Programmaopzet voor Voetzoeker Naam programma: Voetzoeker Omschrijving programma: Een populair-wetenschappelijk programma, dat de nieuwsgierigheid prikkelt, vragen oproept en op zoek gaat naar antwoorden. De kijkers gaan samen met de (onder-)zoekers op zoektocht naar mysteries en jagen op Grote Vragen en kleine vragen, maar dan wel met de voeten op de grond. Geen filosofisch gewauwel dus, maar meer een vragenrubriek voor en door huis- tuin- en keukenfilosofen. Waarom interessant: Als kind waren we allemaal rasechte onderzoekers. Altijd aan het ontdekken, ervaren en je eindeloos verbazen. Waarom zouden we daarmee ophouden zodra we volwassen zijn? Ook volwassenen zitten vol vragen en onze nieuwsgierigheid is er ook niet minder op geworden. Onderdelen script: Op drie manieren probeert Voetzoeker deze immer aanwezige honger te stillen: Rubriek: “Opwaaiend stof” Deze rubriek doet op een visuele manier, wat in de wetenschapsbijlage van een krant ook gebeurt: wetenschappelijke achtergrond bij actuele zaken geven. In deze rubriek is – in tegenstelling tot in de kranten – ook ruimte voor toelichtingen en achtergronden, die zelf eigenlijk al oud nieuws zijn, maar waar weer hernieuwde belangstelling voor is. Net zoals Noorderlicht een al veel eerder gemaakt item over het syndroom van Asperger weer op de site zet, zodra in de media wordt geopperd dat Volkert van der G. zou kunnen lijden aan dit syndroom. Vorm: reportage met verslaggever, die zelf niet te veel in beeld komt. De kijker moet het idee hebben dat het ook zijn eigen vragen zijn, die worden beantwoord. Portrettenreeks: “Op zoek naar antwoorden” De nieuwsgierigheid van anderen, prikkelt je eigen nieuwsgierigheid. En op dezelfde manier werkt het enthousiasme van anderen vaak aanstekelijk. In deze portrettenreeks staan telkens één onderzoeker (of twee onderzoekers) en diens onderzoeksonderwerp centraal. De nadruk licht op het menselijk aspect. De onderzoeker vertelt over zijn passie, zijn vragen en drijfveren en over de prachtigste en ergste momenten tijdens zijn onderzoek. Vorm: documentaire. Rubriek: “Knagende vragen” Deze rubriek doet op een visuele manier, wat in de Intermediair al op papier wordt gedaan: iedereen kan vragen opsturen per post of per e-mail over alles wat je je zoal kunt afvragen. Vervolgens kunnen anderen daar weer op reageren en uitleg geven. De redactie van Voetzoeker zoekt deze mensen en andere deskundigen op en presenteert het verschijnsel en de uitleg op een visueel aantrekkelijke manier. De vragen en de uitleg hoeven in principe niet perse wetenschappelijk te zijn, maar je komt vaak vanzelf bij onderzoekers terecht. Dit illustreert dan weer mooi waar het in de wetenschap eigenlijk om draait: knagende vragen proberen te beantwoorden! Vorm: reportage met een reportageteam, dat op een zelfde actieve manier in beeld komt als in het Tvprogramma De achtste dag. De kijkers moeten het idee hebben dat zij samen met het reportageteam een groot onderzoeksteam vormen die knagende vragen proberen op te lossen. Ideeën voor personen, locaties en onderwerpen Op de volgende pagina geef ik per programmaonderdeel een voorbeeldinvulling. Daarnaast zou je nog aan de volgende personen, locaties en onderwerpen kunnen denken: Onderzoekers van wetenschapswinkels zijn vaak met zeer actueel en maatschappelijk relevant onderzoek bezig. Voorbeelden vanuit de RuG-wetenschapswinkels: met een medewerker van de Natuurkundewinkel op pad om zelf te horen en te meten hoeveel lawaai hoge windmolens ’s nachts maken (veel meer dan tot nu toe werd aangenomen) of met een medewerker van de Biologiewinkel bij scholen langsgaan om uit te vinden waarom hoofdluis momenteel nog niet grondig genoeg wordt aangepakt (ik las hier gisteren over in de krant). Onderzoekers die juist meer fundamentele, mysterieuze vragen proberen te beantwoorden. Een voorbeeldaflevering van Voetzoeker 1. Opwaaiend stof: het voorspellen van aardbevingen Stel: er is deze week in het nieuws geweest dat er ergens in de wereld een aardbeving was, waarbij heel wat doden zijn gevallen. De kijker kan zich dan afvragen: Waarom vond die aardbeving nou juist daar plaats? Waarom konden we de aardbeving niet op tijd voorspellen en de mensen evacueren? Er zijn toch onderzoekscentra waar ze de trillingen van de aarde kunnen voorspellen? Hebben we daar dan niks aan? De redactie van Voetzoeker maakt hierover een reportage. Ze gaan op bezoek bij onderzoekscentra die trillingen meten en proberen antwoord te krijgen op bovenstaande vragen door de onderzoekers daar te interviewen. Ook proberen ze in beeld te brengen wat er allemaal komt kijken bij het voorspellen en registreren van aardbevingen. 