Orde of wanorde?

advertisement
10
Brochures: aanbevelingen en advies
Orde of wanorde?
è Basisregels en aanbevelingen voor de ordening
van documenten bij uw instelling
Versie december 2011
Algemeen Rijksarchief en
Rijksarchief in de Provinciën
Afdeling Toezicht, advisering en coördinatie van verwerving en selectie
1
Orde of wanorde?
è Basisregels
en aanbevelingen voor de ordening
van documenten bij uw instelling
INHOUDSTAFEL
INLEIDING................................................................................................................................... 5
WAT IS “ORDENEN”?................................................................................................................. 6
WAAROM ORDENEN?................................................................................................................ 7
1. Wettelijke verplichting(en) ................................................................................................... 7
2. Ordenen: een absolute noodzaak! ...................................................................................... 7
WANNEER ORDENEN?.............................................................................................................. 8
1. Levensloop van een document ............................................................................................ 8
1.1. Dynamische en semi-dynamische documenten.............................................................. 9
1.2. Statische documenten ................................................................................................ 9
2. Vroeg begonnen................................................................................................................. 9
HOE ORDENEN?...................................................................................................................... 10
1. De ordeningsniveaus.......................................................................................................... 10
1.1. Losse documenten (of stukken).................................................................................. 10
1.2. Dossiers .................................................................................................................... 10
1.3. Reeksens................................................................................................................... 10
1.4. Archief(bestand)........................................................................................................ 10
2. Hoe documenten ordenen?................................................................................................12
3. Hoe de documenten ordenen in reeksen?...........................................................................13
4. Welke ordening breng ik aan in een dossier? ....................................................................14
HOE EEN ORDENINGSPLAN UITWERKEN?.............................................................................15
1. Definitie en belang..............................................................................................................15
2. De vereisten van een ordeningsplan...................................................................................15
2.1. Logisch.......................................................................................................................16
2.2. Allesomvattend...........................................................................................................16
3. Soorten ordeningsplannen .................................................................................................17
3.1. Volgens de functies: het functioneel ordeningsplan......................................................17
3.2. Volgens de organisatie: het structureel ordeningsplan..................................................18
3.3. Per item: het thematische of systematische ordeningsplan...........................................18
2
HOE KIES IK EEN ORDENINGSPLAN?.....................................................................................19
1. Voorkeur voor het functionele ordeningsplan.......................................................................19
2. Combinatie van methodes..................................................................................................19
3. Model van een ordeningsplan............................................................................................ 20
HOE IDENTIFICEER IK ELK DOSSIER EN ELK DOCUMENT IN MIJN ORDENINGSPLAN?..... 22
1. Codificatie.......................................................................................................................... 22
2. Nummering....................................................................................................................... 22
3. Index................................................................................................................................. 23
ENKELE TIPS VOOR EEN GESLAAGDE ORDENING............................................................... 24
1. Hoe werk ik een ordeningsplan uit? .................................................................................. 24
2. Hoe voer ik binnen mijn administratie op duurzame wijze een ordeningsplan in?................ 25
3. Moet ik het ordeningsplan retroactief toepassen ?............................................................. 26
4. Wat met digitale documenten? ......................................................................................... 27
5. De laatste stap: de fysieke opberging............................................................................... 28
BIBLIOGRAFIE.......................................................................................................................... 29
ADRESSENLIJST...................................................................................................................... 32
3
INLEIDING
In elke instelling worden personeelsleden geconfronteerd met de
problematiek van ordening en archivering. Zowel ontvangen als
zelf opgestelde documenten moeten zodanig geordend worden
dat ze zo nodig later gemakkelijk opgezocht kunnen worden. Het
ordenen van documenten (het ‘klasseren’) wordt vaak ervaren als
een vervelende klus of als bijkomstig werk.
Nochtans maakt het integraal deel uit van het takenpakket
van elke organisatie. Door de ordening wordt een logische
en hiërarchische structuur verleend aan alle documenten
(ongeacht de drager) die een instelling opmaakt of ontvangt in
het kader van zijn activiteiten. Een heldere, correct toegepaste
ordeningsstructuur is meebepalend voor de kwaliteit van de
dienstverlening. Het ordenen van documenten almaar uitstellen
biedt op termijn geen oplossing. De ervaring leert dat veel
werknemers een groot, soms zelfs buitensporig groot deel
van hun tijd besteden aan het zoeken naar documenten.
De aanwezigheid van onvolledige dossiers, van parallelle
klassementen,… kan een negatieve impact hebben op het
arbeidsklimaat en kan leiden tot verkeerde beslissingen.
Het is dan ook belangrijk voldoende aandacht te besteden aan
het ordenen en aan het archiveren van documenten. Als excuus
voor een gebrekkig document- en archiefbeheer wordt dikwijls
verwezen naar een gebrek aan tijd, personeel en middelen.
Bedenk echter dat vaak méér tijd verloren gaat door het zoeken
naar slecht of niet geordende documenten: een half uurtje
ordening vandaag betekent een uur tijdswinst morgen!
In deze brochure vindt u een aantal basisregels en praktische
raadgevingen om een eenvoudig maar efficiënt ordeningssysteem
uit te werken voor een organisatie. Wij hopen u zo te kunnen
helpen bij de optimalisatie van het dagelijks documentbeheer.
Voor meer inlichtingen kan u het Algemeen Rijksarchief en
Rijksarchief in de Provinciën contacteren (zie www.arch.be voor
de contactgegevens) of een e-mail sturen naar [email protected].­­
We vernemen ook graag uw suggesties en opmerkingen over
deze brochure!
5
WAT IS “ORDENEN”?
Documenten ordenen betekent documenten op een georganiseerde en gestructureerde manier
beheren, met andere woorden een bepaalde ordening aanbrengen in een geheel van elementen
(bijvoorbeeld documenten) of ergens in onderbrengen (bijvoorbeeld: brieven in een dossier en de
dossiers op hun beurt in een ordeningsrubriek).
In de praktijk verloopt ordening in twee stappen:
॥॥ er wordt een ordeningsplan opgebouwd, een logische en overzichtelijke structuur;
॥॥ de verschillende documenten en dossiers worden in deze structuur ondergebracht.
De term “ordening” wordt vaak verward met de term “opberging”!
• het ordenen van documenten is een intellectueel proces waarbij individuele
documenten geordend worden en samenhang gecreëerd wordt tussen
verschillende reeksen
• de opberging is een materiële ingreep waarbij documenten op
geordende wijze verpakt of opgeborgen worden.
