Regionale Alliantiedagen Een terugblik, en hoe verder?! In dit artikel een beknopte terugblik op de Alliantiedagen van afgelopen najaar. Daarmee kan geen recht wordt gedaan aan alles wat aan de orde kwam. Meer informatie zoals presentaties, inleidingen en verslagen van werkgroepen zijn te vinden op de website: www.socialealliantie.nl. Afgelopen oktober en november vonden de jaarlijkse Alliantiedagen plaats. De Sociale Alliantie Fryslân trapte op 5 oktober af in Drachten onder de titel ‘Samenwerken en kansen benutten’. Zij hadden de Nationale ombudsman, Alex Brenninkmeijer als spreker. Na een toelichting op het project Integrale Armoede Aanpak en ‘de Kanskaart-methode’ gingen de deelnemers aan de slag in zes workshops. Vanuit de workshops kwamen aanbevelingen voor de (in)formateur(s) om de positie van mensen in armoede te verbeteren. Deze zijn later in een brief aan de heren Bos en Kamp verwoord. Waarom maakt de overheid mij zo boos? Dat was een vraag die Alex Brenninkmeijer zich stelde. Het antwoord is te vinden in de vele voorbeelden die hij als ombudsman ziet waar het mis gaat. De overheid houdt niet veel rekening met de manier waarop mensen worden bejegend. Ze worden niet klantvriendelijk benaderd. De overheid moet zich leren verplaatsen in de situatie van de ander. Het komt er eigenlijk op neer, dat cliënten als mensen benaderd willen worden. Het gaat wel beter, want er zijn 25% minder klachten, maar elke klacht is er een teveel. Ook de visie op schuld is niet juist. Schuld heeft een dubbele betekenis. Je staat rood, dat is al vervelend genoeg, maar heb je ook schuld aan je schulden? Er zijn teveel verschillende regelingen en instanties en ze werken teveel langs elkaar heen. De medewerkers doen hun best, en dat moet ook, want de overheid heeft een gewichtige functie voor de burger. Die functie moet de overheid als uitgangspunt nemen voor haar doen en laten. De tweede vraag is: "Wat kan ik in redelijkheid van de overheid verwachten?" Het belangrijkste is, dat de overheid zich niet langer verschuilt in en achter computersystemen, waar mensen elkaar niet meer kunnen vinden. Vier manieren Om de overheid op weg te helpen geeft Brenninkmeijer vier manieren voor verbetering van dienstverlening. 1. Houd persoonlijk contact. Gebruik ook de telefoon, maak afspraken, verschuil je niet achter digitaal contact. En zorg voor één aanspreekpunt. 2. Behandel mensen met respect, dat is een menselijke behoefte. Mensen accepteren ook negatieve beslissingen wanneer ze met respect worden behandeld. 3. Gelijkwaardigheid. Bespreek een probleem en zoek samen naar een oplossing. 4. Vertrouwen. Nu worden mensen vanuit wantrouwen benaderd en wordt er steeds meer met sancties gewerkt. Dat moet echt anders. ‘Wat dat betreft staat de overheid zelf in het rood. En dat is het schaamrood’. Na het noorden waren vervolgens oost (Deventer), west (Amsterdam), zuidoost (Roermond) en tot slot op 9 november Bergen op Zoom aan de beurt. Vertwijfelde woede Op 2 november hield filosoof René Gabriëls, verbonden aan Maastricht University, en al 15 jaar bezig met armoedeonderzoek, een gedegen en inspirerende inleiding onder de titel 'Vertwijfelde woede'. Drie vragen had de Sociale Alliantie aanhem voorgelegd: 1. Hoe kan de anti-armoedebeweging vasthouden aan haar doel en tegelijk inspelen op maatschappelijke ontwikkelingen? 2. Welke kansen en bedreigingen bieden deze ontwikkelingen en hoe deze te benutten c.q. te pareren? 