preventieadviseur - KAVEE Group Homepage

advertisement
Cursus
PREVENTIEADVISEUR
KLIMAAT
door
Karl Verhoeven
Belgische reglementering
• Wet van 4 augustus 1996 betreffende het
welzijn van de werknemers bij de
uitvoering van hun werk (BS 18.09.1996) *
Codex
• Algemeen reglement voor de
arbeidsbescherming ARAB art 55, 56, 57,
58, 64, 65, 68 en 148decies
• EN13779 Ventilatie voor niet-residentiële
gebouwen
* Kaderrichtlijn 89/391/EEG van 12 juni 1989
Algemeen Reglement voor de
Arbeids Bescherming
• Voorkomingsbeleid art. 54 quater
• Titel II hoofdstuk II afdeling I : §1
luchtverversing art. 55 – 56 – 57 - 58
§3 temperatuur art. 64 tem 68
• Maatregelen ter voorkoming van hinder
art. 148 decies
ARAB verluchting
Artikel 56. Werklokalen
De werklokalen moeten ten minste 2,5 meter hoog zijn. Iedere werknemer moet over een werkelijke ruimte van 10 m³ en
over een vrije oppervlakte van 2 m² beschikken. De afmetingen van het vrije ongemeubileerde oppervlak van de werkpost
moeten zodanig worden berekend dat het personeel bij zijn taakuitoefening over voldoende bewegingsruimte beschikt.
Indien om redenen die specifiek zijn voor de werkpost, niet aan deze eis kan worden voldaan, moet de werknemer op een
andere plaats dicht bij zijn werkpost over voldoende vrije ruimte kunnen beschikken.
De toevoer van verse lucht en de afvoer van bevuilde lucht worden verzekerd naar rato van 30 m³ lucht per uur en
per in de lokalen aanwezige werknemer. In de gesloten werklokalen wordt de toepassing van de voorgaande normen
verzekerd door een natuurlijke luchtverversing of door het gebruik van enige inrichting die zich daarvoor leent.
Artikel 57. Natuurlijke luchtverversing
Wanneer de omstandigheden het mogelijk maken wordt de lucht van de werklokalen natuurlijk en volledig ververst tijdens
de werkonderbrekingen door de vensters wijd open te zetten. Tenzij dwingende technologische redenen het beletten
worden schikkingen genomen om een relatieve luchtvochtigheid van 40 tot 70 % te verzekeren of althans deze
grenscijfers te benaderen voor zover de weersomstandigheden zulks mogelijk maken.
ARAB verluchting
Artikel 58. Kunstmatige luchtverversing
De inrichtingen of installaties, die in gesloten werklokalen dienen voor de toepassing van de normen voorgeschreven in
artikel 56 van dit reglement, moeten de volgende waarborgen bieden:
1.opvanging van zuivere en stofvrije lucht;
2.gebruik van luchtkanalen zonder brokkelige bekleding;
3.gelijkmatige luchtregeling met name een verdeling en een verspreiding van de ingebrachte lucht en
temperatuurschommelingen die de werknemer niet hinderen;
4.beperking tot 0,5 m/sec. van de luchtstroomsnelheid voor zover deze beperking niet strijdt met het toepassen
van systemen voor specifieke bestrijding van bepaalde arbeidshinder;
5.storingen moeten door een controlesysteem worden gemeld als dat noodzakelijk is voor de gezondheid van de
werknemers.
Deze inrichtingen of installaties moeten bovendien zodanig gebouwd zijn, dat ze geen geluid of trillingen
veroorzaken die een bron van hinder of ongemak kunnen zijn voor de werknemers.
In de van dergelijke inrichtingen of installaties voorziene gesloten lokalen moet bovendien een relatieve
luchtvochtigheid van 40 tot 70 % worden aangehouden tenzij dit wegens dwingende technologische redenen uitgesloten
is.