Documenten kunnen slechts efficiënt worden opgeborgen als eerst een
ordeningssysteem werd uitgewerkt!
6
WAAROM ORDENEN?
1. Wettelijke verplichting(en)
Het ordenen van archieven is voor overheidsadministraties een wettelijke verplichting. Zij moeten
hun documenten krachtens art. 1, §1 van de Archiefwet van 24 juni 1955 gewijzigd door de wet
van 6 mei 2009 in “goede, geordende en toegankelijke staat” bewaren. Deze basisregel moet door
alle instellingen worden nageleefd die wettelijk verplicht zijn hun archief over te brengen naar het
Rijksarchief. De overbrenging van massa’s ongeordende of verstoorde archieven – ongeacht hun
vorm of drager – wordt geweigerd totdat de instelling die het archief heeft gevormd, de documenten
op eigen kosten heeft beschreven en geordend.
Een andere wettelijke bepaling verplicht de overheidsinstellingen om de burger inzage te verlenen
in hun documenten, namelijk de wet betreffende de openbaarheid van bestuur (Wet van 11 april
1994). Hoewel de wet niets zegt over de wijze waarop de documenten bewaard moeten worden, zal
het voor een administratie eenvoudiger zijn om de betrokken wetgeving te respecteren wanneer ze
beschikt over uniforme ordeningsregels en -procedures.
Advies of hulp nodig?
Het Rijksarchief en de afdeling Toezicht en Advies helpen u graag om een
ordening voor uw archief en uw documenten uit te werken. Raadpleeg de
website http://www.arch.be/toezicht of stuur uw vraag naar het emailadres [email protected]
2. Ordenen: een absolute noodzaak!
Het ordenen van documenten is een wettelijke verplichting, maar ook en in de eerste plaats een
administratieve noodzaak, en dit laatste geldt zowel voor de overheids- als voor de privé-sector.
Personeelsleden ordenen documenten niet alleen bij de afsluiting van een dossier, maar ook - en
vooral - om ze te kunnen terugvinden wanneer ze deze nodig hebben.
De belangrijkste voordelen van een nauwgezette ordening
• het waarborgen van transparantie en van de openbaarheid (zoals bepaald door de wet
op de openbaarheid van het bestuur)
• een efficiënter informatie- en kennisbeheer (tijdswinst, kwaliteit van
het werk, informatie-uitwisseling, continuïteit van de dienstverlening,
archivering)
• beslissingen kunnen gemakkelijker genomen worden
• het verzekeren van de bescherming van gevoelige en geclassificeerde
informatie (risicobeheer)
7
WANNEER ORDENEN?
Merk op dat archiefordening op gelijk welk moment kan plaatsvinden, vanaf het ogenblik van het
onstaan van het document tot het moment van zijn blijvende bewaring. Maar hoe vroeger een
document geordend is, hoe efficiënter de documenten beheerd en bewaard kunnen worden.
Voorts is het vanzelfsprekend dat een administratie haar documenten en archieven niet ordent met
het oog op hun eeuwige waarde, maar uit een welbegrepen ‘eigenbelang’, om haar taken naar
behoren te kunnen vervullen.
De ordening die een archiefvormer heeft aangebracht in zijn dynamische en semi-dynamische
documenten is van fundamenteel belang. Men spreekt over de oorspronkelijke ordening. Deze
oorspronkelijke ordening moet, in de mate dat ze aanwezig en coherent is, tijdens de volledige
levensloop van de documenten behouden blijven, aangezien ze de weerspiegeling is van de
activiteiten (werkprocessen) van de archiefvormer.
Moeten alle documenten geordend worden (zowel papier als digitaal)?
Elk document moet zijn plaats krijgen binnen een dossier. Dit geldt voor
alle documenten op verschillende dragers: papier, foto’s, video, digitale
dragers (o.a. optische of magnetische dragers).
1. Levensloop van een document
LEVENSLOOP VAN EEN DOCUMENT / ARCHIEFSTUK
Dynamisch
Semi-dynamisch
Statisch
Dienst / Bureau
Dienst / Bureau /
Archiefruimte
Archiefdienst
Archief wordt gevormd en
opgeborgen in een klassement
of mappenstructuur
8
Dossiers hebben nog
administratieve waarde, maar
worden niet meer actief gebruikt
Einde administratief nut:
wat bewaren,
wat vernietigen?
Ter beschikking stellen
voor onderzoek
1.1 Dynamische en semi-dynamische documenten
Dit zijn stukken die nog administratief nut en/of bewijswaarde hebben. Ze worden bij hun opmaak
of ontvangst geordend om ze onmiddellijk of op middellange termijn te kunnen gebruiken. Het
klassement is ‘actief: er worden nog nieuwe stukken aan toegevoegd.
1.2 Statische documenten Documenten die geen administratief nut meer hebben worden definitief geordend. Het is in deze
fase dat ze een selectie ondergaan op basis van de aanwijzingen van het Rijksarchief ; een deel zal
ofwel vernietigd ofwel naar een archiefinstelling of -dienst overgebracht moeten worden.
2. Vroeg begonnen
Wachten tot documenten en dossiers zich opstapelen in de kantoren …
... OF
van bij de start ordenen
9
HOE ORDENEN?
Ordenen moet methodisch en nauwgezet gebeuren. Improvisatie is hier niet aan de orde!
De ordeningsprincipes en –methodes gelden zowel voor dynamische, semi-dynamische als statische
archieven. De onderstaande aanbevelingen zijn van toepassing op de ordening van dynamisch en
semi-dynamisch archief, aangezien de archiefvormer in die fasen de verantwoordelijkheid draagt.
Een digitaal documentbeheersysteem (DMS): dé oplossing of een illusie?
Digitale documentbeheersystemen worden soms beschouwd als een mirakeloplossing
voor alle ordeningsproblemen. In feite gelden voor het beheer van digitale archieven
dezelfde regels en principes als voor papieren documenten; alleen de
technologie die daarbij wordt aangewend is verschillend. Een DMS
is zeker geen wondermiddel. De ingebruikname van een DMS kan
echter wel de aanleiding zijn om na te denken over de gebruikte
methodes en om ordeningsprocedures op punt te stellen die zowel
voor papieren als voor digitale documenten (of voor documenten
op gelijk welke andere drager) kunnen worden gebruikt.
1. De ordeningsniveaus
1.1. Losse documenten (of stukken)
1.2. Documenten worden doorgaans gegroepeerd in een dossier
Elk dossier handelt over een zaak, een administratieve procedure of een thema (bijvoorbeeld een
individueel personeelsdossier, het dossier van een gerechtelijk proces, enz.).
