Vragen: 1. Van welk soort werkloosheid is hier sprake? Structurele werkloosheid of conjuncturele werkloosheid? Motiveer je antwoord. 2. Er wordt gesproken over belastingen. De ‘aardling’ heeft het over een ander soort belastingen dan de ‘alien’. Er wordt onderscheid gemaakt naar directe en indirecte belastingen. Geef aan welke in de strip genoemde belastingen direct en welke indirect zijn. 3. Het verschil tussen brutoloon en nettoloon wordt ook wel een aangeduid als Wig. Hoe noemen we deze wig? 4. Naast het brutoloon betaalt de werkgever ook nog andere kosten, de zgn. werkgeverslasten. Door het brutoloon te verhogen met werkgeverslasten komen we op de loonkosten per werknemer. Hoe noemen we het verschil tussen brutoloon (wat de werknemer ziet) en de loonkosten die de werkgever uiteindelijk kwijt is voor een werknemer? 5. In het onderste plaatje van de 1e pagina worden een aantal sociale verzekeringen genoemd die worden gefinancierd vanuit de belastingafdracht. Welke sociale verzekeringen worden er genoemd. 6. De bouw van wegen (plaatje 9)wordt ook wel: a. Overheidsconsumptie genoemd b. Overheidsinvestering genoemd c. Overheidbesteding genoemd. 7. De ‘alien’ heeft gelijk dat de kostprijs voor de producent daalt door lagere loonbelastingen en sociale premies. Waar haalt de ‘alien’ dan toch de inkomsten voor de overheid vandaan? 8. In deze strip is de productiefactor arbeid het knelpunt. Namelijk de productiefactor arbeid is te duur voor de producent. De producent zou dus kunnen investeren in kapitaalgoederen (machines) die de productiefactor arbeid kan vervangen. Hoe noemen we zo’n investering? 9. Naast de productiefactoor arbeid en kapitaal kennen we nog twee productiefactoren. Benoem deze factoren. 10.Wat is de grote denkfout die de “alien” maakt? Antwoorden 1. Er is sprake van structurele werkloosheid omdat het hier om de aanbodkant van de economie gaat. 2. Indirecte belasting betaal je niet rechtstreeks aan de overheid. In dit voorbeeld is dus btw een indirecte belasting. Directe belastingen zijn de loonheffing (loonbelasting + sociale premies) successierechten, vermogensrendementsheffing (box 3), kansspelbelasting en vennootschapsbelasting 3. Werknemerswig 4. Werkgeverswig 5. Sociale verzekeringen zijn onderverdeeld naar volksverzekeringen en werknemersverzekeringen: Volksverzekeringen zijn onder meer: Algemene Ouderdomswet (AOW); Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ); Algemene nabestaandenwet (Anw); en Algemene Kinderbijslagwet (AKW). De volksverzekeringen gelden onder meer voor alle ingezetenen van Nederland. De volksverzekeringen worden gefinancierd door inkomensafhankelijke premies en belastingen. [bewerk] Werknemersverzekeringen Werknemersverzekeringen zijn onder meer: Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), de opvolger van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO); Werkloosheidswet (WW); en Ziektewet (ZW). 6. B 7. inkomsten door middel van hoger btw heffing 8. diepte-investering 9. natuur/grond & ondernemersschap 10. de kostprijs per geproduceerde liter limonade daalt wel maar de winstmarge (meestal de reden om de productie te verplaatsen) neemt niet toe. De winstmarge neemt niet toe omdat er meer btw over de limonade wordt geheven. Dus de ondernemer heeft geen enkel voordeel en de ‘’alien’’ slaat de plank mis met deze oplossing.