Document

advertisement
§4.1 - Grondbeginselen
Wanneer de overheid criminaliteit bestrijdt, moet die zich aan allerlei regels houden,
beschreven in het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering.
Sociaal contract: afspraak tussen de burgers en de overheid waarbij de burgers gehoorzamen
en de overheid zijn macht niet mag misbruiken.
Geweldsmonopolie: alleen de overheid mag geweld gebruiken.
Rechtsstaat: hanteert regels voor burgers en overheid. Daarbinnen heeft de overheid twee
taken, namelijk rechtshandhaving en rechtsbescherming.
Rechtshandhaving: bepalen wat wel en niet mag
Rechtsbescherming: burgers worden beschermd tegen willekeurig optreden van de overheid.
Beginselen van de rechtsstaat:
-politieke machtsscheiding (wetgevend/uitvoerend/rechterlijk)
-relatie tussen burgers en overheid en burgers onderling is wettelijk geregeld
-onafhankelijke rechter beslist in geschillen
-grond- en vrijheidsrechten van burgers worden in de wet omschreven en gewaarborgd.
Deze uitgangspunten zijn in de grondwet vastgelegd en ook in internationale verdragen zoals
het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM). Nederland
heeft ook het UVRM (universeel..) ondertekend. Dit heeft echter geen juridische
consequenties, aangezien deze verdragen slechts moreel en sociaal zijn.
§4.2 - Rechtsstaat en criminaliteit
Trias Politica: machtsscheiding door Montesquieu om machtsmisbruik van de overheid te
voorkomen. Hij onderscheidde:
Wetgevend: regering en parlement, zij maken wetten, stellen feiten strafbaar en bepalen de
maximale straffen.
Uitvoerend: in handen van de regering maar gedaan door ambtenaren. Hun taak is opsporing
van strafbare feiten (door OM, officieren van justitie, geholpen door bv. spoorwegpolitie en
FIOD) en vervolging. Over de politie is de burgemeester en daarna de minister van
Binnenlandse Zaken de baas.
Rechterlijk: onpartijdige rechters die onafhankelijk zijn van regering en parlement. Volgens
artikel 117 van de grondwet:
-zijn rechters benoemd voor het leven (gekozen door Koninklijk Besluit)
-kunnen rechters niet ontslagen worden door regering of parlement (Hoge Raad beslist)
-is rechtspositie (salaris o.a) door de wet geregeld
-staat het aantal rechters in elke rechtszaak van tevoren vast
Belangrijkste punten in het Wetboek van Strafrecht (straffen en misdrijven):
-legaliteitsbeginsel, je kunt alleen gestraft worden voor iets wat in de wet strafbaar is gesteld
-maximumstraf, is wettelijk vastgelegd, rechter houdt bij strafbepaling rekening met de dader
en de omstandigheden en straft anders bij recidive (zelfde feit 2e keer)
-ne bis in idem-regel, niet 2 keer voor hetzelfde feit worden vervolgd
-geen straf zonder schuld
-verjaring, dat je bijvoorbeeld na 10 jaar niet meer vervolgd kan worden om iets
Belangrijkste punten in het Wetboek van Strafvordering (het proces):
-eerlijk proces, iedereen mag een onafhankelijke onpartijdige rechter.
-onschuldpresumptie, onschuldig tot het tegendeel bewezen is.
1
-procedure van vooronderzoek tot terechtzitting gebonden aan wettelijke voorschriften.
-dwangmaatregelen aan grenzen gebonden, zoals vasthouden van verdachten.
-adequate verdediging, elke verdachte mag zich zo goed mogelijk te verdedigen (advocaat).
-slachtoffers hebben ook rechten, verhaal vertellen in rechtszaak, schadevergoeding.
§4.3 - Dilemma’s en spanningen
Moeilijkste dilemma blijft het botsen van rechtshandhaving en rechtsbescherming; we willen
bescherming tegen criminaliteit maar we willen ook dat de overheid onze vrijheden
respecteert. Mag de overheid zomaar informatie opvragen? en Mag de overheid alle burgers
dwingen DNA-materiaal af te staan?
Spanningen tussen de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van politieke actoren:
-identificatieplicht; wetgevend vs. uitvoerend, nodig voor de veiligheid, maar is het geen
inbreuk op de grondrechten?
-wet BOB; Wet Bijzondere Opsporings-Bevoegdheden, vervanger van bijvoorbeeld infiltratie,
wat in strijd was met rechtsbescherming. Heeft de politie niet teveel bevoegdheden?
-dubbele pet van de politie; minister v. Justitie spoort politie aan tot meer opsporing van
strafbare feiten, wat in strijd kan zijn met het streven van het Ministerie van Binnenlandse
Zaken en de plaatselijke burgemeesters om vooral de openbare orde te handhaven. Daarom
hebben we nu driehoeksoverleg tussen korpschef, officier van justitie en burgemeester.
-Openbaar Ministerie; werkt in opdracht van minister van Justitie maar is eigenlijk
rechterlijke macht.
-politie vs. OM op grond van het opportuniteitsbeginsel (feiten die voorrang hebben). Politie
arresteert een fietsendief, OM laat hem vrij omdat een overval voorgaat.
-rechter vs. politici; wanneer politici zich in het openbaar bemoeien met een rechtszaak die
nog loopt kan dat leiden tot strafvermindering.
-wetgeving vs. rechtspraak; interpretatie van een wetsartikel kan worden opgerekt (wijde
interpretatie)
§4.4 - Klassenjustitie
Klassenjustitie: je hogere of juist lagere sociale milieu speelt een rol in de opsporing,
vervolging en berechting. Komt voor op drie niveau’s: politie, OM en rechter.
Selectief optreden:
-politie: bepaalt deels zelf wie ze aanhouden en waarvoor ze bekeuren. Je ziet dan
rechtsongelijkheid, aangezien ‘duurdere’ wijken worden voorgetrokken.
-OM: vooral mensen uit lagere klassen worden vaker voor het gerecht geroepen dan mensen
betere kringen, kans op vervolging is voor hen dus groter.
-rechter: mensen uit lagere milieus, recidivisten, werkelozen en allochtonen kregen voor
dezelfde diefstalzaak een zwaardere straf dan anderen.
Voor deze klassenjustitie zijn 2 redenen:
-verdachten uit betere kringen begrijpen de wet en het strafproces beter, kan leiden tot mildere
straffen.
-officieren van justitie en rechters komen zelf uit de hogere en middenklasse.
Zo krijg je selffulfilling prophecy: politie, OM en rechters verwachten crimineel gedrag in
bepaalde bevolkingsgroepen en handelen daar vervolgens naar.
2
Download