ARAB temperatuur
Artikel 64. Gesloten werklokalen
§ 1. In de gesloten en doorlopend bezette werklokalen worden minimum- en maximumtemperaturen bepaald, rekening
houdend met de inspanningen die de werkposten vergen. Deze minima en maxima worden als volgt vastgesteld:
minimum
maximum
zeer licht werk ongeveer 90 kcal/uur of 105 W
20°C
30°C
licht werk ongeveer 150 kcal/uur of 175 W
18°C
30°C
halfzwaar werk ongeveer 250 kcal/uur of 290 W
15°C
26,7°C
zwaar werk ongeveer 350 kcal/uur of 407 W
12°C
25°C
De minimumtemperaturen worden gemeten met een droge thermometer. De maximumtemperaturen worden gemeten met
een vochtige globethermometer of met enige andere methode die op het stuk van effectieve temperatuur identieke
conclusiemogelijkheden biedt.
§ 2. Na advies van de arbeidsgeneesheer en na akkoord van de vertegenwoordigers der werknemers in het Comité voor
Preventie en Bescherming op het Werk of, bij ontstentenis van dit comité, van de vakbondsafvaardiging van het
personeel, mag worden afgeweken van de bepalingen van § 1 van dit artikel voor de werklokalen die slechts met zijn
pozen door personeel zijn bezet.
Deze afwijking is onderworpen aan de volgende voorwaarden:
1.de werknemers moeten de mogelijkheid krijgen om naargelang van het geval regelmatig in verwarmde of
gekoelde lokalen te vertoeven;
2.de werknemers moeten met aangepaste beschermingsmiddelen zijn uitgerust.
EN 13779
Classificatie
Luchtkwaliteit
IDA 1
hoog
IDA 2
CO2
Buitenlucht
Gewaarwording
Ventilatievoud
ppm
m³/h/persoon
decipol
m³/h.m²
<400
350
> 54
72
<1
0,8
na
middelmatig
400-600
500
36-54
45
1-1.4
1,2
> 2.5
3
IDA 3
aanvaardbaar
600-1000
800
22-36
29
1.4-2.5
2
2.5-1.3
2
IDA 4
laag
>1000
1200
> 22
18
> 2.5
3
<1.3
1
Minimale toegelaten binnenluchtkwaliteit = IDA3
Verder worden in deze norm maatregelen opgelegd in verband met het hergebruiken
van lucht, de regeling en het energie verbruik van de installaties en het gebouw.
Symptonen volgens de bewoners
En hun oorzaken (volgens een studie)
Probleem
Subjectieve gewaarwording
Buiten
Klimaat
R
E
G
E
L
I
N
G
I
N
D
vochtigheid
I
V
straling
I
D
luchtverplaatsing
U
temperatuur
Binnen
Klimaat
Objectieve metingen
Warmte uitwisseling
• Geleiding
• Convectie
• Straling
warmtetransport in een vaste stof of bij innig contact tussen stoffen.
warmtetransport in een vloeistof of gas door verplaatsing van moleculen.
de intensiteit van het warmteverlies hangt af van het kwadraat van het verschil
in absolute temperatuur en het uitstralingsvermogen.
• Verdamping
van vocht slorpt energie op zonder dat de temperatuur van het vocht
verandert. Het lichaam waaraan de warmte wordt onttrokken daalt in temperatuur.
Temperatuur
•
•
•
•
•
(droge) temperatuur
Natte bol temperatuur
Globe (zwarte bol) temperatuur
Effectieve temperatuur
Wet Bulb Globe Temperature
WBGTindex
• Windchill index
Temperatuur voelers
Vochtigheid
• Relatieve vochtigheid
• Absolute vochtigheid
Luchtsnelheid
• Anemometer
Effectieve temperatuur
(Yaglou diagram)
Comfort zone
–Luchtsnelheid 0,075 à 0,1 m/s
–Relatieve Vochtigheid 30 à 70%
–Wintertemperatuur 17,5 tot 21,5°C
–Zomertemperatuur 18,8 tot 23,8°C
zie ook opmerking zomertemperatuur
American Society of Heating and Ventilation Engineers
Zomer temperatuur
Omwille van gezondheids redenen wordt aangeraden
het temperatuur verschil tussen de geconditioneerde
ruimte en de omgeving niet te groot te maken. Een
verschil van ca 4 à 5°C wordt meestal aangehouden.
Vele air conditionings installaties worden in deze zin
dan ook ontworpen.