1.3. Reeksen bestaan uit:
• documenten die bij elkaar zijn samengebracht omdat ze dezelfde formele kenmerken delen of
van dezelfde aard zijn (bijvoorbeeld dienstnota’s, verslagen van stafvergaderingen, registers,
enz.).
• dossiers die bij elkaar zijn samengebracht op basis van hun aard of van de zaken, procedures,
thema’s die ze behandelen (bijvoorbeeld reeksen met individuele personeelsdossiers; reeksen
met dossiers aangaande procedures voor de correctionele rechtbank) 1.4. Het geheel van reeksen gevormd door een dienst of instelling is een archief(bestand)
10
Papier
Type drager
Digitaal
Losse
documenten/
Files
Dossiers/
Folders
Reeks
Archief(bestand)
Alle archiefreeksen (zowel op papier als digitaal)
11
12
een onderwerp / een thema
een zaak / een administratieve
procedure
- dossiers met referentiedocumentatie
- dossiers over rechtspraak
- medische dossiers
- personeelsdossiers
Documenten gegroepeerd in dossiers:
-d
ossier inzake de verkoop van een
perceel
- faillissementsdossier
- dossier inzake een gerechtelijk proces
-d
ossier inzake de bouw van een monument
- subsidiedossier
- beheersdossier
Documenten gegroepeerd in dossiers:
- registers
- verslagen van vergaderingen
-m
inuten van gerechtelijke uitspraken
(ingebonden)
- rekeningen
- omzendbrieven
- dienstnota’s
- jaarverslagen
- inkomende en uitgaande briefwiseling
Documenten gegroepeerd in reeksen:
de formele kenmerken /
de aard van het document
Voorbeelden
De ordening is gebaseerd op
2. Hoe documenten ordenen?
(persoon, plaats, gebeurtenis)
Ordening per onderwerp
Het bundelen van documenten
over een zelfde aangelegenheid
in één dossier vergemakkelijkt de
afhandeling van de zaak, evenals
het opzoeken van een specifiek
document (in het kader van die
zaak)
Bij een correcte ordening kan het
document snel worden teruggevonden
Voordelen
Niet alle documenten werden noodzakelijkerwijs
gevormd of ontvangen in het kader van de afhandeling van één enkele zaak.
Het formaat en de aard van sommige dragers vereisen andere bewaaromstandigheden dan deze
die gelden voor papier (fotografische glasplaten,
films, magneetbanden, enz.). Er moet dan een
verwijzing worden voorzien van het dossier naar
de documenten die afzonderlijk worden bewaard.
Het is moeilijk het verloop van de zaak opnieuw
te reconstrueren, aangezien de documenten verspreid bewaard worden (de context waarin ze
werden gevormd, is verloren gegaan)
Nadelen
13
of methodisch
“systematisch” (per nummer)
numeriek
alfabetisch
- ingekomen briefwisseling
chronologisch (rijksre-
- Een ordeningsmethode op basis
van een specifiek ordeningssysteem: samenstelling van de begrotingsartikels, NDC (nationale
decimale classificatie)
- Personeelsdossiers
gisternummer)
-D
ossiers van het Parket van de
Procureur des Konings (volgnummer dat aan elke zaak
wordt toegekend wanneer ze
op het parket toekomt)
- dossiers over een bepaalde zaak
(op plaatsnaam, persoonsnaam,
trefwoord of onderwerp)
-d
ossiers inzake leveranciers /
klanten
- personeelsdossiers
- verslagen van vergaderingen
- facturen
Voorbeelden
De ordening is
3. Hoe de documenten ordenen in reeksen?
Gemakkelijk op punt te stellen
Men vindt de documenten of dossiers
rechtstreeks terug op naam (een toegang is overbodig).
Het is de eenvoudigste methode, maar
men moet het eens zijn over de datum
die wordt weerhouden: datum van opmaak, van ontvangst of van registratie? Datum van opening van het dossier of van het afsluiten van de zaak?
Men kan ook opteren voor de datum
van de betrokken gebeurtenis.
Voordelen
-D
e ordeningsrubrieken moeten mee evolueren met de procedures
en bevoegdheden van de dienst. Wanneer de rubrieken aangepast worden, loopt men het risico geconfronteerd te worden met
twee klassementen: het oude en het nieuwe.
-D
it systeem wordt afgeraden want niet in overeenstemming met de
logica van de administratieve afhandeling van de dossiers;
Men moet één of meerdere zoekinstrumenten opstellen, met verwijzingen van de nummers naar de onderwerpen, en met verwijzingen
van de onderwerpen naar de nummers.
-e
r moet ruimte voorzien worden tussen de dossiers zolang deze
niet afgesloten zijn. De dossiers groeien tijdens de administratieve
procedure immers verder aan.
- v aak complexer (indien een document of dossier over meerdere
zaken gaat, moet het onder verschillende trefwoorden worden geordend, en moet een systeem van verwijzingen worden voorzien)
- de gebruikte terminologie is zeer belangrijk: de gekozen term bepaalt
de ordening (de opmaak van een thesaurus wordt dan ook aanbevolen)
Deze ordeningsmethode is niet voor alle reeksen geschikt en ook
niet om nadien documenten of dossiers op te zoeken waarvan men
de datum niet kent… Chronologische reeksen vereisen toegangsinstrumenten (indices, repertoria, overzichten, enz.) die toelaten te
zoeken op andere criteria (naam, onderwerp,…).
Nadelen
4. Welke ordening breng ik aan in een dossier?
Verschillende documenten verzamelen in een dossier volstaat niet; ze moeten ook geordend worden.
In een dossier over een bepaalde zaak worden de documenten over het algemeen chronologisch
geordend. Maar van dit principe kan ook afgeweken worden: zo zal men bewijsstukken bij de
documenten laten waarop ze betrekking hebben, ongeacht de datum ervan.
Indien een dossier te omvangrijk en ingewikkeld wordt, kunnen subdossiers gecreëerd worden. Elk
subdossier moet een benaming krijgen. Met het oog op de interne ordening van het dossier kunnen
eventueel subnummers worden toegekend aan de documenten (of aan de subdossiers).
Methode, daar komt het op aan!
Kies voor de interne ordening van de reeksen de meest aangewezen methode en blijf
deze volgen. Hoe maak je deze keuze?
1. De ordeningsmethode moet aangepast zijn aan de werkmethodes van de dienst
(deze zijn niet noodzakelijk overal dezelfde)
2. V
ertrek altijd vanuit het standpunt van iemand die op zoek is naar informatie. Hoe
verricht ik een opzoeking? Hoe kan ik de informatie het gemakkelijkst terugvinden?
