* groep 3-4 33 Vallende sterren Kijken naar de sterren tijdsduur lesdoelen benodigdheden 45 minuten De leerling: •24 vuursteentjes •weet dat een vallende ster •kleurpotloden kerndoelen een steen(tje) is dat door 1 en 42 wrijving warmte en een lichtspoor achterlaat •weet dat een ster licht geeft Tip. Les 24 gaat over meteorieten en past goed bij deze les. Voorbereiding Zorg voor de activiteit Licht door wrijving voor vuursteentjes. Vallende sterren 15 min. Ga met de leerlingen in een kring zitten. Laat hen naar de tekening van de vallende ster kijken bij opdracht 1 van het doeblad. Vraag: ‘Wat is dit?’ Vertel dat we het een vallende ster noemen, maar dat het eigenlijk helemaal geen ster is. Het is een vallende steen! Laat nu de foto van de vallende ster zien. Wat zien ze nu? Komen ze op de woorden ‘licht’, ‘vuur’ of ‘ster’? Leg uit dat buiten de aarde allemaal grote en kleine steentjes zweven. Soms komen deze steentjes richting de aarde. Ze gaan zo hard dat het steentje heel erg warm wordt. Zo warm zelfs, dat het steentje gaat branden. Hierdoor zie je een streep met licht. Het steentje verbrandt. Laat de leerlingen nu bij opdracht 1 van het doeblad zelf een echte vallende ster tekenen. De leerlingen onderzoeken hoe er bij een vallende ster licht en warmte ontstaat. Warmte door wrijving 5 min. Laat de leerlingen heel hard hun handen over elkaar heen wrijven. Ze vullen opdracht 2 van het doeblad in. Ter info. Soms is een steen zo groot dat hij niet volledig in de dampkring verbrandt. Het overgebleven stuk valt dan, eventueel in meerdere stukken, op aarde. Dit heet een meteoriet. pagina 187 • Kijken naar de sterren • les 33 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen Licht door wrijving 10 min. Een vallende ster geeft ook licht. Verdeel de leerlingen in tweetallen. Ga met de leerlingen naar het schoolplein. Vertel dat ze heel voorzichtig moeten doen! Geef ieder tweetal twee vuursteentjes. Laat hen vonken maken door de twee vuursteentjes tegen elkaar te slaan. Hierna vullen ze in de klas opdracht 3 van het doeblad in. Wat zijn vallende sterren? 10 min. Bespreek de vragen: wat voelden de leerlingen toen ze met hun handen over elkaar heen wreven? Wat zagen de leerlingen bij de vuursteentjes? Hoe kwam het dat de vuursteentjes licht gaven? Vertel dat de warme handen en het licht van de vuursteentjes kwam doordat er wrijving was. Leg uit dat wrijving betekent dat een voorwerp ergens langs beweegt. Vraag de leerlingen nogmaals wat vallende sterren zijn. Hoe ontstaan vallende sterren? Hoe komt het dat ze licht geven? Vertel dat het steentje zo snel door de lucht vliegt dat het warm wordt en gaat branden. Bij vallende sterren gebeurt dus hetzelfde als wat de leerlingen gedaan hebben met het wrijven van de handen en het maken van vonken door de vuursteentjes. Bij vallende sterren is er alleen veel meer wrijving en veel meer vuur. Bespreek met de leerlingen of het eng is dat er vallende sterren zijn. Vertel dat dit niet zo is. Buiten de aarde zweven heel veel steentjes, maar doordat deze verbranden kunnen ze niet op aarde komen. Soms gebeurt dit echter wel, maar dat gebeurt zo weinig dat de leerlingen niet bang hoeven te zijn. Wat zijn sterren? 5 min. De leerlingen weten nu dat een vallende ster geen echte ster is. Maar wat is een ster wel? Vertel dat er heel veel sterren zijn. Vraag of er leerlingen zijn die ’s nachts sterren hebben gezien. Wat valt er op aan de sterren? Vertel dat sterren altijd licht geven, dus niet zo kort als een vallende ster. pagina 188 • Kijken naar de sterren • les 33 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen * groep 3-4 praatplaat 33 pagina 189 • Kijken naar de sterren • les 33 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen pagina 190 • Kijken naar de sterren • les 33 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen * groep 3-4 33 Vallende sterren Vallende sterren Hier zie je een vallende ster. a Is het in het echt ook een ster? ja / nee b Teken een echte vallende ster. pagina 191 • Kijken naar de sterren • les 33 doeblad 1 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen 2 Warmte door wrijving Wrijf je handen tegen elkaar. Wat gebeurt er? Kleur dat hokje. a Ze worden: warm koud 3 Licht door wrijving 1 Maak