Micropartikels

advertisement
Micropartikels
en stolling
Anita Böing
Presentatie
•
•
•
•
•
Introductie; wat zijn micropartikels
Micropartikels en stolling
Micropartikels en ITP
Andere functies van micropartikels
Conclusie
micropartikels
activatie,
apoptose
‘blebbing’
klein, kleiner, kleinst
Exosomen, P4 particles
30-90 nm
Micropartikels
0.1-1.0 μm
bloedplaatje
1 – 5 μm
Leukocyt
20-30 μm
1 μm
Electronenmicroscopie MP
30 minutes, 18,000 x g
Micropartikels zijn overal
• Humane lichaamsvloeistoffen
– bloed (plasma), traanvocht, liquor, moedermelk,
synoviale vloeistof, urine
• Verschillende cellulaire oorsprong
• Aantallen en samenstelling zijn ziekte (stadium) afhankelijk
• Geconditioneerd celkweek medium
• Serum (FCS etc.)
Interesse in micropartikels
150
Micropartikels
Aantallen publicaties
125
100
75
50
25
0
1960
1970
1980
jaar
1990
2000
Functies van micropartikels
stolling
communicatie
transport
afvalbak
ontsteking
cel activatie
angiogenese
endotheel dysfunctie
Stollingscascade
XIIa
XIa
TF
VIIIa
VIIa
IXa
X
Va
prothrombin
Xa
F1+2
thrombin
fibrinogen
fibrin
Benodigd voor de stolling
• Stollingsfactoren en Ca2+ ionen
• Negatief geladen oppervlakte (PS expositie)
– Binden van stollingsfactoren
• Tissue Factor (TF; normaal extravasculair)
– Initiatie van de stolling
• Hoe kunnen MP hier een bijdrage aan
leveren?
1946
‘plasma, freed from intact platelets,
generates thrombin on recalcification and the
rate of this thrombin generation can be
reduced by prior high-speed centrifugation of
the plasma’
Chargaff, E. and West, R. J Biol Chem 1946;189-197
1967
‘occurrence in normal plasma, serum and
fractions derived therefrom of coagulant
material in minute particulate form,
sedimentable by high-speed centrifugation
and originating from platelets, but
distinguishable from intact platelets’
Wolf, P. Br J Haematol 1967: 13:269-288
annexine V
0
10
1
10
2
10
3
10
Annexine V binding
% MP-geassocieerd TF
Pericard MP exposeren PS en TF
100
4
10
80
60
40
20
0
MP induceren stolling in vitro
micropartikels (wond bloed)
600
CaCl2
subsamples
normaal plasma
400
200
CaCl2
0
subsamples
0
5
10
tijd (min)
15
Trombine (nmol/L)
800
Trombus formatie in vivo
p<0.001
Trombus gewicht (mg)
80
60
p>0.05
p<0.01
40
20
0
MP (wond bloed)
geen Ab
anti-TF
Controle MP
anti-FXII
J Thromb Haemost 2003; 1: 2561-8
1
10
2
10
3
10
CD14
0
10
TF
TF
0
10
Side Scatter
10 4
Meningococcen sepsis + DIS
1
10
2
10
3
10
4
10
0
10
1
10
2
10
3
10
4
10
TF geïnitieerde stolling
0.40
MP + DIS
+ anti-F.XII
Trombine
0.30
+ anti-TF
0.20
0.10
0.00
0
5
tijd (min)
10
15
Kanker, MP en veneuze tromboembolie
• 15% van alle patiënten met kanker
ontwikkelen VTE1
• VTE is de tweede doodsoorzaak in
patiënten met kanker2
1Rickles
and Levine, 1998; 2Hansson et al, 2000
Micropartikels en ITP
• Nomura en Ahn
• ITP afbraak van plaatjes
– bloedingsneiging
• ITP: PMP ↑
– bescherming tegen spierbloedingen
– risicofactor voor trombose / TIA
Functies van micropartikels
stolling
communicatie
transport
afvalbak
ontsteking
cel activatie
angiogenese
endotheel dysfunctie
•
•
•
•
•
•
Microvesicles van glioblastoma tumor cellen bevatten mRNA, micro RNA en angiogene
eiwitten (incl. VEGF)
4,700 verschillende mRNA’s detecteerbaar in microvesicles
500 meest abundant aanwezige mRNA transcripten in MV hebben betrekking tot
– angiogenese
– cel proliferatie
– immuun respons
– cell migratie
Microvesicles stimuleren groei glioblastoma celllijn (self-promoting aspect)
Wanneer microvesicles worden opgenomen door normaal microvasculaire
endotheelcellen wordt het mRNA uit de microvesicles tot expressie gebracht door de
endotheelcellen
Tumorcellen snoeren vesicles af die genetische informatie en eiwitten over
kunnen brengen naar andere cellen en daarbij de tumorgroei stimuleren.
Nature cell Biology 2008; 10: 1470-6
Nature Cell Biology 2008; 10: 619-24
Functies van micropartikels
stolling
communicatie
transport
afvalbak
ontsteking
cel activatie
angiogenese
endotheel dysfunctie
Micropartikels als afvalbak
cells
Procaspase 3
Caspase 3
microparticles
Sorting van caspase 3 naar MP
• MCF-7 cellen (caspase 3 deficient; geen
MP)
• Onderzoeken van het effect van caspase
3 op
– micropartikel (MP) afsnoering
– aanwezigheid van caspase 3 in MP
– verrijking van caspase 3 in MP
un
tr
a
29
ns
fe
ct
ed
caspase 3 (% of total)
Bevatten MP caspase 3?
50
40
30
20
10
0
5
0
3E
G
FP
29
FP
29
3E
G
FP
0
29
N
pmol/min/µg protein
10
29
N
10
20
3E
G
15
29
enrichment
of caspase 3 activity
Caspase 3 activity adherent cells
29
N
pmol/min/µg protein
Caspase 3 activiteit
30
Caspase 3 activity in MP
15
10
5
0
Klinische relevantie sorting caspase 3
Conclusie
Micropartikels
– Het bestaan ervan wordt de laatste jaren
geaccepteerd
– In veel lichaamsvloeistoffen aanwezig
– Initiëren stolling
– en hebben nog vele andere functies
Download