3. H
ou rekening met eventuele selectierichtlijnen voor de statische archieven. Indien
bepaalde documenten in een dossier na zekere tijd vernietigd mogen worden, is
het bijvoorbeeld beter ze chronologisch te ordenen in plaats van alfabetisch. Het is
gemakkelijker om een volledig jaar te elimineren dan documenten één voor één uit
een alfabetisch klassement te moeten halen.
4. H
et is niet voldoende documenten en dossiers te groeperen in reeksen. Er
moet een samenhang gecreëerd worden tussen de verschillende reeksen. Deze
samenhang noemen we het klassement of ordeningsplan.
14
HOE EEN ORDENINGSPLAN UITWERKEN?
1. Definitie en belang
Een ordeningsplan is een vooraf vastgelegd logisch schema
dat als leidraad dient voor de ordening van de documenten in
de kantoren (de “dynamische archieven”). Het ordeningsplan
wil alle onderdelen van een organisatie (of van een dienst)
en alle personeelsleden een logische structuur aanreiken
om de in het kader van hun werkzaamheden opgemaakt of
ontvangen documenten, te ordenen. Het plan maakt het mogelijk
de ordening van de documenten te systematiseren en uniformeren, en
om elk dossier een unieke en definitieve plaats te geven.
Anderzijds is het ordeningsplan een zoekinstrument dat de ordening en opzoeking van informatie
in alle fasen van de levensloop van de documenten vergemakkelijkt (zie punt 1). Wanneer het plan
goed uitgedacht is, dan wordt de ordening geen bijkomende last, maar een integraal onderdeel
van het werk. Dankzij een ordeningsplan weet elk personeelslid waar de behandelde stukken en
dossiers moeten belanden en waar deze zonder moeite teruggevonden kunnen worden. Iedereen
hanteert ook dezelfde ordeningsprincipes.
2. De vereisten van een ordeningsplan
Een ordeningsplan is een werkinstrument. Om efficiënt te zijn moet het voldoen aan een aantal
vereisten, namelijk:
- aangepast zijn aan de dossiers en logisch opgebouwd zijn
- exhaustief zijn
15
2.1. Logisch
Een ordening moet logisch en hiërarchisch worden opgebouwd. Alle documenten en archiefstukken
worden volgens een logisch schema verdeeld over een aantal grote onderverdelingen en rubrieken.
Een ordeningsplan is gestructureerd volgens hiërarchische niveaus. Hoe?
1. H
et geheel moet logisch worden opgedeeld in rubrieken en subrubrieken, met een hiërarchische
ordening van algemeen naar bijzonder; de structuur vertrekt van de grote onderverdelingen, de
meer algemene rubrieken, om uit te komen bij de meer specifieke rubrieken en uiteindelijk het
laagste niveau, waar de documenten kunnen worden ondergebracht.
2. D
e criteria van de indeling moeten bepaald worden. Er moet m.a.w. een gemeenschappelijke
kenmerk gedefinieerd worden dat zal toelaten om het geheel op te delen in rubrieken. Op
elk niveau moet dezelfde logica worden gerespecteerd. Op verschillende niveaus kunnen
verschillende criteria worden gebruikt. Men kan bijvoorbeeld kiezen voor grote categorieën op
basis van de opdrachten van een instelling, en vervolgens voor rubrieken gebaseerd op de
behandelde materies (dossiers inzake aanwerving in het voorbeeld) of zelfs op de verschillende
soorten documenten (briefwisseling IN/OUT in het voorbeeld).
2.2. Allesomvattend
Een ordeningsplan moet alle taken van een administratie of een dienst, en alle types documenten
die er opgesteld of ontvangen worden omvatten, ongeacht hun vorm of drager (conventioneel of
digitaal).
16
3. Soorten ordeningsplannen
Er zijn meerdere types ordeningsplannen, al naargelang van het ordeningscriterium dat wordt
gebruikt in de hoofdstructuur:
-
volgens de functies of taken van een organisatie (personeelsbeheer, financieel beheer,
logistiek beheer enz.) ;
- volgens de structuur van de organisatie (directie, onderdirectie, dienst, enz.) ;
- volgens item.
3.1. Volgens de functies: het functioneel ordeningsplan
Het functioneel ordeningsplan is gebaseerd op de activiteitsdomeinen en functies (taken) van een
organisatie. Alle documenten die voortvloeien uit een bepaalde taak of activiteit worden geordend
in dezelfde onderverdeling. 1. Opdracht
1.1. Functie
1.1.1. Activiteit of taak
Voorbeeld :
1. Personeelsbeheer
1.1. Aanwerving en bevordering
1.1.1. Aanwervingsprocedure
- lijsten
- reeks dossiers
॥॥ Voordeel :
-d
e functionele ordening weerspiegelt de context waarin de documenten werden opgemaakt
en gebruikt; de documenten worden in hun operationele of administratieve context gesitueerd,
op de plaats die ze logischerwijze innemen in de procedures et werkzaamheden. Met
het functionele ordeningsplan begrijpt men perfect waarom en hoe een document werd
opgemaakt en gebruikt.
- het functioneel ordeningsplan staat los van het organogram van de organisatie. Wijzigingen
of herschikkingen in het organogram hebben dus geen invloed op het ordeningsplan;
functies zijn immers over het algemeen stabieler dan administratieve structuren.
- de keuze voor een functioneel ordeningsplan kadert volledig binnen het digitaal document
beheer (Records management).
॥॥ Nadeel
- Het funtioneel ordeningsplan is redelijk ingewikkeld uit te werken.
- Het kan abstract lijken voor de gebruikers.
17
3.2. Volgens de organisatie: het structureel ordeningsplan
Dit ordeningsplan is gebaseerd op de bestaande administratieve indeling van de organisatie. De
onderverdelingen in het plan volgen het organogram van de instelling: afdelingen, diensten, bureaus
en andere organisatorische entiteiten. Alle documenten opgesteld door een zelfde dienst of entiteit
(directie, secretariaat enz.) worden ondergebracht in dezelfde onderafdeling van het ordeningsplan.
Organisme
1. Afdeling 1
1.1. Dienst A
1.1.1. Bureau X
॥॥ Voordeel :
-d
it type plan weerspiegelt het organogram van de organisatie en is dus voor alle medewerkers
erg herkenbaar en makkelijk toepasbaar. Deze methode is geschikt voor organisaties met
een stabiele, ongewijzigde structuur; de realiteit is echter vaak heel wat complexer.