een vonk met een vuursteen. Wat gebeurt er? Kleur dat hokje. a Je ziet: een vallende ster licht warmte pagina 192 • Kijken naar de sterren • les 33 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen * groep 3-4 34 Wat zie jij? Kijken naar sterrenbeelden tijdsduur lesdoelen benodigdheden 45 minuten De leerling: •foto sterrenhemel •weet dat een aantal sterren- in de winter (bijlage) kerndoelen beelden hun namen hebben •lijm 1, 54 en 55 gekregen van de oude Grieken •scharen •kent het verhaal van •kleurpotloden koningin Cassiopeia, waar •verf het sterrenbeeld naar •papier vernoemd is •kent twee sterrenbeelden (Orion en Cassiopeia) Voorbereiding Pak voor de activiteit Wat heb jij gezien? de foto van de sterrenhemel in de winter uit de bijlage. De sterren 15 min. Vertel het verhaal van koningin Cassiopeia. Cassiopeia was de koningin van Ethiopië en getrouwd met koning Cepheus. Ze hadden één dochter, Andromeda. Cassiopeia was zó mooi, dat ze zei dat ze mooier was dan de dochters van de zeegod Nereus. Nereus werd heel boos en zond een monster dat Andromeda op kwam eten. Cepheus moest Andromeda op een rots aan zee laten binden. Zo kon hij weer vriendjes worden met de god. Nereus zou er dan voor zorgen dat er geen rampen, zoals overstromingen, zouden zijn. Cepheus deed dat, maar juist toen een monster aan de horizon opdook, kwam er een held aan, Perseus. Hij redde Andromeda. Het sterrenbeeld Cassiopeia is naar deze mooie koningin vernoemd. Vertel de leerlingen dat het sterrenbeeld Cassiopeia uit vijf sterren bestaat. De oude Grieken zagen hier koningin Cassiopeia op een troon in. Laat de tekening van koningin Cassiopeia van de praatplaat zien. De leerlingen maken hierna opdracht 1 van het doeblad. Ze trekken lijnen tussen de sterren bij het sterrenbeeld. Wat voor figuur zien ze daar in? Herkennen ze het sterrenbeeld dat ze op de praatplaat hebben gezien? pagina 193 • Kijken naar sterrenbeelden • les 34 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen De leerlingen onderzoeken wat zij in het sterrenbeeld Orion zien. Orion 20 min. Tip. Laat de Bij opdracht 2 van het doeblad staan de sterren van het sterrenbeeld Orion leerlingen ’s avonds voor het slapen gaan naar buiten kijken. Wat zien ze allemaal in de sterren? Zien ze ook de sterrenbeelden Cassiopeia en uitgebeeld. Vertel dat de oude Grieken hier vroeger een jager in zagen. Zien zij er ook een jager in? Laat de leerlingen zelf bedenken wat ze hierin zien. De leerlingen kunnen op het doeblad hun versie van Orion kleuren, maar ook verven, knippen en plakken, zodat het een mooie tekening wordt van iets waarop zij het vinden lijken. Orion? Wat heb jij gezien? 10 min. Zet de stoelen in een kring. Vraag de leerlingen wat zij in het sterrenbeeld Orion zagen. De leerlingen laten hun tekening aan de andere leerlingen zien. Heeft iedereen hetzelfde gezien? Of juist hele andere dingen? Vraag hoe het komt dat iedereen iets anders ziet? Heeft iemand er een jager in gezien? Laat de leerlingen de tekening hierboven zien. Laat ook de afbeelding uit de bijlage van de sterrenhemel in de winter zien. Wijs hierop aan waar Orion te zien is. pagina 194 • Kijken naar sterrenbeelden • les 34 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen * groep 3-4 praatplaat 34 pagina 195 • Kijken naar sterrenbeelden • les 34 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen pagina 196 • Kijken naar sterrenbeelden • les 34 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen * groep 3-4 Wat zie jij? De sterren a Kijk naar de stippen. Trek lijnen. pagina 197 • Kijken naar sterrenbeelden • les 34 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen doeblad 1 34 2 Orion Hieronder staat nog een sterrenbeeld. Wat zie jij er in? pagina 198 • Kijken naar sterrenbeelden • les 34 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen * groep 3-4 35 Telescoop maken Kijken naar het heelal tijdsduur lesdoelen eindproduct 45 minuten De leerling: •een telescoop •weet dat een bolle lens voor iedere leerling kerndoelen 1, 23, 44 en 45 het beeld vergroot •weet dat een holle lens benodigdheden het beeld verkleint •foto telescoop (bijlage) •weet dat je met een telescoop •48 wc-rollen voorwerpen met meer detail •24 vellen gekleurd A4-papier kunt zien •24 lenzen nummer 7 •kan met een telescoop •24 lenzen nummer 8a een voorwerp waarnemen •12 holle lenzen •plakband •verf •kwasten •water Voorbereiding Haal voor de activiteit Welke lens vergroot? de foto van de telescoop uit de bijlage. Zorg voor de juiste lenzen. Deze zijn te verkrijgen bij Ipacity van het merk Astromedia. Lens nummer 7 heeft een diameter van 34,5 millimeter en een sterkte van +9,4. Lens nummer 8a heeft een diameter van 40 millimeter en een sterkte van +5,6. Welke lens vergroot? 