NRC Abram de Swaan, De Islamitische Staat: vernedering, schaamte en razernij in het fundamentalisme De baarlijke duivel van vandaag is de militie die bekend staat als IS. Tot nu toe heeft ze er alles aan gedaan om die benaming te verdienen. Maar IS is niet meer dan de laatste in een lange reeks tegenstanders die in het Westen werden gezien als de belichaming van het kwaad – nooit helemaal zonder reden. Het lijkt wel of er in het westers bewustzijn altijd een plek vrij is voor een nieuwe incarnatie van de Boze. Maar waarom zou IS zo gedienstig die rol op zich nemen? Soms staat IS zijn prooi toe om zich tot de islam te bekeren en in totale onderworpenheid voort te leven. Maar meestal roeit het de verliezers uit tot de laatste man. Dat is helemaal niet ongebruikelijk bij zegevierende legers die in de greep zijn van een ‘razernij der overwinnaars’. Soldaten die opeens een verslagen bevolking volledig in hun macht krijgen gaan zich keer op keer te buiten aan grootscheepse plundering, brandstichting, verkrachting en massale moordpartijen. De westerse koloniale legers waren geen uitzondering in dit soort ‘ontsporing van geweld’. Maar het thuisfront kreeg zelden iets te horen over zulke slachtingen onder verre en vreemde volkeren. IS daarentegen pronkt met zijn executies en massamoorden. Waarom loopt het daar zo mee te koop? Allereerst heeft IS zich als simpel militair doel gesteld om het grondgebied en de machtspositie te heroveren voor de soennitische minderheid die na de val van Saddam haar bevoorrechte situatie heeft verloren en sindsdien is gemarginaliseerd. Zoals maar al te gebruikelijk is voor oprukkende legers, wil IS zijn gewapende tegenstanders zo terroriseren dat ze op de vlucht slaan en zijn weerloze burgerslachtoffers tot comateuze onderworpenheid vervallen. Dat is het ‘functionele gedeelte’ van de terroristische razernij. Maar er is meer aan de hand. Moord is drama en massamoord is drama van de hoogste orde; het moet worden uitgebeeld en uitgedragen. Door zijn vijanden te vernederen en ten slotte te vernietigen lijkt IS niet alleen in eigen ogen verhevener en machtiger, maar ook – naar het hoopt – in de ogen van een sympathiserend publiek. Zo rechtvaardig is de zaak van het islamitisch kalifaat dat IS daarvoor mag, nee, moet martelen en moorden. En dat het dit ongestraft kan doen wordt opgevat als bewijs dat in IS recht en macht te samen komen. Dat is uiteraard magisch denken, maar daardoor wordt de redenering helaas niet minder effectief – integendeel. De boodschap van IS is niet alleen bestemd om zijn vijanden te intimideren, maar ook om aanhangers te werven onder een wereldwijd publiek. IS neemt in de mondiale media de rol op zich van een onverschrokken en vrijwel onoverwinnelijke gideonsbende die het opneemt tegen de krachten van het westerse imperialisme onder aanvoering van de Verenigde Staten. Onder dit mom werpt IS zich op voor de slachtoffers die eindelijk terugvechten, op eigen gebied tegen de onderdrukkers van het ware soennitische geloof (in een van zijn salafistische versies), en in de buitenwereld tegen de ongelovigen en tegen de bezetters op islamitische bodem. Zo hult het zich als terloops in de slachtofferrol. Het laffe Westen vecht niet met open vizier, maar ontloopt alle risico door zich op grote hoogte schuil te houden en met bommen, raketten en drones de moslimstrijders op de grond, met de burgers erbij, klakkeloos te vernietigen. (En, geef toe, het Westen heeft een blinde vlek waar het gaat om de ethiek van de luchtoorlog die het zoveel voordeel heeft opgeleverd tegen betrekkelijk lage kosten). De moordzuchtige woede die