॥॥ Nadeel :
-a
dministratieve structuren zijn vaak onstabiel en organogrammen worden dikwijls gewijzigd:
diensten worden geschrapt, bevoegdheden herverdeeld, nieuwe diensten worden opgericht.
Bij elke wijziging in het organogram moet het ordeningsplan dus worden aangepast.
- waar ordent men een “transversaal” dossier dat door meerdere diensten wordt behandeld?
3.3. Per item: het thematische of systematische ordeningsplan
Men kan zich voorstellen dat een organisatie haar archieven ordent per item, per behandelde
materie en zelfs per thema. Op die manier wordt een overzicht gegeven van alle materies die de
instelling behandelt. Alle dossiers die over een zelfde onderwerp handelen, zouden dus in dezelfde
rubriek worden ondergebracht.
Voorbeeld :
1. Tewerkstelling
1.1. Contracten
1.1.1. Statutairen
(…)
॥॥ Voordeel:
Dit model is vaak gebruikt voor het klasseren van documentatie.
॥॥ Nadeel:
18
-d
e ordening van de documenten houdt geen rekening met de administratieve context
waarbinnen ze ontstaan;
- een zelfde document of dossier kan over twee verschillende thema’s handelen;
- de keuze van de thema’s is vaak subjectief: interpretatie dringt zich dan op en verschillende
conclusies zijn dus mogelijk.
HOE KIES IK EEN ORDENINGSPLAN?
1. Voorkeur voor het functionele ordeningsplan
Over het algemeen verkiezen archivarissen het functioneel ordeningsplan. Aangezien archief bestaat
uit documenten die door een organisatie worden gevormd bij de uitoefening van haar functies
en activiteiten, lijkt dit type ordeningsplan het meest aangewezen. De internationale normen voor
records management beogen ordeningssystemen gebaseerd op de administratieve procedures.
Voor archief wordt een zuiver thematische ordening ten zeerste afgeraden. De thematische ordening
is geschikt voor collecties van boeken of documentatie, maar niet voor archiefbestanden.
2. Combinatie van methodes
In één ordeningsplan kunnen verschillende ordeningstypes (functioneel, organisatorisch, thematisch)
worden gecombineerd op voorwaarde dat op eenzelfde niveau geen verschillende indelingscriteria
worden gebruikt. In de praktijk wordt meestal gekozen voor:
-e
en ordening volgens de activiteitsdomeinen en de functies of volgens de organieke structuur
van de organisatie op het hoogste niveau (hoofdstructuur met de grote onderverdelingen);
- een verdeling per functie of per onderwerp op het volgende niveau (het niveau van de rubrieken).
19
3. Model van een ordeningsplan
Algemene structuur van een functioneel ordeningsplan
Een ordeningsplan volgens functies/taken geeft de interne beheersfuncties en de meer specifieke
(operationele) functies van een organisatie weer. Om een ordeningsplan op te stellen, dienen de
verschillende functies die de instelling uitoefent opgelijst te worden. Vervolgens worden ze op een
logische manier geordend, namelijk:
- eerst alle functies van intern beheer, d.w.z. de ondersteunende taken (personeelsbeheer,
financieel beheer, ICT,…) ;
- vervolgens alle specifieke of operationele functies, dit zijn de taken specifiek voor uw organisatie
(bijvoorbeeld: BTW-controle voor een BTW-kantoor) .
De grote onderverdelingen stemmen dus overeen met functies (belangrijkste opdrachten, hoofdtaken,
specifieke activiteiten,…). Binnen deze rubrieken worden de documenten chronologisch, alfabetisch,
numeriek,… geordend. Op elk niveau moet het ordeningsplan dezelfde logica volgen.
Schema van een functioneel ordeningsplan
I.
Functie/domein 1
A. Taak A
1. Subtaak a
B. Taak B
C. Taak C
II.
Functie/domein 2
A. Taak D
B. Taak E
III. Functie/domein 3
A. Taak F
B. Taak G
Tips voor het definiëren van de onderverdelingen (rubrieken):
- werk steeds van algemeen naar bijzonder, met aandacht voor het onderlinge verband
tussen de verschillende onderverdelingen;
- vermijd categorieën zoals “varia” of “andere” waar al te vaak documenten
in belanden die men elders niet ‘kwijt’ kan; - zorg ervoor dat de onderverdelingen elkaar uitsluiten en dat er geen
overlappingen zijn. Indien er twijfel mogelijk is, moeten verwijzingen
worden ingebouwd naar de andere betrokken onderverdelingen;
- voorzie voldoende ruime categorieën, zodat alle gelijkaardige
dossiers en documenten er in opgenomen kunnen worden (gebruik
m.a.w. geen titels die verwijzen naar een eenmalige gebeurtenis).
20
Concreet voorbeeld:
A. Functies van intern beheer:
A.1. Personeelsbeheer
A.1.1. Aanwerving
A.1.2. Loopbaan (contractueel, statutair)
A.1.3. Bevordering
A.2. Financieel beheer
A.3. Informaticabeheer
A.4. Juridisch management
…
B. Specifieke/operationele functies
(voorbeeld van een financiële administratie)
B.1. Beheer van de BTW-controle
B.1.1. Inkomsten
…
…
B.2. Beheer van de registraties
B.3. Beheer van de domeinen
…
(voorbeeld van een museum)
B.1. Beheer van de collecties
B.1.1. Antieke kunst
…
…
B.2. Organistie van tentoonstellingen
B.3. Wetenschappelijk onderzoek
…
21
HOE IDENTIFICEER IK ELK DOSSIER EN ELK DOCUMENT IN MIJN ORDENINGSPLAN?
1. Codificatie
Bij een ordeningsplan hoort een codificatiesysteem. Elke onderverdeling van het ordeningsplan en
elke rubriek krijgen bij voorkeur een unieke code. Codes bieden het voordeel dat de ordeningsniveaus
en de volgorde van de categorieën duidelijk aangeven worden en de documenten gemakkelijker
identificeerbaar en traceerbaar zijn.
Er zijn meerdere codificatiesystemen, elk met zijn voor- en nadelen.
- alfabetisch (bijvoorbeeld F voor financiën);
- numeriek : opeenvolgende numerieke (van 1 tot oneindig) of “significante” codes
(1000 – 1100 – 1110 – 1111) of een decimaal numeriek systeem;
- alfanumeriek (I.A.1, II.B.2 enz.)
Er zijn open en gesloten systemen. Zo is een alfabetisch systeem beperkt tot 26 letters. Om nieuwe
codes te kunnen toevoegen is het raadzaam te opteren voor een open codificatiesysteem.