15 min. Pak één van de bolle lenzen (nummer 7 of 8a) om de leerlingen te laten zien wat een bolle lens is. Geef de lens door aan de leerlingen, zodat ze kunnen voelen dat de lens aan één kant bol is. Laat vervolgens een holle lens zien. Geef ook deze lens door. Teken een doorsnede van een holle en een bolle lens op het bord. Zien de leerlingen het verschil? Laat de leerlingen nu met de verschillende lenzen naar hun duim kijken. Wat zien ze met de holle lens? En wat met de bolle lens? Waar zijn de lenzen dus handig voor? Je kunt ze onder andere gebruiken om mee in de verte te kijken, bijvoorbeeld door een verrekijker of telescoop. Weten de leerlingen wat een telescoop is? Laat de foto van de telescoop zien. Vertel dat een telescoop hele sterke lenzen heeft, waardoor je met een telescoop dingen van heel ver weg kunt bekijken. Telescopen worden vooral gebruikt om naar hemellichamen te kijken, zoals sterren, planeten en manen. Ter info. Een lens verandert een lichtstraal van richting. Als de lens hol is, gaan de lichtstralen uit elkaar. Dan wordt het beeld verkleind. Als de lens bol is, gaan de lichtstralen juist naar elkaar toe. Dan wordt het beeld vergroot. Een telescoop maakt gebruik van de vergrotende functie van een bolle lens. pagina 199 • Kijken naar het heelal • les 35 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen Tip. Laat de leerlingen experimenteren door de afstand van het oog of het voorwerp ten opzichte van het vergrootglas te veranderen. De leerlingen maken een telescoop. Telescoop maken 30 min. Lees samen het stappenplan van opdracht 1 op het doeblad door. Help de leerlingen bij het maken van de telescoop. De lenzen kunnen op de wc-rol geplakt worden als de verf droog is. Laat de leerlingen een koker rollen van het gekleurde papier, zodat het al bol staat. Ze mogen de koker pas dichtplakken als de wc-rollen ertussen zitten. Het is belangrijk dat de lenzen op de wc-rollen allebei aan de buitenkant van de telescoop komen. Laat de leerlingen samenwerken als dat nodig is. Vraag de leerlingen door hun telescoop te kijken en ergens op te richten. Vertel dat de leerlingen niet met de telescoop naar de zon of een lamp moeten kijken, omdat het hun ogen kan beschadigen. De leerlingen tekenen op het doeblad wat ze zien. Laat de leerlingen experimenteren met de telescoop. Wat zien ze als ze door de andere kant van de telescoop kijken? Als ze een onscherp beeld hebben, kunnen ze dit dan scherpstellen door één van de wc-rollen te verschuiven? Als de leerlingen lens 8a voor hun oog houden, zal het beeld vergroten. Als ze de andere lens voor hun oog houden, zal het beeld verkleinen. Als ze met een telescoop naar de sterren willen kijken, moeten ze een telescoop hebben met veel sterkere lenzen. Ter info. Een telescoop heeft vaak twee lenzen en daarom twee brandpunten. Door te kiezen waar deze twee brandpunten overlappen, kun je bepalen van welke afstand je het beeld scherp stelt. pagina 200 • Kijken naar het heelal • les 35 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen * groep 3-4 Telescoop maken Telescoop maken Wat heb je nodig? • 2 wc-rollen • 2 bolle lenzen • plakband • gekleurd papier Wat ga je doen? Kijk goed naar de tekening. 1 Verf de wc-rollen. 2 Plak een lens aan een wc-rol. 3 Plak de andere lens aan de andere wc-rol. 4 Maak van het gekleurde papier een koker. 5 Leg de wc-rollen in de uiteinden van de koker. 6 Plak de koker dicht. 