3. Hoe kan de Sociale Alliantie meedoen aan het maatschappelijke debat over de toekomst van de verzorgingsstaat, zonder sociale voorzieningen uit te hollen en over te hevelen naar nieuwe vormen van liefdadigheid? Gabriëls verwees naar het motto 'Het moet en kan anders' van de Alliantiedagen 2012, en verklaarde dat ook van toepassing op de Sociale Alliantie zelf. Moet de Sociale Alliantie haar strategie niet radicaal wijzigen nu het doel (Nederland armoedevrij 2020) steeds verder af komt te liggen? Dat kan het beste onderzocht worden met casussen. Voedselbanken vormen een goed voorbeeld voor het bestuderen van de strijd tegen armoede. De vraag waarom er voedselbanken zijn is steeds meer verdwenen. Het protest tegen het feit dat een rijk land als Nederland voedselbanken kent is nagenoeg verstomd, en de aanvankelijke morele paniek is ook verdwenen. Dat is niets bijzonders: armoede is slechts sporadisch een onderwerp van publiek debat. Bedreigingen Diverse maatschappelijke ontwikkelingen zijn er verantwoordelijk voor dat de bedreigingen voor kwetsbare mensen alleen maar zullen toenemen. Het armoedebeleid heeft alleen een kans van slagen wanneer er een correct beeld is van de armoede. Een veranderde beeldvorming is een noodzakelijke voorwaarde voor de verbetering van de positie van kwetsbare mensen. Daarom moet gewezen worden op de wijze waarop bepaalde maatschappelijke ontwikkelingen de sociaal-economische zekerheid van mensen bedreigen. Armoedebeleid moet gericht zijn op het veranderen van de economische regels die invloed hebben op de kwaliteit van leven van mensen. De kunst is om te achterhalen hoe het armoedevraagstuk opnieuw gepolitiseerd kan worden. De antwoorden René Gabriëls sluit af met drie antwoorden op de beginvragen: 1. Door hulp onder zeer luid protest. 2. Diverse maatschappelijke ontwikkelingen bedreigen de sociaal-economische zekerheid en bieden kansen voor radicale veranderingen. 3. Door te experimenteren met alternatieve levensstijlen en het armoedevraagstuk veel meer dan voorheen te politiseren. Verweer en Vernieuwing Na een blik op de ontwikkelingen in de samenleving door Raf Janssen, was de beurt aan de zaal. Eerst kreeg ieder de gelegenheid haar of zijn ‘stem’ uit te brengen: 2 keer een stikker plakken bij telkens 10 ontwikkelingen met aan de ene kant 'Verweer' en aan de andere kant 'Vernieuwing'. Verweer richt zich op de positie en de rol van de overheid als regisseur van de markt en als toezichthouder op een eerlijke verdeling van de welvaart en beschermer van grondrechten. Vernieuwing probeert zicht te krijgen op maatschappelijke onderstromen en zoekt naar aansluitingsmogelijkheden. Deze input wordt meegenomen bij het opstellen van een strijdschrift voor behoud van solidariteit en zekerheid. Zo leveren de bij de Sociale Alliantie betrokken organisaties en mensen ook een bijdrage in de koersbepaling van de Sociale Alliantie. Deze manier van werken werd zeer gewaardeerd. De resultaten verschilden per bijeenkomst en regio. Heel kort samengevat baren deze ontwikkelingen mensen zorgen (Verweer): • Van verzorgingsstaat naar participatiestad • Toename van inkomens- en vermogensongelijkheid • Verschraling van sociale voorzieningen • Meer beroep op eigen verantwoordelijkheid Als mogelijkheden (Vernieuwing) worden gezien: • Hogere inkomens aanspreken op solidariteit i.v.m. groeiende tekorten op overheidsfinanciën • Aansluiting zoeken bij solidariteitsinitiatieven in de samenleving • Normaal maken van meedoen van arbeidsgehandicapten 2 • Gelijkgestemden en belanghebbenden mobiliseren (sociale coöperaties) als antwoord op