2. Nummering
Een ordeningsplan heeft ook een nummering. De dossiers en documenten in elke onderverdeling
van het ordeningsplan krijgen een nummer. De nummering legt een link tussen de ordening en de
beschrijving van de dossiers en de documenten.
Een voorbeeld.De boekhouder van een financiële dienst bijvoorbeeld, is belast met de betaling
van binnenkomende facturen. In het ordeningsplan van de dienst stemt “I” overeen met financieel
beheer, “A” met de taak boekhouding, en “1” met de subtaak “betalingen”. De inkomende facturen
zullen een nummer krijgen en geklasseerd worden per jaar en per nummer.
Voorbeeld:
I.A.1_2010_facture0001
…
I.A.1_2010_facture0009
…
[codificatie]+[nummering] Basiskenmerken van een degelijk ordeningsplan
Een goed ordeningsplan moet tegelijk eenvoudig, stabiel en flexibel
zijn. Het moet steeds mogelijk zijn om er nieuwe functies, dossiers en
documenten in op te nemen!
22
3. Index
Een index met de behandelde onderwerpen kan het gebruiksgemak van een ordeningsplan vergroten.
Om een document zijn logische plaats in het ordeningsplan te geven (om er m.a.w. een code aan
toe te kennen) bestaan twee mogelijkheden:
- men kan de hiërarchie van grote klassen en subklassen doorlopen op zoek naar de geschikte
rubriek;
- men kan gebruik maken van een index die voor een aantal onderwerpen een klasse of
subklasse suggereert.
Opgelet: het betreft hier een index met onderwerpen die verwijst naar de rubrieken van het
ordeningsplan. Dit mag niet verward worden met een index die naar de documenten zelf verwijst.
23
ENKELE TIPS VOOR EEN GESLAAGDE ORDENING
Elke administratie kiest zelf hoe ze de ordening van haar documenten aanpakt, maar welk systeem
er ook wordt gekozen, een ordeningsplan is altijd onontbeerlijk.
1. Hoe werk ik een ordeningsplan uit?
Het ordeningsplan moet worden uitgewerkt door de administratie zelf, bij voorkeur in samenwerking
met het Rijksarchief.
1 Ga na wat er reeds bestaat. Om een ordeningsplan uit te werken,
kunnen bestaande plannen van de eigen instelling of van gelijkaardige
organisaties als inspiratiebron dienen.
2 Let wel: een ordeningsplan opmaken is maatwerk. Het
plan moet beantwoorden aan de specifieke noden van
de organisatie waarvoor het wordt ontworpen en van de
persoonsleden die het zullen moeten gebruiken. Het is dus
gevaarlijk een kant-en-klaar plan zonder meer te kopiëren.
3 Analyseer vooraf de organisatie van de diensten, de
functies, taken en activiteiten en bestudeer de workflow. Lijst
alle activiteiten op en breng ze onder in een boomstructuur.
4 Ga na welke soorten documenten er worden gevormd bij de
uitoefening van de verschillende taken en functies.
5 Betrek het personeel bij de uitwerking van het plan: het gebruik van een ordeningsplan
veronderstelt een zekere mentaliteitswijziging en vergt enige inzet.
Opmerking: Idealiter wordt een plan uitgewerkt dat toepasbaar is in de hele organisatie, maar er kan
ook gestart worden met de opmaak van ordeningsplannen per dienst.
24
2. Hoe voer ik binnen mijn administratie op duurzame wijze een ordeningsplan in?
- Test het systeem: probeer het systeem uit alvorens het te
valideren en op grote schaal in te voeren. Het ordeningsplan
kan bijvoorbeeld bij wijze van experiment door één dienst
worden uitgetest.
- Zorg ervoor dat het ordeningssysteem een officieel
karakter krijgt. Zorg er m.a.w. voor dat het door het
management wordt gevalideerd en deel uitmaakt van
het kennisbeheer binnen de organisatie. De toepassing
van een ordeningsplan zal immers volharding en
discipline van al de gebruikers vergen.
- Zorg voor een gebruikersgids, een vademecum of voor
geheugensteuntjes die de ordeningsprincipes helder uiteenzetten.
Vooral het codificatiesysteem moet klaar en duidelijk worden uitgelegd.
- Voorzie opleiding van het personeel over de achterliggende ideeën, de principes, de algemene
structuur en de praktische werking van het plan. Alle personeelsleden moeten zich betrokken
voelen bij het project.
- Voorzie een proefperiode (van enkele maanden) alvorens de definitieve versie van het plan in
te voeren. Het is beter voldoende tijd te nemen om een nauwkeurig en operationeel plan uit te
werken, in plaats van vlug van start te gaan met een plan dat snel achterhaald en onbruikbaar
wordt.
- Leg een datum vast waarop het plan van toepassing wordt. Vanaf dat moment moeten alle
inkomende en uitgaande documenten van de dienst volgens het plan geordend worden (en van
codes voorzien worden).
De grootste uitdaging is wellicht niet de opmaak van het ordeningsplan, maar wel de invoering bij
een organisatie of dienst. Dit impliceert immers dat de individuele gewoontes en handelswijzen
ingrijpend veranderen. Als de personeelsleden de noodzaak van het systeem niet inzien of niet
overtuigd zijn van het nut en de voordelen ervan, zullen ze weinig gemotiveerd zijn om het toe te
passen. De menselijke factor speelt dus een essentiële rol.
25
3. Moet ik het ordeningsplan retroactief toepassen ?
Een ordeningsplan dient om de documenten die worden gevormd – de
dynamische archieven – te ordenen. Het mag niet gebruikt worden
om documenten die werden ontvangen of opgemaakt vóór de datum
van de inwerkingtreding van het ordeningsplan, te reorganiseren.
Kan men het desondanks toch niet a posteriori
toepassen? Documenten retroactief in een ordeningssysteem
integreren is een tijdrovend en vervelend werk. Bovendien is het
zo dat wanneer de initiële ordeningsstructuur wordt gewijzigd,
de administratieve context van vorming en behandeling van
de documenten verloren gaat. Oude dossiers, de wijze waarop
zaken werden behandeld en het verband tussen de documenten
over een zelfde administratieve procedure kunnen dan misschien niet
meer worden opgespoord.
Mag men bijvoorbeeld te allen prijze een decimaal ordeningssysteem willen toepassen
op een vroeger archiefbestand? Neen, indien de archiefvormer deze methode destijds niet heeft
toegepast, zou een herordening per item in strijd zijn met het structuurbeginsel (een archief heeft
steeds een bepaalde structuur, bepaald door de archiefvormer en deze moet gerespecteerd worden).
