Taakanalytisch model van technisch lezen

advertisement
2007
Hoofdstuk 2:
Technisch lezen en
spellen
Pol Ghesquière & Aryan van der
Leij
Universiteit
van
Amsterdam
Katholieke
Universiteit
Leuven
Model 1: Taakanalytische modellen
domeinspecifieke ontwikkelingsmodellen
technisch lezen en spellen
specifieke deelvaardigheden volgens relatief
vaste volgorde verworven
hiërarchische schema’s
‘latere’ vaardigheden bouwen voort op de
‘vroegere’
Lezen
van spellende leesstrategie (tekenklankkoppelngen en auditieve synthese)
via visuele synthese
naar directe woordherkenning
elementaire leeshandeling:
alleen woorden op
niveau
I
MK-KM-MKM
niveau
II
MMKM-MKMM-MMKMM
AUDITIEF
SEQUENTIEEL
GEHEUGEN
AUDITIEVE
SYNTHESE
AUDITIEVE
DISCRIMINATIE
VISUELE
SYNTHESE
TEKEN-KLANK
KOPPELING
DIRECTE
WOORDHERKENNING
VISUELE
DISCRIMINATIE
Figuur 1: Taakanalytisch model van technisch lezen
(naar Struiksma, Van der Leij en Vieijra, 2004)
Lezen
Dus niet op niveau
- spellingpatronen
- meer lettergrepen
Model van optioneel passen
(‘mapping’).
heel
woord
geschreven
woord
gesproken
woord
foneem
lettergreep
kennis van
- hele woorden
- grafemen
- grafeem clusters
- spellingpatronen
gesplitste
lettergreep
spellingpatroon
2 of meer
lettergrepen
Model van optioneel passen
(‘mapping’).
heel
woord
geschreven
woord
gesproken
woord
foneem
lettergreep
kennis van
- hele woorden
- grafemen
- grafeem clusters
- spellingpatronen
gesplitste
lettergreep
spellingpatroon
2 of meer
lettergrepen
Spellen
van auditieve spellingstrategie (auditieve
analyse en klank-tekenkoppelngen)
naar directe woordspelling
elementaire spellinghandeling volgens
fonologisch principe:
alleen klankzuivere woorden
AUDITIEF
SEQUENTIEEL
GEHEUGEN
AUDITIEVE
ANALYSE
AUDITIEVE
DISCRIMINATIE
VIELE
SYNTHESE
KLANK-KLANK
KOPPELING
DIRECTE
WOORDSPELLING
VISUELE
DISCRIMINATIE
Figuur 1: Taakanalytisch model van spellen
(naar Struiksma, Van der Leij en Vieijra, 2004)
Spellen
Dus niet:
morfologische principe
(bijvoorbeeld de regels van de
werkwoordspelling).
etymologische principe
(bijvoorbeeld leenwoorden, ‘weekend’ of
‘ei’/‘ij’ of ‘ou’/‘au’)
Taakanalytische modellen
zijn meer prescriptief (wat (ortho)didactisch te
doen?)
dan descriptief (hoe verloopt het
ontwikkelingsproces precies?)
laten zich direct vertalen in interventie
maar beperken zich tot de elementaire lees- en
spellingshandeling
Model 2: Informatieverwerkingstheorie
lezen en spellen = verwerken van informatie.
(‘phonological codes’)
korte termijn geheugen
werkgeheugen
lange termijn geheugen
declaratieve kennis (feitenkennis)
procedurele kennis (kennis van oplossingen)
metacognitieve kennis (kennis van keuzes)
nieuwe opslag
Model 2: Informatieverwerkingstheorie
in
korte termijn
geheugen
werkgeheugen
lange termijn
geheugen
uit
feitenkennis
strategische kennis
keuze kennis
Model 2: Informatieverwerkingstheorie
in
korte termijn
geheugen
werkgeheugen
lange termijn
geheugen
uit
feitenkennis
strategische kennis
keuze kennis
Model 2: Informatieverwerkingstheorie
in
korte termijn
geheugen
werkgeheugen
lange termijn
geheugen
uit
feitenkennis
strategische kennis
keuze kennis
putje van vergetelheid
Lezen
- indirecte woordherkenning
procedurele strategie
spellende leesstrategie
auditieve spellingstrategie
- directe woordherkenning
geheugenstrategie
directe woordherkenning
directe woordspelling
- gebruik maken van de context
procedurele en geheugenstrategie
anticiperen
corrigeren
Spellen
- auditieve strategie
- regelstrategie (‘wordt’/’loopt’)
- analogiestrategie (‘bureau’/ ‘cadeau’)
- inprentingstrategie
- mnemotechnische strategie
(ezelsbruggetjes)
- hulpmiddelenstrategie
(woordenboek, spelling checker)
- visueel-motorische strategie
(direct spellen)
Impliciet: ontwikkelingsmodellen
‘self-teaching mechanism’ (Share, 1995)
automatisering = overgang van indirect naar
direct op basis van inprenting
snelheid en accuratesse nemen toe
energie en aandacht vrij voor meer complexe
aspecten:
begrijpend lezen
ordenen en verwoorden van gedachten
Interactief-compensatorisch proces (Stanovich,
1980)
Lees- en spellingproblemen
Beschrijven
Verklaren i.t.v. oorzaken:
specifieke leerproblemen/leerstoornissen
niet-specifieke leerproblemen
school
gezin
individu
lichamelijke ziektes
fysieke of sensorische beperkingen
psychosociale problemen
verstandelijke beperkingen
Dyslexie
Definities
discrepantiecriterium
exclusiviteitscriterium
normaliteitscriterium (Dumont, 1994)
maar … kritiek (Stanovich, 1996, p. 160).
