zuurstof toedienen

advertisement
Zorg voor
ademhaling
Verpleegtechnische
handelingen hfst 21
Opname zuurstof (O2)
 De
luchtwegen transporteren de
ingeademde lucht naar de longen
 In de longblaasjes wordt zuurstof
opgenomen en koolzuurgas
uitgescheiden
 De zuurstof wordt via het bloed naar de
cellen getransporteerd
Wanneer extra zuurstof
 Arts
schrijft extra zuurstof voor wanneer
een zorgvrager te weinig zuurstof in het
arteriële bloed heeft (hypoxemie)
Bij hypoxemie bevatten de
hemoglobinemoleculen onvoldoende
zuurstof
Oorzaken opname te
weinig zuurstof
 Onvoldoende
longventilatie,
 zorgvrager kan te weinig lucht in- en
uitademen
 COPD,
 neurologische aandoeningen,
slaapapneu,
 gebruik van slaap- en
kalmeringsmiddelen
 morfine in hoge doseringen)
Zuurstoftoediening werkt niet
bij
 Bloedarmoede
 Onvoldoende
pompwerking van het hart
Verschillende zuurstofbronnen
 Zuurstofcilinder
(met
samengeperste
zuurstof)
Verschillende zuurstofbronnen
 Concentrator
(haalt
zuurstof uit de
gewone lucht)
Verschillende zuurstofbronnen
 Vloeibare
zuurstof
Toedieningssystemen
 Neuskatheter
Toedieningssysteem
 Zuurstofbril
Toedieningssystemen
 Zuurstofmasker
 Transtracheale
katheter
Emoties van de zorgvrager bij
zuurstof toediening
 Angst
 Onzekerheid
en verdriet
 Opluchting en rust
Voorlichting geven
 De
wijze waarop de zuurstof wordt
toegediend (apparatuur en
hulpmiddelen)
 Wat de zorgvrager wel en niet kan doen
als hij zuurstof krijgt en wat de
veiligheidsmaatregelen zijn
 De reden van toedienen van zuurstof
Voorlichting geven
 Hoe
de zorgvrager het inbrengen van de
zuurstofkatheter en het gebruik van
zuurstof kan ervaren (kokhalzen, heel kort
benauwd gevoel, geen pijn, kriebel in de
neus
Voorlichting geven

1.
2.
3.
4.
Wanneer de zorgvrager moet
waarschuwen:
Bij blijvende benauwdheid
Bij een lege zuurstof cilinder
Bij een lege luchtbevochtiger (bij
toediening boven 2l p/m)
Bij andere problemen of klachten
Hygiëne
 Verschoon
de luchtbevochter dagelijk
om infecties te voorkomen
 Controleer de luchtbevochter op
steriliteitdatum en vacuüm
 De zuurstofkatheter of zuurstofmasker
verwissel je dagelijk
Veiligheid
 Verboden
te roken!
 Zorg voor goede ventilatie
 Concentratier niet in de buurt van een
warmtebron (kachel, zon)
 Zet cilinders goed vast zodat ze niet
omvallen
 Pas op met statische electriciteit (nylon
kleding, haren kammen)
 Gebruik bij insmeren gezicht geen vette
créme, zalf of olie
Symptomen bij teveel zuurstof
 Hoofdpijn
 Prikkelbaarheid
 Slaperigheid
 Bewustzijnstoornissen
(bij roze huidskleur)
Symptomen bij te weinig
zuurstof
 Kortademigheid
in rust en lichte
inspanning
 Sufheid, vergeetachtigheid, verwardheid
 Raar gevoel in het hoofd
 Snelle pols
 Blauwe verkleuring van huid en nagels
Berekenen v.d resterende tijd v.d
beschikbare zuurstof in de cilinder.
Druk x inhoud
_______________________ : 60 = … uren
Liters zuurstof per minuut
Vb. De druk van zuurstof in een cilinder
van 40 liter bedraagt 120 bar. Toe te
dienen zuurstof is 4 L/min
120bar x 40
4 L/min
: 60 = 20 uur
Trachea
canule
Filmpje canule verzorging
MOND- EN
KEELHOLTE
UITZUIGEN
DOEL
 Het
vrijmaken van de bovenste
luchtwegen van sputum, speeksel,
maaginhoud of bloed, zodat de
ademweg weer doorgankelijk wordt
ANATOMIE
INDICATIE UITZUIGEN
 Wanneer
een cliënt zelf niet goed
kan ophoesten of slikken
(bewusteloze of een uitgeputte
zorgvrager, zorgvrager met hoge
dwarslaesie, zorgvrager met
ernstige longproblematiek)
 Bij afwijkingen van het hart en van
de hersenen, dat ophoesten of een
houdingsdrainage risico met zich
mee brengt.
NADEEL
door het uitzuigen worden luchtwegen
geprikkeld tot een verhoogde productie
van sputum. Zo krijg je een averechts
effect.
 Uitzuigen gebeurt daarom alleen als
preventieve maatregel om de
luchtwegen doorgankelijk te houden niet
helpen.

PREVENTIEVE MAATRGELEN
 Houdingsdrainage
 Ademhalings Medicatie
en hoesttechnieken
COMPLICATIES
 cardiale
problemen
 beschadiging van het weefsel
 infectie
 Overprikkeling.
WEES ALERT BIJ:
 Verminderd
bewustzijn
 Neuro musculaire aandoeningen
(verstoord doorgeven van signalen van
en naar de hersenen en/of een ziekte van
de spieren)
 Longemfyseem
 Cardiale klachten
MATERIALEN EN
APPARATUUR
 Afzuigkatheter
(45-60 cm lang, variërend
12 tot 16 CH bij volwassenen)
 Vacuümbreker
 Afzuigapparatuur
AANDACHTSPUNTEN BIJ
UITZUIGEN
 Katheter
nooit met kracht tegen slijmvlies
duwen
 Met open katheter in de mond en weer
naar buiten
 Uitzuigen gebeurd tot keelholte (top
katheter altijd zichtbaar)
 Beleving van zorgvrager (angst,
onplezierig, opluchting)
MONDHOLTE
ASEPTISCH WERKEN



Sputum is rijk aan bacteriën, draag
handschoenen en evt. mondmasker en
schort
Om infecties te voorkomen zuigkatheter
eenmalig gebruiken , opvangfles eenmaal
per 24 uur reinigen
Bekertje water wat je gebruikt bij uitzuigen
voor het doorspoelen van katheter na gebruik
legen en omspoelen. (stilstaand water bron
van bacteriën)
EXTRA INFORMATIE
 http://static.competence.biz/Content/Zui
dwester/Reader%20Uitzuigen%20Mond%20en%20Keelholte%20(hoog)%20201011.pdf
(theorie)
 http://instructivity.nl
(praktijkfilmpje)
Download