26
4. Wat met digitale documenten?
Iedere ambtenaar behandelt vandaag, naast papieren dossiers, ook
digitale documenten en dossiers. Eén enkel ordeningsplan zorgt voor
de nodige homogeniteit.
Ook al bestaan er voor het beheer van digitale archieven specifieke
toegangs- en zoekmethoden, toch is het belangrijk om een
globale aanpak uit te werken en voor digitale bestanden dezelfde
ordeningslogica te volgen als voor papieren archief. De behandeling
van de meeste zaken levert immers doorgaans zowel papieren als
digitale documenten op. Indien voor beide eenzelfde ordeningsplan wordt
gehanteerd, is het eenvoudiger om de zaak als een geheel te beheren en
om verbanden te leggen tussen de documenten.
In een digitale omgeving geeft de Verkenner, (type Windows Explorer) het ordeningsplan weer. Het
volstaat in deze verkenner dezelfde hiërarchische structuur aan te brengen als in het ordeningsplan.
De mappen (hoofdmappen, submappen, documenten) moeten dezelfde namen krijgen als de grote
onderverdelingen en de rubrieken in het ordeningsplan. Ordenen bestaat er in dat de informatie (de
documenten) in de juiste submap worden opgeslagen.
Opmerking over de digitale documentbeheersystemen (DMS)
Documentbeheersystemen maken gebruik van matrices in plaats van een boomstructuur met
mappen; aan de hand van zoekrobotten worden documenten die aan welbepaalde criteria voldoen,
opgespoord. Met deze methode ziet men de (boom)structuur niet meer. Er is geen duidelijke logica
meer, geen globaal overzicht van de documenten beheerd door een instelling. Indexering - vaak
gebruikt om informatie te inventariseren zonder voorafgaande ordening - kan geen orde scheppen
in initiële wanorde!
27
5. De laatste stap: de fysieke opberging
Na de ‘intellectuele’ ordening, volgt de materiële opberging. Een correcte
ordening kan in het gedrang komen door een slechte materiële
opberging. Het ogenblik waarop de dossiers worden afgesloten en
de kantoren verlaten om in archiefdozen opgeborgen te worden,
is een delicaat moment voor het voortbestaan van de ordening.
Archieven verhuizen al te vaak in grote, ongeordende massa’s
naar kelders en zolders. Indien hun overbrenging niet goed
georganiseerd verloopt, bestaat het risico dat ze lukraak
worden gestockeerd.
De fysieke plaatsing moet de intellectuele ordening niet
noodzakelijk volledig volgen, maar het moet wel mogelijk zijn
om de ordening terug te vinden. Er zijn meerdere methodes om
archief op te bergen. Welke methode er ook gekozen wordt, ze moet
de ordening respecteren. De intellectuele samenhang en de materiële
mogelijkheden moeten met mekaar verzoend worden…
- Methodische rangschikking: het ordeningsplan wordt in het archieflokaal ruimtelijk overgenomen.
Elke reeks krijgt een plaats en er wordt voor gezorgd dat de plaats van de documenten zoveel
mogelijk overeenstemt met de logica van het ordeningsplan. Nadeel van deze methode is dat er
veel ruimte verloren gaat (er moet ruimte voorzien worden voor de aangroei van het archief) en
reeksen die alsmaar blijven aangroeien, moeten dikwijls worden verzet (zeer arbeidsintensief).
- Continue berging: het archief wordt in de volgorde van aankomst in de rekken geplaatst (op
volgnummer). Bij continue berging is de interne logica niet meer waarneembaar; zoeken is slechts
mogelijk door gebruik te maken van een register of een bestand.
- Ten slotte is er nog een gecombineerd systeem: het archief wordt opgeborgen in opeenvolgende
blokken (bijvoorbeeld per jaar), maar binnen ieder blok wordt de orde van het plan bewaard.
28
BIBLIOGRAFIE
COPPENS H., Archiefbeheer in gemeenten en O.C.M.W.’s, Brussel, Algemeen Rijksarchief en
Rijksarchief in de Provinciën (Miscellanea Archivistica. Manuale 20), 1997.
COPPENS H., De ontsluiting van archieven. Richtlijnen en aanbevelingen voor de ordening en
bescrijving van archieven in het Rijksarchief, Bruxelles, Archives générales du Royaume et Archives
de l’État dans les provinces (Miscellanea Archivistica. Manuale 21), 1997, pp. 440-446 et pp. 447458 (exemple des différents cadres de classement).
MoReq2, http://www.moreq2.eu/ (consulté le 5/07/2010).
Nationale Decimale Classificatie, Brussel, Belgische Vereniging van Steden en Gemeenten, 1977.
PETITJEAN B. en TRIGALET M., Formation à la gestion des archives : Identification, Classement,
Inventoriage, Institut Provincial de Formation de Namur, 2 december 2008 (cursusnota’s en
didactisch materiaal).
PIAF - Portail International Archivistique Francophone, http://www.piaf-archives.org/espaceformation/ (consulté le 3/06/2010).
29
EIGEN NOTITIES
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
30
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
..................................................................................................................................................................................................... .....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................................................
31
ADRESSENLIJST
Antwerpen
Brugge
Beveren
Gent
Hasselt
Leuven
Kortrijk
Doornik
Eupen
Louvain-la-Neuve
Bergen
ARA 2 - Depot
Joseph Cuvelier
Luik
Namen
Saint-Hubert
Koninklijk Paleis
Anderlecht
Algemeen
Rijksarchief
Aarlen
Algemeen Rijksarchief
Ruisbroekstraat 2-6, 1000 BRUSSEL
Tel: +32 (0)2/513.76.80 / Fax: +32 (0)2/513.76.81
[email protected]
Open van dinsdag tot vrijdag: 8u30-18u00 (in juli en augustus: tot 16u30).
Zaterdag: 9u00-12u30 / 13u00-16u00. Maandag gesloten.
Bibliotheek: open van dinsdag tot vrijdag: 8u30-12u00 / 13u00-16u30. Gesloten op maandag en zaterdag.
Algemeen rijksarchief 2
dépôt Joseph Cuvelier
Hopstraat, 26-28, B-1000 BRUSSEL
Tel. : 02 274 15 00 / Fax : 02 274 15 01
[email protected]
Alle donderdagen op afspraak :
van 9u00 tot 12u00 en van 13.00 tot 16u30
32
Archief van het Koninklijk Paleis
Hertogstraat 2, 1000 BRUSSEL
Tel: +32 (0)2/551.20.20 / Fax: +32 (0)2/512.56.85
[email protected]
Open van maandag tot vrijdag: 9u00-12u15 / 13u00-16u30.
