Wat brengt het wijkteam op? Door: Michel de Visser In Almere werd onlangs de jeugdhulp tot het einde van het jaar stopgezet. Het geld was op. De komende tijd zullen dit soort situaties vaker voorkomen. Zorg wordt steeds schaarser. Er zullen daarom scherpe keuzes moeten worden gemaakt bij het toekennen en inzetten van hulpverlening. Om goede afwegingen te kunnen maken is inzicht nodig in wat de kosten en opbrengsten zijn van de hulpverlening. Een pilot naar kostenbewustzijn voor de gemeente Schiedam, heeft inzicht gegeven in de kwantificering van de opbrengsten van de inzet van het wijkteam. De uitkomsten kunnen ook elders het vertrekpunt zijn bij het maken van keuzes. Het is in ieders belang dat voor het beschikbare budget maximale zorg kan worden geleverd. Opbrengsten in kaart? Het in geld uitdrukken van de opbrengsten van zorg is complex. Je kunt niet simpelweg op het eind van de week de kassa tellen en de omzet vaststellen. Aan de opbrengsten van zorg en dus ook van een wijkteam kleven verschillende dimensies. Er zijn immateriële opbrengsten, bijvoorbeeld het feit dat iemand zich beter voelt of dat zijn angst is afgenomen. Daarnaast zijn er materiële opbrengsten. Een manier om hier naar te kijken is door inzichtelijk te maken welke kosten er uitgespaard of voorkomen worden als gevolg van de ingezette hulp. Een complicatie hierbij is dat het voordeel ten gunste kan zijn van verschillende personen of instanties, bijvoorbeeld de klant zelf, de gemeente of derden zoals een woningcorporatie of justitie. Vervolgens is nog de vraag hoe je die opbrengsten moet berekenen. Aanpak Schiedam Om enig inzicht te krijgen in de baten van het wijkteam zijn in Schiedam 188 casussen (zowel jeugd als Wmo) doorgelopen met de desbetreffende casusregisseurs. Per casus is aan de regisseur gevraagd een inschatting te maken van de impact van de hulpverlening. Hierbij is een onderscheid gemaakt naar immaterieel en materieel, naar degene die er de baat van heeft en naar de zwaarte van de impact (geen, licht, middel of zwaar). Vooraf is met het team besproken wat onder de verschillende zwaartes moet worden verstaan en zijn er voorbeelden gegeven. Daarnaast zijn alle casussen één-op-één door de onderzoeker besproken met de casusregisseurs om er zo voor te zorgen dat elke regisseur vanuit dezelfde bril zou kijken en de zwaarte-indeling goed zou toepassen. De materiële impact was als volgt gedefinieerd: Impact Geen Klein Middel Het geschatte bedrag aan kosten dat de komende 3 jaar kan worden uitgespaard, als gevolg van de inzet van het wijkteam. €0 € 0 - € 1000 € 1000 - € 5000 Groot > € 5000 Voor immateriële impact gold als richtlijn: geen, klein (bijvoorbeeld dyslexie), middel (bijvoorbeeld een kind met een verstandelijke beperking) tot zwaar (crisis, levensbedreigend). De analyse van 188 casussen leverde de volgende impact-verdeling op in aantallen: Uit bovenstaande blijkt bijvoorbeeld dat bij 53 van de wijkteam-cliënten er volgens de medewerkers sprake is van een hoge financiële impact voor de cliënt, etc. Van impactbepaling naar opbrengt Op basis van bovenstaande impactanalyse, is per categorie een aanname gedaan voor een gemiddelde opbrengst per casus. Bij geen impact is gemiddelde opbrengst = € 0; bij lage impact is gemiddelde opbrengst € 500 (het midden tussen €0 en € 1000); bij impact middel is gemiddelde opbrengst € 3000 (het midden tussen €1000 en € 5000) en bij een hoge impact is gemiddelde opbrengst = € 8000. Vanuit bovengenoemde aannames kan voor de 188 casussen de totale gemiddelde opbrengst per casus worden berekend op basis van de inschatting van de wijkteammedewerkers. (Dit is puur in geld uitgedrukt en los van de immateriële impact.) Cliënt € 2.6941 Gemeente € 3.563 Derden € 2.079 Totaal € 8.337 Bij deze aanpak zijn uiteraard kanttekeningen te plaatsen. De belangrijkste zijn: 1 Ter illustratie: het gemiddelde van 95 x impact geen + 15 x impact laag + 25 x impact middel + 53 x impact hoog komt uit op: (95 x €0 + 15 x € 500 + 25 x € 3000 + 53 x € 8000)/188 = € 2.694. - De aanname is dat de inzet van het wijkteam succesvol is, zodat ook echt kosten uitgespaard worden. - De beoordelingen zijn subjectief, het is telkens een inschatting van de desbetreffende medewerker en soms zijn die inschattingen moeilijk te maken. - De aanname van € 8000 voor een traject met een hoge impact, is voorzichtig ingeschat. In gevallen waar grote schulden worden voorkomen of een uitkering kan worden omgezet in een baan, kunnen de bedragen voor zowel de klant als ook met name de gemeente, een stuk hoger uitvallen. Conclusie Ondanks alle mitsen en maren, is hier een in geld uit te drukken opbrengst inzichtelijk gemaakt. Hieruit blijkt dat de inzet van de wijkteams door de gemeente wordt betaald, maar de opbrengsten ervan slechts voor 43% ten gunste zijn van de gemeente. Als gekeken wordt naar de kosten per uur van een wijkteam2, dan kan een medewerker gemiddeld ongeveer 50 uur aan een casus besteden om voor de gemeente break-even te zijn. Dat wil zeggen dat voor de gemeente de kosten dan gelijk zijn aan de opbrengsten. Als gekeken wordt naar alle maatschappelijke opbrengsten (dus ook die van cliënt en derden), dan kan 115 uur aan een casus besteed worden. Hierbij is overigens geen rekening gehouden met immateriële opbrengsten. De uitkomsten van dit onderzoek zouden voorts vergeleken kunnen worden met het gemiddeld aantal uren dat het wijkteam aan een cliënt besteedt. Op basis daarvan ontstaat enig inzicht in hoe “rendabel” het team is. Ook kunnen de kengetallen uit dit onderzoek gebruikt worden bij investeringsvraagstukken over bijvoorbeeld de omvang van een team of bij de wijze waarop teams gefinancierd moeten worden. Voor menigeen mag deze benadering kil en zakelijk klinken. “Het gaat toch om de zorg van mensen!” De immateriële effecten mogen dan ook zeker niet veronachtzaamd worden. Toch is het nodig dat veel meer inzicht ontstaat bij gemeenten over de financiële opbrengsten van de ingezette hulp. Dit is nodig om betere keuzes te kunnen maken, om meer mensen te kunnen helpen en om situaties als in Almere te kunnen voorkomen. Auteur: Drs. Michel de Visser (bedrijfseconoom) is voormalig deelgemeentewethouder in Rotterdam en zelfstandig adviseur op het gebied van wonen, zorg en welzijn. Zie www.mdva.nl of [email protected] 2 In de pilot is een integrale kostprijs per uur berekend voor het wijkteam. Inclusief personeelslasten en overhead komt dit op €72,14.