Comfort zones
(Lensden)
WBGT index
• Buiten (met zonneschijn)
WBGT = 0,7 WB + 0,2 GT + 0,1 DB
• Binnen (of buiten zonder zonneschijn)
WBGT = 0,7 WB + 0,3 GT
WB = natte bol temperatuur GT = zwarte bol temperatuur DB = (droge bol) temperatuur
WBGT index toepassing
NBN-X10-003 of ISO 7243
Belasting door het werk
Werk / Rust periode
licht
gemiddeld
zwaar
144-244 W
244-489 W
489-768 W
Continue werk
30,0
26,7
25
75% werk / 25% rust
30,6
28,0
25,9
50% werk / 50% rust
31,4
29,4
27,9
25% werk / 75% rust
32,2
31,1
30,0
Temperatuur in °C WBGT
Behaaglijkheid PMV - PPD
NBN X 10-005 of EN 7730
Predicted Mean Vote
Predicted Percentage of Dissatisfied
Kleding, activiteit, temperatuur, straling, relatieve vochtigheid en
luchtverplaatsing in rekening gebracht
-3= bitter koud -2 =erg koud –1 =koud 0 = neutraal +1 = warm +2 = erg warm +3= zeer heet
Warmte indexen
Vorige warmte indexen waren gebaseerd op subjectieve gegevens of op
fysische processen.
Andere warmte indexen gebaseerd op fysiologische processen zijn bvb:
• Heat Stress Index van Belding en Hatch
• Predicted Four-hour Sweat Rate P4SR (vochtverlies)
• EPCT-EPCM van Voght en Metz (extra pulsations cardiaque métaboliques et thermiques)
• Vermoeidheidsindex Vix
Windchill index grafiek
Windchill index tabel
T air
5
0
-5
-10
-15
-20
-25
-30
-35
-40
-45
-50
5
4
-2
-7
-13
-19
-24
-30
-36
-41
-47
-53
-58
10
3
-3
-9
-15
-21
-27
-33
-39
-45
-51
-57
-63
15
2
-4
-11
-17
-23
-29
-35
-41
-48
-54
-60
-66
20
1
-5
-12
-18
-24
-30
-37
-43
-49
-56
-62
-68
25
1
-6
-12
-19
-25
-32
-38
-44
-51
-57
-64
-70
30
0
-6
-13
-20
-26
-33
-39
-46
-52
-59
-65
-72
35
0
-7
-14
-20
-27
-33
-40
-47
-53
-60
-66
-73
40
-1
-7
-14
-21
-27
-34
-41
-48
-54
-61
-68
-74
45
-1
-8
-15
-21
-28
-35
-42
-48
-55
-62
-69
-75
50
-1
-8
-15
-22
-29
-35
-42
-49
-56
-63
-69
-76
55
-2
-8
-15
-22
-29
-36
-43
-50
-57
-63
-70
-77
60
-2
-9
-16
-23
-30
-36
-43
-50
-57
-64
-71
-78
65
-2
-9
-16
-23
-30
-37
-44
-51
-58
-65
-72
-79
70
-2
-9
-16
-23
-30
-37
-44
-51
-58
-65
-72
-80
75
-3
-10
-17
-24
-31
-38
-45
-52
-59
-66
-73
-80
80
-3
-10
-17
-24
-31
-38
-45
-52
-60
-67
-74
-81
V10
VERKLARING
Weinig risico bij de meeste mensen
Toegenomen risico op bevriezing bij de meeste mensen na een blootstelling van 10 tot 30 minuten
Hoog risico bij de meeste mensen na 5 tot 10 minuten blootstelling
Hoog bevriezingsrisico na 2 tot 5 minuten
Hoog risico voor de meeste mensen na een blootstelling van 2 minuten of minder
where T air = Air temperature in °C and V10 = Observed wind speed at 10m elevation, in km/h.