Op afspraak!
Rijksarchief te Brussel (Anderlecht)
Rijksarchief te Aarlen
Demetskaai 7, 1070 ANDERLECHT
Tel: +32 (0)2/524.61.15 / Fax : +32 (0)2/520.93.21
[email protected]
Open van dinsdag tot vrijdag: 8u30-16u30.
Zaterdag: 9u00-12u30 / 13u00-16u00.
Parc des Expositions 9, 6700 AARLEN
Tel: +32 (0)63/22.06.13 / Fax: +32 (0)63/22.42.94
[email protected]
Open van dinsdag tot vrijdag: 8u30-16u30.
Zaterdag: 9u00-12u30 / 13u00-16u00.
Rijksarchief te EUPEN
Rijksarchief te Luik
Kaperberg 2-4, 4700 EUPEN
Tel: +32 (0)87/55.43.77 / Fax: +32 (0)87/55.87.77
[email protected]
Open van dinsdag tot vrijdag: 8u30-16u30.
Elke 1ste zaterdag van de maand: 9u-12u30 / 13u-16u.
Rue du Chéra 79, 4000 LUIK
Tel: +32 (0)4/252.03.93 / Fax: +32 (0)4/229.33.50
[email protected]
Open van dinsdag tot vrijdag: 8u30-16u30.
Zaterdag: 9u00-12u30 / 13u00-16u00.
Rijksarchief te Louvain-la-Neuve
Rijksarchief te Bergen
Rue Paulin Ladeuze 16, 1348 LOUVAIN-LA-NEUVE
Tel: +32 (0)10/23.00.90 / Fax: +32 (0)10/23.00.98
[email protected]
Open van dinsdag tot vrijdag: 8u30-16u30.
Zaterdag: 9u00-12u30 / 13u00-16u00.
Avenue des Bassins 66, 7000 BERGEN
Tel: +32 (0)65/40.04.60 / Fax: +32 (0)65/40.04.61
[email protected]
Open van dinsdag tot vrijdag: 8u30-16u30.
Zaterdag: 9u00-12u30 / 13u00-16u00.
Rijksarchief te NamEN
Rue d’Arquet 45, 5000 NAMEN
Tel: +32 (0)81/65.41.98 / Fax: +32 (0)81/65.41.99
[email protected]
Open van dinsdag tot vrijdag: 8u30-16u30.
Zaterdag: 9u00-12u30 / 13u00-16u00.
Rijksarchief te Doornik
Rue des Augustins 20, 7500 DOORNIK
Tel: +32 (0)69/22.53.76 / Fax: +32 (0)69/54.54.83
[email protected]
Open van dinsdag tot vrijdag: 8u30-16u30.
Zaterdag: 9u00-12u30 / 13u00-16u00.
Rijksarchief te Antwerpen
Rijksarchief te Saint-Hubert
Place de l’Abbaye, 6870 SAINT-HUBERT
Tel: +32 (0)61/61.14.55 / Fax: +32 (0)61/50.42.12
[email protected]
Open van dinsdag tot vrijdag: 8u30-16u30.
Elke 1ste en 3de zaterdag van de maand: 9u-12u30 / 13u-16u.
Rijksarchief te Antwerpen
Sanderusstraat 81-85, 2018 ANTWERPEN
(enkel genealogische opzoekingen)
Tel: +32 (0)3/677.34.99 / Fax: +32 (0)3/677.39.23
[email protected]
Open van dinsdag tot vrijdag: 8u30-16u30.
Elke 1ste en 3de zaterdag van de maand: 9u-12u30 / 13u-16u.
Rijksarchief te Beveren
Kruibekesteenweg 39/1, 9120 BEVEREN
(in verbouwing — tijdelijk adres)
Tel: +32 (0)3/236.73.00 / Fax: +32 (0)3/775.26.46
[email protected]
Open van dinsdag tot vrijdag: 8u30-16u30.
Zaterdag: 9u00-12u30 / 13u00-16u00.
Kruibekesteenweg 39/1, 9120 BEVEREN
Tel: +32 (0)3/750.29.77 / Fax: +32 (0)3/750.29.70
[email protected]
Open van dinsdag tot vrijdag: 8u30-16u30.
Zaterdag: 9u00-12u30 / 13u00-16u00.
Rijksarchief te Brugge
Rijksarchief te Kortrijk
Academiestraat 14-18, 8000 BRUGGE
Tel: +32 (0)50/33.72.88 / Fax: +32 (0)50/61.09.18
[email protected]
Open van dinsdag tot vrijdag: 8u30-16u30.
Zaterdag: 9u00-12u30 / 13u00-16u00.
G. Gezellestraat 1, 8500 KORTRIJK
Tel: +32 (0)56/21.32.68 / Fax: +32 (0)56/20.57.42
[email protected]
Open van dinsdag tot vrijdag: 8u30-16u30.
Zaterdag: 9u00-12u30 / 13u00-16u00.
Rijksarchief te Gent
Rijksarchief te Hasselt
Geraard de Duivelstraat 1, 9000 GENT
Tel: +32 (0)9/225.13.38 / Fax: +32 (0)9/225.52.01
[email protected]
Open van dinsdag tot vrijdag: 8u30-16u30.
Zaterdag: 9u00-12u30 / 13u00-16u00.
Bampslaan 4, 3500 HASSELT
Tel: +32 (0)11/22.17.66 / Fax: +32 (0)11/23.40.46
[email protected]
Open van dinsdag tot vrijdag: 8u30-16u30.
Zaterdag: 9u00-12u30 / 13u00-16u00.
Rijksarchief te leuven
Vaartstraat 24, 3000 LEUVEN
Tel: +32 (0)16/31.49.54 / Fax: +32 (0)16/31.49.61
[email protected]
Open van dinsdag tot vrijdag: 8u30-16u30.
Zaterdag: 9u00-12u30 / 13u00-16u00.
33
Auteurs
Sébastien Soyez, assistent en Maëliss Layeux, assistent
Contactpersoon:
Rolande Depoortere, afdelingshoofd
Algemeen Rijksarchief
Ruisbroekstraat 2-6
1000 Brussel
Tel: 02 513 76 80
Fax: 02 513 76 81
[email protected]
U kan deze brochure ook
downloaden op:
www.arch.be/adviesbrochures
Download