Samenvatting hoofdstuk 8 Iedere situatie is voor jonge kinderen een leersituatie. Ze leren tijdens het verzorgen door zelf doen en te helpen. En ze leren door te spelen. Pedagogisch medewerkers stimuleren het leren en ontwikkelen van jonge kinderen door: Voorwaarden: De inrichting en indeling van de ruimte binnen en buiten ontlokken spontaan spel. De groepsindeling en het dagritme zorgen voor een goede balans tussen samen en alleen, rust en uitdaging. Als de basisbehoeftes van kinderen zijn bevredigd, staan ze open voor leren. Observeren, doelen stellen en plannen maken, helpen pedagogisch medewerkers om kansen te grijpen en creëren. Kansen grijpen Pedagogisch medewerkers zien tijdens het verzorgen en spelen kansen om de kinderen uit te dagen en een stapje verder te brengen Stimulerende comminucatie: Pedagogisch medewerkers spelen met kinderen mee, volgen hun belangstelling, helpen de kinderen om hun plannen te realiseren, stellen vragen, zorgen voor een balans tussen vertrouwde herhaling en nieuwe impulsen. Positief leidinggeven Pedagogisch medewerkers geven de kinderen heel duidelijk aan wanneer ze moeten volgen en gehoorzamen, en wanneer de pedagogisch medewerkers de kinderen volgen en de leiding geven. Bij vrij spelen en lichamelijke verzorging is de pedagogisch medewerker gast op het terrein van het kind. Kansen creëren: Pedagogisch medewerkers creëren leerkansen door: Gerichte activiteiten of door bepaald speelgoed aan te bieden. Hulp, aanwijzingen en impulsen te geven binnen de Zone van naaste Ontwikkeling van het kind; en door het kind actief te betrekken bij hulp en verzorgactiviteiten en rituelen.