medisch specialistische informatie, landelijke richtlijn mammacarcinoom) Bovenstaande informatie is geschreven samen met artsen en (gespecialiseerd) verpleegkundigen van de genoemde afdeling(en). De afdeling communicatie & patiëntenvoorlichting verzorgt de eindredactie van deze folder. Heeft u vragen en/of opmerkingen over deze folder? Belt u dan met de genoemde afdeling(en) of stuur een e-mail naar PatiëntService, [email protected]. Bernhoven Nistelrodeseweg 10 5406 PT UDEN Postbus 707 5400 AS UDEN T: 0413 - 40 40 40 E: [email protected] I: www.bernhoven.nl Code: Datum gewijzigd: maandag 13 juni 2016 Ga naar www.zorgkaartnederland.nl