de soldaten van IS drijft en hun sympathisanten zo fascineert moet wel voortkomen uit een overweldigend gevoel van schaamte. Hun politieke islam is de laatste in een reeks radicale ideologieën die in het recente verleden door de Arabische wereld zijn omarmd. Opeenvolgende regimes kozen voor het linkse socialisme, daarna voor het panarabisme en toen voor het nationalisme, maar ze bleven allemaal autoritair, zo niet ronduit tiranniek. En allemaal liepen ze uit op een volledige mislukking. Zonder de voortkolkende oliegelden hadden de meeste van deze regiems het nog geen dag volgehouden. Nog altijd heeft hun economie nauwelijks het industriële tijdperk bereikt. Ze danken hun voortbestaan aan de uitverkoop van die ene bron die ooit onuitputtelijk leek, maar die nu vroeg of laat dreigt op te drogen. De politieke islam staat voor de radicale breuk met dit beschamende verleden. De soennitische officieren die bij de val van het bewind van Saddam hun positie verloren hebben de islam omarmd en gemene zaak gemaakt met de fundamentalisten. Zij hebben nu de leiding over het bestuur van de veroverde gebieden en voeren het bevel over de SI-militie. Zij zijn de wrekers van een soennitische elite die van haar macht en privileges is beroofd en dodelijk gekrenkt is door de overwegend sjiitische regimes sedertdien. Maar op de achtergrond wordt de islamitische samenleving gaandeweg ondermijnd door een ander proces: sinds een jaar of dertig jaar gaan meisjes en jonge vrouwen in snel groeiende getale naar school. Daar presteren ze even goed, zo niet beter dan de jongens, die nu voor het eerst in duizenden jaren op voet van gelijkheid met hen moeten concurreren, en wel daar waar het echt telt: bij schoolexamens die de toegang tot de arbeidsmarkt en de huwelijksmarkt bepalen. De mannelijke superioriteit wordt steeds meer ondergraven door het snel groeiend aantal vrouwen met almaar beter onderwijs, ook al lijken zij oppervlakkig gezien nog altijd in de mannelijke overheersing te berusten. De hyperorthodoxe islam en de fundamentalistische godsdienst in het algemeen zijn zeer doeltreffend in te zetten om vrouwen op hun plaats te houden. IS is zo’n beweging die bezeten is van de drang vrouwen en seksualiteit op alle mogelijke manieren te onderdrukken. Die razernij tegen vrouwen komt voort uit een diep schaamtegevoel over het verlies van een suprematie die tot dusver werd beschouwd als het vanzelfsprekende voorrecht van elke man op aarde. Als IS inderdaad vooral door schaamte, wrok en woede wordt gedreven, zal de moordzuchtige razernij in het huidige stadium van triomf niet snel afnemen. En ook als de oorlog eenmaal een wending neemt en de nederlaag ophanden lijkt, zal die woede niet bedaren. Integendeel, met de ultieme vernedering van een verloren strijd in het vooruitzicht zullen de militanten nog ergere slachtingen aanrichten, in een ‘triomf van de verliezers’. Ze zullen de uitroeiing van ongelovigen en ketters verhaasten, want ‘het is nu of nooit’, ‘het is wij tegen zij’ en ‘het is alles of niets’. Ook al moeten ze te gronde gaan, de eeuwige vijand zal met hen ten onder gaan. Dat is de mentaliteit van de fanatieke massamoordenaars tot het bittere einde. Abram de Swaan is emeritus Universiteitshoogleraar sociale wetenschap van de Universiteit van Amsterdam en adjunct hoogleraar aan de p faculteit psychiatrie bij het Mount Sinai Hospital te New York. Zijn laatste boek, Compartimenten van vernietiging; over genocidale regimes en hun daders, verschijnt in januari in de VS als The Killing Compartments; On the Mentality of Mass Murder en vervolgens in Franse en Italiaanse vertaling.