2. Op zoek naar antwoorden: Karel Brookhuis en Jeroen Meijer in de rijsimulator In het centrum voor High Performance Computing and Visualisation (HPC/V) in Groningen doen de medewerkers visualisatie- en virtual reality onderzoek op grote schaal. Er is een 3D-cave en een groot halfrond scherm. Vandaag portretteren we twee mensen die met visualisatie werken. We volgen Karel Brookhuis, die psychologisch, verkeerskundig onderzoek doet met behulp van het halfronde scherm. In een nagebouwde opstelling onderzoekt hij hoe buschauffeurs de nieuwe Phileasbus besturen. Deze bus wordt binnenkort geïntroduceerd in Eindhoven. Hij kan grote delen van de route zelfstandig rijden met behulp van magnetische banen. Maar vinden buschauffeurs dat wel leuk? En hebben ze nog wel door wanneer ze wel zelf in moeten grijpen? Er kan namelijk zomaar een fietser oversteken en de automatische busbaan houdt vrij plotseling weer op. Dergelijke psychologische onderzoeksvragen probeert Karel Brookhuis met behulp van experimenten met chauffeurs te beantwoorden. Om dit uit te vinden is het besturingssysteem van de bus en de bestaande busroute in Eindhoven nagebouwd. Jeroen Meijer heeft samen met anderen deze simulatie gemaakt. De vragen die hem op het moment bezighouden zijn: hoe gedragen fietsers en voetgangers zich in het verkeer? Hoe ziet hun motoriek eruit? En vooral: wanneer is een virtuele fietser geloofwaardig genoeg en hoe kun je hem zo echt mogelijk maken, gegeven de beperkte tijd en rekenkracht van de computer? De fietsers en voetgangers die hij voor deze simulatie ontwerpt, zullen ook gebruikt worden door de ANWB. Die wil namelijk binnenkort rijlessen gaan aanbieden met behulp van een rijsimulator, aangesloten op een gewone PC! 3. Knagende vragen: fietssloten en knoflook Voor de invulling van deze rubriek ga ik ervan uit, dat het een samenwerkingsproject is met de redacteur van de Knagende Vragen rubriek van Intermediair. Dat is wellicht een utopie, maar ja, waarom zou je niet de handen ineenslaan als je iets moois kunt maken? Op www.knagendevragen.nl valt te lezen dat de rubriek inderdaad alledaagse kwesties op natuurwetenschappelijk gebied behandelt. Hier zien we duidelijk hoe de natuurwetenschap zich op een zeer natuurlijke wijze onderdompelt in een breder kader, want de laatste knagende vraag op de site heeft niet echt een natuurwetenschappelijk karakter: waarom zie je in zoveel steden dichte fietssloten aan fietsenrekken, hekken en paaltjes zitten, zonder een bijbehorende fiets? Het blijkt dat Peter Boersma ook al tijden in de ban is van deze vraag. Zo erg dat hij massa’s foto’s heeft gemaakt van dergelijke eenzame sloten. Een sluitend antwoord kan hij helaas nog niet geven, maar dankzij zijn foto’s kan hij wel theorieën van anderen ontkrachten. Dat is dus echte wetenschap in actie! Het ultieme antwoord is nog niet gevonden, dus het reportageteam van Voetzoeker gaat op pad met Peter Boersma. Een voorbeeld van een meer natuurwetenschappelijke knagende vraag is de vraag van Peter Kloosterman uit Utrecht: als je knoflook hebt gegeten, wordt aangeraden om de geur met versie peterselie te bestrijden. Hoe kan het dat de stank dan verdwijnt? Deze vraag is op de site van Intermediair nog niet beantwoord. Dus: het reportageteam van Voetzoeker gaat op zoek naar biochemici, die het kunnen verklaren en filmt in restaurants en cafés om bij ervaringsdeskundigen (koks e.d.) te informeren. Notitie bij de programmaopzet van Voetzoeker 1. Uitgangspunten Om een interessant Tv-programma over bètawetenschap te maken ben ik van het volgende uitgegaan: Een programma over alleen bètawetenschap krijgt al snel een stempel opgedrukt, waardoor je alleen maar een deel van de mensen bereikt. Er zijn er veel meer die zo’n programma interessant zouden vinden, maar die dat niet weten van zichzelf. Dus kies ik ervoor om een programma te bedenken over alle wetenschap, waar de bètawetenschap een natuurlijke, niet geforceerde plaats in inneemt. Je wilt een zo breed mogelijk publiek trekken met het programma, dus moet je zoeken naar de raakvlakken die kijkers kunnen hebben met de wetenschap (zie figuur hieronder). Raakvlakken emotie / passie actualiteit toepassingen Mysterie / vragen / nieuwsgierigheid Deze uitgangspunten heb ik als