Verlichtingsideeën en de democratische revoluties - 1650-1848. • 23 Het streven van vorsten naar absolute macht • 27 Rationeel optimisme en een ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen • 28 Voortbestaan van het ancien regime met pogingen om het vorstelijk bestuur eigentijdse verlichte vorm te geven (verlicht absolutisme) • 30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap 1700 Frankrijk als het middelpunt van Europa De Franse koningen centraliseren de macht in hun land • Lodewijk XIV laat hiertoe speciaal Versailles bouwen Andere Europese hoven (lees: vorsten) volgen zijn voorbeeld Verdere Franse (culturele) invloed 1820 • Frans wordt de voertaal van de Europese elite en alles wat daarbij wil horen Franse kunst is zeer invloedrijk 1800 • 1780 • • 1760 • 1740 • 1720 Le Ancien Régime (1660-1789) 1840 1860 1880 Lodewijk XIV Als Apollo Als de zonnekoning Als Willem III Versailles 1700 • Beide hadden belang de macht van de edelen te breken • Ten tweede kreeg de adel andere functies toebedeeld • Als bestuurder van provincies of in de legerleiding • Ten vierde creëren en handhaven van een geweldsmonopolie 1860 • Via de steden én door werk van nieuw aangestelde ambtenaren (adel). En meer geld is een groter leger! 1840 • Ten derde kwam er meer belasting binnen 1820 • Enerzijds hadden zij geen keuze (zie boven) • Anderzijds leverde dit hen ook op 1800 • Zo werden de steden loyaal aan de vorst en verloren de edelen hun machtsbasis: het land 1780 • Waarom? 1760 • Ten eerste ging deze met de steden samenwerken 1740 • Hoe kon de vorst de macht nu centraliseren? 1720 Vorsten en Steden spannen samen 1880 1700 • hoefde/hield met niemand rekening 1860 • Onder andere Frankrijk, Pruisen, Rusland en Oostenrijk kende een absoluut vorst 1840 • Dus 1820 • alle macht in handen • de overtuiging dat hij de macht van God had gekregen 1800 • Een absoluut vorst had 1780 • In sommige landen was de macht van de vorst inderdaad absoluut • Deze bestuurswijze heette het absolutisme 1760 • Zijn macht kon absoluut zijn of in meerdere of mindere mate gedeeld worden met steden of andere machtige families 1740 • Macht kon een vorst in verschillende gradaties hebben 1720 Uitbouw van de macht 1880 1700 1780 1800 1820 1840 • Greep op handel en nijverheid • Invoerrechten en subsidies aan eigen ondernemers • Creëer een gunstige handelsbalans • Ergo, schop alle Hollanders eruit! 1760 • Houd het geld binnen de staat. 1740 • Het economisch beleid van absolute vorsten werd gekenmerkt door het mercantilisme. 1720 Het absolutisme en de economie 1860 1880 1700 Zij voerde een aantal ideeën uit de verlichting door, zonder hun macht weg te geven Bijvoorbeeld 1840 Beperkte persvrijheid Vrijheid van godsdienst Bescherming van minderheden “Humaner” straffen Afschaffen van horigheid 1820 • • • • • 1800 • 1780 • 1760 In de 18e zijn er vorsten die hun macht op sommige gebieden wijs aanwenden 1740 • 1720 Verlichte macht 1860 1880 “Niets door het Volk; alles voor het Volk” Catharina de Grote Frederik de Grote 1700 1800 1820 1840 • de macht ging nooit van hen weg. Toen Catharina bijvoorbeeld zag dat Verlichte ideeën tot een revolutie (1789!) konden leiden, deed zij gelijk het “licht” uit • m.a.w. al het verlichte beleid werd afgedaan 1780 • Maar 1760 • middels correspondentie en bezoeken aan het hof 1740 • Vorsten zoals Catharina de Grote (Rusland) en Frederik de Grote (Pruisen) lieten zich graag onderhouden door filosofen 1720 Verlichte macht 1860 1880 • Lees: p. 151-154 • Maak: W4