Een woordenboek gebruiken

advertisement
Een woordenboek gebruiken
Het alfabet
Om een woordenboek te gebruiken, moet je het
alfabet kennen.
Het staat rechts op dit blad.
Het is handig om het uit je hoofd te leren.
Hoe gebruik ik het woordenboek?
De woorden staan in de volgorde van het alfabet.
Eerst de woorden met een a.
Dan de woorden met een b.
Op het laatst de woorden met een z.
Een werkwoord opzoeken
Lopen is een werkwoord.
Maar ook liep is een werkwoord.
Het is een vorm van lopen.
Liep staat niet in het woordenboek.
Lopen wel.
Lopen is de woordenboekvorm.
Dus: Ik heb de verf zelf gemengd.
Gemengd staat niet in het woordenboek.
Mengen wel.
Dus: Ik wil weten wat atlas betekent.
Ik kijk voor in het woordenboek.
Ik wil weten wat zegel betekent.
Dan kijk ik achter in het woordenboek.
De of het?
Is het de atlas of het atlas?
Ook dat staat in het woordenboek.
In sommige woordenboeken staat er er duidelijk bij.
Bijvoorbeeld: de atlas.
De tweede letter
Ik zoek atlas op in het woordenboek.
Maar er zijn veel woorden met een a.
Ik kijk nu naar de tweede letter.
Soms staat er m, v of o achter het woord.
Bijvoorbeeld: atlas, m
Woorden met m of v zijn de-woorden.
Woorden met o zijn het-woorden.
Dus:Atlas komt na assistent.
Atlas komt voor avontuur.
Zijn de tweede letters ook gelijk?
Kijk dan naar de derde letter.
a
b
d
e
f
g
h
i
j
k
l
m
n
o
p
q
r
s
t
u
v
w
x
y
z
Download