Faecesanalyse: een praktijkvoorbeeld Anamnese Patient X klaagt van duizeligheid, hoofdpijn en spijsverteringsproblemen. Patiënt denkt dat candida in de darmen aanwezig is. Uitslag Er is geen overgroei aan gisten of schimmel. Wel is de darmflora gestoord, de kwaliteit van de darmflora en de afweer van de slijmvliezen, wat de klachten kan veroorzaken. Patiënt Opdrachtnr. Aantal Ingang Patient X 30-02-2012 1 Onderzoek Darmontstekingen Calprotectine Alpha-1-Antitrypsin Immuniteit slijmvliezen sIgA (feces) Spijsvertering Pancreaselastase Galzuren Voedingsmiddelallergie eosinofiele proteine X beta-defensin 2 Specimen Uitgang Ontlasting Resultaat Uitslag Eenheden Referentie 43,20 9,80 mg/l U/ml <50 mg/kg < 27.5 316,00 -- mg/l 510 - 2040 >500.0 <1,7 ug/g µmol/g >200ug/g < 1,7 <30,0 10,10 ng/ml ng/ml < 360 < 23 ng/ml Uitslag bacteriologie Onderzoek Virulente faktoren Virulente faktoren Haemolyse Urease Gelatinase Katalase Coagulase Parasieten immunologisch Entamoeba histolytica Giardia lamblia Cryptosporidien Parasieten microscopisch Entamoeba coli Blastocystis hominis Wormen Ovarien(wormeitjes) Preventieve Resultaat Referentie flora 0,0 1,00 0,0 1,00 0,0 flora 0 0 0 0 0 0,0 0,0 0,0 0 0 0 0,0 0,0 0,0 0,0 0 0 0 0 Uitslag + + gezondheidscheck darm Ontlastingsprogramma Vertering kleur ontlasting faeces Consistentie pH-waarde Spiervezels Zetmeel Vetzepen Intestinale flora Residente flora Escherichia coli Enterococcus sp. Bifidobacterium sp Bacteroides sp. Lactobacillus sp. Transiënte flora Enterobacteriaceae groep 1 Enterobacteriaceae groep 2 Pseudomonas sp. Salmonella sp. Clostridium difficile Onderzoek mycologie Gisten Candida albicans Candida glabrata Candida krusei Candida parapsilosis Candida tropicalis Geotrichum candium Rhodotorula rubra Candida sp. Schimmels Aspergillus fumigatus Aspergillus niger Aspergillus sp. Rhizomucor pusillus Mucor species andere schimmels groen brijig 6,40 0,0 0,0 0,0 bruin structuur 5,8 - 6,8 0,00 0,00 0,00 1,00 *10+06 1,00 *10+05 1,00 *10+06 1,00 *10+07 1,00 *10+05 1.00 * 1006 - 1.00 * 1007 1.00 * 1006 - 1.00 * 1007 1.00 * 1009 - 1.00 * 1011 1.00 * 1009 - 1.00 * 1011 1.00 * 1005 - 1.00 * 1007 < 1,00 *10+04 < 1,00 *10+04 < 1,00 *10+04 0,0 < 1,00 *10+05 < 1.00 * 1004 < 1.00 * 1004 < 1.00 * 1004 0,00 < 1.00 * 1005 negatief negatief negatief negatief negatief negatief negatief negatief negatief tot < 1.00 * 1003 negatief tot < 1.00 * 1003 negatief tot < 1.00 * 1003 negatief tot < 1.00 * 1003 negatief tot < 1.00 * 1003 negatief tot < 1.00 * 1003 negatief tot < 1.00 * 1003 negatief tot < 1.00 * 1003 negatief negatief negatief negatief negatief negatief negatief tot < 1.00 * 1003 negatief tot < 1.00 * 1003 negatief tot < 1.00 * 1003 negatief tot < 1.00 * 1003 negatief tot < 1.00 * 1003 negatief tot < 1.00 * 1003 --- Verlaagd sIgA Deze uitslag toont een te lage sIgA. Dit houdt bv. in infectiegevoeligheid van de slijmvliezen, neoplastische ziektes, atopiën en auto-immuunziektes. Veel mensen met een sIgA gebrek zijn klinisch klachtenvrij. De bestemming van het sIgA uit de ontlasting kan locale sIgA tekorten van het intestinum naar voren brengen. Een therapie opzet houdt altijd in de mucosale immuniteit door een training van de sIgA productie te stimuleren. Dit kan gebeuren bv. door Enterococcus faecalis of Enterococcus faecium (Symbioflor I) en E.coli therapie (Symbioflor II) Virulentiefactor Urease Virulentiefactoren zijn bacteriële moleculen (vaak enzymen) die een schadelijke invloed op de mens kunnen uitoefenen. Urease breekt ureum (een produkt van de eiwitstofwisseling) af, hierdoor komt ammoniak en bicarbonaat vrij. Door de productie van deze twee stoffen wordt het zuur in de directe omgeving van de bacterie geneutraliseerd. Dit beschermende neutraliserende jasje stelt de bacterie in staat om het afweersysteem “zuurvorming” te weerstaan. Verder kan door de ammoniak productie de lever belast worden. Virulentiefactor Katalase Virulentiefactoren zijn bacteriële moleculen (vaak enzymen) die een schadelijke invloed op de mens kunnen uitoefenen. De Katalase stelt de microorganisme in staat het anti-bacteriële waterstofperoxide (geproduceerd door de granulocyten van de patiënt) te inactiveren, en daarmee het immuunsysteem te weerstaan. Het immuunsysteem van de darm moet therapeutisch benadert worden. Denk aan het toepassen van metabolieten (Hylak forte of Prosymbioflor), Enteroccus faecalis (Symcoccium of Symbioflor I) en E.coli (Symbioflor II of Esscherium). Ook isonosoden horen bij de therapeutischen mogelijkheiden. Enterococcen verlaagd In de onderzochte ontlasting is de concentratie enterococcen verlaagd. Er is een bacteriële storing aanwezig en er bestaat een kans op het Overgrowth Syndrom. Let op een verminderde vit. B12 synthese. Enterococcen zijn een bestanddeel van de residente (obligaat) dikke darmflora. Door de zuur- en galtolerantie komen ze ook voor in de dunne darm. Via omzetten van koolhydraten (saccharolyten) worden vetzuren met een korte molecuulverbinding geproduceerd, die naast een verzuring van darmmilieu ook een directe rem op de groei van transiënte kiemen veroorzaken. Verder produceren ze de voor de kolonisatieresistentie belangrijke bactereostatische en bactericide werkende substanties. Bij een overeenstemmend voedingsaanbod kunnen ze ook eiwitten omzetten. Bifidobacteriën verlaagd De bifidobacteriën (en/of bacteroïdes) zijn in verlaagde concentraties in de onderzochte ontlasting aanwezig. Deze bacteriën zijn belangrijk voor ons afweersysteem in de darmen. Door de verlaagde waardes kunnen pathogene organismen zich vestigen en ontwikkelen in de darmen. Bifido’s komen voornamelijk voor in de dunne en de dikke darm. Ze vertegenwoordigen een groot deel van de residente (obligate) flora. Ze verwerken alleen echte koolhydraten (saccharolyten). Op basis van het grote aantal zijn ze belangrijk bij kolonisatieresistentie. Via de bouw van vetzuren met een korte moleculaire keten werken ze synergetisch met lactobacillen en enterococcen. Verder kunnen ze galzuren splitsen en de vermenigvuldiging van transiënte bacteriën remmen. Zij zijn weinig immunogeen (stimulerend voor het immuunsysteem van de darmen). Bacteroïdes verlaagd Bacteroïdes in de dikke darm zijn op zich onschadelijke bacteriën en vormen de grootste bacteriegroep. Ze zijn obligaat-anaërobe bacteriën. De bacteriën kunnen onverteerbare vezels omzetten in korte keten vetzuren, deze stoffen voeden het slijmvlies van de dikke darm. Lagere concentraties van deze bacteriën kunnen zorgen voor een verlaagde darmslijmvliesbarrière waardoor pathogenen zich makkelijker in de darmen kunnen vestigen.