Dyslexie
beschrijvend (SDN, 2004)
“Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door
een hardnekkig probleem met het aanleren en het
accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of het
spellen op woordniveau.”
verklarend (Braams, 1996)
“Dyslexie is een specifiek probleem met de
fonologische verwerking van taal door de hersenen,
dat doorgaans leidt tot lees- en spellingproblemen en
vaak ook tot meer of minder duidelijke problemen bij
andere taken waarbij taal een rol speelt”
Diagnostiek van lees- en spellingproblemen
Signalering en identificatie: LVS
Classificeren en verklaren
achterstandscriterium
didactische resistentie
differentiaaldiagnostiek
bijv. algemene taalachterstand
(te) lage intelligentie
omgevingsoorzaken
Relatie met continuum van zorg
‘response-to-instruction’
Begeleidingsgerichte diagnostiek
- analyse op taakniveau:
probleem- en hulpgeschiedenis,
niveaubepaling, profielanalyse,
foutenclassificatie en foutenanalyse
- onderwijsbelemmeringen
- pedagogisch perspectief/hulpvraag
andere leer- en gedragsproblemen dan
wel ontwikkelingsstoornissen
algemene cognitieve processen
Toetsen voor niveaubepaling en signalering
LVS
zie boek
Relatie met Continuum van zorg
Relatie met continuum van zorg:
Response-to-instruction
Bao:
1
groep zwakkere lezers
Intensieve begeleiding
in de groep
25 %
Relatie met continuum van zorg:
Response-to-instruction
Bao:
1
25 %
groep zwakkere lezers
Intensieve begeleiding
uit de zorg
15 %
in de groep
2
+
10 %
BaO:
groep met flinke achterstand
Individuele remedial teaching buiten de groep
Relatie met continuum van zorg:
Response-to-instruction
Bao:
1
25 %
groep zwakkere lezers
Intensieve begeleiding
+
uit de zorg
15 %
in de groep
2
BaO:
groep met flinke achterstand
Individuele remedial teaching buiten de groep
3
10 %
3-4 %
Buiten de school:
groep met toenemende achterstand en
didactische resistentie
Individuele behandeling in leeskliniek
+
verder in de klas
6-7 %
Relatie met continuum van zorg:
Response-to-instruction
Bao:
1
25 %
groep zwakkere lezers
Intensieve begeleiding
+
uit de zorg
15 %
in de groep
2
BaO:
groep met flinke achterstand
Individuele remedial teaching buiten de groep
3
10 %
+
verder in de klas
6-7 %
3-4 %
Buiten de school:
groep met toenemende achterstand en
didactische resistentie
Individuele behandeling in leeskliniek
+
verder op school
2-3 %
non-reponders
1%
Relatie met continuum van zorg:
Response-to-instruction
Bao:
1
groep zwakkere lezers
Intensieve begeleiding
25 %
in de groep
10 %
2
BaO:
groep met flinke achterstand
Individuele remedial teaching buiten de groep
Protocollen
Leesproblemen en
Dyslexie
ECN (Wentink &
Verhoeven)
Rotterdamse
Aanpak Dyslexie
(Struiksma e.a.)
3-4 %
3
Buiten de school:
groep met toenemende achterstand en
didactische resistentie
Individuele behandeling in leeskliniek
Protokollen voor
indicatiestelling en
behandeling
(Blomert).
Toetsen voor niveaubepaling en signalering
LVS
zie boek
Nog wat te wensen?
Handboek
Interventie in de leerlingbegeleiding?
Download