Prikkelbare Darm Syndroom Ik heb het prikkelbare darmsyndroom. Wat is dit precies? Eigenlijk weten we dat niet precies. We noemen het tegenwoordige prikkelbare darm syndroom (PDS), omdat de vroeger gebruikte term ‘spastische darm’ in elk geval niet klopt. Dat suggereert dat de darm anders beweegt dan normaal en dat blijkt niet zo te zijn. De klachten hebben te maken met de dikke darm. Die loopt door de hele buik heen, en je kunt dan ook overal in de buik iets voelen. Bij sommige mensen lijken de darmen sterk te reageren op prikkels zoals drukte of stress. De klachten bestaan vooral uit buikpijn. Maar ook een opgeblazen buik. Dat is echt zo, de buik is wat dikker en je moet je riem losmaken. Dat komt door ophoping van lucht. Winderigheid hoort er dus ook bij. Verder is er wisselende ontlasting. Dan weer eens verstopping en dan weer eens dunne ontlasting, diarree. Vaak wordt de pijn ook minder na de ontlasting. En soms zit er slijm bij de ontlasting. Bloed hoort er trouwens niet bij te zitten. Dat duidt vaak op andere aandoeningen. Je kunt jarenlang last van PDS hebben, de ene periode meer dan de andere. Vaak gaan die klachten ook samen met misselijkheid, moeheid, brandend maagzuur, hoofdpijn, pijn in de rug, slapeloosheid en last met plassen. Soms ook met angst of depressie. Hoe weet ik nou of het niet iets veel ernstigers is? Er mag dus geen bloed bij de ontlasting zitten, want dat kan op ernstige ziektes duiden. Op een ontsteking als colitis ulcerosa, of de ziekte van Crohn; of op een gezwel in de darmen. Als je erg afvalt, bijvoorbeeld drie kilo in een maand, dan moet je ook verder onderzoek laten doen. Ook als de klachten voor het eerst ontstaan boven je vijftigste. Of als je wekenlang diarree hebt. En tenslotte als de obstipatie niet reageert op laxeermiddelen. In zo’n geval is het nodig om bloedonderzoek te doen of om de darm van binnen te bekijken, met een scopie. Maar dat soort onderzoek is meestal niet nodig om de diagnose prikkelbare darm syndroom te stellen. Waarom heb ik nou juist deze aandoening? Heel veel mensen hebben er last van. We schatten een op de tien mensen, misschien wel een op de vijf. Vanaf het vijftiende tot het vijfenzestigste jaar. Vrouwen hebben er vaker last van dan mannen, maar waarom dat is weten we niet. Zijn er bepaalde oorzaken aan te wijzen? Er zijn heel veel theorieën over. Het zou een te kort aan voedingsvezels zijn. Het zou een fout in de beweeglijkheid van de darmen zijn. Of met een ontsteking te maken hebben, of met een voedselallergie of door psychische oorzaken. Eigenlijk is geen van deze dingen ooit aangetoond. Bij sommige mensen reageren de darmen sterk op prikkels als drukte of spanningen. Iedereen kent dat wel. Als je examen moet doen of zo. Dat komt uit de evolutie. Als een prooidier een belager zag, liet het zijn ontlasting gaan om harder weg te kunnen rennen. Het is dus altijd nuttig om na te gaan of er thuis of op je werk iets niet lekker zit. Het helpt soms om dat in een dagboekje een paar weken bij te houden. Wat kan ik er aan doen? Het helpt vaak al als je weet dat het geen kwaad kan. En dat er geen verhoogde kans is op het ontstaan van ernstige darmziektes. Soms ontstaat een vicieuze cirkel: klachten leiden tot ongerustheid en ongerustheid leidt tot verergering van de klachten. Sommige mensen gaan van alles vermijden: bepaald voedsel of bepaalde activiteiten, terwijl daarvoor helemaal geen reden is. Het is vaker zo dat de klachten worden veroorzaakt door het feit dat je eet en meestal niet zozeer wat je eet. Soms is een onregelmatig eetpatroon de boosdoener. Een diëtist kan daar soms bij helpen. Soms komt het door een gebrek aan beweging. Soms moet je meer drinken, anderhalf tot twee liter vocht per dag. En als je meer last hebt in tijden van stress, dan kun je dat proberen te vermijden. Gezonde voeding met voldoende groente, fruit en vezels is in elk geval goed. Soms kun je onder leiding van een psycholoog de klachten leren verdragen. Hypnotherapie schijnt soms te helpen. Een hypnotherapeut kan mensen leren om onder hypnose hun darm te beïnvloeden. Soms kan bekkenfysiotherapie helpen. Zijn er geen medicijnen tegen? Nee, er is geen enkel medicijn dat echt helpt. Sommige mensen hebben baat bij een dieet met meer vezels en soms kun je die ook in zakjes kopen. Soms helpt lactulosedrank, dat is ook een laxeermiddel. Mensen die vooral last van diarree hebben kunnen soms baat hebben bij een diarreeremmer, als ze moeten reizen bijvoorbeeld. Natuurlijk helpt een pijnstiller soms, bijvoorbeeld paracetamol. Soms geven we ook een antidepressivum in lage dosering. Sommige mensen hebben baat bij probiotica, van die drankjes waar bacteriën aan zijn toegevoegd. Echt bewijs voor de werking daarvan is er niet.