Reactie van de mens
• Bron van energie is oxidatie van ingenomen voedsel
• Spierrendement is 20 à 25 %, rest is warmteontwikkeling
die wordt afgevoerd via huid en longen
• Het basaal metabolisme is ca 87 W (7540 kJ/dag) (wordt in
rust door een gemiddelde persoon ontwikkeld)
• Homeotherm = constante lichaamstemperatuur van 36,5 à 37°C
• Huidtemperatuur is ca 30 à 32°C
• Specifieke warmte van het lichaam is 3,4 kJ (dwz dat om de
lichaamstemperatuur van een persoon met een massa van 70kg met
1°C verhogen er 238 kJ (of 72gr gekookte aardappelen) nodig is)
• Thermoregulatoir systeem waarbij de verdamping van
vocht (zweten) één van de meest effectieve
afkoelingsmiddelen van het lichaam zijn
Reactie van de mens
in geval van niet aanpassing
• Hitte + Arbeid = opletten
–
–
–
–
–
Hitteslag door stoornissen in de bloedsomloop
Hitte krampen of hitte uitputting door vochtverlies
Hyperthermie of hittecoma
Prickly heat of stoornissen in de huidfunctie
Zonnesteek bij werken in openlucht
• Koude + wind
– Gevoelstemperatuur
– Bevriezingsverschijnselen
ARAB voorkoming
Artikel 148decies2. § 4. strijd tegen de overmatige warmte, koude en vochtigheid
4.1. Specifieke rol van de arbeidsgeneesheer
De arbeidsgeneesheer bepaalt welke maatregelen moeten worden genomen om een juiste acclimatisering van de werknemer aan de
warmte of de koude te verzekeren. Hij geeft een voorafgaand advies nopens de keuze en het gebruik van de collectieve of
individuele beschermingsmiddelen, alsook nopens het toepassen van de toegestane rusttijden en het gebruiken van de
ontspanningslokalen. Hij licht de werknemers eveneens in over de aard van de dranken die hun door de onderneming moeten
worden verstrekt.
4.2. Overmatige warmte van technologische oorsprong
§ 1. Wanneer in de gesloten werklokalen de bron van hinder en ongemak voortkomt uit een overmatige temperatuur van technische
oorsprong te wijten aan convectie, en van zodra de maximumtemperatuur, zoals deze is vastgesteld in artikel 64 van hetzelfde
reglement, overschreden wordt op het niveau van de werkpost met zwaarste last, plaatst de werkgever kunstmatige
ventilatieinrichtingen, overeenkomstig de bepalingen van artikel 58 van dit reglement.
§ 2. De overmatige warmte van technische oorsprong veroorzaakt door stralingen wordt gemeten op het niveau van iedere werkpost
met een vochtige globethermometer of met enige andere methode die op het stuk van de effectieve temperatuur dezelfde resultaten
oplevert.
De hieronder gegeven schaal bepaalt de temperaturen waarvan het overschrijden tot de toepassing van bijzondere
beschermingsmiddelen verplicht:
• licht werk:
ongeveer 150 kcal/h (175 W):
30° C;
• halfzwaar werk:
ongeveer 250 kcal/h (290 W):
26,7° C;
• zwaar werk:
ongeveer 350 kcal/h (407 W):
25° C.
In geval van overschrijding van deze effectieve temperaturen moeten beveiligingsschermen en/of reflectorische
beschermingskleding of beschermingskleding met ingebouwd koelsysteem worden gebruikt.
ARAB voorkoming
Artikel 148decies2. § 4. strijd tegen de overmatige warmte, koude en vochtigheid (vervolg)
§ 3. Indien de in de paragrafen 1 en 2 hierboven voorgeschreven maatregelen niet kunnen genomen worden of ondoelmatig blijken,
wordt de duur van de blootstelling aan de overmatige warmte ingekort. Deze inkortingen gebeuren door beperkte
aanwezigheidslijsten op de betrokken werkpost af te wisselen met rusttijden ter plaatse of in ontspanningslokalen waar
de effectieve temperatuur lager ligt dan 30° C.
De afwisseling van de beperkte aanwezigheidstijden op de werkpost en de rustperiodes wordt bepaald overeenkomstig de
waardeschalen gegeven in de hiernavolgende tabel:
Niveau van de werkelijke temperaturen
licht werk
halfzwaar
zwaar werk
ca175W
ca290W
ca407W
30,1 ºC
26,8 ºC
25,1 ºC
30,4 ºC
27,5 ºC
25,5 ºC
30,6 ºC
28,0 ºC
25,9 ºC
30,9 ºC
28,5 ºC
26,6 ºC
31,2 ºC
29,0 ºC
27,3 ºC
31,5 ºC
29,5 ºC
28,0 ºC
31,8 ºC
29,8 ºC
28,7 ºC
32,1 ºC
31,1 ºC
29,4 ºC
32,4 ºC
31,4 ºC
30,1 ºC
32,7 ºC
31,7 ºC
30,8 ºC
33,0 ºC
32,0 ºC
31,5 ºC
Alternatie in het werk
blootstelling rust
110 min.