meer beroep op eigen verantwoordelijkheid Om de gemoederen voor de lunchpauze enigszins af te koelen wijdde Bernadette van Os ons in in de geheimen van de Japanse dichtvorm haiku. Tijdens de Alliantiedagen zijn er enkele gemaakt, zoals: Geen geld geeft schaamte Teveel geld is toch schande Dus eerlijk delen Ook werden de aanwezigen opgevrolijkt en opgeschrikt door het verhaal van Ans Nachtegaal van kapsalon De (W)arme Watergolf. Workshops Na de lunchpauze konden de deelnemers deelnemen aan een werkgroep. Werkgroep 'werk' De boodschap is niet echt vrolijk: werk als de koninklijke weg uit de armoede gaat eigenlijk sinds 2008 niet meer op. De kans dat je met arbeid uit armoede komt is wel groter dan zonder werk. Er worden vraagtekens gesteld bij wat er in het verleden gewerkt heeft en wat we nu weer zouden kunnen oppakken, maar dan wel met duidelijker randvoorwaarden. Werkgroep 'inkomen' In de werkgroep wordt gebruik gemaakt van de publicatie 'De Boodschappenmand 2012'. De belangrijkste (huidige en verwachte) financiële knelpunten werden geformuleerd, maar ook suggesties voor armoedebeleid gedeeld en diverse tips geformuleerd. Zo kun je van elkaar leren omdat er nogal verschillen zijn tussen gemeentes. Met ‘Delen achter de duinen’ werd een voorbeeld gegeven hoe op lokaal niveau een vuist te maken. Werkgroep 'zorg' De deelnemers benoemden een hele rits aan te verwachten problemen met de overgang van een deel van de AWBZ naar de WMO. Vanuit praktijkvoorbeelden werden ook diverse aanknopingspunten getoond om op het lokale vlak iets te bereiken. Kijk goed naar wat er al is en zoek vooral de samenwerking. Dat kan misschien de klappen van de bezuinigingen verlichten. Werkgroep 'de toekomst van cliëntenparticipatie' De deelnemers formuleerden een grote verscheidenheid aan aandachtspunten bij het samengaan en bij het samenwerken van cliëntenraden WWB met WMO-raden. De conclusie was wel eenduidig: samenwerken is noodzakelijk, maar aan samengaan kleven (nog) te veel haken en ogen. Eind dit jaar komen de Landelijke Cliëntenraad (LCR) en de landelijke Koepel van WMO-raden met een Handreiking (met dank aan de inbreng van de Alliantiedagen). Werkgroep 'Lokale Alternatieven' Het sociaal beleid wordt door de landelijke overheid met flinke kortingen op het bord geschoven van de lokale overheid. Daarnaast staan sociale voorzieningen onder druk. Er zijn heel veel verschillende lokale initiatieven, waarvan de overeenkomst is te omschrijven als: randverschijnselen die toch een kern raken. Ze worden gedragen door relatief kleine groepen burgers en organisaties. Ze raken wel kernen van de wijzen waarop de samenleving en de economie zijn georganiseerd. Willen lokale initiatieven ruimte krijgen om zich te ontplooien, dan is het nodig dat er bij overheden, bij instellingen en bij burgers andere denkbeelden groeien over de eigen positie en rol die men inneemt. 3 En nu: aan de slag! René Gabriëls opperde een ‘wild voorstel’: voedselbanken moeten via alle media aankondigen (niet in de praktijk brengen!) dat ze een maand gaan staken, zodat de politiek eindelijk wakker wordt. Ik hoop dat de Agendacommissie (het dagelijks bestuur van de Sociale Alliantie zullen we maar zeggen) de moed heeft om de handschoen van René op te pakken. Of, liever nog, dat de zestig aangesloten organisaties dat in gezamenlijkheid doen. Armoede is een teken dat er in de samenleving een gebrek is aan collectieve arrangementen die kwetsbare burgers ondersteunen. Daarmee moeten we nu echt eens aan de slag! Ger Ramaekers 4