volgt terug laten komen in mijn scenario: Voetzoeker probeert niet een wetenschappelijk programma te zijn, maar een programma voor nieuwsgierige mensen die zich dingen afvragen. Wetenschap zit in feite in de wereld om ons heen verstopt, dus bij het zoeken naar antwoorden, komt op een natuurlijke manier de wetenschap in beeld. Ook de bètawetenschap. Het programma probeert alle bovenstaande raakvlakken te gebruiken. De rubriek Opwaaiend stof is gebaseerd op het raakvlak actualiteit. Mensen zijn geïnteresseerd in de onderwerpen, die ze tegenkomen in het nieuws en vragen zich meteen van alles af maar op de TV wordt er niet of nauwelijks aandacht besteed aan de wetenschappelijke achtergrond van die onderwerpen. In Opwaaiend stof kan dit gat opgevuld worden. Ook het raakvlak mysterie / vragen / nieuwsgierigheid komt hier duidelijk terug. Op zoek naar het antwoord is een portrettenreeks, die de mens achter de wetenschapper laat zien. Zijn (of haar) emotie en passie probeert Voetzoeker over te brengen op de kijker in de vorm van een documentaire. Natuurlijk komt het onderwerp dat de wetenschapper bestudeert ook aan bod, maar altijd vanuit het gezichtspunt: wat zijn de vragen die de wetenschapper najaagt? Wat zijn zijn drijfveren? Wat waren de hoogtepunten en dieptepunten in zijn onderzoek tot nu toe? De rubriek Knagende vragen haakt in op mysterie / vragen / nieuwsgierigheid en op het raakvlak toepassingen. Onze huis- tuin- en keukenwereld zit vol eigenaardigheden die vragen om een verklaring. De kijkers (en internetters) kunnen zelf verklaringen insturen. Daarnaast zoekt de redactie van Voetzoeker ook actief naar deskundigen of geïnteresseerden. Zo worden de kijkers en de internetters actief betrokken bij een wetenschappelijke manier van werken, zonder dat ze daar al te veel bij stilstaan. 2. Relatie met symposium “Bèta boeiend in beeld” Dat de raakvlakken van mensen met de wetenschap op allerlei plekken kan zitten – ook op zeer onverwachte – is een idee van Jan Vink, de maker van het Tv-programma Jota!. De portrettenreeks Op zoek naar het antwoord is grotendeels gebaseerd op Jota!. Peter Barthel, astronoom en doorgewinterd PR-man, heeft ook veel inspiratie voor de opzet van Voetzoeker geleverd. Zijn indeling in de WOW!-factor en de AHA!-factor – respectievelijk hoe blij je wordt als iets je boeit en hoe blij je wordt als je opeens iets snapt – is op de volgende manier terug te vinden in Voetzoeker. In Op zoek naar het antwoord is alle ruimte om de WOW!-factor van het behandelde wetenschapsgebied te vergroten. Het enthousiasme van de onderzoeker werkt aanstekelijk en diens onderzoeksonderwerp kan een hoop mysterie en magie met zich meebrengen. De AHA!-factor staat voorop in de andere twee onderdelen van Voetzoeker – Opwaaiend stof en Knagende Vragen. De bedoeling is dat de kijker achterblijft met het idee: “Aha, nu weet ik hoe het zit!” 3. Relatie met colleges “Wetenschap op Radio en TV” De opzet van het programma is ook gebaseerd op de colleges van Jacqueline de Vree, op de volgende manier: Emotie!!! Uit de fragmenten die Jacqueline liet zien, bleek dat emotie de factor is die je het meest aan de buis gekluisterd houdt. Toen het college al bijna afgelopen was, keken we naar een aflevering van de BBC-serie Horizon, waarin de man die de laatste stelling van Fermat had bewezen, werd geportretteerd. Toen hij vertelde over het moment dat hij het bewijs rond had, barste hij simpelweg in huilen uit. Mijn medestudenten en ik waren helemaal opgeslokt door het verhaal en hebben de hele aflevering uitgekeken, ook al was het college eigenlijk allang voorbij. Achteraf herinner ik me de emoties het sterkst, maar ook inhoudelijk is mij nog wel iets bijgebleven. Er moet iets te zien zijn. Jacqueline liet ons voorbeelden zien van goede en niet zulke geslaagde pogingen de wetenschap in beeld te brengen. Het is niet: mannetje in beeld en praten maar (behalve dan bij Wim Kayzer, maar dat is een geval apart). Het visuele kanaal laat namelijk bij mensen een veel sterkere indruk achter dan het auditieve. In Voetzoeker probeer ik na te streven wat Jacqueline ons leerde: of het onderwerp is leent zich al enorm voor mooie beelden – bijvoorbeeld de Noorderlichtaflevering Loflied op de micrometer – of je moet creatief zijn en op zoek gaan naar mooie beelden. Jacqueline deed dat door een Britse natuurkundige die beweerde dat tijd niet bestaat mee te nemen naar het Christiaan Huygenshuis en het Boerhavemuseum.