100 min.
45 min.
40 min.
35 min.
30 min.
25 min.
20 min.
15 min.
10 min.
5 min.
10 min.
20 min.
15 min.
20 min.
25 min.
30 min.
35 min.
40 min.
45 min.
50 min.
55 min.
ARAB voorkoming
Artikel 148decies2. § 4. strijd tegen de overmatige warmte, koude en vochtigheid (vervolg)
4.3. Overmatige warmte van klimatologische oorsprong
§ 1. De overmatige warmte van klimatologische oorsprong wordt gemeten op het niveau van elke werkpost met een vochtige
globethermometer of met enige andere methode die op het stuk van de effectieve temperatuur dezelfde resultaten oplevert.
De effectieve temperaturen vanaf welke er aan klimatologische omstandigheden te wijten hinder bestaat, zijn de volgende:
• licht werk:
ongeveer 150 kcal/h (175 W):
30° C;
• halfzwaar werk:
ongeveer 250 kcal/h (290 W):
26,7° C;
• zwaar werk:
ongeveer 350 kcal/h (407 W):
25° C.
In geval van overschrijding van genoemde maximumtemperaturen, moeten volgende maatregelen genomen worden:
1) de werknemers blootgesteld aan rechtstreekse zonnestraling beschikken over individuele of collectieve beschermingsmiddelen;
2) de werkgever zorgt ervoor dat aangepaste frisdranken worden verstrekt overeenkomstig het terzake door de arbeidsgeneesheer
verstrekte advies;
3) binnen de 48 uur, na het ogenblik van de vaststelling van de hinder, installeert de werkgever in de werklokalen inrichtingen voor
kunstmatige verluchting, overeenkomstig de bepalingen van artikel 58 van dit reglement.
Indien na dit tijdsverloop de hinder voortduurt, voert de werkgever een regime in van beperkte aanwezigheidstijd op de werkpost en
van rusttijden zoals voorzien in punt 4.2., §3, van dit artikel.
De hierboven voorziene aanpassingstijd van 48 uur wordt niet in aanmerking genomen wanneer de overmatige warmte haar
oorsprong vindt in een samenvallen van technologische en klimatologische factoren.
ARAB voorkoming
Artikel 148decies2. § 4. strijd tegen de overmatige warmte, koude en vochtigheid (vervolg)
4.4. Overmatige koude van technologische oorsprong
De lage temperaturen die ter oorzake van technische redenen in sommige gesloten werklokalen heersen worden gemeten met een
droge thermometer.
Er is hinder wanneer de temperatuur lager ligt dan de volgende minima:
• zeer licht werk:
ongeveer 90 kcal/h (105 W):
20° C;
• licht werk:
ongeveer 150 kcal/h (175 W):
18° C;
• halfzwaar werk:
ongeveer 250 kcal/h (290 W):
15° C;
• zwaar werk:
ongeveer 350 kcal/h (407 W):
12° C.
Deze hinder verplicht tot het nemen van de volgende maatregelen:
1) de werknemers worden voorzien van gepaste beschermingskleding;
2) deze beschermingskleding is, indien zulks nodig blijkt, voorzien van een ingebouwd verwarmingssysteem;
3) de snelheid van de luchtstroom in de gekoelde lokalen wordt beperkt tot een niveau dat verenigbaar is met de werking van de
installaties.
Telkens hij het noodzakelijk oordeelt voor de gezondheid van de betrokkene schrijft de arbeidsgeneesheer bovendien een in de
behoorlijk verwarmde ontspanningslokalen door te brengen rusttijd voor.
4.5. Overmatige vochtigheidsgraad
De waterdamp, de nevel en de mist die voortkomen van de fabricageprocédés worden beperkt door een aan de in artikel 58 van dit
reglement gestelde voorwaarden beantwoordende kunstmatige verluchting.
Voorkoming
•
•
•
•
•
Goed ontwerp
Onderhoud
Interne audits, externe audits
Opvolging klachten
IAQ dossiers
Voor alle advies inzake ontwerp, audits, klachtenbehandeling,
IAQ dossiers kan U terecht bij
http://www.kaveegroup/KaVee
[email protected]
Download