Hoofdkantoor Kinder Service Hotels Nijverheidsweg 14B 7031 BV Wehl Tel: 0314 - 68 04 98 [email protected] www.kinderservicehotels.nl Een ontwikkelings- en stimuleringsprogramma speciaal voor kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en nulgroepen Ontwikkelingsgericht werken Kernwoorden van de methode zijn: Ontwikkelingsgericht werken betekent dat je werkt aan de brede ontwikkeling en daarbij zoveel mogelijk aansluit bij de initiatieven van kinderen. Letterlijk: op ontwikkeling gericht zijn. De pedagogisch medewerker wacht niet af tot kinderen uit zichzelf leerervaringen opdoen, maar lokt deze bewust uit. Je stimuleert en helpt kinderen een stapje verder te zetten in hun ontwikkeling. Dit noemen we de zone van naaste ontwikkeling. Interactie Interactie tussen kinderen en pedagogisch medewerkers vormt de kern van Ben ik in Beeld. Dit vraagt een actieve en sensitief-responsieve houding van de pedagogisch medewerkers. Aansluiten bij de initiatieven en interesses van de kinderen is een van de vaardigheden die hierbij centraal staat. Dit versterkt het gevoel van welbevinden van het kind en bevordert de ontwikkeling. De pedagogisch medewerkers wachten niet af tot de kinderen leerervaringen opdoen, maar lokken deze bewust uit. Niet het resultaat van een activiteit is belangrijk maar de weg die is afgelegd om tot dit resultaat te komen. Voorlezen met vertelkoffer BEN IK IN BEELD! Een ontwikkelings- en stimuleringsprogramma speciaal voor kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en nulgroepen. Naast de VVE-programma’s als Kaleidoscoop, Startblokken, Piramide en Uk en Puk, is er ook het programma ‘Ben ik in Beeld’. Ben ik in Beeld is een erkend VVE-programma, speciaal ontwikkeld voor kinderdagverblijven peuterspeelzalen en nulgroepen. Het sluit aan bij de doelstelling van de nieuwe wet OKE om de taalontwikkeling van jonge kinderen te stimuleren, op het pedagogisch kader kindercentra en de NCKO kwaliteitsmonitor. Het programma combineert belangrijke pedagogische en didactische inzichten met de dagelijkse praktijk van de kinderopvang. Ben ik in Beeld draagt bij aan de professionaliteit van de pedagogisch medewerkers en daarmee aan de optimale ontwikkeling van kinderen. Wat maakt Ben ik in Beeld zo uniek? Het programma is gericht op het versterken van de competenties van pedagogisch medewerkers èn sluit aan op de behoeften van het jonge kind. Een aantrekkelijk en compleet programma voor de kinderopvang, dat bestaat uit verschillende onderdelen. Interactief voorlezen binnen de voorleescyclus is een belangrijk aspect. Per thema staat een prentenboek centraal. Het prentenboek wordt meerdere keren en op verschillende manieren voorgelezen. Bij het voorlezen horen een vertelkoffer en/of een vertelkastje om de verhalen visueel te ondersteunen met voorwerpen en zo de taalontwikkeling te bevorderen. Dagritme Het begeleiden van de dagelijkse routines is een belangrijk onderdeel van Ben ik in Beeld. Terugkerende momenten op het kinderdagverblijf zoals fruit eten, verschonen en aankleden zorgen voor een helder dagschema. Pedagogisch medewerkers leren om deze kansrijke momenten te benutten en op een natuurlijke manier interactie uit te lokken. Speciale dagritme kaarten worden gebruikt om de dagindeling te verhelderen. Observatie Om de voortgang en ontwikkeling van kinderen in kaart te brengen, maakt Ben ik in Beeld gebruik van de observatiemethode Kijk! (Blom, Duvekot-Bimmel & De Jaeger,2001). Dit geeft een compleet en visueel beeld van de ontwikkeling van kinderen. Pedagogisch medewerkers gebruiken Kijk! Om het activiteitenaanbod af te stemmen op het ontwikkelingsniveau van het kind. Videobeelden Ben ik in Beeld gebruikt een videocamera, waarbij zowel de kinderen als de pedagogisch medewerkers letterlijk ‘in beeld’ komen. Opnames op de locatie worden tijdens coaching gesprekken gebruikt voor reflectie. Deze reflectie leidt tot bewuster handelen van de pedagogisch medewerkers en helpt hen om persoonlijke leerdoelen te stellen. Themahoeken en spel Door verschillende themahoeken worden kinderen uitgedaagd tot interactie, taal en spel. Deze hoeken zijn ingericht met prikkelende materialen. Gedurende vier tot zes weken vinden activiteiten plaats die passen bij het thema en het prentenboek, zodat kinderen op verschillende manieren met dezelfde themawoorden in aanraking komen. De pedagogisch medewerkers spelen mee met de kinderen en zetten interventies in om het spel en de taal te verrijken.