7 Kijk door je telescoop. Gebruik twee stukjes plakband. Let op! Kijk niet met een telescoop naar de zon! Zo beschadig je je ogen. pagina 201 • Kijken naar het heelal • les 35 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen doeblad 1 35 8 Teken wat je ziet door je telescoop. pagina 202 • Kijken naar het heelal • les 35 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen Stuur je boodschap per satelliet! Kijken naar de aarde tijdsduur lesdoelen benodigdheden 50 minuten De leerling: •A5-ruitjespapier •leert dat boodschappen •A4-papier kerndoelen via een satelliet gezonden •scharen 1, 23 en 55 worden als nullen en enen •envelop •postzegel eindproduct •stempel •een tekening omgezet •postzak in nullen en enen (code) •oranje bak met gleuf Voorbereiding Zorg voor de activiteit Een brief sturen voor een envelop, een postzegel, een stempel en een postzak. Maak een oranje bak met gleuf. Dit wordt de brievenbus. Kopieer voor de activiteit Wat is jouw boodschap? 48 keer het doeblad. Een brief sturen 20 min. Ga met de leerlingen in een kring zitten. Maak met de leerlingen een tekening voor een vriend in het buitenland. Geef de tekening aan een leerling. Vraag hem wat er als eerste met de tekening moet gebeuren om bij de vriend te komen. Daarna gaat de brief naar de volgende leerling. Vraag: ‘Wat moet er nu mee gebeuren?’ Doorloop zo samen alle stappen van het postproces. De volgende punten kunnen aan de orde komen: brief in envelop stoppen – postzegel plakken – adres van vriend op de envelop schrijven (kies voor een echt adres) - in de brievenbus doen (dit is de oranje bak)– brievenbus legen (leeg de oranje bak) – stempel erop (geef de leerling een stempel om mee te stempelen) vervoer naar andere stad (laat een leerling naar de gang lopen) – sorteren voor postbode – vervoer naar ander land (laat de leerling weer terug het lokaal in komen) postbode brengt de brief (laat een leerling de brief bezorgen bij een andere leerling). pagina 203 • Kijken naar de aarde • les 36 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen * groep 3-4 36 Vertel dat je ook andere dingen kunt versturen, zoals foto’s. Maak een foto in de klas met een digitale camera. Vraag de leerlingen hoe je deze foto zou kunnen versturen. Hebben ze wel eens een digitale foto verstuurd per e-mail? Vertel dat satellieten ook foto’s kunnen doorsturen. Een satelliet is een apparaat dat de ruimte in is geschoten. Satellieten draaien om de aarde en kunnen onder andere foto’s maken en filmen. De foto’s die de satelliet maakt, worden naar computers op aarde gestuurd. Dit kan natuurlijk niet op de manier zoals je een tekening verstuurt. Hoe doen ze dat dan? De leerlingen onderzoeken hoe een satelliet een boodschap doorstuurt. Wat is jouw boodschap? 30 min. Verdeel de groep in tweetallen. Geef alle leerlingen een doeblad en laat ze opdracht 1 maken. Leg uit dat ze op de eerste rechthoek een tekening moeten maken door sommige hokjes wel in te kleuren en andere niet. In de tweede rechthoek zetten ze een ‘0’ in de vakjes die niet gekleurd zijn en een ‘1’ in de vakjes die wel gekleurd zijn. Laat als voorbeeld de tekening hieronder zien. Ze knippen nu de eerste rechthoek met de nullen en enen van het doeblad af en geven dat aan een andere leerling. Op een tweede doeblad tekent iedereen nu de tekening van zijn maatje na door de cijfers te lezen en de hokjes wel of niet in te kleuren. Laat de codetekeningen hierna nog een keer rouleren, zodat iedere leerling twee codes natekent. De leerlingen bekijken of de tekeningen die hun klasgenoten met hun gegevens gemaakt hebben inderdaad hetzelfde is als de eigen tekening. Bespreek de opdracht met de leerlingen. Vertel dat ze nu gewerkt hebben als een satelliet. Ook die stuurt alle informatie door met enen en nullen. Op aarde worden die enen en nullen dan weer omgezet in een foto. Tip. Als variatie kunt u de leerlingen laten bedenken wat ze willen tekenen. In plaats van eerst de tekening te kleuren, maken de leerlingen direct een tekening met enen en nullen. Wat wordt dat als ze gaan kleuren? pagina 204 • Kijken naar de aarde • les 36 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen * groep 3-4 Stuur je boodschap per satelliet! zet HIER je tekening om in code naam op HIER je Naam: naam op schrijf HIER je maak HIER een tekening door vakjes in te tekenen Naam: schrijf doeblad 1 Wat is jouw boodschap? 36 pagina 205 • Kijken naar de aarde • les 36 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen pagina 206 • Kijken naar de aarde • les 36 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen